archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Doe mij een kop Bovril Frits Hoorweg

0708BS Rosslyn Chapel
Tien kilometer ten zuiden van Edinburgh ligt Roslin. Daar staat sinds 1484 (de bouw begon in 1446) een beroemde kapel, niet al te groot, maar wel met alles erop en eraan, vooral veel beeldsnijwerk. Erg veel zelfs; voor een eenvoudige protestant uit de lage landen aan de zee is het allemaal wat overdadig (zie plaatje 1). De kapel is er ooit gekomen op initiatief van de Sinclair familie. Volgens de overleveringen heeft een van hen (Henry, 1st Earl of Orkney, 1345-1400) al in 1398 (lang voor Columbus dus) een reis naar Groenland en Noord Amerika gemaakt. Hij heeft dat blijkbaar niet bij de bevoegde instanties gemeld, maar tussen het beeldsnijwerk heeft men afbeeldingen van planten aangetroffen die toen alleen in Amerika voorkwamen, zoals aloë vera en maïs. Enige geloofwaardigheid krijgt dat verhaal over Henry daardoor wel.

Verhalen, verhalen, die lijken belangrijker dan de eredienst in Rosslyn Chapel; de stichting die de kapel beheert prefereert een quasi deftige spelling, die overigens niet noodzakelijkerwijs ouder is. Een van die verhalen wil ons doen geloven dat de Sinclairs lid waren van de Orde van de Tempeliers. Toen die orde in 1312 door de Paus verboden werd zochten vele tempeliers een onderkomen in Schotland, omdat op dat land toch al een pauselijke ban van toepassing was. Afijn, ik ga u, en mijzelf, niet vermoeien met alle tussenstappen in de brij van verhalen die ik voorbij heb zien gaan, maar Rosslyn Chapel is een soort van bedevaartsoord geworden voor mensen die iets hebben, of zouden willen hebben, met de tempeliers. Wie weet zijn er wel schatten begraven, The Holy Grail bijvoorbeeld!

Dat gedoe heeft een geweldige stimulans gekregen door het boek ‘The Da Vinci Code’ van Dan Brown. ‘Iedereen houdt van een samenzwering’ staat op bladzijde 232 van dat boek te lezen. Ik zal het niet weerspreken, maar teken aan dat het ook teveel kan worden, net als met dat beeldsnijwerk. Voor mij is het boek een verbijsterende optocht van puzzels binnen puzzels en samenzweringen binnen samenzweringen, 593 bladzijden lang. Op den duur houd ik dat niet vol. Maar er zijn heel veel mensen die er dol op zijn en een deel daarvan bezoekt daarom Rosslyn Chapel, waar het boek zijn climax heeft.

Ik had enige moeite om in Roslin te geraken, omdat de meest voor de hand liggende toegangsweg afgesloten was. Via een krul van smalle weggetjes kwam ik uiteindelijk bij een goed gevulde en strak georganiseerde parkeerplaats. De kapel, die zoals gemeld, een sympathiek, bescheiden formaat heeft, bleek schuil te gaan onder een reusachtige stalen overkapping. Ooit heeft een onverlaat de stenen besmeerd met een coating die vocht aantrok in plaats van afstootte. Dat vocht moet er nu onder bescherming van die overkapping weer uit trekken; het is nog de vraag of dat gaat lukken. Binnen bleek het gezellig druk. Er was een groepje dat een rondleiding kreeg met deskundige begeleiding. Het beeldsnijwerk bleek niet alleen Amerikaanse planten uit te beelden maar ook allerlei Tempelierssymbolen.

Ongetwijfeld buitengewoon interessant, maar ik kreeg er hoofdpijn van. Gelukkig0708BS Bovril was er een winkeltje. Daar maakte ik een diepgaande studie van de unieke snuisterijen en keek alle boekjes over de kapel door. Als ze niet zo duur waren geweest had ik er vast een gekocht. Vervolgens wijdde ik mij aan de gratis folders van andere interessante toeristische trekpleisters in de omgeving. Daar viel mijn oog op een flyer van ‘Bovril Johnston’s Coffee Shop’, ‘purveyors of mighty fine coffee, cakes and Bovril’. ‘Bezoek ons in de geboorteplaats van John-Lawson-Johnston: Uitvinder van Bovril runderthee’, stond eronder, met het adres: ‘27 Main Street’.

