archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Recht en onrecht delen printen terug
De fiscus lijdt aan controlitus Henk Bergman

0306 BZ Recht
Waarschijnlijk heeft ook u wel eens een briefje van de inspecteur gekregen met daarin het verzoek om antwoord op één of meer vragen. Kunt u aantonen dat u minder dan 500 privé-kilometers heeft gereden in uw lease-auto van de zaak? Heeft u vorig jaar geen uitkering wegens ziekte gehad, zoals de jaren ervoor? En waar komt toch dat opeens duidelijk hogere banksaldo vandaan? Allemaal nog relatief onschuldige vragen – ten minste, dat mogen we hopen voor degene die ze moet beantwoorden. Maar ze vallen toch helemaal in het niet bij de vragenlijsten die de fiscus bedrijven regelmatig voorlegt.

Een paar veelzeggende voorbeelden. In het kader van een controle vraagt de Belastingdienst onder dreiging van omkering van de bewijslast – die dan op de belastingplichtige komt te rusten – een bedrijf om een integrale kopie van de harde schijf of email-box van alle computers van de afgelopen vijf jaar. Het kan dat men daarbij naar iets specifieks op zoek is, maar het komt ook voor dat zoiets gebeurt in het kader van een fishing expedition: gewoon kijken of er ‘iets’ te vinden is. In een ander geval stuurt de inspecteur een onderneming een lijst met honderdtien vragen over de autoregeling voor werknemers, die binnen drie weken beantwoord moeten worden. Als dat met veel moeite lukt volgt een tweede brief, nu met honderdtwintig vragen. Nog weer anders: de fiscus verlangt de integrale vertaling van een uitgebreide correspondentie in het Frans tussen een bedrijf en een afnemer. Of men wil dat de complete administratie op korte termijn zo wordt aangepast dat de controlesoftware van de Belastingdienst er beter grip op krijgt.

De fiscus lijdt aan controlitis: een gevaarlijk virus dat zo snel mogelijk gestopt moet worden. Dat vinden in elk geval de Tweede-Kamerleden Ineke Dezentjé Hamming (VVD) en Ferd Crone (PvdA). In juli van dit jaar dienden ze samen een initiatiefwetsvoorstel in dat de mogelijkheid opent om controlehandelingen van de fiscus vooraf te laten toetsen door de rechter. Het voorstel wil de machtsongelijkheid tussen fiscus en belastingplichtige verminderen. Die ongelijkheid komt voort uit het systeem van de wet en dus moet je de wet aanpassen als je iets wilt veranderen. Daarbij gaat het niet in eerste instantie om de echt grote ondernemingen. Die hebben vaak zelf voldoende kennis van zaken in huis en kunnen zich wel redden. Maar voor veel MKB-bedrijven geldt dat niet. Als die in een dergelijke situatie terecht komen moeten ze meestal een beroep doen op professionele belastingadviseurs. Allemaal onnodige extra kosten.

Het wetsvoorstel gaat uit van een marginale toetsing, waarbij de rechter zich alleen afvraagt of de inspecteur in redelijkheid tot zijn besluit kon komen. Het moet ook een snelle procedure zijn. De belastingplichtige krijgt tien dagen de tijd om aan te geven dat hij zich tegen de voorgenomen controlehandelingen wil verzetten. Daarna heeft de inspecteur ook tien dagen om zijn voornemens vast te leggen in een voor bezwaar vatbare beschikking. Normaliter zal de rechter dan binnen twee of drie maanden uitspraak doen.

Nu is het zo dat bezwaar of beroep tegen een controlehandeling de verplichting tot medewerking niet opschort. En voor wie niet meewerkt dreigt een zware sanctie: omkering van de bewijslast. Het initiatiefvoorstel van Dezentjé Hamming en Crone voorziet in de mogelijkheid daaraan te ontkomen. De belastingplichtige kan schorsing vragen via een voorlopige voorziening. Aanvullend – bijvoorbeeld in een beleidsregel – zou dan vastgelegd moeten worden dat de Belastingdienst geen sancties toepast en geen beroep doet op de verplichting tot medewerking wanneer de belastingplichtige een dergelijk verzoek tijdig heeft ingediend. Het uitstel moet gelden tot de rechterlijke uitspraak. Valt die in het voordeel van de fiscus uit dan kan die uiteraard weer een beroep doen op alle sanctiemiddelen die de wet hem geeft. Omkering van de bewijslast is in het voorstel alleen aan de orde als de belastingplichtige niet meewerkt. Wie de procedure verliest zou van de fiscus een redelijke termijn moeten krijgen om de gevraagde informatie alsnog te verstrekken – zonder dat hij tegen omkering van de bewijslast oploopt.

Het is duidelijk dat de Belastingdienst niet op het voorstel van Dezentjé Hamming zit te wachten. Overheidsinstanties geven nu eenmaal ongaarne verworven rechten prijs. Het verzet van de fiscus zal zich – voorspelbaar – richten op het gevaar van misbruik. De initiatiefnemers denken dat het allemaal wel mee zal vallen. Procederen kost tijd en geld en de beide indieners hebben er genoeg vertrouwen in dat de rechter korte metten maakt met querulanten.
 
