Ieder jaar komen er bijna ontelbaar veel toeristen naar Amsterdam, zowel uit binnen- als buitenland. Ze maken hun foto’s bij de letters van 'I love Amsterdam' op het Museumplein, staan in de rij voor het Anne Frankhuis en laten zich door de grachten rondvaren. Of ze gaan naar de Heineken Experience, doen een rondje Waterlooplein en eindigen in coffeeshop de Bulldog. En allemaal wandelen ze door de grachtengordel en vergapen zich aan de rijkdom van de Gouden Eeuw. Als ze hier langer zijn, worden misschien ook de Keukenhof, Marken of Volendam nog bekeken. En dan gaan ze weer naar huis …

De komst van toeristen is enorm waardevol voor dit werelddorp. Allereerst geven ze natuurlijk hun geld hier uit in hotels, restaurants, musea, souvenirwinkels en coffeeshops. Maar daarnaast voegen ze iets toe aan het klimaat van de stad. Amsterdammers klagen graag over de onwetende toeristen die op het fietspad stilstaan en op het laatste moment voor hun wielen wegspringen, maar dat is erg kleingeestig gedacht. Zonder instroom van “mensen van buiten” zou het er hier maar saai aan toe gaan. Dat geldt voor mensen die hier komen wonen en werken van elders, maar ook voor de toeristen. Doordat de toeristen in groten getale komen, zijn er in Amsterdam voorzieningen die anders niet te exploiteren zouden zijn.

Waar Amsterdam dus voor moet zorgen is dat toeristen naar de stad en regio blijven komen. Buitenlandse promotie van de stad met I Amsterdam draagt hier enorm aan bij, maar nog belangrijker is dat toeristen doorkrijgen dat er meer is dan het geijkte rijtje bezienswaardigheden dat hierboven staat. Om zomaar wat toe te voegen: de Amsterdamse School van de Spaarndammerbuurt, Nemo, Artis, de Hortus, de molen van Sloten.

Naast een terugkeer van toeristen die dit bredere aanbod willen zien, levert het de stad en bewoners ook iets anders op: spreiding van al die toeristen. Want hun aanwezigheid kan ook negatieve effecten hebben. Zo zou het Damrak nooit tot de boulevard van patatkramen, hotels en souvenirwinkels zijn verworden als er geen toeristen zouden komen. En de openbare ruimte in de binnenstad wordt, vooral in de zomer, wel erg gedomineerd door groepen toeristen.

Wat voor de toeristen geldt, is net zo van toepassing op de Amsterdammers. Die gaan sowieso niet naar het Anne Frankhuis of het Rijksmuseum. Een geboren Amsterdammer komt eigenlijk nooit in musea of op andere toeristische plekken. Júist niet, zou je bijna zeggen, die toeristen zijn immers al zo nadrukkelijk aanwezig dat Amsterdammers ze niet nog eens gaan opzoeken. Misschien moet de plaatselijke VVV speciale momenten bedenken waarin ze Amsterdammers aanmoedigen al dat moois te gaan bekijken. Liefst wel in het laagseizoen, anders staan alle Amsterdammers achter groepen Japanners en Amerikaanse families en is de lol er snel vanaf.

Een werelddorp als Amsterdam moet de armen wijd open houden voor bezoekers van buiten de stad en het land. Maar tegelijkertijd moet er voor worden gezorgd dat de invloed van de bezoekers niet te groot wordt. Door de bezoekers te spreiden en het enorme aanbod aan attracties ook aantrekkelijk te maken voor Amsterdammers, ontstaat er een goede balans voor de toeristen en bewoners.

En de volgende keer dat een Japanner of Amerikaan voor je fiets opduikt, hou in gedachten dat zonder die toerist dit werelddorp er een stuk saaier aan toe zou zijn.

 

***************************************************