archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Hoog en droog Frits Hoorweg

0411BZ Lopen
Sinds kort hebben we een huisje op de Maarnse Berg. Het verkleinwoord is niet uit gewoonte gebruikt, of om een gevoel tot uitdrukking te brengen, maar dient om de omvang aan te duiden. In de weekenden klungelen we daar nu regelmatig wat rond. Het ‘buitenseizoen’ is weliswaar nog niet aangebroken, maar we hebben sterk de behoefte ons eigen stempel op huis en tuin te drukken. Bovendien heeft de storm die ons land kortgeleden aandeed er nogal huisgehouden. Daardoor is er extra veel op te ruimen. Tussen de bedrijven door wordt de omgeving verkend, liefst te voet. Een enkele keer pak ik de oude fiets die de vorige bewoners hebben achtergelaten, maar ik ben nu eenmaal niet zo’n fietser. Bovendien is het een beetje verneukeratief: je rijdt makkelijk weg, maar terug is het een hele trap op een gammele fiets zonder versnelling. Te voet ga ik makkelijker bergop.

We zijn overigens niet voor niets bovenop een berg gaan wonen. De berichten over global warming hebben ons met de neus op het feit gedrukt dat we het niet lang meer droog houden. Dat onze nieuwe regering en de EU zich hebben voorgenomen er iets aan te doen stelt me in het geheel niet gerust. Daar komt niks van terecht. Na verloop van tijd zal het beleid worden aangepast aan de onvermijdelijke werkelijkheid. Het laaggelegen land zal worden prijsgegeven aan het water, hier en daar wordt er al mee geëxperimenteerd. Nou, als dat op grotere schaal gaat gebeuren zitten wij goed. De meningen verschillen over hoe hoog de Maarnse Berg precies is, maar ik ga er vanuit dat we zo ongeveer 50 meter boven de huidige zeespiegel zitten. Voorlopig moet dat voldoende zijn.

Onze berg maakt deel uit van een keten die bekend staat onder de naam Utrechtse Heuvelrug. Die is ontstaan in de laatste ijstijd, toen de gletsjers ongeveer tot aan de plek kwamen waar nu ons huisje staat. Daarom ga ik er vanuit dat wij in de volgende ijstijd, die onvermijdelijk volgt op de warme periode die we nu meemaken, de boel nog net ijsvrij kunnen houden. Sterker nog, dan zitten we 1e rang, aan de ene kant uitzicht over onafzienbare gletsjers en aan de andere kant de toendra’s, waar we ’s zomers af en toe een rendier kunnen omleggen en hout sprokkelen voor de winter.

Achter het huisje, waar over een poosje die gletsjer weer ligt, is nu een diepte die is achtergebleven na het afgraven van grote hoeveelheden zand. Daar is men mee begonnen rond 1840 ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Later gebruikte men het zand ook voor andere bouwprojecten. De afgraving is doorgegaan tot ver in de vorige eeuw. Nu is het een ‘aardkundig monument’ en helaas alleen onder begeleiding toegankelijk. In het midden van de plas die er is ontstaan heeft men, op een eilandje, een artistiek verantwoorde uitstalling gemaakt van stenen die hierheen zijn gevoerd uit het verre noorden.

Bij aankomst op een vrijdagavond is het in dit jaargetijde erg koud en klam binnen. De oliekachel moet worden opgestookt en die heeft ‘even’ nodig om de boel warm te krijgen. Op zaterdagmorgen, net als dat enigszins begint te lukken, vindt mijn vrouw het tijd om te gaan luchten. Volgens haar moet het vocht eruit en ze heeft ongetwijfeld gelijk, maar het koelt dan wel weer akelig af. Daarom knijp ik er graag tussenuit bijvoorbeeld naar Doorn om brood, croissants en de krant te halen. Het is ongeveer 8 kilometer heen en terug (Maarn is dichterbij), dus ik ben even van de vloer. Eerst ga ik rechtsaf om een groot veld heen (Stameren staat erbij op de kaart) en aan het eind ervan linksaf de (onverharde) Austerlitzer Weg op. De naam lijkt erop te duiden dat dit ooit een voor de hand liggende verbindingsweg was tussen Doorn en het noordelijker gelegen Austerlitz.