 
***********************************


© 2006 Henk Bergman meer Henk Bergman - meer "Recht en onrecht"
Bezigheden > Recht en onrecht
De fiscus lijdt aan controlitus Henk Bergman
0306 BZ Recht
Waarschijnlijk heeft ook u wel eens een briefje van de inspecteur gekregen met daarin het verzoek om antwoord op één of meer vragen. Kunt u aantonen dat u minder dan 500 privé-kilometers heeft gereden in uw lease-auto van de zaak? Heeft u vorig jaar geen uitkering wegens ziekte gehad, zoals de jaren ervoor? En waar komt toch dat opeens duidelijk hogere banksaldo vandaan? Allemaal nog relatief onschuldige vragen – ten minste, dat mogen we hopen voor degene die ze moet beantwoorden. Maar ze vallen toch helemaal in het niet bij de vragenlijsten die de fiscus bedrijven regelmatig voorlegt.

Een paar veelzeggende voorbeelden. In het kader van een controle vraagt de Belastingdienst onder dreiging van omkering van de bewijslast – die dan op de belastingplichtige komt te rusten – een bedrijf om een integrale kopie van de harde schijf of email-box van alle computers van de afgelopen vijf jaar. Het kan dat men daarbij naar iets specifieks op zoek is, maar het komt ook voor dat zoiets gebeurt in het kader van een fishing expedition: gewoon kijken of er ‘iets’ te vinden is. In een ander geval stuurt de inspecteur een onderneming een lijst met honderdtien vragen over de autoregeling voor werknemers, die binnen drie weken beantwoord moeten worden. Als dat met veel moeite lukt volgt een tweede brief, nu met honderdtwintig vragen. Nog weer anders: de fiscus verlangt de integrale vertaling van een uitgebreide correspondentie in het Frans tussen een bedrijf en een afnemer. Of men wil dat de complete administratie op korte termijn zo wordt aangepast dat de controlesoftware van de Belastingdienst er beter grip op krijgt.

De fiscus lijdt aan controlitis: een gevaarlijk virus dat zo snel mogelijk gestopt moet worden. Dat vinden in elk geval de Tweede-Kamerleden Ineke Dezentjé Hamming (VVD) en Ferd Crone (PvdA). In juli van dit jaar dienden ze samen een initiatiefwetsvoorstel in dat de mogelijkheid opent om controlehandelingen van de fiscus vooraf te laten toetsen door de rechter. Het voorstel wil de machtsongelijkheid tussen fiscus en belastingplichtige verminderen. Die ongelijkheid komt voort uit het systeem van de wet en dus moet je de wet aanpassen als je iets wilt veranderen. Daarbij gaat het niet in eerste instantie om de echt grote ondernemingen. Die hebben vaak zelf voldoende kennis van zaken in huis en kunnen zich wel redden. Maar voor veel MKB-bedrijven geldt dat niet. Als die in een dergelijke situatie terecht komen moeten ze meestal een beroep doen op professionele belastingadviseurs. Allemaal onnodige extra kosten.

Het wetsvoorstel gaat uit van een marginale toetsing, waarbij de rechter zich alleen afvraagt of de inspecteur in redelijkheid tot zijn besluit kon komen. Het moet ook een snelle procedure zijn. De belastingplichtige krijgt tien dagen de tijd om aan te geven dat hij zich tegen de voorgenomen controlehandelingen wil verzetten. Daarna heeft de inspecteur ook tien dagen om zijn voornemens vast te leggen in een voor bezwaar vatbare beschikking. Normaliter zal de rechter dan binnen twee of drie maanden uitspraak doen.

Nu is het zo dat bezwaar of beroep tegen een controlehandeling de verplichting tot medewerking niet opschort. En voor wie niet meewerkt dreigt een zware sanctie: omkering van de bewijslast. Het initiatiefvoorstel van Dezentjé Hamming en Crone voorziet in de mogelijkheid daaraan te ontkomen. De belastingplichtige kan schorsing vragen via een voorlopige voorziening. Aanvullend – bijvoorbeeld in een beleidsregel – zou dan vastgelegd moeten worden dat de Belastingdienst geen sancties toepast en geen beroep doet op de verplichting tot medewerking wanneer de belastingplichtige een dergelijk verzoek tijdig heeft ingediend. Het uitstel moet gelden tot de rechterlijke uitspraak. Valt die in het voordeel van de fiscus uit dan kan die uiteraard weer een beroep doen op alle sanctiemiddelen die de wet hem geeft. Omkering van de bewijslast is in het voorstel alleen aan de orde als de belastingplichtige niet meewerkt. Wie de procedure verliest zou van de fiscus een redelijke termijn moeten krijgen om de gevraagde informatie alsnog te verstrekken – zonder dat hij tegen omkering van de bewijslast oploopt.

Het is duidelijk dat de Belastingdienst niet op het voorstel van Dezentjé Hamming zit te wachten. Overheidsinstanties geven nu eenmaal ongaarne verworven rechten prijs. Het verzet van de fiscus zal zich – voorspelbaar – richten op het gevaar van misbruik. De initiatiefnemers denken dat het allemaal wel mee zal vallen. Procederen kost tijd en geld en de beide indieners hebben er genoeg vertrouwen in dat de rechter korte metten maakt met querulanten.
 
 
***********************************
© 2006 Henk Bergman
powered by CJ2