archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Eerlijkheid in het verkeer Arie de Jong

1618BZ Tijdens mijn vakantie in Engeland werd ik weer eens met het volgende morele vraagstuk geconfronteerd: blijf ik netjes wachten, al duurt dat eindeloos, of ga ik voor mijn voordeel in dit geval door naar een snellere strook (op een weg waar filevorming optreedt)? Ik reed op de verbrede A1(M) tussen Peterborough en Huntingdon, op weg naar de afslag naar de A14 die ons richting de Harwich-veerboot moest leiden. Ter hoogte van Peterborough verscheen de mededeling dat de A1(M) vanaf afslag 14 was gesloten en dat het verkeer werd omgeleid. Komt wel goed, dachten we en we reden door.

Zo’n kilometer of vijf voor die afslag gingen de matrixborden knipperen. De weg had vier stroken en wij reden op de ‘tweede strook’. De meest linkse, de ‘eerste’ strook bleek al snel vast te staan en wij konden ook niet al te vlot vooruit. Ik zag echter dat het verkeer op de derde en vierde strook nog aardig doorreed, dus schoof ik naar de derde strook. Op die manier kon ik doorrijden tot ongeveer een kilometer voor de afslag. Toen gold ook voor die derde strook dat de auto’s er vooruit kropen. Rechts van mij, op de vierde strook, reed het nog wel, maar ik vond het niet ‘netjes’ om daarnaar op te schuiven.

Links van mij, op de eerste en tweede strook, stond het stil. Vooral de meest linkse strook kende geen enkele beweging. De zon scheen, het was vrij warm en mijn schatting was dat mensen op de linkse strook daar zeker een uur en waarschijnlijk langer van konden genieten. Zelf schoof ik na 5 of 10 minuten, toen ik vooraan was beland op de derde strook, naar de tweede strook, al ritsend, en een stukje verder, vooraan in de tweede strook, naar de meest linkse strook, om weer even later via de afslag (slechts één strook breed) op de A14 te komen. Een paar kilometer verder zat er weinig beweging in de linkse strook: men moest immers weer afslaan naar een andere weg om terug te komen op de A1.

Het klinkt misschien allemaal triviaal en een tikje saai, maar ik kan garanderen dat veel automobilisten zich zaten op te winden, vooral zij die niet of nauwelijks vooruit kwamen. Wat was namelijk het geval: vlak voor de afslag moest de vierde strook eerst ritsen met de derde strook, honderd meter verder moest die derde strook ritsen met de tweede strook en dan weer honderd meter verder moest de tweede strook ritsen met de eerste strook. Ik zal de lezer de wiskunde besparen, maar het komt er op neer dat wie in die linkse strook zat op die manier acht maal minder kans had om vooruit te komen dan de automobilisten in de vierde strook. Daar rijden toch al de snelle jongens, met hun BMW’s, Jaguars en Mercedessen, en die hadden dus acht maal sneller de afslag dan de automobilisten in de eerste strook. Althans, bij een gelijke hoeveelheid auto’s per strook.

Het was echter erger!
Heel veel mensen houden het niet vol om pas te ritsen als ze aan de beurt zijn. Als ze een gaatje zien, dan schuiven ze er in. Als er dus een gaatje kwam op de eerste strook, dan schoof iemand uit de tweede strook alvast naar links en het gaatje dat die achterliet werd weer gevuld door iemand uit de derde strook. Gevolg: de linkse strook ging niet acht keer zo langzaam als de meest rechtse strook, maar misschien wel 20 keer zo langzaam!

