archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Ruik ik kattepis? Theo Capel

0508BZ White Icicle
Omdat ik zorgelijk naar onduidelijke gaten in de aarde staarde, had ik eerst niet in de gaten dat de ribes White Icicle aan het uitlopen was en praktisch al de eerste bloemen liet zien. Die gaten bevonden zich verdacht dicht op de plekken waar ik rode tulpen heb geplant. Zou de woelmuis of woelrat ze achter mijn rug hebben uitgegraven en opgepeuzeld? Volgens de kenners zijn tulpenbollen een lekkernij voor deze beesten, die ik overigens nog nooit heb gezien, En als ze al bestaan, zijn ze ook nog eens beschermd, zoals een medetuinder me vertelde met spijt in zijn stem. Tot nu toe kende ik de woelrat alleen als betiteling van een manspersoon in het werk van Gerard van het Reve, maar de encyclopedie wees uit dat het wel degelijk ook een bestaand beest is en geen mythisch beest, zoals ik eerst dacht. De gaten zijn overigens ondiepe holtes en woelmuizen en woelratten zouden gangen graven. Misschien maak ik me om niets zorgen. Er is echter nog geen tulp boven de grond aan het komen, terwijl de hyacinthen wel beginnen op te komen. Het voorjaar zal laten zien of mijn plan om een lange wimpel in de Hollandse driekleur door mijn tuin te laten lopen (tulpen, hyacinthen en blauwe druifjes) alsnog werkelijkheid wordt.

De witte ribes, waarnaar de naam ‘White Icicle’ verwijst, doet in ieder geval zijn best. Deze variëteit van de ribes sanquinium (sierbes) bloeit eerder dan de bekende rode vormen. Begin februari is wel erg vroeg, maar daar moet je dus niet over klagen.
De ribes stinkt, lees je nog wel eens. De bloeiende struik zou sterk naar kattepis ruiken. Volgens mij moet je er dan wel met je neus bovenop zitten en ook nog over enig verbeeldingsvermogen beschikken. Het geeft de struik blijkbaar een slechte naam. En hij is tegenwoordig toch al minder geliefd omdat hij goedkoop en klassiek tegelijk is. Net zoals de forsythia die in dezelfde periode uitbundig geel staat te wezen. Op de een of andere manier hebben mensen die combinatie te veel en te vaak gezien en is het bijna ordinair om deze twee struiken in je tuin te hebben. Een witte ribes geeft meer cachet, maar ik heb me niet gegeneerd om verderop ook een rode te plaatsen.

Die roodbloeiende ribes zal wel de Edward VII zijn, hoewel in de tuinliteratuur valt te lezen dat ook andere cultuurvormen valselijk onder deze naam worden aangeboden. Het oorspronkelijke plantmateriaal schijnt langzamerhand te zijn uitgestorven.
De Edward VII is genoemd naar de gelijknamige Britse vorst, de oudste zoon van koningin Victoria. Zijn moeder regeerde zo godsgruwelijk lang dat hij al zestig was voordat hij haar in 1901 mocht opvolgen. Binnen tien jaar was hij dood, maar in de ribes die hij in 1904 geschonken0508BZ Cliveden kreeg, leeft hij dus voort.
De oerversie van de struik arriveerde een kleine eeuw eerder in Engeland, nadat een botanist hem uit Brits-Columbia had meegenomen. Deze David Douglas, naar wie de douglasspar is genoemd die ook uit dit gebied stamt en bijvoorbeeld diende om totempalen van te maken, had er weer over gelezen in het werk van Archibald Menzies, een scheepsarts en ook botanist.

De scheepsreis naar de Amerikaanse Westkust was lang in die tijd en leidde tot een tussenstop op de Hawaï eilanden, waar Douglas onder mysterieuze omstandigheden om het leven kwam. Hij werd in een valkuil aangetroffen die voor verwilderde koeien was gegraven. Maar in plaats dat een koe op hem was gevallen, was het andersom gebeurd en dan zou je niet de dood verwachten. Het valt allemaal na te lezen op http://www.coffeetimes.com/daviddouglas.htm, een website over koffie. Nooit geweten dat er koffie wordt geteeld op Hawaï. En ook nooit geweten dat de zoektocht naar planten tot een vroege dood kan leiden.

Ontdekkingsreizen leidden vaker tot roem en rijkdom en dat toont zich dan weer in kastelen en landhuizen, met name in Engeland. In de tuin van Cliveden, boven op een helling aan de Theems, niet ver van Windsor met het grote koninklijke kasteel, zou temidden van alle pracht en praal ook een ribes staan. Ik ben er diverse malen geweest, maar herinner me eigenlijk alleen maar de imposante fontein (‘Fountain of Love’) in de entree. Die bestaat uit een grote schelp met klassieke beelden op de randen, waarvan er een een man verbeeldt die een kruik staat uit te schenken.
De ribes daar is ook niet echt gewoontjes. Het is een ribes speciosum die fuchsia-achtige bloemen heeft met meeldraden die uit de bloemen steken. Die wijsheid haal ik uit The Great Gardens of Britain, een boek dat een overzicht biedt van de tuinen van The National Trust, de Engelse versie van onze Natuurmonumenten die zich echter ook op het in stand houden van gebouwen werpt.

