archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Geen tulpen uit Amsterdam Theo Capel

0214 Magnolia
Wat ik abusievelijk een tulpenboom noemde, bleek iets anders te zijn dan de magnolia die ik ermee bedoelde. Die heet beverboom in het Nederlands. Is er iets fraaiers in bloei te zien dan een magnolia? Speciaal maakte ik opnieuw een fietstochtje langs de IJssel, vanaf Zutphen in de richting van Dieren, om weer te kunnen genieten van een kolossale boom die ik eerder eens had gezien. Hij bleek in de buurt van Brummen te staan, bij huize Beukenhorst. Er stonden er twee, maar vooral die naast het huis imponeerde. De boom had misschien wel duizenden wit-roze kelkbloemen die je heel makkelijk voor een tulp zou kunnen aanzien. Zeurpieten zeggen dan dat de afgevallen bloemen met hun grote, taaie bloembladen zo'n rotzooi veroorzaken en dat het zo'n werk is die bij elkaar te harken. Daar bij Brummen vielen de bloembladeren in het grint en niemand die zich er aan ergerde. In lijn met de naam van het landhuis stonden er opzij ook nog grote, oude beuken. 'Een omweg waard', zeggen ze in de reisgidsen dan. Een paar dagen later brandde in het nabijgelegen Eerbeek een papierfabriek uit. Misschien zijn hoog oplaaiende vlammen nog wel mooier om naar te kijken dan naar een magnolia in bloei. Dat schouwspel miste ik echter en alleen een pyromaan zou de moeite nemen om een jaar later weer op de fiets die richting uit te gaan.

Magnolia's heb je met tulpenbloemen en met sterbloemen. Daar langs de IJssel zag ik in de voortuin van een boerderij die Michaels Hoeve heet, ook een mooi exemplaar met sterbloemen. Er stonden verder nog twee prunussen voor het huis, maar daarvan was de bloesem al weer verwaaid.
Maar was dat ook zo? Het blijft moeilijk om te onthouden wanneer alles in bloei staat en in die grote familie prunussen zijn er vast te vinden die tegelijkertijd in bloei staan met de magnolia.
De stermagnolia (magnolia stellata) is een struik en past beter in de kleine tuin. De tulpbloemige magnolia is meestal een boom en die kan afhankelijk van de soort behoorlijk groot worden. Vaak zie je de magnolia soulangeana staan die maat weet te houden, maar desondanks een voortuin lelijk kan gaan overheersen.

Het punt met uitbundige bloesembomen is dat ze na de bloei vaak zo onopvallend zijn, vormloos en met onbeduidend blad. Alle schoonheid valt in die paar lenteweken. Het is de reden dat ik me vaak pas weer realiseer dat er ergens een magnolia staat, als hij daadwerkelijk in bloei is. Maar als ik er de ruimte voor zou hebben, zou ik minimaal één groot solitair exemplaar aanplanten.
In de stad heb ik ze eigenlijk nooit langs de straat zien staan. Misschien komt het doordat de afvallende bloemen put en goot zouden gaan verstoppen.

In Amsterdam waar ik sinds kort weer woon, geeft men vanouds de voorkeur aan de iep en dan vooral langs de grachten. Ik had eigenlijk nooit beseft dat een iep ook bloeit. In het voorjaar verliest hij ontelbare bijna doorzichtige bloesemblaadjes ter grootte van een ouderwets dubbeltje die door de wind overal naar toe worden gevoerd, tot in de trappenhuizen.
Van mijn schooltijd die zich ook in Amsterdam afspeelde, herinner ik me niet de bloesemblaadjes, maar wel de rupsen. Net als er een knikkertijd was, was er ook een rupsentijd. Ze vielen in je haar en in je nek en waren overal. Met een blaadje in een jampotje met gaatjes in het deksel kon je zien hoe de rups zich verpopte en uiteindelijk een vlinder werd. De gemeente had een hekel aan al die rupsen en op een lange kar met hoge wielen die mallejan heette, werd een groot apparaat vervoerd dat wolken witte rook recht omhoog de iepen inspoot. Het zal wel DDT zijn geweest en het was een fantastisch gezicht dat ertoe leidde dat je onderweg van school straten ver van huis raakte. Tegenwoordig mag dat spuiten niet meer. Ze laten nu de natuur hun gang gaan, maar het vreemde is dat desondanks er geen rupsen meer uit de iepen vallen. 'Iepenloof met rupsen', een waardering van een journalist voor Amsterdammers die iets goeds hadden gedaan, zoals de kat van de buurvrouw uit de boom halen, is zo een kleine anecdote geworden. Net zoals het feit dat de betiteling ironisch was afgeleid van het Ridderkruis met eikenloof, een Duitse militaire onderscheiding uit WO II. Ergens in die jaren zong men ook over Tulpen uit Amsterdam. Ook die heb ik niet gezien, niet uit de grond en niet aan een magnolia. Ze houden vanouds van een geintje en een dolletje in onze hoofdstad.


