archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Santiago de Compostela Willem Minderhout

1413BZ Compostela‘Houd nou eens op met dat getwitter!’
‘Ik twitter niet, ik check even mijn zonnepanelen. Tussen de wolken door schiet het vermogen waanzinnig omhoog. Kijk een 5,3 mW! Het grafiekje lijkt wel een stekelvarken, want bij iedere wolk dondert het weer naar beneden.’
‘Man, geniet nou eens van de rust van het bos en stop die phone weg.’
‘Je hebt gelijk. Heerlijk. Zijn hier ook ruiterpaden?’
‘Een stukje verderop. Hoezo?’
‘Oh, nou, gewoon.’

‘Ah daar is het ruiterpad. Zullen we het even volgen?’
‘Het is mij te modderig hoor ... Nou, ok dan. Als jij dat nou per se wil.’
’Je komt hier altijd wat tegen. Kijk daar! Wat een knoeperd!’
‘Je bedoelt die paardenvijg? Wat ga je nou doen met die boodschappentas?’
‘Jemig. Het past er bijna niet in. Wat een hoop.’
‘Wil je dat meenemen?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Die smerigheid komt mijn auto niet in.’
‘Ach stel je niet aan. Paardenmest stinkt niet.’
‘Maar wat ga je er mee doen?’
‘Meenemen voor Santiago.’

‘Santiago?’
‘Ja, onze compostbak. We noemen hem Santiago de Compostela. Af en toe moeten we onze wormen een beetje verwennen.’
‘Wormen?’
‘Zo’n compostbak wemelt van de bodemdieren. Pissebedden, duizendpoten, regenwormen, kevertjes en van alles wat je met het blote oog niet kunt zien. En natuurlijk de tijgerwormen die we van Noud en Moki hebben gehad.’
‘Tijgerwormen?’
‘Ja. De Fransen noemen het beestje ‘ver du fumier’, mestworm. Die beestjes kun je niet opschepen met alleen maar koffiedik, bladeren en aardappelschillen. Af en toe een flinke paardenvijg houdt ze vitaal en gelukkig. Althans, dat denk ik.’

‘Dus jij bent thuiscomposteerder?’
‘Ja. Bij ons gaat al het organische materiaal de bak in. Van het kleinste knoflookschilletje tot de bladeren die van de boom vallen. Hij zit regelmatig tot de nok vol, maar een dag later is er weer ruimte zat. Onze tijgerwormen doen vreselijk hun best. Ze zijn ook dol op karton, dus tegenwoordig gooien we er ook de kokertjes van het toiletpapier, eierdozen en bruine kartonnen dozen in.’
‘Echt al het organische materiaal?’
‘Sommigen zeggen dat je er geen gekookt voedsel, vlees- en visresten en citrusschillen in moet gooien, maar als je het niet overdrijft lukt dat ook wel hoor. We zorgen er wel voor dat Santiago niet verzuurt en geen vliegenbak wordt. Je moet een beetje je gevoel gebruiken. En we hebben nooit een stinkende vuilniszak, want alles wat kan gaan stinken gaat linea recta naar Santiago.’

‘Wat levert dat nou op?’
‘Prachtige compost, als je een beetje geduld hebt. En gelukkige wormen, natuurlijk. Bovendien consumeer je een stuk bewuster.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Neem nou die hele discussie over kant en klaarmaaltijden die Rosanne Hertzberger heeft ontketend. Die discussie speelt bij ons niet.’
‘Hoezo?’
’Naast het feit dat ik kant en klaarmaaltijden niet zo lekker vind, valt daar niets aan te composteren. Niet dat ik nooit diepvriesgroenten of een pot koop, maar ik heb toch liever een bloemkool met flink veel groen eraan. En denk eens aan tuinbonen! Vers zijn ze lekkerder en je kunt die peulen mooi aan Santiago offeren! Bovendien zullen wij nooit zoiets buitennissigs als een Nespresso-apparaat kopen. Het is wel lekker, maar met die peperdure kuipjes kun je niks aanvangen. Geef ons maar de Senseo. Die pads zijn ideaal voer voor onze tijgerwormen.’