Op die plek kwamen we op een zondagmiddag een keer een oudere dame (oma?) tegen met twee jonge kinderen. Zij vroeg ons waar Meerbos was. Nu heb ik altijd een kaart bij me en daarop begon ik ijverig te zoeken naar een perceel waar Meerbos bij stond. Na verloop van tijd moest ik haar bekennen dat ik ter plekke nog niet zo bekend was en dat ik het op de kaart niet kon vinden. Toen wierp ze zelf een blik op de kaart en zei: ‘Maar het is toch allemaal groen. Hoe kom ik daar?’ Ah, misverstand, ze bedoelde méér bos, niet Meerbos. Nu ben ik niet te beroerd om mezelf als suffertje neer te zetten, maar in dit geval moet ik toch aandacht vragen voor een andere kant van de zaak. Wie vraagt er nu, staand voor een veld dat omringd is door bos naar ‘méér bos’?

Over de Austerlitzer Weg ga je, alsmaar rechtdoor, zonder hulp van de kaart Doorn in. Een aardig plaatsje, waar het op zaterdag gezellig druk kan zijn. Er zijn meerdere bakkers en, het is bijna niet te geloven, ook een echte boekhandel en zelfs een antiquariaat. De gedachte aan koffiedrinken zet ik van me af, want de bedoeling is natuurlijk dat we gezellig in ons huisje koffie drinken, met een croissant, en de krant. De tijd begint te dringen en daarom ga ik op de terugweg aan de andere kant van het veld langs, dat is iets korter. De thuiskomst is bijzonder feestelijk, niet ondanks maar juist omdat de deuren weer dicht zijn en het binnen al weer aangenaam warm wordt. Mijn vrouw vertelt me welke nuttige werken zij heeft verricht. Een voldaan gevoel daalt over ons neer.
 
************************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
 
************************************************
Alles over wandelen op: www.wandelpad.nl


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Hoog en droog Frits Hoorweg
0411BZ Lopen
Sinds kort hebben we een huisje op de Maarnse Berg. Het verkleinwoord is niet uit gewoonte gebruikt, of om een gevoel tot uitdrukking te brengen, maar dient om de omvang aan te duiden. In de weekenden klungelen we daar nu regelmatig wat rond. Het ‘buitenseizoen’ is weliswaar nog niet aangebroken, maar we hebben sterk de behoefte ons eigen stempel op huis en tuin te drukken. Bovendien heeft de storm die ons land kortgeleden aandeed er nogal huisgehouden. Daardoor is er extra veel op te ruimen. Tussen de bedrijven door wordt de omgeving verkend, liefst te voet. Een enkele keer pak ik de oude fiets die de vorige bewoners hebben achtergelaten, maar ik ben nu eenmaal niet zo’n fietser. Bovendien is het een beetje verneukeratief: je rijdt makkelijk weg, maar terug is het een hele trap op een gammele fiets zonder versnelling. Te voet ga ik makkelijker bergop.

We zijn overigens niet voor niets bovenop een berg gaan wonen. De berichten over global warming hebben ons met de neus op het feit gedrukt dat we het niet lang meer droog houden. Dat onze nieuwe regering en de EU zich hebben voorgenomen er iets aan te doen stelt me in het geheel niet gerust. Daar komt niks van terecht. Na verloop van tijd zal het beleid worden aangepast aan de onvermijdelijke werkelijkheid. Het laaggelegen land zal worden prijsgegeven aan het water, hier en daar wordt er al mee geëxperimenteerd. Nou, als dat op grotere schaal gaat gebeuren zitten wij goed. De meningen verschillen over hoe hoog de Maarnse Berg precies is, maar ik ga er vanuit dat we zo ongeveer 50 meter boven de huidige zeespiegel zitten. Voorlopig moet dat voldoende zijn.

