archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Bij ons in de straat delen printen terug
Verdiende loon? Govert Nietz

0616BS Verdiende loon
Naast de sloot zat een aalscholver amechtig te hijgen. Helemaal ineengedoken, zodat ik hem eerst niet had opgemerkt. Nadat ik erop gewezen was herkende ik hem nauwelijks voor wat hij, waarschijnlijk nog maar heel even, was: een heerser over zijn omgeving, die dat achteloos lijkt te onderstrepen door zijn imposante vleugels vaak minutenlang te spreiden. Iets dat hij overigens regelmatig moet doen om de boel te laten drogen, hij heeft niet de ingebouwde bescherming tegen vocht die de meeste watervogels wel hebben.

Ik werd erop gewezen door een oude man die met een klein kind aan de wandel was. Ze drentelen hier regelmatig rond. Hij duwde een wandelwagen voort die het jongetje zo te zien niet echt meer nodig had. Navrant eigenlijk wel, dat ik juist door hem op die zieltogende aalscholver moest worden gewezen.

Waarschijnlijk wordt hij door zijn dochter ingeschakeld om op haar zoontje te passen.
‘Dat is toch leuk, pa?! Dan ga je lekker een eindje met hem wandelen.’
Hoe kun je daar met goed fatsoen nee op zeggen? Na vergeefse pogingen om de krant te lezen, en het joch zichzelf te laten bezig houden, gaat hij er maar op uit.
‘Naar de eendjes, laten we wat oud brood meenemen.’
Kleinzoonlief vindt nog steeds dat de wandelwagen mee moet en dat komt eigenlijk wel goed uit. Dan kan hij daar af en toe op leunen.

Geen wonder dat de oude man zich om het lot van de vogel bekommerde.
‘Ik weet niet wat ik eraan moet doen,’ zei hij hulpeloos. Ik wist het ook niet.
‘We hebben wat brood naast hem neergelegd. Of haar,’ voegde hij er lamlendig aan toe.
Het brood lag onaangeroerd in een kringetje om de aalscholver heen. Er stonden wat eenden en een kraai naar te loeren, maar ze durfden nog niet toe te tasten.

Het jongetje ging in de wandelwagen zitten.
‘Gaan we weer,’ zei hij op commanderende toon.
‘Ja, ja, we moeten weer verder,’ zei de oude man plichtmatig.
‘Nou, goedemiddag hoor.’ Het mankeerde er nog maar aan dat hij zijn hoed afnam.
Maar ja, hij had geen hoed op.

Natuurlijk, het kan ook z’n zoon zijn die hem als oppas gebruikt. Maar zou een zoon dit zijn vader aandoen?
Het kan ook zijn dat hij aan de 2e of de 3e leg bezig is. Dan is het zijn verdiende loon.
Het lijden van de aalscholver duurde maar kort. De andere ochtend was hij weg.
Geen spoor meer van te bekennen.
 
****************************************
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com


© 2009 Govert Nietz meer Govert Nietz - meer "Bij ons in de straat"
Beschouwingen > Bij ons in de straat
Verdiende loon? Govert Nietz
0616BS Verdiende loon
Naast de sloot zat een aalscholver amechtig te hijgen. Helemaal ineengedoken, zodat ik hem eerst niet had opgemerkt. Nadat ik erop gewezen was herkende ik hem nauwelijks voor wat hij, waarschijnlijk nog maar heel even, was: een heerser over zijn omgeving, die dat achteloos lijkt te onderstrepen door zijn imposante vleugels vaak minutenlang te spreiden. Iets dat hij overigens regelmatig moet doen om de boel te laten drogen, hij heeft niet de ingebouwde bescherming tegen vocht die de meeste watervogels wel hebben.

Ik werd erop gewezen door een oude man die met een klein kind aan de wandel was. Ze drentelen hier regelmatig rond. Hij duwde een wandelwagen voort die het jongetje zo te zien niet echt meer nodig had. Navrant eigenlijk wel, dat ik juist door hem op die zieltogende aalscholver moest worden gewezen.

Waarschijnlijk wordt hij door zijn dochter ingeschakeld om op haar zoontje te passen.
‘Dat is toch leuk, pa?! Dan ga je lekker een eindje met hem wandelen.’
Hoe kun je daar met goed fatsoen nee op zeggen? Na vergeefse pogingen om de krant te lezen, en het joch zichzelf te laten bezig houden, gaat hij er maar op uit.
‘Naar de eendjes, laten we wat oud brood meenemen.’
Kleinzoonlief vindt nog steeds dat de wandelwagen mee moet en dat komt eigenlijk wel goed uit. Dan kan hij daar af en toe op leunen.

Geen wonder dat de oude man zich om het lot van de vogel bekommerde.
‘Ik weet niet wat ik eraan moet doen,’ zei hij hulpeloos. Ik wist het ook niet.
‘We hebben wat brood naast hem neergelegd. Of haar,’ voegde hij er lamlendig aan toe.
Het brood lag onaangeroerd in een kringetje om de aalscholver heen. Er stonden wat eenden en een kraai naar te loeren, maar ze durfden nog niet toe te tasten.

Het jongetje ging in de wandelwagen zitten.
‘Gaan we weer,’ zei hij op commanderende toon.
‘Ja, ja, we moeten weer verder,’ zei de oude man plichtmatig.
‘Nou, goedemiddag hoor.’ Het mankeerde er nog maar aan dat hij zijn hoed afnam.
Maar ja, hij had geen hoed op.

Natuurlijk, het kan ook z’n zoon zijn die hem als oppas gebruikt. Maar zou een zoon dit zijn vader aandoen?
Het kan ook zijn dat hij aan de 2e of de 3e leg bezig is. Dan is het zijn verdiende loon.
Het lijden van de aalscholver duurde maar kort. De andere ochtend was hij weg.
Geen spoor meer van te bekennen.
 
****************************************
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com
© 2009 Govert Nietz
powered by CJ2