Bovril, dat was ik weleens tegengekomen in een Engelse roman. (Ik geloof in een boek van Anthony Powell, maar ik kan het zo snel niet terugvinden.) Het was me toen wel duidelijk dat het een of ander warm drankje was dat mensen dronken die buiten lichamelijke arbeid verrichten, maar precies kon ik het niet plaatsen. Wat doe je dan? Je kunt bij het lezen van een boek niet aan ieder wissewasje een onderzoek wijden; dan schiet je niet op. Bovendien was dat in de tijd dat er nog geen Google en aanverwante systemen waren. Doorlezen dus! Maar nu diende zich zomaar de mogelijkheid voor aan den lijve te ervaren wat Bovril dan wel is.

27 Main Street bleek een zeer simpel etablissement, vooral ingericht op werkmensen die even binnenlopen voor een kop koffie en een sandwich. Maar er stonden ook een paar tafeltjes, aan een daarvan streek ik neer en ik bekeek de informatie die aan de wand hing over John-Lawson-Johnston. Toen de uitbater mijn belangstelling had opgemerkt bracht hij ook nog een boek en gaf zijn persoonlijke visie op deze grote zoon van Roslin. Bovril blijkt in 1870 door hem te zijn uitgevonden in antwoord op een dringende behoefte van de Franse regering. Die zat ernstig verlegen om ingeblikt rundvlees voor haar troepen, die in gevecht waren met de Pruisen. Johnston ‘zag’ dat het wel eens heel handig zou kunnen zijn om dat rundvlees in geconcentreerde vorm (een soort gelei die met kokend water moet worden aangelengd) aan te leveren; goedkoper, makkelijker te vervoeren en voor consumptie veel makkelijker op te warmen. Dat bleek een voltreffer. De naam bovril werd er trouwens pas in 1886 aan gegeven en is een samentrekking van ‘bovis’ (Latijn voor koe) en ‘vril’. Het laatste woord was de naam die de auteur Edward Bulwer-Lytton had bedacht voor een krachtige, energierijke vloeistof, in zijn boek ‘The Coming Race’.

Het is tot vandaag de dag een vrij populair drankje gebleven, dat bijvoorbeeld in de winter bij sportwedstrijden wordt verkocht, vooral bij wedstrijden waar geen bier mag worden geschonken.
Ik probeerde een kop. Het spul is enigszins te vergelijken met bouillon, maar dan veel gekruider en ook zwaarder. Een halve kop was voor mij genoeg. Lekker zou ik het niet willen noemen.
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Doe mij een kop Bovril Frits Hoorweg
0708BS Rosslyn Chapel
Tien kilometer ten zuiden van Edinburgh ligt Roslin. Daar staat sinds 1484 (de bouw begon in 1446) een beroemde kapel, niet al te groot, maar wel met alles erop en eraan, vooral veel beeldsnijwerk. Erg veel zelfs; voor een eenvoudige protestant uit de lage landen aan de zee is het allemaal wat overdadig (zie plaatje 1). De kapel is er ooit gekomen op initiatief van de Sinclair familie. Volgens de overleveringen heeft een van hen (Henry, 1st Earl of Orkney, 1345-1400) al in 1398 (lang voor Columbus dus) een reis naar Groenland en Noord Amerika gemaakt. Hij heeft dat blijkbaar niet bij de bevoegde instanties gemeld, maar tussen het beeldsnijwerk heeft men afbeeldingen van planten aangetroffen die toen alleen in Amerika voorkwamen, zoals aloë vera en maïs. Enige geloofwaardigheid krijgt dat verhaal over Henry daardoor wel.

Verhalen, verhalen, die lijken belangrijker dan de eredienst in Rosslyn Chapel; de stichting die de kapel beheert prefereert een quasi deftige spelling, die overigens niet noodzakelijkerwijs ouder is. Een van die verhalen wil ons doen geloven dat de Sinclairs lid waren van de Orde van de Tempeliers. Toen die orde in 1312 door de Paus verboden werd zochten vele tempeliers een onderkomen in Schotland, omdat op dat land toch al een pauselijke ban van toepassing was. Afijn, ik ga u, en mijzelf, niet vermoeien met alle tussenstappen in de brij van verhalen die ik voorbij heb zien gaan, maar Rosslyn Chapel is een soort van bedevaartsoord geworden voor mensen die iets hebben, of zouden willen hebben, met de tempeliers. Wie weet zijn er wel schatten begraven, The Holy Grail bijvoorbeeld!

