archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Wetenschap in beeld Peter Schröder

0615BS 60.1
Nobelprimeur
Een intrigerende prentbriefkaart (kaart 1), gedrukt in de jaren ‘50 van de vorige eeuw, uitgegeven door het ‘Rijksmuseum voor de Geschiedenis der natuurwetenschappen te Leiden, Holland’, weergevende Papieren ruimtelijke modellen van moleculen met koolstofatomen door J.H. van ’t Hoff (1875). De voorwerpen op de foto zien er onaanzienlijk uit: een aantal tetraëders met een doosje waarin ze thuishoren. Het lijkt een zelfgemaakt spelletje, een puzzeltje. Niets is minder waar, het gaat om de neerslag van een wetenschappelijke ontdekking van wereldformaat, gedaan door Henricus Jacobus Van ’t Hoff (1852 Rotterdam – 1911 Steglitz, D.) die voor zijn werk in 1901 werd beloond met de eerste Nobelprijs voor Scheikunde. De kaart werd op 19 september 1954 verstuurd door W.K. Vietsch aan P.J. Tindemans in Utrecht. Beste Peter, het klopt; ik heb constructies zelf gezien! Ik zie je volgende maand, hartelijke groeten van Karel. Mooie leergierige groeten.

Kernonderzoek
In onze kennismaatschappij lijkt onze dorst (of is het honger?) naar kennis soms onlesbaar (onstilbaar). Wat willen we veel weten! Maar laten we informatie niet verwarren met kennis: informatie is mooi, maar informatie verwerkt tot kennis is mooier. Want alles mag dan met alles samenhangen, niet alle samenhangen zijn interessant. Als we meer willen weten van, pakweg zwavelzuur of keukenzout is het beter om de associaties met zuurtjes of vitriool (als Agatha Christie moordwapen) resp. keukens en salaris even te laten rusten. Willen we de diepte ingaan dan is het zaak ons te concentreren op de kale kern van zwavelzuur of keukenzout. Alleen zo pakken we onze dorst naar kennis wetenschappelijk aan en kunnen we op het niveau van moleculen gaan werken met de theorie en de methoden en technieken van de Scheikunde (mooi Nederlands woord van Simon Stevin: de kunst van het scheiden, vandaag de dag steeds meer vervangen door de internationale term Chemie).

Ruimtelijk denken
Van ’t Hoff was de derde van de zeven kinderen die zijn ouders uiteindelijk zouden krijgen. Hij doorliep de HBS in zijn geboortestad Rotterdam. Na zijn eindexamen, toen hij zeventien was, ging hij studeren aan de polytechnische school te Delft. Na nog een jaar in Leiden scheikunde gestudeerd te hebben vertrok Van 't Hoff naar Bonn, waar hij in het beroemde chemische laboratorium van Kekulé werkte (de ontdekker van de benzeenstructuur, 1865). In 1874 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift getiteld Bijdrage tot de kennis van het cyaanazijnzuur en het malonzuur. Het aardige was dat hij al lang daarvoor een brochure van 13 pagina’s had gepubliceerd: Voorstel tot Uitbreiding der Tegenwoordige in de Scheikunde gebruikte Structuurformules in de Ruimte, die in de scheikunde voor een sensationele paradigmawijziging zou zorgen.

Bij de HBS
Om het heel plat samen te vatten: de internationale coryfeeën in de chemie werkten met moleculaire structuurformules in het platte vlak en konden op die manier veel vragen niet bevredigend0615BS 60.2 beantwoorden. Van ’t Hoff ging met de structuurformules de ruimte in en sindsdien is het haast niet meer denkbaar om in platte modellen scheikundig te werken.
Waren we hier in Nederland trots op het wereldgenie Van ’t Hoff? Tijdens zijn leven kwam de waardering maar heel langzaam (begeleid door de nodige tegenwerking) op gang. Nu staat er in ieder geval een fors standbeeld van hem op het plein voor zijn Rotterdamse HBS.

Zusters
Op kaart 2 ook weer sporen van wetenschappelijk werk, dit maal in de Archeologie (Oudheidkunde), maar ditmaal wél geserveerd met een stevige saus van Nationale Trots. We zien een omvangrijk gezelschap keurige dames en heren aandachtig kijken naar kuilen in de grond. De kaart draagt als titel Alise-Sainte-Reine – Les fouilles. Het is 1906, Marie Dreigs stuurt de kaart vanuit Les Launres (??) naar haar zusters Clémence en Marguerite in Parijs. Ze stuurt die kaart omdat ze al een tijd niks meer van haar zusters heeft gehoord en zich afvraagt of er ergens wrevel over is ontstaan. Wat haar betreft zou dat niet moeten hoeven (tegenwoordig zeg je geloof ik dat ze dat ook niet zou willen willen). Geen woord over het schouwspel op de voorkant van de kaart.