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Geen tulpen uit Amsterdam Theo Capel
0214 Magnolia
Wat ik abusievelijk een tulpenboom noemde, bleek iets anders te zijn dan de magnolia die ik ermee bedoelde. Die heet beverboom in het Nederlands. Is er iets fraaiers in bloei te zien dan een magnolia? Speciaal maakte ik opnieuw een fietstochtje langs de IJssel, vanaf Zutphen in de richting van Dieren, om weer te kunnen genieten van een kolossale boom die ik eerder eens had gezien. Hij bleek in de buurt van Brummen te staan, bij huize Beukenhorst. Er stonden er twee, maar vooral die naast het huis imponeerde. De boom had misschien wel duizenden wit-roze kelkbloemen die je heel makkelijk voor een tulp zou kunnen aanzien. Zeurpieten zeggen dan dat de afgevallen bloemen met hun grote, taaie bloembladen zo'n rotzooi veroorzaken en dat het zo'n werk is die bij elkaar te harken. Daar bij Brummen vielen de bloembladeren in het grint en niemand die zich er aan ergerde. In lijn met de naam van het landhuis stonden er opzij ook nog grote, oude beuken. 'Een omweg waard', zeggen ze in de reisgidsen dan. Een paar dagen later brandde in het nabijgelegen Eerbeek een papierfabriek uit. Misschien zijn hoog oplaaiende vlammen nog wel mooier om naar te kijken dan naar een magnolia in bloei. Dat schouwspel miste ik echter en alleen een pyromaan zou de moeite nemen om een jaar later weer op de fiets die richting uit te gaan.

Magnolia's heb je met tulpenbloemen en met sterbloemen. Daar langs de IJssel zag ik in de voortuin van een boerderij die Michaels Hoeve heet, ook een mooi exemplaar met sterbloemen. Er stonden verder nog twee prunussen voor het huis, maar daarvan was de bloesem al weer verwaaid.
Maar was dat ook zo? Het blijft moeilijk om te onthouden wanneer alles in bloei staat en in die grote familie prunussen zijn er vast te vinden die tegelijkertijd in bloei staan met de magnolia.
De stermagnolia (magnolia stellata) is een struik en past beter in de kleine tuin. De tulpbloemige magnolia is meestal een boom en die kan afhankelijk van de soort behoorlijk groot worden. Vaak zie je de magnolia soulangeana staan die maat weet te houden, maar desondanks een voortuin lelijk kan gaan overheersen.

Het punt met uitbundige bloesembomen is dat ze na de bloei vaak zo onopvallend zijn, vormloos en met onbeduidend blad. Alle schoonheid valt in die paar lenteweken. Het is de reden dat ik me vaak pas weer realiseer dat er ergens een magnolia staat, als hij daadwerkelijk in bloei is. Maar als ik er de ruimte voor zou hebben, zou ik minimaal één groot solitair exemplaar aanplanten.
In de stad heb ik ze eigenlijk nooit langs de straat zien staan. Misschien komt het doordat de afvallende bloemen put en goot zouden gaan verstoppen.

In Amsterdam waar ik sinds kort weer woon, geeft men vanouds de voorkeur aan de iep en dan vooral langs de grachten. Ik had eigenlijk nooit beseft dat een iep ook bloeit. In het voorjaar verliest hij ontelbare bijna doorzichtige bloesemblaadjes ter grootte van een ouderwets dubbeltje die door de wind overal naar toe worden gevoerd, tot in de trappenhuizen.
Van mijn schooltijd die zich ook in Amsterdam afspeelde, herinner ik me niet de bloesemblaadjes, maar wel de rupsen. Net als er een knikkertijd was, was er ook een rupsentijd. Ze vielen in je haar en in je nek en waren overal. Met een blaadje in een jampotje met gaatjes in het deksel kon je zien hoe de rups zich verpopte en uiteindelijk een vlinder werd. De gemeente had een hekel aan al die rupsen en op een lange kar met hoge wielen die mallejan heette, werd een groot apparaat vervoerd dat wolken witte rook recht omhoog de iepen inspoot. Het zal wel DDT zijn geweest en het was een fantastisch gezicht dat ertoe leidde dat je onderweg van school straten ver van huis raakte. Tegenwoordig mag dat spuiten niet meer. Ze laten nu de natuur hun gang gaan, maar het vreemde is dat desondanks er geen rupsen meer uit de iepen vallen. 'Iepenloof met rupsen', een waardering van een journalist voor Amsterdammers die iets goeds hadden gedaan, zoals de kat van de buurvrouw uit de boom halen, is zo een kleine anecdote geworden. Net zoals het feit dat de betiteling ironisch was afgeleid van het Ridderkruis met eikenloof, een Duitse militaire onderscheiding uit WO II. Ergens in die jaren zong men ook over Tulpen uit Amsterdam. Ook die heb ik niet gezien, niet uit de grond en niet aan een magnolia. Ze houden vanouds van een geintje en een dolletje in onze hoofdstad.
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2