Dat gedoe heeft een geweldige stimulans gekregen door het boek ‘The Da Vinci Code’ van Dan Brown. ‘Iedereen houdt van een samenzwering’ staat op bladzijde 232 van dat boek te lezen. Ik zal het niet weerspreken, maar teken aan dat het ook teveel kan worden, net als met dat beeldsnijwerk. Voor mij is het boek een verbijsterende optocht van puzzels binnen puzzels en samenzweringen binnen samenzweringen, 593 bladzijden lang. Op den duur houd ik dat niet vol. Maar er zijn heel veel mensen die er dol op zijn en een deel daarvan bezoekt daarom Rosslyn Chapel, waar het boek zijn climax heeft.

Ik had enige moeite om in Roslin te geraken, omdat de meest voor de hand liggende toegangsweg afgesloten was. Via een krul van smalle weggetjes kwam ik uiteindelijk bij een goed gevulde en strak georganiseerde parkeerplaats. De kapel, die zoals gemeld, een sympathiek, bescheiden formaat heeft, bleek schuil te gaan onder een reusachtige stalen overkapping. Ooit heeft een onverlaat de stenen besmeerd met een coating die vocht aantrok in plaats van afstootte. Dat vocht moet er nu onder bescherming van die overkapping weer uit trekken; het is nog de vraag of dat gaat lukken. Binnen bleek het gezellig druk. Er was een groepje dat een rondleiding kreeg met deskundige begeleiding. Het beeldsnijwerk bleek niet alleen Amerikaanse planten uit te beelden maar ook allerlei Tempelierssymbolen.

Ongetwijfeld buitengewoon interessant, maar ik kreeg er hoofdpijn van. Gelukkig0708BS Bovril was er een winkeltje. Daar maakte ik een diepgaande studie van de unieke snuisterijen en keek alle boekjes over de kapel door. Als ze niet zo duur waren geweest had ik er vast een gekocht. Vervolgens wijdde ik mij aan de gratis folders van andere interessante toeristische trekpleisters in de omgeving. Daar viel mijn oog op een flyer van ‘Bovril Johnston’s Coffee Shop’, ‘purveyors of mighty fine coffee, cakes and Bovril’. ‘Bezoek ons in de geboorteplaats van John-Lawson-Johnston: Uitvinder van Bovril runderthee’, stond eronder, met het adres: ‘27 Main Street’.

Bovril, dat was ik weleens tegengekomen in een Engelse roman. (Ik geloof in een boek van Anthony Powell, maar ik kan het zo snel niet terugvinden.) Het was me toen wel duidelijk dat het een of ander warm drankje was dat mensen dronken die buiten lichamelijke arbeid verrichten, maar precies kon ik het niet plaatsen. Wat doe je dan? Je kunt bij het lezen van een boek niet aan ieder wissewasje een onderzoek wijden; dan schiet je niet op. Bovendien was dat in de tijd dat er nog geen Google en aanverwante systemen waren. Doorlezen dus! Maar nu diende zich zomaar de mogelijkheid voor aan den lijve te ervaren wat Bovril dan wel is.

27 Main Street bleek een zeer simpel etablissement, vooral ingericht op werkmensen die even binnenlopen voor een kop koffie en een sandwich. Maar er stonden ook een paar tafeltjes, aan een daarvan streek ik neer en ik bekeek de informatie die aan de wand hing over John-Lawson-Johnston. Toen de uitbater mijn belangstelling had opgemerkt bracht hij ook nog een boek en gaf zijn persoonlijke visie op deze grote zoon van Roslin. Bovril blijkt in 1870 door hem te zijn uitgevonden in antwoord op een dringende behoefte van de Franse regering. Die zat ernstig verlegen om ingeblikt rundvlees voor haar troepen, die in gevecht waren met de Pruisen. Johnston ‘zag’ dat het wel eens heel handig zou kunnen zijn om dat rundvlees in geconcentreerde vorm (een soort gelei die met kokend water moet worden aangelengd) aan te leveren; goedkoper, makkelijker te vervoeren en voor consumptie veel makkelijker op te warmen. Dat bleek een voltreffer. De naam bovril werd er trouwens pas in 1886 aan gegeven en is een samentrekking van ‘bovis’ (Latijn voor koe) en ‘vril’. Het laatste woord was de naam die de auteur Edward Bulwer-Lytton had bedacht voor een krachtige, energierijke vloeistof, in zijn boek ‘The Coming Race’.

Het is tot vandaag de dag een vrij populair drankje gebleven, dat bijvoorbeeld in de winter bij sportwedstrijden wordt verkocht, vooral bij wedstrijden waar geen bier mag worden geschonken.
Ik probeerde een kop. Het spul is enigszins te vergelijken met bouillon, maar dan veel gekruider en ook zwaarder. Een halve kop was voor mij genoeg. Lekker zou ik het niet willen noemen.
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Frits Hoorweg
powered by CJ2