archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Een natuurlijke dood Willem Minderhout

0605BS Kat
Voor de zomer ging het ineens slecht met onze kat. Van een vitale kater met een dikke rode vacht veranderde hij in een slaperige oude kat met piekhaar. Hij begon ook steeds meer te niezen. Op een gegeven moment sproeide hij bij het niezen bloederige spetters snot mee. Het werd, kortom, tijd om naar de dierenarts te gaan, een medicus die we nog maar twee keer eerder bezocht hadden. De arts diagnosticeerde een flinke verkoudheid en gaf ons pilletjes mee. Die pilletjes bleken aan te slaan en het niezen hield op.
 
De kat werd echter niet meer de oude. Hij wilde niet of nauwelijks meer eten, begon amechtig te hijgen en vermagerde zienderogen. Ik besloot hem andermaal naar de dierenarts te brengen. De kat, die het normaal gesproken nooit zo begrepen had op een vreemde omgeving, lag languit op de behandeltafel en liet zich zonder protest aan alle kanten bevoelen, bekloppen en beluisteren. De gezichtsuitdrukking van de arts zag ik gedurende dit onderzoek steeds somberder worden. Ik kon één en één – de slappe kat en de sombere dokter – wel bij elkaar optellen. Het oordeel, terminale lymfeklierkanker, verbaasde me dan ook niet. Het voorstel van de arts om onze kat maar onmiddellijk uit zijn lijden te verlossen wees ik echter af. We moesten toch nog minstens de kans krijgen om afscheid van hem te nemen.
De arts begreep dit en gaf de kat een cortisonenspuit om hem nog een beetje op te peppen. Ik ging weer met de kat naar huis. De injectie had effect: de kat begon weer te eten. De aard van het aangeboden voedsel - kipfilet, zalmsnippers en slagroom - zal daar ongetwijfeld aan bijgedragen hebben. Aan alles was te zien dat het slechts een tijdelijke opleving zou zijn. Na iedere inspanning was hij buiten adem. Maar wanneer besluit je dat het genoeg is geweest? Hij lag daar zo lekker op zijn plekje in de tuin.
 
Op een avond hakten we de knoop door. Zo kon het niet langer. We belden de dierenarts om een afspraak voor de volgende ochtend te maken. Helaas had hij geen tijd, maar hij zou die avond tijd voor de laatste behandeling van onze kat reserveren.
Zover is het niet gekomen. Onze zoon was thuisgebleven om de kat tijdens zijn laatste dag bij te staan. Hij vertelde ons dat hij op een gegeven moment naar buiten wilde. Onze buren, die een belangrijke rol als pleegbaasjes tijdens vakanties en leveranciers van extra lekkere hapjes in het leven van de kat hadden gespeeld, belden hem even later op met de mededeling dat de kat bij hen dood in de achtertuin lag. Blijkbaar had hij nog afscheid willen nemen, maar hoe hij met zijn doodzieke lijf over die tweeënhalf meter hoge schutting is geklommen is ons een raadsel.
’s Avonds belde de assistente van de dierenarts om te vragen waar we bleven. In onze algemene rouwstemming hadden we daar helemaal niet meer aan gedacht. Maar ik zit sindsdien met een knagend schuldgevoel. ‘Ben ik een dierenbeul, omdat ik mijn kat niet tijdig uit zijn lijden heb laten verlossen? Is een natuurlijke dood voor een huisdier nog wel ethisch verantwoord, of is dat een eigentijds taboe geworden? ‘
 
Meer illustraties van Lucia Jonkhoff vindt u hier http://www.flickr.com/photos/33899366@N08/sets/72157611816939343/
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php


© 2008 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Een natuurlijke dood Willem Minderhout
0605BS Kat
Voor de zomer ging het ineens slecht met onze kat. Van een vitale kater met een dikke rode vacht veranderde hij in een slaperige oude kat met piekhaar. Hij begon ook steeds meer te niezen. Op een gegeven moment sproeide hij bij het niezen bloederige spetters snot mee. Het werd, kortom, tijd om naar de dierenarts te gaan, een medicus die we nog maar twee keer eerder bezocht hadden. De arts diagnosticeerde een flinke verkoudheid en gaf ons pilletjes mee. Die pilletjes bleken aan te slaan en het niezen hield op.
 
De kat werd echter niet meer de oude. Hij wilde niet of nauwelijks meer eten, begon amechtig te hijgen en vermagerde zienderogen. Ik besloot hem andermaal naar de dierenarts te brengen. De kat, die het normaal gesproken nooit zo begrepen had op een vreemde omgeving, lag languit op de behandeltafel en liet zich zonder protest aan alle kanten bevoelen, bekloppen en beluisteren. De gezichtsuitdrukking van de arts zag ik gedurende dit onderzoek steeds somberder worden. Ik kon één en één – de slappe kat en de sombere dokter – wel bij elkaar optellen. Het oordeel, terminale lymfeklierkanker, verbaasde me dan ook niet. Het voorstel van de arts om onze kat maar onmiddellijk uit zijn lijden te verlossen wees ik echter af. We moesten toch nog minstens de kans krijgen om afscheid van hem te nemen.
De arts begreep dit en gaf de kat een cortisonenspuit om hem nog een beetje op te peppen. Ik ging weer met de kat naar huis. De injectie had effect: de kat begon weer te eten. De aard van het aangeboden voedsel - kipfilet, zalmsnippers en slagroom - zal daar ongetwijfeld aan bijgedragen hebben. Aan alles was te zien dat het slechts een tijdelijke opleving zou zijn. Na iedere inspanning was hij buiten adem. Maar wanneer besluit je dat het genoeg is geweest? Hij lag daar zo lekker op zijn plekje in de tuin.
 
Op een avond hakten we de knoop door. Zo kon het niet langer. We belden de dierenarts om een afspraak voor de volgende ochtend te maken. Helaas had hij geen tijd, maar hij zou die avond tijd voor de laatste behandeling van onze kat reserveren.
Zover is het niet gekomen. Onze zoon was thuisgebleven om de kat tijdens zijn laatste dag bij te staan. Hij vertelde ons dat hij op een gegeven moment naar buiten wilde. Onze buren, die een belangrijke rol als pleegbaasjes tijdens vakanties en leveranciers van extra lekkere hapjes in het leven van de kat hadden gespeeld, belden hem even later op met de mededeling dat de kat bij hen dood in de achtertuin lag. Blijkbaar had hij nog afscheid willen nemen, maar hoe hij met zijn doodzieke lijf over die tweeënhalf meter hoge schutting is geklommen is ons een raadsel.
’s Avonds belde de assistente van de dierenarts om te vragen waar we bleven. In onze algemene rouwstemming hadden we daar helemaal niet meer aan gedacht. Maar ik zit sindsdien met een knagend schuldgevoel. ‘Ben ik een dierenbeul, omdat ik mijn kat niet tijdig uit zijn lijden heb laten verlossen? Is een natuurlijke dood voor een huisdier nog wel ethisch verantwoord, of is dat een eigentijds taboe geworden? ‘
 
Meer illustraties van Lucia Jonkhoff vindt u hier http://www.flickr.com/photos/33899366@N08/sets/72157611816939343/
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php
© 2008 Willem Minderhout
powered by CJ2