Heldendom
Welnu, om deze samenscholing te kunnen doorgronden is het nodig flink terug te gaan in het verleden van Frankrijk. In het jaar 52 voor Christus was de Romeinse keizer/veldheer Julius Caesar bezig Gallië aan het Romeinse regime te onderwerpen en daarbij kwam hij te staan tegenover de Gallische veldheer Vercingetorix. Deze laatste had zich met zijn getrouwen verschanst in de vesting van Alésia en een kundige belegering van een week of twee door de Romeinen eindigde met de overgave van de Gallische held. Daarmee was de weg vrij voor een moderne Gallo-Romeinse natie. Alésia werd destijds ontmanteld en tegen het eind van de 19e eeuw waren er flink wat Franse stadjes die claimden de opvolger in rechte van Alésia te zijn.
Om tot een einde aan het gedoe te komen werd een beroep op de wetenschap gedaan: keizer Napoleon III gaf in 1861 beroemde archeologen opdracht tot het graven naar de waarheid.

Identiteitsconflict
Bij Alise-Sainte-Reine werden de fundamenten opgedolven van die vesting, maar ook van een forse Romeinse nederzetting, met onder meer een theater voor 6500 toeschouwers. Daarmee was de zaak beslist in het voordeel van Alise. Napoleon III gaf opdracht tot het plaatsen van een bronzen beeld van een krijgshaftige Vercingetorix (7 meter hoog), een passend symbool van Frans' heldhaftigheid. De bezoekers van de opgravingen die op de kaart zijn afgebeeld kunnen gezien worden als belangstellende burgers die participeren in hun archeologisch erfgoed. Je zou kunnen zeggen dat ze in die kuilen staan kijken naar de schimmen van hun culturele identiteit.
 
******************************************
Adverteren op De Leunstoel, exclusief en toch voordelig.


© 2009 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Wetenschap in beeld Peter Schröder
0615BS 60.1
Nobelprimeur
Een intrigerende prentbriefkaart (kaart 1), gedrukt in de jaren ‘50 van de vorige eeuw, uitgegeven door het ‘Rijksmuseum voor de Geschiedenis der natuurwetenschappen te Leiden, Holland’, weergevende Papieren ruimtelijke modellen van moleculen met koolstofatomen door J.H. van ’t Hoff (1875). De voorwerpen op de foto zien er onaanzienlijk uit: een aantal tetraëders met een doosje waarin ze thuishoren. Het lijkt een zelfgemaakt spelletje, een puzzeltje. Niets is minder waar, het gaat om de neerslag van een wetenschappelijke ontdekking van wereldformaat, gedaan door Henricus Jacobus Van ’t Hoff (1852 Rotterdam – 1911 Steglitz, D.) die voor zijn werk in 1901 werd beloond met de eerste Nobelprijs voor Scheikunde. De kaart werd op 19 september 1954 verstuurd door W.K. Vietsch aan P.J. Tindemans in Utrecht. Beste Peter, het klopt; ik heb constructies zelf gezien! Ik zie je volgende maand, hartelijke groeten van Karel. Mooie leergierige groeten.

Kernonderzoek
In onze kennismaatschappij lijkt onze dorst (of is het honger?) naar kennis soms onlesbaar (onstilbaar). Wat willen we veel weten! Maar laten we informatie niet verwarren met kennis: informatie is mooi, maar informatie verwerkt tot kennis is mooier. Want alles mag dan met alles samenhangen, niet alle samenhangen zijn interessant. Als we meer willen weten van, pakweg zwavelzuur of keukenzout is het beter om de associaties met zuurtjes of vitriool (als Agatha Christie moordwapen) resp. keukens en salaris even te laten rusten. Willen we de diepte ingaan dan is het zaak ons te concentreren op de kale kern van zwavelzuur of keukenzout. Alleen zo pakken we onze dorst naar kennis wetenschappelijk aan en kunnen we op het niveau van moleculen gaan werken met de theorie en de methoden en technieken van de Scheikunde (mooi Nederlands woord van Simon Stevin: de kunst van het scheiden, vandaag de dag steeds meer vervangen door de internationale term Chemie).

