archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Laten we het gezellig houden Katharina Kouwenhoven

0103Laten we het gezellig houdenWat mij al jaren intrigeert is de vraag of alle mensen eigenlijk wel gedachten hebben. Ik bedoel niet die vage gedachtestroom, die op de rand van het bewustzijn altijd aanwezig is, om ons eraan te herinneren dat de elektriciteit boven nog niet is afgesloten en we nog niet hersendood zijn. Wat ik op het oog heb zijn concrete gedachten, die een zodanige vorm hebben aangenomen, dat ze voor communicatie geschikt zijn.

Zie je iemand in gepeins verzonken en vraag je hem: ‘waar denk je aan?’, dan krijg je standaard als antwoord: ‘ik denk nergens aan’. Zelden reageert iemand met de mededeling dat hij zich afvroeg of de groepscohesie in een kleuterklas bevorderd wordt door het gezamenlijk opvoeren van toneelstukjes, waarom de koude kernfusie maar niet van de grond komt en of vogels oren hebben.
Laat je mensen hardop denkend een probleem oplossen, dan valt er regelmatig een stilte. Vraag je dan: ‘wat denkt u nu?’, dan krijg je ook doorgaans als antwoord: ‘ik dacht eigenlijk niks’. Erg hoopvol stemt dit niet.

Uit het feit dat er meer en meer communicatie tussen mensen plaats vindt, kun je niet afleiden dat mensen ook concrete gedachten hebben, want de meeste gesprekken gaan helemaal nergens over en ontstijgen zelden het niveau van wezenloos geouwehoer. Gesprekken gaan trouwens meestal over andere mensen, over gevoelens of over meningen en vooral over het weer. Zelden wordt een helder uitgekristalliseerde gedachte overgedragen, die de moeite van het mededelen waard is. Sommige mensen denken altijd hardop, wat betekent dat ze ongecensureerd alles wat ze voor de mond komt uitspreken. In het beste geval levert dit komische situaties op, waarin de ene na de andere ontactische opmerking zijn beslag krijgt, maar doorgaans is het alleen maar irritant. Ik krijg trouwens de indruk dat kinderen meer en meer gestimuleerd worden om alles dat ze invalt ongecensureerd naar buiten te brengen, zonder dat getoetst wordt of de producten van hun onrijpe brein wel de moeite waard zijn om anderen mee op te zadelen. Schattig toch, die spontane woorddiarhee.
Ook in de mailtjes die mensen menen elkaar toe te moeten zenden geven zij blijk van een ongebreidelde oppervlakkigheid, vaak ook nog in een taalkundig onbegrijpelijke vorm, zonder dat ze zich afvragen of het nodig is hiermee de digitale snelweg te laten dichtslibben.

Niettemin zijn er nog altijd mensen die hun gedachten aan het papier toevertrouwen, in de vorm van artikelen, essays, onderzoeksvoorstellen of prachtboeken. Het gaat hier natuurlijk om een uitgestelde vorm van communicatie, waar nog steeds eisen aan gesteld wordt, zodat auteurs het wel uit hun hoofd laten om allerlei onvolwassen gebral voor publicatie aan te bieden. Maar ook hierop zijn al veel uitzonderingen zichtbaar.

Er zijn dus wel mensen met gedachten, maar daar merk je meestal pas wat van als ze in druk zijn verschenen. In het café duidt niets op dit vermogen.
Rest de mogelijkheid, dat mensen hun echte gedachten reserveren voor privé-gebruik. Alleen op het balkon zit iemand te genieten van zijn leuke invallen, briljante ideeën, lang vervlogen herinneringen en opmerkelijke ingevingen. Hij houdt ze noodgedwongen voor zichzelf, maar wil hij ze eigenlijk wel delen? Het is echter uiterst onwaarschijnlijk dat iemand die hiertoe in staat is, dit vermogen verliest in gezelschap van anderen. Misschien is de etiquette veranderd en is het inmiddels ‘not done’ om ‘van gedachten te wisselen’. Misschien bestaat de vrees dat je anderen hoofdpijn bezorgt als je een gedachte uit die de moeite van het overwegen waard is of een idee ventileert waaruit een eigengereide kijk op de wereld blijkt. Misschien worden andere mensen wel kopschuw als ze merken dat ze ‘een denker’ in hun midden hebben. Laten we het vooral gezellig houden en nog wat doorzeuren over de hitte, de kou, de regen of de droogte. Leidt ons alsjeblieft niet af van ons gemeier over de files, de prijsverhogingen en de perikelen met ons tweede huis. Ik weet het niet, maar voorlopig houd ik het er maar op, dat veel mensen helemaal geen volwaardige gedachtes hebben.

