archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
De begraafplaats van Eerbeek Joop Quint

1209BS BegraafplaatsBijna 20 jaar geleden hebben mijn drie broers en ik ons zusje begraven in Eerbeek op de Veluwe. Dat was vlakbij het instituut waar zij, als verstandelijk gehandicapte, lang en met veel genoegen had gewoond. Haar begrafenis was nogal een bijzondere happening. De muziek was onder meer de ‘Koning Voetbal’ mars, een van haar lievelingsnummers, en een optreden op de mondharmonica van een dierbare collega. Er waren trouwens veel collega’s bij de begrafenis, een stuk of honderd.

En daar ligt ze nu dus. Ik vind het een mooie plek. Het is niet zo groot, met veel groen en hoge bomen. Aan één kant is een papierfabriek, maar die zie je bijna niet door die bomen. De gemeente Brummen, daar valt Eerbeek onder, zorgt dat het goed wordt onderhouden. Het ziet er uit zoals wel meer begraafplaatsen. Netjes bijgehouden graven, verse bloemen, maar ook bemoste stenen, echtparen, mannen die heel oud geworden zijn, jonge mensen. Er is een bijzonderheid: er is een flink aantal grafstenen met Molukse namen. Misschien is er een opvangkamp in de buurt geweest. Alles bij elkaar maakt het een vriendelijke indruk. Ik zou er ook wel willen liggen.

Maar ik denk niet dat het er van komt. Ik heb een voorkeur om begraven te worden, maar Bernadette vindt dat maar niks. Ik word gecremeerd. Ze heeft me duidelijk uitgelegd dat ik daar niet over ga. Ik ben dood en zij zorgt dat ik word gecremeerd. Als dat dan toch moet gebeuren wil ik dat mijn as wordt uitgestrooid vanuit zo’n snelle rubberen oranje reddingsboot, voor het strand van Texel bij Paal 12. Ik heb als jongen op Texel gewoond en ik ben daar in het begin van de jaren zestig badmeester geweest. Verder is er nog een praktische reden om niet in Eerbeek te gaan liggen. Het is te ver van Amsterdam.

Overigens heeft Bernadette met dat begraven onlangs een koekje van eigen deeg gehad. Ze had bedacht dat ze haar lichaam ter beschikking van de wetenschap wilde stellen. Ik was daar niet enthousiast over. Zo’n mooi lichaam in stukken laten snijden? Maar ja, als ze dat wilde. Er kwamen papieren in huis. We hadden het er met haar dochter, mijn stiefdochter, over. Die vond het maar niks. Ze bekeek de papieren en zei: ‘Hier staat dat je meteen na het overlijden moet bellen. Dat doen we dus niet.’

Terug naar het graf in Eerbeek. Ik heb indertijd een licht gekleurde steen met haar naam etc. laten maken. Die staat aan de kop van het graf. Maar op het graf zelf ligt geen grote platte grijze steen. Daar krijg ik vreemde associaties bij. Het is onvriendelijk en ook wel erg definitief. Je kan er niet meer uit. Dus er is een perkje, afgezet met lavendel, en verder plantjes. Bij voorkeur met gele bloemetjes, want dat was de lievelingskleur van mijn zusje.

Bernadette en ik onderhouden het graf. Wieden, bijknippen, nieuwe plantjes zetten, bolletjes (wordt echt mooi in het voorjaar). Dat vraagt niet alleen aandacht, het vraagt ook tijd. Vooral als je uit Amsterdam komt. Het is niet zo mooi, maar ik hoop wel begrijpelijk: in de loop van de jaren gaan we minder naar het graf. Gelukkig is er sinds kort een goede vriend die in de buurt is komen wonen en die samen met zijn vrouw zo nu en dan heel goed werk doet aan het graf.

Op zo’n begraafplaats heb je bijzondere ontmoetingen. Soms is er niemand. Soms zijn er vriendelijke mannen van een sociale werkvoorziening met onderhoud bezig. Die helpen ons als er echt gespit of geruimd moet worden. En er zijn mensen die stilletjes bloemen komen leggen of, net als wij, wat aan het onderhoud van ‘hun’ graf doen.

En soms raken we in gesprek. Met een oudere vrouw die al twintig jaar op de fiets komt voor het graf van haar man, die bij een auto-ongeluk is omgekomen. Of een vrouw van een jaar of veertig die voor het graf van haar schoonzusje komt. Die ligt daar al meer dan tien jaar met haar ongeboren kindje. Beiden overleden vlak voor de geboorte. Of een man met zijn zoon van een jaar of twaalf bij het graf, met een klein fietsje er op, van het zoontje dat toen hij vijf was, kapot is gereden door een auto.

En dan rijden we weer terug naar Amsterdam.