Is dat een probleem?
Het hangt ervan af in wiens schoenen je staat. De wegbeheerder vindt het geen probleem. Er kunnen nu eenmaal slechts zo’n 30 auto’s per minuut door op de afslag. Het maakt de wegbeheerder niet uit welke 30 auto’s dat betreft en of er sommigen nauwelijks en anderen meer dan een uur hebben moeten wachten. Die wegbeheerder zorgt gewoon voor een gemakkelijke oplossing: alles terugbrengen naar één strook.
Voor de automobilisten die lang moeten wachten is er wel een probleem. Het voelt zo oneerlijk, los ervan dat je meer dan een uur moet wachten voor je verder kunt, dat anderen kunnen voorkruipen en dat het nog legaal is ook!
Omdat de wegbeheerder er geen probleem mee heeft en de benadeelde automobilisten zich niet kunnen uiten (nou ja, in hun auto zitten ze te schelden of lijdzaam af te wachten tot ze aan de beurt zijn), gaat het overal zo, elk keer weer. En dat treft duizenden en duizenden onfortuinlijke automobilisten. Een ernstige aantasting van het sociaaldemocratisch principe van gelijke kansen!

Valt het op te lossen? Natuurlijk. Als je even nadenkt, dan kom je wel met oplossingen die misschien niet direct voor de hand liggen, maar eerlijker kansen geven voor iedereen.
Bijvoorbeeld in het geval van vier rijstroken die teruggebracht moeten worden tot één: laat eerst de stroken 1 en 2 ritsen totdat ze één strook vormen en vermijd dan wel dat strook 2 en 3 ten opzichte van elkaar kunnen ritsen. Tegelijk laat je de stroken 3 en 4 met elkaar ritsen. Daarna laat je de beide resterende stroken ritsen en die overgebleven strook verbind je met de afrit. En zet een bord met hele grote letters voordat de file ontstaat: blijf in je strook totdat je aan de beurt bent!

Het kan zonder twijfel nog mooier, als je rekening kunt houden met het volume aan auto’s in elke strook, maar dat zal wel te ingewikkeld worden voor zowel de wegbeheerder als de automobilisten.
Wat mij zelf betreft, al tijdens de ervaring van dit fenomeen, zat ik achter mijn stuur te mopperen: ‘Welke idioot bedenkt dit?’ en ‘Degene die dit zo geregeld heeft, moet op staande voet ontslagen worden.’

--------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl

© 2019 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Eerlijkheid in het verkeer Arie de Jong
1618BZ Tijdens mijn vakantie in Engeland werd ik weer eens met het volgende morele vraagstuk geconfronteerd: blijf ik netjes wachten, al duurt dat eindeloos, of ga ik voor mijn voordeel in dit geval door naar een snellere strook (op een weg waar filevorming optreedt)? Ik reed op de verbrede A1(M) tussen Peterborough en Huntingdon, op weg naar de afslag naar de A14 die ons richting de Harwich-veerboot moest leiden. Ter hoogte van Peterborough verscheen de mededeling dat de A1(M) vanaf afslag 14 was gesloten en dat het verkeer werd omgeleid. Komt wel goed, dachten we en we reden door.

Zo’n kilometer of vijf voor die afslag gingen de matrixborden knipperen. De weg had vier stroken en wij reden op de ‘tweede strook’. De meest linkse, de ‘eerste’ strook bleek al snel vast te staan en wij konden ook niet al te vlot vooruit. Ik zag echter dat het verkeer op de derde en vierde strook nog aardig doorreed, dus schoof ik naar de derde strook. Op die manier kon ik doorrijden tot ongeveer een kilometer voor de afslag. Toen gold ook voor die derde strook dat de auto’s er vooruit kropen. Rechts van mij, op de vierde strook, reed het nog wel, maar ik vond het niet ‘netjes’ om daarnaar op te schuiven.

Links van mij, op de eerste en tweede strook, stond het stil. Vooral de meest linkse strook kende geen enkele beweging. De zon scheen, het was vrij warm en mijn schatting was dat mensen op de linkse strook daar zeker een uur en waarschijnlijk langer van konden genieten. Zelf schoof ik na 5 of 10 minuten, toen ik vooraan was beland op de derde strook, naar de tweede strook, al ritsend, en een stukje verder, vooraan in de tweede strook, naar de meest linkse strook, om weer even later via de afslag (slechts één strook breed) op de A14 te komen. Een paar kilometer verder zat er weinig beweging in de linkse strook: men moest immers weer afslaan naar een andere weg om terug te komen op de A1.

