archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Boven het hek uitsteken Theo Capel

0103 Boven het hek uitstekenOmdat de schilders voor de buitenboel kwamen, moest er een steiger worden geplaatst in de voortuin. Nu het huis er weer prachtig uitziet met stralend wit houtwerk, detoneert juist de ondiepe voortuin. De struiken hebben het deels overleefd, maar eromheen is het kaal. Zo lang het duurde tenminste, want voordat ik bedacht wat er nieuw aan bloemen in moest, maakten het straatgras en de paardebloem meteen ruimte voor zichzelf. Dat betekent op een zonnige zondagochtend nadenken over beplanting, terwijl ik op mijn knieën probeer de penwortels van de paardebloemen met een tuinschepje uit te spitten.
Misschien komt het wel van kerkbezoek vroeger, maar op mijn knieën heb ik de neiging om weg te dromen. Geklik van hakjes brengt me weer bij de les. Ik richt me op en kijk over ons tuinhekje. Het is een vrouw die eruit ziet alsof ze bij haar moeder op de koffie gaat. Ze schrikt zich een ongeluk als ze mijn hoofd boven het hekje ziet uitsteken. Ons hekje is van brede houten stijlen gemaakt met weinig tussenruimte. Zo zit je praktisch als een chien méchant verborgen in de voortuin om met een grauw en een grom indringers ervan te weerhouden het hekje naar de voordeur open te duwen. Alleen zit ik niet zo in elkaar. Voor mij hoeft ze niet bang te zijn. Gelooft ze dat niet? Maar dan besef ik dat ze vreest dat er een dwerg achter het hek huist. Ze ziet niet dat ik geknield ben.
'Ik ben groter dan u denkt hoor,' zeg ik en duw mezelf overeind.
Ze wil niet toegeven wat ze dacht, maar haar gezicht ontspant zich. Ze knikt en loopt zonder iets te zeggen door. Ik kijk haar na en richt dan bijna automatisch de blik op het plantsoen voor ons huis. Beter gezegd: op de bomen. Of nog beter: op de ontbrekende bomen.

Toen we hier kwamen wonen, vormden bomen van de lijsterbesfamilie een gelijkmatig gespreid rijtje van zes tussen de rijweg en de parkeerplaatsen aan de kant van het plantsoen. Het waren exemplaren van de Sorbus x thuringiaca 'Ilse Fritsch', een kruising van de sorbus aria en de sorbus aucaparia. Anders dan de bekende lijsterbes met hun geveerde bladeren, waarbij wel tien tot twintig kleine blaadjes aan een takje zitten, heeft deze boom een enkelvoudig blad. Verder heeft hij alles wat een boom aantrekkelijk maakt. In het voorjaar zitten er witte bloemschermen aan, in de nazomer trossen stevige oranjerode bessen en in de herfst mooi rood en bruin verkleurend blad. Ze worden ook niet al te groot. Met een hoogte van een meter of tien heb je het wel gehad. Helaas worden ze niet oud en helaas komt dat niet alleen doordat ze bevattelijk zijn voor plantenziekten, maar ook omdat ze hier de grens tussen parkeervakken vormden. Het is net als met de betonnen pilaren in parkeergarages. Automobilisten kunnen ze niet altijd ontwijken, maar die kolommen kunnen daar beter tegen.

Wat is er mooier dan parkeervakken die niet worden gescheiden? Bomen tussen de vakken, was mijn antwoord. Maar toen een van de buren blikschade opliep aan een stronk van een vanwege ziekte omgezaagde boom, vond de gemeente het beter om de stronk uit te graven en het plantgat te bestraten. Daarna was een ander exemplaar aan de beurt om te verdwijnen. En voor een boom waarvan de kruin werd verwoest door een hoge verhuiswagen, kwam een gewone lijsterbes terug. En dan zwijg ik nog over de samenzweerders uit de buurt die vonden dat alles op het plantsoen op de schop genomen moesten worden. Dat deed de positie van de sorbus x thuringiacca ook geen goed. We hebben er nu nog twee.

Eigenlijk is de begroeiing tegenover ons huis een even raar allegaartje geworden als dat in de meeste voortuinen. Onze tuin zou eigenlijk het goede voorbeeld moeten geven. Over het deel links van de voordeur ben ik wel tevreden. Daar staat op de hoek de Appelbes of Aronia melanocarpa 'Brilliant' die elke herfst vol paarszwarte besjes zit en purperrood verkleurende smalle bladeren. Het is een nogal ijle struik met dunne takken die zicht op andere planten toelaat. Voor slechts een paar euro te koop. Rond de voet rukt de witte maagdenpalm op zonder dat je daar wat voor hoeft te doen. Hooguit voorkomen dat hij alle aarde bedekt en andere bloemen verdrukt.

Het enige nadeel voor een voortuin is de neiging van de Aronia - en bijna elke andere struik - om te hoog uit te groeien. Eigenlijk zou je alleen maar struiken moeten neerzetten die net of net niet boven het hek uitkomen, zoals bijvoorbeeld de witte potentilla fruticosa 'Abbottswood'. Op zo'n manier houd je buiten een mooie blik op het huis en neem je binnen het licht niet weg. Van binnenuit heb je dan verder goed zicht op de beplanting, ook op de lage bloemen en planten onder en naast de struiken. En rest je nog af en toe een dwerg in de arm te nemen om de struiken een beetje bij te knippen, op hoogte te houden en te fatsoeneren en voor de grap voorbijgangers de schrik aan te jagen. En vooral automobilisten die een parkeervak indraaien.

© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Boven het hek uitsteken Theo Capel
0103 Boven het hek uitstekenOmdat de schilders voor de buitenboel kwamen, moest er een steiger worden geplaatst in de voortuin. Nu het huis er weer prachtig uitziet met stralend wit houtwerk, detoneert juist de ondiepe voortuin. De struiken hebben het deels overleefd, maar eromheen is het kaal. Zo lang het duurde tenminste, want voordat ik bedacht wat er nieuw aan bloemen in moest, maakten het straatgras en de paardebloem meteen ruimte voor zichzelf. Dat betekent op een zonnige zondagochtend nadenken over beplanting, terwijl ik op mijn knieën probeer de penwortels van de paardebloemen met een tuinschepje uit te spitten.
Misschien komt het wel van kerkbezoek vroeger, maar op mijn knieën heb ik de neiging om weg te dromen. Geklik van hakjes brengt me weer bij de les. Ik richt me op en kijk over ons tuinhekje. Het is een vrouw die eruit ziet alsof ze bij haar moeder op de koffie gaat. Ze schrikt zich een ongeluk als ze mijn hoofd boven het hekje ziet uitsteken. Ons hekje is van brede houten stijlen gemaakt met weinig tussenruimte. Zo zit je praktisch als een chien méchant verborgen in de voortuin om met een grauw en een grom indringers ervan te weerhouden het hekje naar de voordeur open te duwen. Alleen zit ik niet zo in elkaar. Voor mij hoeft ze niet bang te zijn. Gelooft ze dat niet? Maar dan besef ik dat ze vreest dat er een dwerg achter het hek huist. Ze ziet niet dat ik geknield ben.
'Ik ben groter dan u denkt hoor,' zeg ik en duw mezelf overeind.
Ze wil niet toegeven wat ze dacht, maar haar gezicht ontspant zich. Ze knikt en loopt zonder iets te zeggen door. Ik kijk haar na en richt dan bijna automatisch de blik op het plantsoen voor ons huis. Beter gezegd: op de bomen. Of nog beter: op de ontbrekende bomen.

Toen we hier kwamen wonen, vormden bomen van de lijsterbesfamilie een gelijkmatig gespreid rijtje van zes tussen de rijweg en de parkeerplaatsen aan de kant van het plantsoen. Het waren exemplaren van de Sorbus x thuringiaca 'Ilse Fritsch', een kruising van de sorbus aria en de sorbus aucaparia. Anders dan de bekende lijsterbes met hun geveerde bladeren, waarbij wel tien tot twintig kleine blaadjes aan een takje zitten, heeft deze boom een enkelvoudig blad. Verder heeft hij alles wat een boom aantrekkelijk maakt. In het voorjaar zitten er witte bloemschermen aan, in de nazomer trossen stevige oranjerode bessen en in de herfst mooi rood en bruin verkleurend blad. Ze worden ook niet al te groot. Met een hoogte van een meter of tien heb je het wel gehad. Helaas worden ze niet oud en helaas komt dat niet alleen doordat ze bevattelijk zijn voor plantenziekten, maar ook omdat ze hier de grens tussen parkeervakken vormden. Het is net als met de betonnen pilaren in parkeergarages. Automobilisten kunnen ze niet altijd ontwijken, maar die kolommen kunnen daar beter tegen.

Wat is er mooier dan parkeervakken die niet worden gescheiden? Bomen tussen de vakken, was mijn antwoord. Maar toen een van de buren blikschade opliep aan een stronk van een vanwege ziekte omgezaagde boom, vond de gemeente het beter om de stronk uit te graven en het plantgat te bestraten. Daarna was een ander exemplaar aan de beurt om te verdwijnen. En voor een boom waarvan de kruin werd verwoest door een hoge verhuiswagen, kwam een gewone lijsterbes terug. En dan zwijg ik nog over de samenzweerders uit de buurt die vonden dat alles op het plantsoen op de schop genomen moesten worden. Dat deed de positie van de sorbus x thuringiacca ook geen goed. We hebben er nu nog twee.

Eigenlijk is de begroeiing tegenover ons huis een even raar allegaartje geworden als dat in de meeste voortuinen. Onze tuin zou eigenlijk het goede voorbeeld moeten geven. Over het deel links van de voordeur ben ik wel tevreden. Daar staat op de hoek de Appelbes of Aronia melanocarpa 'Brilliant' die elke herfst vol paarszwarte besjes zit en purperrood verkleurende smalle bladeren. Het is een nogal ijle struik met dunne takken die zicht op andere planten toelaat. Voor slechts een paar euro te koop. Rond de voet rukt de witte maagdenpalm op zonder dat je daar wat voor hoeft te doen. Hooguit voorkomen dat hij alle aarde bedekt en andere bloemen verdrukt.

Het enige nadeel voor een voortuin is de neiging van de Aronia - en bijna elke andere struik - om te hoog uit te groeien. Eigenlijk zou je alleen maar struiken moeten neerzetten die net of net niet boven het hek uitkomen, zoals bijvoorbeeld de witte potentilla fruticosa 'Abbottswood'. Op zo'n manier houd je buiten een mooie blik op het huis en neem je binnen het licht niet weg. Van binnenuit heb je dan verder goed zicht op de beplanting, ook op de lage bloemen en planten onder en naast de struiken. En rest je nog af en toe een dwerg in de arm te nemen om de struiken een beetje bij te knippen, op hoogte te houden en te fatsoeneren en voor de grap voorbijgangers de schrik aan te jagen. En vooral automobilisten die een parkeervak indraaien.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2