-----------------------------------------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
---------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php


© 2015 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
De begraafplaats van Eerbeek Joop Quint
1209BS BegraafplaatsBijna 20 jaar geleden hebben mijn drie broers en ik ons zusje begraven in Eerbeek op de Veluwe. Dat was vlakbij het instituut waar zij, als verstandelijk gehandicapte, lang en met veel genoegen had gewoond. Haar begrafenis was nogal een bijzondere happening. De muziek was onder meer de ‘Koning Voetbal’ mars, een van haar lievelingsnummers, en een optreden op de mondharmonica van een dierbare collega. Er waren trouwens veel collega’s bij de begrafenis, een stuk of honderd.

En daar ligt ze nu dus. Ik vind het een mooie plek. Het is niet zo groot, met veel groen en hoge bomen. Aan één kant is een papierfabriek, maar die zie je bijna niet door die bomen. De gemeente Brummen, daar valt Eerbeek onder, zorgt dat het goed wordt onderhouden. Het ziet er uit zoals wel meer begraafplaatsen. Netjes bijgehouden graven, verse bloemen, maar ook bemoste stenen, echtparen, mannen die heel oud geworden zijn, jonge mensen. Er is een bijzonderheid: er is een flink aantal grafstenen met Molukse namen. Misschien is er een opvangkamp in de buurt geweest. Alles bij elkaar maakt het een vriendelijke indruk. Ik zou er ook wel willen liggen.

Maar ik denk niet dat het er van komt. Ik heb een voorkeur om begraven te worden, maar Bernadette vindt dat maar niks. Ik word gecremeerd. Ze heeft me duidelijk uitgelegd dat ik daar niet over ga. Ik ben dood en zij zorgt dat ik word gecremeerd. Als dat dan toch moet gebeuren wil ik dat mijn as wordt uitgestrooid vanuit zo’n snelle rubberen oranje reddingsboot, voor het strand van Texel bij Paal 12. Ik heb als jongen op Texel gewoond en ik ben daar in het begin van de jaren zestig badmeester geweest. Verder is er nog een praktische reden om niet in Eerbeek te gaan liggen. Het is te ver van Amsterdam.

Overigens heeft Bernadette met dat begraven onlangs een koekje van eigen deeg gehad. Ze had bedacht dat ze haar lichaam ter beschikking van de wetenschap wilde stellen. Ik was daar niet enthousiast over. Zo’n mooi lichaam in stukken laten snijden? Maar ja, als ze dat wilde. Er kwamen papieren in huis. We hadden het er met haar dochter, mijn stiefdochter, over. Die vond het maar niks. Ze bekeek de papieren en zei: ‘Hier staat dat je meteen na het overlijden moet bellen. Dat doen we dus niet.’

Terug naar het graf in Eerbeek. Ik heb indertijd een licht gekleurde steen met haar naam etc. laten maken. Die staat aan de kop van het graf. Maar op het graf zelf ligt geen grote platte grijze steen. Daar krijg ik vreemde associaties bij. Het is onvriendelijk en ook wel erg definitief. Je kan er niet meer uit. Dus er is een perkje, afgezet met lavendel, en verder plantjes. Bij voorkeur met gele bloemetjes, want dat was de lievelingskleur van mijn zusje.

Bernadette en ik onderhouden het graf. Wieden, bijknippen, nieuwe plantjes zetten, bolletjes (wordt echt mooi in het voorjaar). Dat vraagt niet alleen aandacht, het vraagt ook tijd. Vooral als je uit Amsterdam komt. Het is niet zo mooi, maar ik hoop wel begrijpelijk: in de loop van de jaren gaan we minder naar het graf. Gelukkig is er sinds kort een goede vriend die in de buurt is komen wonen en die samen met zijn vrouw zo nu en dan heel goed werk doet aan het graf.

Op zo’n begraafplaats heb je bijzondere ontmoetingen. Soms is er niemand. Soms zijn er vriendelijke mannen van een sociale werkvoorziening met onderhoud bezig. Die helpen ons als er echt gespit of geruimd moet worden. En er zijn mensen die stilletjes bloemen komen leggen of, net als wij, wat aan het onderhoud van ‘hun’ graf doen.

En soms raken we in gesprek. Met een oudere vrouw die al twintig jaar op de fiets komt voor het graf van haar man, die bij een auto-ongeluk is omgekomen. Of een vrouw van een jaar of veertig die voor het graf van haar schoonzusje komt. Die ligt daar al meer dan tien jaar met haar ongeboren kindje. Beiden overleden vlak voor de geboorte. Of een man met zijn zoon van een jaar of twaalf bij het graf, met een klein fietsje er op, van het zoontje dat toen hij vijf was, kapot is gereden door een auto.

En dan rijden we weer terug naar Amsterdam.

-----------------------------------------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
---------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php
© 2015 Joop Quint
powered by CJ2