© 2004 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Laten we het gezellig houden Katharina Kouwenhoven
0103Laten we het gezellig houdenWat mij al jaren intrigeert is de vraag of alle mensen eigenlijk wel gedachten hebben. Ik bedoel niet die vage gedachtestroom, die op de rand van het bewustzijn altijd aanwezig is, om ons eraan te herinneren dat de elektriciteit boven nog niet is afgesloten en we nog niet hersendood zijn. Wat ik op het oog heb zijn concrete gedachten, die een zodanige vorm hebben aangenomen, dat ze voor communicatie geschikt zijn.

Zie je iemand in gepeins verzonken en vraag je hem: ‘waar denk je aan?’, dan krijg je standaard als antwoord: ‘ik denk nergens aan’. Zelden reageert iemand met de mededeling dat hij zich afvroeg of de groepscohesie in een kleuterklas bevorderd wordt door het gezamenlijk opvoeren van toneelstukjes, waarom de koude kernfusie maar niet van de grond komt en of vogels oren hebben.
Laat je mensen hardop denkend een probleem oplossen, dan valt er regelmatig een stilte. Vraag je dan: ‘wat denkt u nu?’, dan krijg je ook doorgaans als antwoord: ‘ik dacht eigenlijk niks’. Erg hoopvol stemt dit niet.

Uit het feit dat er meer en meer communicatie tussen mensen plaats vindt, kun je niet afleiden dat mensen ook concrete gedachten hebben, want de meeste gesprekken gaan helemaal nergens over en ontstijgen zelden het niveau van wezenloos geouwehoer. Gesprekken gaan trouwens meestal over andere mensen, over gevoelens of over meningen en vooral over het weer. Zelden wordt een helder uitgekristalliseerde gedachte overgedragen, die de moeite van het mededelen waard is. Sommige mensen denken altijd hardop, wat betekent dat ze ongecensureerd alles wat ze voor de mond komt uitspreken. In het beste geval levert dit komische situaties op, waarin de ene na de andere ontactische opmerking zijn beslag krijgt, maar doorgaans is het alleen maar irritant. Ik krijg trouwens de indruk dat kinderen meer en meer gestimuleerd worden om alles dat ze invalt ongecensureerd naar buiten te brengen, zonder dat getoetst wordt of de producten van hun onrijpe brein wel de moeite waard zijn om anderen mee op te zadelen. Schattig toch, die spontane woorddiarhee.
Ook in de mailtjes die mensen menen elkaar toe te moeten zenden geven zij blijk van een ongebreidelde oppervlakkigheid, vaak ook nog in een taalkundig onbegrijpelijke vorm, zonder dat ze zich afvragen of het nodig is hiermee de digitale snelweg te laten dichtslibben.

Niettemin zijn er nog altijd mensen die hun gedachten aan het papier toevertrouwen, in de vorm van artikelen, essays, onderzoeksvoorstellen of prachtboeken. Het gaat hier natuurlijk om een uitgestelde vorm van communicatie, waar nog steeds eisen aan gesteld wordt, zodat auteurs het wel uit hun hoofd laten om allerlei onvolwassen gebral voor publicatie aan te bieden. Maar ook hierop zijn al veel uitzonderingen zichtbaar.

Er zijn dus wel mensen met gedachten, maar daar merk je meestal pas wat van als ze in druk zijn verschenen. In het café duidt niets op dit vermogen.
Rest de mogelijkheid, dat mensen hun echte gedachten reserveren voor privé-gebruik. Alleen op het balkon zit iemand te genieten van zijn leuke invallen, briljante ideeën, lang vervlogen herinneringen en opmerkelijke ingevingen. Hij houdt ze noodgedwongen voor zichzelf, maar wil hij ze eigenlijk wel delen? Het is echter uiterst onwaarschijnlijk dat iemand die hiertoe in staat is, dit vermogen verliest in gezelschap van anderen. Misschien is de etiquette veranderd en is het inmiddels ‘not done’ om ‘van gedachten te wisselen’. Misschien bestaat de vrees dat je anderen hoofdpijn bezorgt als je een gedachte uit die de moeite van het overwegen waard is of een idee ventileert waaruit een eigengereide kijk op de wereld blijkt. Misschien worden andere mensen wel kopschuw als ze merken dat ze ‘een denker’ in hun midden hebben. Laten we het vooral gezellig houden en nog wat doorzeuren over de hitte, de kou, de regen of de droogte. Leidt ons alsjeblieft niet af van ons gemeier over de files, de prijsverhogingen en de perikelen met ons tweede huis. Ik weet het niet, maar voorlopig houd ik het er maar op, dat veel mensen helemaal geen volwaardige gedachtes hebben.
© 2004 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2