Onze berg maakt deel uit van een keten die bekend staat onder de naam Utrechtse Heuvelrug. Die is ontstaan in de laatste ijstijd, toen de gletsjers ongeveer tot aan de plek kwamen waar nu ons huisje staat. Daarom ga ik er vanuit dat wij in de volgende ijstijd, die onvermijdelijk volgt op de warme periode die we nu meemaken, de boel nog net ijsvrij kunnen houden. Sterker nog, dan zitten we 1e rang, aan de ene kant uitzicht over onafzienbare gletsjers en aan de andere kant de toendra’s, waar we ’s zomers af en toe een rendier kunnen omleggen en hout sprokkelen voor de winter.

Achter het huisje, waar over een poosje die gletsjer weer ligt, is nu een diepte die is achtergebleven na het afgraven van grote hoeveelheden zand. Daar is men mee begonnen rond 1840 ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Later gebruikte men het zand ook voor andere bouwprojecten. De afgraving is doorgegaan tot ver in de vorige eeuw. Nu is het een ‘aardkundig monument’ en helaas alleen onder begeleiding toegankelijk. In het midden van de plas die er is ontstaan heeft men, op een eilandje, een artistiek verantwoorde uitstalling gemaakt van stenen die hierheen zijn gevoerd uit het verre noorden.

Bij aankomst op een vrijdagavond is het in dit jaargetijde erg koud en klam binnen. De oliekachel moet worden opgestookt en die heeft ‘even’ nodig om de boel warm te krijgen. Op zaterdagmorgen, net als dat enigszins begint te lukken, vindt mijn vrouw het tijd om te gaan luchten. Volgens haar moet het vocht eruit en ze heeft ongetwijfeld gelijk, maar het koelt dan wel weer akelig af. Daarom knijp ik er graag tussenuit bijvoorbeeld naar Doorn om brood, croissants en de krant te halen. Het is ongeveer 8 kilometer heen en terug (Maarn is dichterbij), dus ik ben even van de vloer. Eerst ga ik rechtsaf om een groot veld heen (Stameren staat erbij op de kaart) en aan het eind ervan linksaf de (onverharde) Austerlitzer Weg op. De naam lijkt erop te duiden dat dit ooit een voor de hand liggende verbindingsweg was tussen Doorn en het noordelijker gelegen Austerlitz.

Op die plek kwamen we op een zondagmiddag een keer een oudere dame (oma?) tegen met twee jonge kinderen. Zij vroeg ons waar Meerbos was. Nu heb ik altijd een kaart bij me en daarop begon ik ijverig te zoeken naar een perceel waar Meerbos bij stond. Na verloop van tijd moest ik haar bekennen dat ik ter plekke nog niet zo bekend was en dat ik het op de kaart niet kon vinden. Toen wierp ze zelf een blik op de kaart en zei: ‘Maar het is toch allemaal groen. Hoe kom ik daar?’ Ah, misverstand, ze bedoelde méér bos, niet Meerbos. Nu ben ik niet te beroerd om mezelf als suffertje neer te zetten, maar in dit geval moet ik toch aandacht vragen voor een andere kant van de zaak. Wie vraagt er nu, staand voor een veld dat omringd is door bos naar ‘méér bos’?

Over de Austerlitzer Weg ga je, alsmaar rechtdoor, zonder hulp van de kaart Doorn in. Een aardig plaatsje, waar het op zaterdag gezellig druk kan zijn. Er zijn meerdere bakkers en, het is bijna niet te geloven, ook een echte boekhandel en zelfs een antiquariaat. De gedachte aan koffiedrinken zet ik van me af, want de bedoeling is natuurlijk dat we gezellig in ons huisje koffie drinken, met een croissant, en de krant. De tijd begint te dringen en daarom ga ik op de terugweg aan de andere kant van het veld langs, dat is iets korter. De thuiskomst is bijzonder feestelijk, niet ondanks maar juist omdat de deuren weer dicht zijn en het binnen al weer aangenaam warm wordt. Mijn vrouw vertelt me welke nuttige werken zij heeft verricht. Een voldaan gevoel daalt over ons neer.
 
************************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
 
************************************************
Alles over wandelen op: www.wandelpad.nl
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2