archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Emancipatie Marianne Bernard

0206 Emancipatie

‘Emancipatieproces loopt achter bij streefcijfers.’ Aldus de kop boven het persbericht over de Emancipatie monitor van het Sociaal Cultureel Planbureau. De kranten stonden er meteen vol van. NRC: ‘Maatschappelijke macht krijg je niet in deeltijd.’ Elsevier: ‘Het ligt niet aan de mannen.’
Tja, waar ligt het dan wel aan? En waar gaat het eigenlijk over?
Het persbericht: ‘De arbeidstoename van vrouwen is toegenomen van 39 % in 1990 tot 55 % in 2003. Bijna de helft van de vrouwen en mannen vindt in 2002 dat het gezinsleven er onder lijdt als een moeder een volledige baan heeft, tegen een kwart in 1991. In 1990 had de helft van de werkende vrouwen in Nederland een deeltijdbaan, in 2003 is dit aandeel toegenomen tot 66 %. Het aantal economisch zelfstandige vrouwen (met een inkomen van tenminste 70 % van het netto minimumloon), is gestegen van 25 % in 1990 tot 41 % in 2001.’

Dat zijn dus ‘teleurstellende cijfers’. We lopen achter bij de streefcijfers, die hoger waren. Wat ze bedoelen is: in andere landen werken ‘alle’ vrouwen fulltime, of zeker een groter deel dan in Nederland.
Neem bijvoorbeeld Griekenland. Daar werken ‘alle’ vrouwen. De oma’s wonen bij hun kinderen in huis, ze passen op de kleinkinderen, doen het huishouden en zorgen voor het eten. Daar klopt al iets niet: zijn die oma’s geen vrouwen?
In Frankrijk idem dito: de oma’s passen op de kinderen. Maar er ontstaat langzaam maar zeker een probleem als oma ook een baan heeft. Uiteindelijk zal altijd iemand voor de kinderen moeten zorgen. Is het echt de bedoeling dat alle kinderen vijf hele dagen in de week van vroeg tot laat naar een crèche gaan? Het zijn geen fietsen die je naar een stalling kunt brengen.

Ik zou het trouwens graag even in historisch perspectief willen zien. Hoe lang hebben vrouwen eigenlijk kiesrecht? Hoe lang is het al normaal dat we überhaupt werken?
Mijn man zegt voor de grap wel eens: ‘Alle ellende is begonnen toen we ze leerden lezen en schrijven.’ (Onlangs riep een imam dat zelfs nog in ernst.)
In de jaren zestig, toen ik mijn eerste baantje kreeg, was het gebruik dat je ontslag kreeg als je ging trouwen. Mijn moeder wist niet beter of een getrouwde vrouw werkte niet. Alleen de vrouwen van mannen die heel weinig verdienden, moesten werken. Dat was een beetje gênant. Kinderen van zulke moeders droegen een touw om hun nek met de huissleutel eraan, de zogenaamde sleutelkinderen. Nee, je zorgde er als vrouw wel voor dat je thuis met de theepot zat te wachten als je kinderen uit school kwamen.

Natuurlijk werd het huishouden minder tijdrovend door ijskasten, wasmachines en kleinere gezinnen (we kregen niet meer zeven of tien kinderen, maar één of twee). Thuiszitten werd een beetje is this all there is? Daarom gingen we in die tijd massaal werken, maar dat was vooral voor de luxe, voor dure buitenlandse vakanties en om het eigen, zelfverdiende zakgeld over de balk te kunnen smijten.
Pas daarna kwam het idee dat werk ook geestelijke voldoening zou moeten geven en gingen we allemaal studeren. Logisch dat vervolgens het idee van een echte carrière ontstond.

En nu zitten we met de gebakken peren. We willen alles en dat lukt niet iedereen.
Heeft minister De Geus geen moeder? Denkt hij echt dat iemand onder de indruk is van zijn vergelijkingen met 1990 en zijn streefcijfers voor de toekomst? Is hij vergeten dat je in de jaren zestig nog een handtekening van je man nodig had om een bankrekening te openen? Zijn we niet enorm vooruitgegaan de laatste veertig jaar?

We weten zo langzamerhand wel dat mannen als het erop aankomt nog in het stenen tijdperk leven en zich deep down jagers voelen. Wie zegt dat vrouwen ook niet stiekem nog oermoeders zijn, die het liefste het veilige hol verzorgen en op de kinderen passen?
Of kunnen (en moeten) we ook genetisch emanciperen?