Het klinkt misschien allemaal triviaal en een tikje saai, maar ik kan garanderen dat veel automobilisten zich zaten op te winden, vooral zij die niet of nauwelijks vooruit kwamen. Wat was namelijk het geval: vlak voor de afslag moest de vierde strook eerst ritsen met de derde strook, honderd meter verder moest die derde strook ritsen met de tweede strook en dan weer honderd meter verder moest de tweede strook ritsen met de eerste strook. Ik zal de lezer de wiskunde besparen, maar het komt er op neer dat wie in die linkse strook zat op die manier acht maal minder kans had om vooruit te komen dan de automobilisten in de vierde strook. Daar rijden toch al de snelle jongens, met hun BMW’s, Jaguars en Mercedessen, en die hadden dus acht maal sneller de afslag dan de automobilisten in de eerste strook. Althans, bij een gelijke hoeveelheid auto’s per strook.

Het was echter erger!
Heel veel mensen houden het niet vol om pas te ritsen als ze aan de beurt zijn. Als ze een gaatje zien, dan schuiven ze er in. Als er dus een gaatje kwam op de eerste strook, dan schoof iemand uit de tweede strook alvast naar links en het gaatje dat die achterliet werd weer gevuld door iemand uit de derde strook. Gevolg: de linkse strook ging niet acht keer zo langzaam als de meest rechtse strook, maar misschien wel 20 keer zo langzaam!

Is dat een probleem?
Het hangt ervan af in wiens schoenen je staat. De wegbeheerder vindt het geen probleem. Er kunnen nu eenmaal slechts zo’n 30 auto’s per minuut door op de afslag. Het maakt de wegbeheerder niet uit welke 30 auto’s dat betreft en of er sommigen nauwelijks en anderen meer dan een uur hebben moeten wachten. Die wegbeheerder zorgt gewoon voor een gemakkelijke oplossing: alles terugbrengen naar één strook.
Voor de automobilisten die lang moeten wachten is er wel een probleem. Het voelt zo oneerlijk, los ervan dat je meer dan een uur moet wachten voor je verder kunt, dat anderen kunnen voorkruipen en dat het nog legaal is ook!
Omdat de wegbeheerder er geen probleem mee heeft en de benadeelde automobilisten zich niet kunnen uiten (nou ja, in hun auto zitten ze te schelden of lijdzaam af te wachten tot ze aan de beurt zijn), gaat het overal zo, elk keer weer. En dat treft duizenden en duizenden onfortuinlijke automobilisten. Een ernstige aantasting van het sociaaldemocratisch principe van gelijke kansen!

Valt het op te lossen? Natuurlijk. Als je even nadenkt, dan kom je wel met oplossingen die misschien niet direct voor de hand liggen, maar eerlijker kansen geven voor iedereen.
Bijvoorbeeld in het geval van vier rijstroken die teruggebracht moeten worden tot één: laat eerst de stroken 1 en 2 ritsen totdat ze één strook vormen en vermijd dan wel dat strook 2 en 3 ten opzichte van elkaar kunnen ritsen. Tegelijk laat je de stroken 3 en 4 met elkaar ritsen. Daarna laat je de beide resterende stroken ritsen en die overgebleven strook verbind je met de afrit. En zet een bord met hele grote letters voordat de file ontstaat: blijf in je strook totdat je aan de beurt bent!

Het kan zonder twijfel nog mooier, als je rekening kunt houden met het volume aan auto’s in elke strook, maar dat zal wel te ingewikkeld worden voor zowel de wegbeheerder als de automobilisten.
Wat mij zelf betreft, al tijdens de ervaring van dit fenomeen, zat ik achter mijn stuur te mopperen: ‘Welke idioot bedenkt dit?’ en ‘Degene die dit zo geregeld heeft, moet op staande voet ontslagen worden.’

--------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2019 Arie de Jong
powered by CJ2