Cliveden wordt tegenwoordig als prijzig hotel annex restaurant geëxploiteerd. Voor de volkstuinder is dat niet weggelegd. Die hangt gewoon in zijn tuintje rond in zijn vrije tijd en neemt een kattepisluchtje voor lief. En bovendien hoef je er maar een meter van af te gaan zitten om geurloos te kunnen genieten van de uitbundige bloei. In de tuin van een weelderig landgoed bloeit de ribes heus niet fraaier.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:


© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Ruik ik kattepis? Theo Capel
0508BZ White Icicle
Omdat ik zorgelijk naar onduidelijke gaten in de aarde staarde, had ik eerst niet in de gaten dat de ribes White Icicle aan het uitlopen was en praktisch al de eerste bloemen liet zien. Die gaten bevonden zich verdacht dicht op de plekken waar ik rode tulpen heb geplant. Zou de woelmuis of woelrat ze achter mijn rug hebben uitgegraven en opgepeuzeld? Volgens de kenners zijn tulpenbollen een lekkernij voor deze beesten, die ik overigens nog nooit heb gezien, En als ze al bestaan, zijn ze ook nog eens beschermd, zoals een medetuinder me vertelde met spijt in zijn stem. Tot nu toe kende ik de woelrat alleen als betiteling van een manspersoon in het werk van Gerard van het Reve, maar de encyclopedie wees uit dat het wel degelijk ook een bestaand beest is en geen mythisch beest, zoals ik eerst dacht. De gaten zijn overigens ondiepe holtes en woelmuizen en woelratten zouden gangen graven. Misschien maak ik me om niets zorgen. Er is echter nog geen tulp boven de grond aan het komen, terwijl de hyacinthen wel beginnen op te komen. Het voorjaar zal laten zien of mijn plan om een lange wimpel in de Hollandse driekleur door mijn tuin te laten lopen (tulpen, hyacinthen en blauwe druifjes) alsnog werkelijkheid wordt.

De witte ribes, waarnaar de naam ‘White Icicle’ verwijst, doet in ieder geval zijn best. Deze variëteit van de ribes sanquinium (sierbes) bloeit eerder dan de bekende rode vormen. Begin februari is wel erg vroeg, maar daar moet je dus niet over klagen.
De ribes stinkt, lees je nog wel eens. De bloeiende struik zou sterk naar kattepis ruiken. Volgens mij moet je er dan wel met je neus bovenop zitten en ook nog over enig verbeeldingsvermogen beschikken. Het geeft de struik blijkbaar een slechte naam. En hij is tegenwoordig toch al minder geliefd omdat hij goedkoop en klassiek tegelijk is. Net zoals de forsythia die in dezelfde periode uitbundig geel staat te wezen. Op de een of andere manier hebben mensen die combinatie te veel en te vaak gezien en is het bijna ordinair om deze twee struiken in je tuin te hebben. Een witte ribes geeft meer cachet, maar ik heb me niet gegeneerd om verderop ook een rode te plaatsen.

Die roodbloeiende ribes zal wel de Edward VII zijn, hoewel in de tuinliteratuur valt te lezen dat ook andere cultuurvormen valselijk onder deze naam worden aangeboden. Het oorspronkelijke plantmateriaal schijnt langzamerhand te zijn uitgestorven.
De Edward VII is genoemd naar de gelijknamige Britse vorst, de oudste zoon van koningin Victoria. Zijn moeder regeerde zo godsgruwelijk lang dat hij al zestig was voordat hij haar in 1901 mocht opvolgen. Binnen tien jaar was hij dood, maar in de ribes die hij in 1904 geschonken0508BZ Cliveden kreeg, leeft hij dus voort.
De oerversie van de struik arriveerde een kleine eeuw eerder in Engeland, nadat een botanist hem uit Brits-Columbia had meegenomen. Deze David Douglas, naar wie de douglasspar is genoemd die ook uit dit gebied stamt en bijvoorbeeld diende om totempalen van te maken, had er weer over gelezen in het werk van Archibald Menzies, een scheepsarts en ook botanist.

De scheepsreis naar de Amerikaanse Westkust was lang in die tijd en leidde tot een tussenstop op de Hawaï eilanden, waar Douglas onder mysterieuze omstandigheden om het leven kwam. Hij werd in een valkuil aangetroffen die voor verwilderde koeien was gegraven. Maar in plaats dat een koe op hem was gevallen, was het andersom gebeurd en dan zou je niet de dood verwachten. Het valt allemaal na te lezen op http://www.coffeetimes.com/daviddouglas.htm, een website over koffie. Nooit geweten dat er koffie wordt geteeld op Hawaï. En ook nooit geweten dat de zoektocht naar planten tot een vroege dood kan leiden.

Ontdekkingsreizen leidden vaker tot roem en rijkdom en dat toont zich dan weer in kastelen en landhuizen, met name in Engeland. In de tuin van Cliveden, boven op een helling aan de Theems, niet ver van Windsor met het grote koninklijke kasteel, zou temidden van alle pracht en praal ook een ribes staan. Ik ben er diverse malen geweest, maar herinner me eigenlijk alleen maar de imposante fontein (‘Fountain of Love’) in de entree. Die bestaat uit een grote schelp met klassieke beelden op de randen, waarvan er een een man verbeeldt die een kruik staat uit te schenken.
De ribes daar is ook niet echt gewoontjes. Het is een ribes speciosum die fuchsia-achtige bloemen heeft met meeldraden die uit de bloemen steken. Die wijsheid haal ik uit The Great Gardens of Britain, een boek dat een overzicht biedt van de tuinen van The National Trust, de Engelse versie van onze Natuurmonumenten die zich echter ook op het in stand houden van gebouwen werpt.

Cliveden wordt tegenwoordig als prijzig hotel annex restaurant geëxploiteerd. Voor de volkstuinder is dat niet weggelegd. Die hangt gewoon in zijn tuintje rond in zijn vrije tijd en neemt een kattepisluchtje voor lief. En bovendien hoef je er maar een meter van af te gaan zitten om geurloos te kunnen genieten van de uitbundige bloei. In de tuin van een weelderig landgoed bloeit de ribes heus niet fraaier.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2