© 2005 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Emancipatie Marianne Bernard
0206 Emancipatie

‘Emancipatieproces loopt achter bij streefcijfers.’ Aldus de kop boven het persbericht over de Emancipatie monitor van het Sociaal Cultureel Planbureau. De kranten stonden er meteen vol van. NRC: ‘Maatschappelijke macht krijg je niet in deeltijd.’ Elsevier: ‘Het ligt niet aan de mannen.’
Tja, waar ligt het dan wel aan? En waar gaat het eigenlijk over?
Het persbericht: ‘De arbeidstoename van vrouwen is toegenomen van 39 % in 1990 tot 55 % in 2003. Bijna de helft van de vrouwen en mannen vindt in 2002 dat het gezinsleven er onder lijdt als een moeder een volledige baan heeft, tegen een kwart in 1991. In 1990 had de helft van de werkende vrouwen in Nederland een deeltijdbaan, in 2003 is dit aandeel toegenomen tot 66 %. Het aantal economisch zelfstandige vrouwen (met een inkomen van tenminste 70 % van het netto minimumloon), is gestegen van 25 % in 1990 tot 41 % in 2001.’

Dat zijn dus ‘teleurstellende cijfers’. We lopen achter bij de streefcijfers, die hoger waren. Wat ze bedoelen is: in andere landen werken ‘alle’ vrouwen fulltime, of zeker een groter deel dan in Nederland.
Neem bijvoorbeeld Griekenland. Daar werken ‘alle’ vrouwen. De oma’s wonen bij hun kinderen in huis, ze passen op de kleinkinderen, doen het huishouden en zorgen voor het eten. Daar klopt al iets niet: zijn die oma’s geen vrouwen?
In Frankrijk idem dito: de oma’s passen op de kinderen. Maar er ontstaat langzaam maar zeker een probleem als oma ook een baan heeft. Uiteindelijk zal altijd iemand voor de kinderen moeten zorgen. Is het echt de bedoeling dat alle kinderen vijf hele dagen in de week van vroeg tot laat naar een crèche gaan? Het zijn geen fietsen die je naar een stalling kunt brengen.

Ik zou het trouwens graag even in historisch perspectief willen zien. Hoe lang hebben vrouwen eigenlijk kiesrecht? Hoe lang is het al normaal dat we überhaupt werken?
Mijn man zegt voor de grap wel eens: ‘Alle ellende is begonnen toen we ze leerden lezen en schrijven.’ (Onlangs riep een imam dat zelfs nog in ernst.)
In de jaren zestig, toen ik mijn eerste baantje kreeg, was het gebruik dat je ontslag kreeg als je ging trouwen. Mijn moeder wist niet beter of een getrouwde vrouw werkte niet. Alleen de vrouwen van mannen die heel weinig verdienden, moesten werken. Dat was een beetje gênant. Kinderen van zulke moeders droegen een touw om hun nek met de huissleutel eraan, de zogenaamde sleutelkinderen. Nee, je zorgde er als vrouw wel voor dat je thuis met de theepot zat te wachten als je kinderen uit school kwamen.

Natuurlijk werd het huishouden minder tijdrovend door ijskasten, wasmachines en kleinere gezinnen (we kregen niet meer zeven of tien kinderen, maar één of twee). Thuiszitten werd een beetje is this all there is? Daarom gingen we in die tijd massaal werken, maar dat was vooral voor de luxe, voor dure buitenlandse vakanties en om het eigen, zelfverdiende zakgeld over de balk te kunnen smijten.
Pas daarna kwam het idee dat werk ook geestelijke voldoening zou moeten geven en gingen we allemaal studeren. Logisch dat vervolgens het idee van een echte carrière ontstond.

En nu zitten we met de gebakken peren. We willen alles en dat lukt niet iedereen.
Heeft minister De Geus geen moeder? Denkt hij echt dat iemand onder de indruk is van zijn vergelijkingen met 1990 en zijn streefcijfers voor de toekomst? Is hij vergeten dat je in de jaren zestig nog een handtekening van je man nodig had om een bankrekening te openen? Zijn we niet enorm vooruitgegaan de laatste veertig jaar?

We weten zo langzamerhand wel dat mannen als het erop aankomt nog in het stenen tijdperk leven en zich deep down jagers voelen. Wie zegt dat vrouwen ook niet stiekem nog oermoeders zijn, die het liefste het veilige hol verzorgen en op de kinderen passen?
Of kunnen (en moeten) we ook genetisch emanciperen?


© 2005 Marianne Bernard
powered by CJ2