Ruimtelijk denken
Van ’t Hoff was de derde van de zeven kinderen die zijn ouders uiteindelijk zouden krijgen. Hij doorliep de HBS in zijn geboortestad Rotterdam. Na zijn eindexamen, toen hij zeventien was, ging hij studeren aan de polytechnische school te Delft. Na nog een jaar in Leiden scheikunde gestudeerd te hebben vertrok Van 't Hoff naar Bonn, waar hij in het beroemde chemische laboratorium van Kekulé werkte (de ontdekker van de benzeenstructuur, 1865). In 1874 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift getiteld Bijdrage tot de kennis van het cyaanazijnzuur en het malonzuur. Het aardige was dat hij al lang daarvoor een brochure van 13 pagina’s had gepubliceerd: Voorstel tot Uitbreiding der Tegenwoordige in de Scheikunde gebruikte Structuurformules in de Ruimte, die in de scheikunde voor een sensationele paradigmawijziging zou zorgen.

Bij de HBS
Om het heel plat samen te vatten: de internationale coryfeeën in de chemie werkten met moleculaire structuurformules in het platte vlak en konden op die manier veel vragen niet bevredigend0615BS 60.2 beantwoorden. Van ’t Hoff ging met de structuurformules de ruimte in en sindsdien is het haast niet meer denkbaar om in platte modellen scheikundig te werken.
Waren we hier in Nederland trots op het wereldgenie Van ’t Hoff? Tijdens zijn leven kwam de waardering maar heel langzaam (begeleid door de nodige tegenwerking) op gang. Nu staat er in ieder geval een fors standbeeld van hem op het plein voor zijn Rotterdamse HBS.

Zusters
Op kaart 2 ook weer sporen van wetenschappelijk werk, dit maal in de Archeologie (Oudheidkunde), maar ditmaal wél geserveerd met een stevige saus van Nationale Trots. We zien een omvangrijk gezelschap keurige dames en heren aandachtig kijken naar kuilen in de grond. De kaart draagt als titel Alise-Sainte-Reine – Les fouilles. Het is 1906, Marie Dreigs stuurt de kaart vanuit Les Launres (??) naar haar zusters Clémence en Marguerite in Parijs. Ze stuurt die kaart omdat ze al een tijd niks meer van haar zusters heeft gehoord en zich afvraagt of er ergens wrevel over is ontstaan. Wat haar betreft zou dat niet moeten hoeven (tegenwoordig zeg je geloof ik dat ze dat ook niet zou willen willen). Geen woord over het schouwspel op de voorkant van de kaart.

Heldendom
Welnu, om deze samenscholing te kunnen doorgronden is het nodig flink terug te gaan in het verleden van Frankrijk. In het jaar 52 voor Christus was de Romeinse keizer/veldheer Julius Caesar bezig Gallië aan het Romeinse regime te onderwerpen en daarbij kwam hij te staan tegenover de Gallische veldheer Vercingetorix. Deze laatste had zich met zijn getrouwen verschanst in de vesting van Alésia en een kundige belegering van een week of twee door de Romeinen eindigde met de overgave van de Gallische held. Daarmee was de weg vrij voor een moderne Gallo-Romeinse natie. Alésia werd destijds ontmanteld en tegen het eind van de 19e eeuw waren er flink wat Franse stadjes die claimden de opvolger in rechte van Alésia te zijn.
Om tot een einde aan het gedoe te komen werd een beroep op de wetenschap gedaan: keizer Napoleon III gaf in 1861 beroemde archeologen opdracht tot het graven naar de waarheid.

Identiteitsconflict
Bij Alise-Sainte-Reine werden de fundamenten opgedolven van die vesting, maar ook van een forse Romeinse nederzetting, met onder meer een theater voor 6500 toeschouwers. Daarmee was de zaak beslist in het voordeel van Alise. Napoleon III gaf opdracht tot het plaatsen van een bronzen beeld van een krijgshaftige Vercingetorix (7 meter hoog), een passend symbool van Frans' heldhaftigheid. De bezoekers van de opgravingen die op de kaart zijn afgebeeld kunnen gezien worden als belangstellende burgers die participeren in hun archeologisch erfgoed. Je zou kunnen zeggen dat ze in die kuilen staan kijken naar de schimmen van hun culturele identiteit.
 
******************************************
Adverteren op De Leunstoel, exclusief en toch voordelig.
© 2009 Peter Schröder
powered by CJ2