‘Word je niet af en toe een beetje moe van al dat eco-gedoe?’
‘Wel nee. Ik ben eigenlijk nog lang niet fanatiek genoeg. Onze Santiago is een vormloze plastic container. Met een echte wormenpot kun je de urine van die wormen aftappen om er je planten mee te voeden. Wonder-Pocon! Ik laat dat gewoon weglekken in de hoop dat onze wilg er iets aan heeft. Als die maar niet te hard groeit, want hij neemt zon weg van onze panelen. Je kunt ook allerlei planten laten groeien in je wormenpot, die je voedt met groenafval. Die fase bereiken we misschien als we onze tuin nog wat verder inrichten. Wellicht gaan we wel een cursus wormenpottenbakken bij Moki volgen.’

‘Het klinkt niet gek, maar wij hebben er geen ruimte voor.’
‘Oh, jullie kunnen je groenafval wel bij ons kwijt hoor.’
‘Als jij het komt halen.’
‘Geen probleem. Ik had eigenlijk altijd schillenboer willen worden, maar ja ... . Je hebt het nooit helemaal zelf voor het kiezen in het leven. Maar als je me nu even wil excuseren .... . Kijk eens aan! Al 10 kWh geproduceerd vandaag!’  

Tijgerwormen: http://www.tijgerwormen.nl/

Meer over wormenpotten: ‘Noud & Moki zijn verliefd op hun groene stadstuin’ http://duurzaamdenhaag.nl/noud-moki

Rosanne Hertzberger, 'Hoe (on)gezond zijn die magnetronmaaltijden?', NRC 12 april 2017 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/04/12/slappe-hap-8149078-a1554298

----
Het plaatje is van de schrijver


© 2017 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "In de tuin" -
Bezigheden > In de tuin
Santiago de Compostela Willem Minderhout
1413BZ Compostela‘Houd nou eens op met dat getwitter!’
‘Ik twitter niet, ik check even mijn zonnepanelen. Tussen de wolken door schiet het vermogen waanzinnig omhoog. Kijk een 5,3 mW! Het grafiekje lijkt wel een stekelvarken, want bij iedere wolk dondert het weer naar beneden.’
‘Man, geniet nou eens van de rust van het bos en stop die phone weg.’
‘Je hebt gelijk. Heerlijk. Zijn hier ook ruiterpaden?’
‘Een stukje verderop. Hoezo?’
‘Oh, nou, gewoon.’

‘Ah daar is het ruiterpad. Zullen we het even volgen?’
‘Het is mij te modderig hoor ... Nou, ok dan. Als jij dat nou per se wil.’
’Je komt hier altijd wat tegen. Kijk daar! Wat een knoeperd!’
‘Je bedoelt die paardenvijg? Wat ga je nou doen met die boodschappentas?’
‘Jemig. Het past er bijna niet in. Wat een hoop.’
‘Wil je dat meenemen?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Die smerigheid komt mijn auto niet in.’
‘Ach stel je niet aan. Paardenmest stinkt niet.’
‘Maar wat ga je er mee doen?’
‘Meenemen voor Santiago.’

‘Santiago?’
‘Ja, onze compostbak. We noemen hem Santiago de Compostela. Af en toe moeten we onze wormen een beetje verwennen.’
‘Wormen?’
‘Zo’n compostbak wemelt van de bodemdieren. Pissebedden, duizendpoten, regenwormen, kevertjes en van alles wat je met het blote oog niet kunt zien. En natuurlijk de tijgerwormen die we van Noud en Moki hebben gehad.’
‘Tijgerwormen?’
‘Ja. De Fransen noemen het beestje ‘ver du fumier’, mestworm. Die beestjes kun je niet opschepen met alleen maar koffiedik, bladeren en aardappelschillen. Af en toe een flinke paardenvijg houdt ze vitaal en gelukkig. Althans, dat denk ik.’

