archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
De vloek van tout Aendenboom? Claude Aendenboom

1609BZ VloekAch ja, mijn familie, de Aendenbooms, zijn wat bizar. Niet alleen bij hun manier van leven kan men grote vraagtekens plaatsen, ook hun dood is op zijn zachtst gezegd een beetje macaber geweest. Oom Marc, onze kunstschilder, is jong gestorven op een zolderkamer als een berooide Van Gogh. Ook tante Berna verliet ons uit pure ellende en oom Luc, een zeer bekwame architect die droomde om zo beroemd te worden als Le Corbusier, werd uitgemergeld gevonden met een fles wodka nog in de verstijfde hand. Zo kan ik het rijtje aflopen, maar daar heb ik het al uitvoerig over gehad in mijn andere schrijfsels.

Interessant is nu dat moeder mij gisteren haar grote geheim verklapte. Ik was enorm verrast. Ze vertelde dat ze op haar zestiende tot het nonnenklooster wilde toetreden. Dat was op zich niet bijzonder, er waren veel priesters in de familie en opa was streng katholiek gezind. Maar in een Gentse studentenstudio waar Luc wekelijks zijn intellectuele en kunstminnende vrienden uitnodigde, werd moeder op slag verliefd op John, een beeldhouwer. Het was de experimenterende hippie-zomer van 1967. John, een fan van Boudewijn de Groot, was meteen in de ban van de knappe blondine. Twee weken later reisde het dolverliefde koppel naar Algerije met de witte pater, oom Marcel. Omdat er daar van kuisheid niet veel terecht kwam, annuleerde moeder vlug heel dat nonnengedoe ... via de telefoon.

Enkele jaren eerder had moeder in haar studeerkamer, elke avond na schooltijd, de korte inhoud voor haar tweede roman stilletjesaan vormgegeven. Een roman die net als de vorige nooit werd gepubliceerd en nooit door iemand was gelezen. Ze heeft haar volgeschreven kladschriftjes immers in de vuilniskar gedropt uit liefde voor John die haar literair talent niet kon waarderen. Want alleen aan hem had ze haar pennenvruchten toevertrouwd!

Maar wat verwonderlijk was, zo verklapte ze mij gisteren, is dat de tweede roman over een familie als de onze ging: een weduwnaar met zeven kinderen die hertrouwde met een ware duivelin. Het hoofdpersonage was de zestienjarige dochter die ervan droomde om naar het klooster te gaan. Moeder vervolgde het verhaal: als het meisje de kloostergelofte zou verbreken, zouden al haar broers en zussen op een macabere manier omkomen ... vroeg of laat. Zo waarschuwde men haar ...

Met veel schuldgevoel in haar bedroefde ogen vroeg zij me tenslotte: 'Heb ik met dit schrijven destijds een mantra uitgesproken? En zo de hele familie Aendenboom vervloekt?'
'Mais non maman, pas tout les Aendenboom!' troostte ik haar in mijn moedertaal. En ze glimlachte gerustgesteld toen ze naar zichzelf in de spiegel keek!
Zo keken wij die avond samen naar een tv-documentaire: 'De vloek van Toetanchamon!'

-------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2019 Claude Aendenboom meer Claude Aendenboom - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
De vloek van tout Aendenboom? Claude Aendenboom
1609BZ VloekAch ja, mijn familie, de Aendenbooms, zijn wat bizar. Niet alleen bij hun manier van leven kan men grote vraagtekens plaatsen, ook hun dood is op zijn zachtst gezegd een beetje macaber geweest. Oom Marc, onze kunstschilder, is jong gestorven op een zolderkamer als een berooide Van Gogh. Ook tante Berna verliet ons uit pure ellende en oom Luc, een zeer bekwame architect die droomde om zo beroemd te worden als Le Corbusier, werd uitgemergeld gevonden met een fles wodka nog in de verstijfde hand. Zo kan ik het rijtje aflopen, maar daar heb ik het al uitvoerig over gehad in mijn andere schrijfsels.

Interessant is nu dat moeder mij gisteren haar grote geheim verklapte. Ik was enorm verrast. Ze vertelde dat ze op haar zestiende tot het nonnenklooster wilde toetreden. Dat was op zich niet bijzonder, er waren veel priesters in de familie en opa was streng katholiek gezind. Maar in een Gentse studentenstudio waar Luc wekelijks zijn intellectuele en kunstminnende vrienden uitnodigde, werd moeder op slag verliefd op John, een beeldhouwer. Het was de experimenterende hippie-zomer van 1967. John, een fan van Boudewijn de Groot, was meteen in de ban van de knappe blondine. Twee weken later reisde het dolverliefde koppel naar Algerije met de witte pater, oom Marcel. Omdat er daar van kuisheid niet veel terecht kwam, annuleerde moeder vlug heel dat nonnengedoe ... via de telefoon.

Enkele jaren eerder had moeder in haar studeerkamer, elke avond na schooltijd, de korte inhoud voor haar tweede roman stilletjesaan vormgegeven. Een roman die net als de vorige nooit werd gepubliceerd en nooit door iemand was gelezen. Ze heeft haar volgeschreven kladschriftjes immers in de vuilniskar gedropt uit liefde voor John die haar literair talent niet kon waarderen. Want alleen aan hem had ze haar pennenvruchten toevertrouwd!

Maar wat verwonderlijk was, zo verklapte ze mij gisteren, is dat de tweede roman over een familie als de onze ging: een weduwnaar met zeven kinderen die hertrouwde met een ware duivelin. Het hoofdpersonage was de zestienjarige dochter die ervan droomde om naar het klooster te gaan. Moeder vervolgde het verhaal: als het meisje de kloostergelofte zou verbreken, zouden al haar broers en zussen op een macabere manier omkomen ... vroeg of laat. Zo waarschuwde men haar ...

Met veel schuldgevoel in haar bedroefde ogen vroeg zij me tenslotte: 'Heb ik met dit schrijven destijds een mantra uitgesproken? En zo de hele familie Aendenboom vervloekt?'
'Mais non maman, pas tout les Aendenboom!' troostte ik haar in mijn moedertaal. En ze glimlachte gerustgesteld toen ze naar zichzelf in de spiegel keek!
Zo keken wij die avond samen naar een tv-documentaire: 'De vloek van Toetanchamon!'

-------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2019 Claude Aendenboom
powered by CJ2