archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Collecterend langs de deuren Joep Scholten

1412BZ CollectanteSinds Naud er is, kenmerken de Zaterdagochtenden zich door lang rondlopen in oude plunje, want voor een hond uitlaten, daarna ontbijt en vervolgens een eerste begin om de stapel kranten van die dag te verslinden, heb je geen zondagspak nodig. Zeker niet bij de grote borstelbeurt met veel rondvliegend haar en het daarna uitmesten van zijn dagelijkse verblijfsruimte.

Ergens tussen die bezigheden gaat de bel. In een reflex open ik de deur en vindt mezelf tegenover een oude mevrouw. Wat meteen opvalt is haar niet alledaagse verschijning: dit is ronduit een zeer chique dame. Ik realiseer me hoe groot het contrast is dat ik daar bij de deuropening vorm met haar tegenover me en moet daar inwendig om gniffelen. Met een vragende blik kijken we elkaar aan. Zonder een woord houdt zij een collectebus voor mijn neus. Alzheimerstichting.

Even een muntje pakken, zeg ik en draai me om. Om daarna meteen weer terug te draaien en te vragen: ‘Waar was het ook al weer voor?’ Haar reactie kon niet beter. Nog dichter dan daarvoor houdt ze de collectebus voor mijn neus en zegt: ‘Daarom.’ Weer terug met een geldbedrag kan ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en vraag: ‘Hoe is dat om collecterend langs deuren te gaan?’

Met de meest correcte ABN tongval, weliswaar uit de hogere kringen, antwoordt ze: ‘Het is een uiterst vernederende bezigheid.’ Op mijn ‘vertel’ volgt een relaas over hoe hufterig sommige als medemens aangesproken soortgenoten zich gedragen en hoe weinig ver je daarvoor hoeft te reizen. Bijvoorbeeld in mijn straat. Daar maakte ze net het volgende mee:
Bij één wordt ze simpelweg vanachter een raam weggewuifd en bij de ander – met riante auto’s op de oprit, vult ze aan – opent een man de deur die, als hij de collectebus ziet, over zijn schouder roept: ‘Zeg schat, een collecte, doen wij daar aan?’ Uit de verte antwoordt de schat. De deur voor haar neus dichtgegooid krijgend, vangt de keurige oude dame nog op: ‘Nee, daar doen wij niet aan.’

Omdat ze een zoon heeft van bijna vijftig die als persoonlijkheid wegdeemstert dankzij Alzheimer, is ze vrijwilliger. Ze legt uit: ‘Hij lijdt aan een bijzondere variant, genaamd fronto-temporale dementie.’ En weer word ik geraakt door haar prachtige uitspraak en zeg: ‘Mevrouw als ik u hoor spreken en ik doe mijn ogen dicht, lijkt het of ik met Ellen Vogel praat.’ Haar glimlachende reactie: ‘Ik kom ook uit Wassenaar, Ellen Vogel was mijn buurvrouw.’

Weer bezig met Naud zijn bontjas realiseer ik me hoe irrelevant uiterlijk wordt met de onverwachte chemie via een oogopslag, een gebaar of passend taalgebruik. Maar ja, leg dat maar eens uit aan een hond. Of is bij dieren, vooral honden, juist dàt hun sterkste punt!

--------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2017 Joep Scholten meer Joep Scholten - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
Collecterend langs de deuren Joep Scholten
1412BZ CollectanteSinds Naud er is, kenmerken de Zaterdagochtenden zich door lang rondlopen in oude plunje, want voor een hond uitlaten, daarna ontbijt en vervolgens een eerste begin om de stapel kranten van die dag te verslinden, heb je geen zondagspak nodig. Zeker niet bij de grote borstelbeurt met veel rondvliegend haar en het daarna uitmesten van zijn dagelijkse verblijfsruimte.

Ergens tussen die bezigheden gaat de bel. In een reflex open ik de deur en vindt mezelf tegenover een oude mevrouw. Wat meteen opvalt is haar niet alledaagse verschijning: dit is ronduit een zeer chique dame. Ik realiseer me hoe groot het contrast is dat ik daar bij de deuropening vorm met haar tegenover me en moet daar inwendig om gniffelen. Met een vragende blik kijken we elkaar aan. Zonder een woord houdt zij een collectebus voor mijn neus. Alzheimerstichting.

Even een muntje pakken, zeg ik en draai me om. Om daarna meteen weer terug te draaien en te vragen: ‘Waar was het ook al weer voor?’ Haar reactie kon niet beter. Nog dichter dan daarvoor houdt ze de collectebus voor mijn neus en zegt: ‘Daarom.’ Weer terug met een geldbedrag kan ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en vraag: ‘Hoe is dat om collecterend langs deuren te gaan?’

Met de meest correcte ABN tongval, weliswaar uit de hogere kringen, antwoordt ze: ‘Het is een uiterst vernederende bezigheid.’ Op mijn ‘vertel’ volgt een relaas over hoe hufterig sommige als medemens aangesproken soortgenoten zich gedragen en hoe weinig ver je daarvoor hoeft te reizen. Bijvoorbeeld in mijn straat. Daar maakte ze net het volgende mee:
Bij één wordt ze simpelweg vanachter een raam weggewuifd en bij de ander – met riante auto’s op de oprit, vult ze aan – opent een man de deur die, als hij de collectebus ziet, over zijn schouder roept: ‘Zeg schat, een collecte, doen wij daar aan?’ Uit de verte antwoordt de schat. De deur voor haar neus dichtgegooid krijgend, vangt de keurige oude dame nog op: ‘Nee, daar doen wij niet aan.’

Omdat ze een zoon heeft van bijna vijftig die als persoonlijkheid wegdeemstert dankzij Alzheimer, is ze vrijwilliger. Ze legt uit: ‘Hij lijdt aan een bijzondere variant, genaamd fronto-temporale dementie.’ En weer word ik geraakt door haar prachtige uitspraak en zeg: ‘Mevrouw als ik u hoor spreken en ik doe mijn ogen dicht, lijkt het of ik met Ellen Vogel praat.’ Haar glimlachende reactie: ‘Ik kom ook uit Wassenaar, Ellen Vogel was mijn buurvrouw.’

Weer bezig met Naud zijn bontjas realiseer ik me hoe irrelevant uiterlijk wordt met de onverwachte chemie via een oogopslag, een gebaar of passend taalgebruik. Maar ja, leg dat maar eens uit aan een hond. Of is bij dieren, vooral honden, juist dàt hun sterkste punt!

--------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2017 Joep Scholten
powered by CJ2