‘Dus jij bent thuiscomposteerder?’
‘Ja. Bij ons gaat al het organische materiaal de bak in. Van het kleinste knoflookschilletje tot de bladeren die van de boom vallen. Hij zit regelmatig tot de nok vol, maar een dag later is er weer ruimte zat. Onze tijgerwormen doen vreselijk hun best. Ze zijn ook dol op karton, dus tegenwoordig gooien we er ook de kokertjes van het toiletpapier, eierdozen en bruine kartonnen dozen in.’
‘Echt al het organische materiaal?’
‘Sommigen zeggen dat je er geen gekookt voedsel, vlees- en visresten en citrusschillen in moet gooien, maar als je het niet overdrijft lukt dat ook wel hoor. We zorgen er wel voor dat Santiago niet verzuurt en geen vliegenbak wordt. Je moet een beetje je gevoel gebruiken. En we hebben nooit een stinkende vuilniszak, want alles wat kan gaan stinken gaat linea recta naar Santiago.’

‘Wat levert dat nou op?’
‘Prachtige compost, als je een beetje geduld hebt. En gelukkige wormen, natuurlijk. Bovendien consumeer je een stuk bewuster.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Neem nou die hele discussie over kant en klaarmaaltijden die Rosanne Hertzberger heeft ontketend. Die discussie speelt bij ons niet.’
‘Hoezo?’
’Naast het feit dat ik kant en klaarmaaltijden niet zo lekker vind, valt daar niets aan te composteren. Niet dat ik nooit diepvriesgroenten of een pot koop, maar ik heb toch liever een bloemkool met flink veel groen eraan. En denk eens aan tuinbonen! Vers zijn ze lekkerder en je kunt die peulen mooi aan Santiago offeren! Bovendien zullen wij nooit zoiets buitennissigs als een Nespresso-apparaat kopen. Het is wel lekker, maar met die peperdure kuipjes kun je niks aanvangen. Geef ons maar de Senseo. Die pads zijn ideaal voer voor onze tijgerwormen.’

‘Word je niet af en toe een beetje moe van al dat eco-gedoe?’
‘Wel nee. Ik ben eigenlijk nog lang niet fanatiek genoeg. Onze Santiago is een vormloze plastic container. Met een echte wormenpot kun je de urine van die wormen aftappen om er je planten mee te voeden. Wonder-Pocon! Ik laat dat gewoon weglekken in de hoop dat onze wilg er iets aan heeft. Als die maar niet te hard groeit, want hij neemt zon weg van onze panelen. Je kunt ook allerlei planten laten groeien in je wormenpot, die je voedt met groenafval. Die fase bereiken we misschien als we onze tuin nog wat verder inrichten. Wellicht gaan we wel een cursus wormenpottenbakken bij Moki volgen.’

‘Het klinkt niet gek, maar wij hebben er geen ruimte voor.’
‘Oh, jullie kunnen je groenafval wel bij ons kwijt hoor.’
‘Als jij het komt halen.’
‘Geen probleem. Ik had eigenlijk altijd schillenboer willen worden, maar ja ... . Je hebt het nooit helemaal zelf voor het kiezen in het leven. Maar als je me nu even wil excuseren .... . Kijk eens aan! Al 10 kWh geproduceerd vandaag!’  

Tijgerwormen: http://www.tijgerwormen.nl/

Meer over wormenpotten: ‘Noud & Moki zijn verliefd op hun groene stadstuin’ http://duurzaamdenhaag.nl/noud-moki

Rosanne Hertzberger, 'Hoe (on)gezond zijn die magnetronmaaltijden?', NRC 12 april 2017 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/04/12/slappe-hap-8149078-a1554298

----
Het plaatje is van de schrijver
© 2017 Willem Minderhout
powered by CJ2