archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Dreigend gevaar Theo Capel

0119 gevaar
De enige vrees die me in de tuin wel eens overvalt, is de onmogelijkheid om bij het op de knieën onkruid wieden tussen de vaste planten weer overeind te komen. Je hoort nog wel eens verhalen van mensen bij wie het bij het maken van een onschuldige beweging opeens in de rug schiet en die vervolgens zo krom als een hoepel blijven staan. Ingespannen wieden zou dat ook kunnen veroorzaken, vooral omdat je toch al een beetje verkrampt bezig bent om te voorkomen dat je met knieën of voeten allerlei planten vertrapt. Ik zie mezelf dan tussen de tradescantia (eendagsbloem) en de platycodon grandiflorum (Chinese klokjesbloem) zitten, te wachten op twee sterke mannen die met voorzichtig optillen en me als een mudzak aardappels in mijn tuingoed binnen op een keukenstoel deponeren.
In de Tuinengids 2004 las ik echter dat je op veel meer zaken moet letten. 'Mogelijk nadeel toebrengende omstandigheden' staat het er in arrestatieproza. Uitglijden op een glibberig pad hoort daarbij, maar ook doorwoelde aarde zou gevaar op kunnen leveren. Hoe dan? Zou je daar in weg kunnen zakken en zou de aarde zich dan als een graf boven je sluiten? En waarom zou iemand de grond in zijn tuin doorwoelen? Zouden er tuiniers zijn die zoals een vrek zijn goudstukken door zijn handen laat wentelen, steeds maar bezig zijn met de grond in hun tuin?
 
Het grootste gevaar leek mij de afgelopen periode de niet-aflatende regen. Alle tijd die ik eigenlijk voor de tuin had bestemd, bracht ik zo'n beetje voor het keukenraam door, afwisselend met kijken naar het terras om te zien om de regen al minder spatte en naar de lucht of er mogelijkerwijs toch blauw viel te ontdekken.
In de tuin was het niks en de uitjes die in de Tuinengids vermeld staan, lokten ook niet aan. Waarom zou je onder een poncho naar De Vrolijke Noot in Wapserveen willen of willen Nazomeren in Niedorp, wat dus Natregenen in Niedorp had ingehouden?
Mijn positie voor het keukenraam gaf wel gelegenheid tot overdenken. Zou ik mijn tuin weer opnieuw zo inrichten als ik een nieuwe kans kreeg? Die vraag is lang niet dom nu we over enige tijd in verband met de verkoop van het huis ook de tuin gedag moeten zeggen. Ik acht de kans klein dat we opnieuw een volgroeide goudenregen zullen aantreffen. Mijn eerste daad indertijd was om een van de vuistdikke takken of liever stammen die zich hadden gevormd, af te zagen om wat meer ruimte te scheppen. En schijfje ervan heb ik als presse-papier bewaard. Ik tel er meer dan veertig jaarringen in, terwijl in tuinboeken de goudenregen in het algemeen geen lang leven wordt toebedeeld. Al meer dan een decennium later staat hij er bij ons nog steeds prachtig bij. Bijna een mensenleven lang dus.
 
Voor de goudenregen zette ik een viburnum tinus, een struik met langdurig witte bloemschermen gedurende de winter en het voorjaar. Een dankbare struik zou je zeggen, maar hij groeit en hij groeit maar. Zestig tot honderd centimeter hoog stond er in de catalogus, maar daarmee is onze Tinus niet tevreden. Op het internet werd er door onrustige eigenaren eentje te koop aangeboden omdat hij geen maat weet te houden en de tuin begon te overheersen. De bijbehorende foto liet zien dat ze niet overdreven.
Ik heb inmiddels wel begrepen dat er op het internet een voortdurende rommelmarkt gaande is, maar dat mensen ook een struik uit eigen tuin te koop aanbieden, was nieuw voor me. Het heeft iets als je kunstgebit in de aanbieding doen. En ik zie mezelf nog niet met een spa in de trein stappen naar Zaltbommel of Tegelen en helemaal niet op de terugreis met spa en een manshoge viburnum. Planten en struiken uitzoeken doe je in een kwekerij. Als de regen ophoudt, ga ik daar weer eens langs. Of misschien ga ik eerst de eigen tuin in om met de snoeischaar de tinus aan te pakken, zodat hij zijn plaats weer kent en andere struiken niet verdringt. Het echte gevaar in de tuin is dat het gewas zich niet houdt aan de plannen die jij ermee had.
 


© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Dreigend gevaar Theo Capel
0119 gevaar
De enige vrees die me in de tuin wel eens overvalt, is de onmogelijkheid om bij het op de knieën onkruid wieden tussen de vaste planten weer overeind te komen. Je hoort nog wel eens verhalen van mensen bij wie het bij het maken van een onschuldige beweging opeens in de rug schiet en die vervolgens zo krom als een hoepel blijven staan. Ingespannen wieden zou dat ook kunnen veroorzaken, vooral omdat je toch al een beetje verkrampt bezig bent om te voorkomen dat je met knieën of voeten allerlei planten vertrapt. Ik zie mezelf dan tussen de tradescantia (eendagsbloem) en de platycodon grandiflorum (Chinese klokjesbloem) zitten, te wachten op twee sterke mannen die met voorzichtig optillen en me als een mudzak aardappels in mijn tuingoed binnen op een keukenstoel deponeren.
In de Tuinengids 2004 las ik echter dat je op veel meer zaken moet letten. 'Mogelijk nadeel toebrengende omstandigheden' staat het er in arrestatieproza. Uitglijden op een glibberig pad hoort daarbij, maar ook doorwoelde aarde zou gevaar op kunnen leveren. Hoe dan? Zou je daar in weg kunnen zakken en zou de aarde zich dan als een graf boven je sluiten? En waarom zou iemand de grond in zijn tuin doorwoelen? Zouden er tuiniers zijn die zoals een vrek zijn goudstukken door zijn handen laat wentelen, steeds maar bezig zijn met de grond in hun tuin?
 
Het grootste gevaar leek mij de afgelopen periode de niet-aflatende regen. Alle tijd die ik eigenlijk voor de tuin had bestemd, bracht ik zo'n beetje voor het keukenraam door, afwisselend met kijken naar het terras om te zien om de regen al minder spatte en naar de lucht of er mogelijkerwijs toch blauw viel te ontdekken.
In de tuin was het niks en de uitjes die in de Tuinengids vermeld staan, lokten ook niet aan. Waarom zou je onder een poncho naar De Vrolijke Noot in Wapserveen willen of willen Nazomeren in Niedorp, wat dus Natregenen in Niedorp had ingehouden?
Mijn positie voor het keukenraam gaf wel gelegenheid tot overdenken. Zou ik mijn tuin weer opnieuw zo inrichten als ik een nieuwe kans kreeg? Die vraag is lang niet dom nu we over enige tijd in verband met de verkoop van het huis ook de tuin gedag moeten zeggen. Ik acht de kans klein dat we opnieuw een volgroeide goudenregen zullen aantreffen. Mijn eerste daad indertijd was om een van de vuistdikke takken of liever stammen die zich hadden gevormd, af te zagen om wat meer ruimte te scheppen. En schijfje ervan heb ik als presse-papier bewaard. Ik tel er meer dan veertig jaarringen in, terwijl in tuinboeken de goudenregen in het algemeen geen lang leven wordt toebedeeld. Al meer dan een decennium later staat hij er bij ons nog steeds prachtig bij. Bijna een mensenleven lang dus.
 
Voor de goudenregen zette ik een viburnum tinus, een struik met langdurig witte bloemschermen gedurende de winter en het voorjaar. Een dankbare struik zou je zeggen, maar hij groeit en hij groeit maar. Zestig tot honderd centimeter hoog stond er in de catalogus, maar daarmee is onze Tinus niet tevreden. Op het internet werd er door onrustige eigenaren eentje te koop aangeboden omdat hij geen maat weet te houden en de tuin begon te overheersen. De bijbehorende foto liet zien dat ze niet overdreven.
Ik heb inmiddels wel begrepen dat er op het internet een voortdurende rommelmarkt gaande is, maar dat mensen ook een struik uit eigen tuin te koop aanbieden, was nieuw voor me. Het heeft iets als je kunstgebit in de aanbieding doen. En ik zie mezelf nog niet met een spa in de trein stappen naar Zaltbommel of Tegelen en helemaal niet op de terugreis met spa en een manshoge viburnum. Planten en struiken uitzoeken doe je in een kwekerij. Als de regen ophoudt, ga ik daar weer eens langs. Of misschien ga ik eerst de eigen tuin in om met de snoeischaar de tinus aan te pakken, zodat hij zijn plaats weer kent en andere struiken niet verdringt. Het echte gevaar in de tuin is dat het gewas zich niet houdt aan de plannen die jij ermee had.
 
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2