archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Altijd wind tegen Katharina Kouwenhoven

0516BZ Westfriese zeedijk
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Kortgeleden bracht ik een weekend door in Sint Maartenszee, een badplaats tussen Petten en Callantsoog, in de kop van Noord-Holland. Ik had mijn racefiets meegenomen om de uitdaging met de Westfriese Zeedijk weer eens aan te gaan. Toen mijn dochter klein was bracht ik jaar in jaar uit een paar weken door in Sint Maartenszee, dat uit niet meer bestaat dan een paar campings en bungalowparken. Er zijn twee strandopgangen, waar zich ook horeca bevindt, maar er is geen boulevard en ook niets om je te vermaken. Daar moet je helemaal zelf voor zorgen. En dat kan het beste door er te wandelen of te fietsen.

Als je er in de buurt fietst, beland je vroeg of laat op de Westfriese Zeedijk, een deel van de Westfriese Omringdijk die om De Zijpe heenloopt en waarvan het oudste deel al omstreeks 1230 opgeworpen is. De Westfriese zeedijk kronkelt zich van Sint Maarten naar Schoorldam, waar hij verder gaat langs het Noordhollands Kanaal en op die hoge, steile dijk passeer je verschillende wielen, waken of braken, ofwel waterplassen die resteerden na een dijkdoorbraak. Fietsen op die dijk is zeer aantrekkelijk, maar heeft één nadeel: het waait er altijd en je hebt er altijd wind tegen.

Van Sint Maartenszee ben je in een vloek en een zucht in Sint Maarten: je rijdt eerst naar de vlotbrug over het Noordhollands Kanaal, steekt die over en dan kom je in Sint Maartensvlotbrug. Van daar gaat het rechtdoor naar Sint Maartensbrug, waar je de Grote Sloot oversteekt en vervolgens trap je door naar Sint Maarten waar je meteen rechtsaf de Westfriese Zeedijk op kunt, of linksaf de Nieuwe dijk die langs Schagen voert. De Nieuwe dijk is wat rechter en er liggen geen wielen aan, maar voor de wind geldt er precies hetzelfde. Op welk deel van de Omringdijk je je ook bevindt, erop fietsen getuigt van een zeker masochisme.
Niettemin had ik mij voorgenomen twee tochtjes te maken over de Omringdijk: van Sint Maarten over de Nieuwe dijk om Schagen heen naar het fraaie dorp Kolhorn en de volgende dag van Sint Maarten over de Westfriese Zeedijk naar Koedijk en uiteindelijk naar Bergen aan Zee.

Op de eerste dag trof ik het. Op de dijk had ik wind mee. Uiteindelijk heeft dat natuurlijk een groot nadeel, want dan heb je op de terugweg wind tegen, op het moment dat de uitputting nadert. Erger was dat die dijk net boven Schagen afgesloten bleek. Kennelijk had ik een kaart van voor de oorlog geraadpleegd, want daarop was het toch echt mogelijk via de dijk in Kolhorn te geraken. Nu moest ik Schagen in op een punt waar Schagen mij volkomen onbekend is om te proberen bij het kanaal van Stolpen naar Kolhorn te komen. Na enige omzwervingen over een industrieterrein bereikte ik inderdaad een fietspad langs dat kanaal. Beter kon het niet. Helaas liep dat fietspad dood en boog af een woonerf in.

Niets kan mij razender maken dan in een woonerf te belanden, want woonerven zijn gebouwd als doolhoven en nergens wordt aangegeven of en hoe je er weer uit kunt komen. Uiteindelijk is dat natuurlijk gelukt en bereikte ik een weg die mij naar het dorp Barsingerhorn voerde en dat was geen straf, want ook dat bleek een heel fraai dorp met een bijzonder stadhuisje. Van daar kon je door naar Kolhorn, een van de aardigste dorpen in de Kop van Noord-Holland. Het ligt achter de Omringdijk, een stuk lager, zodat zich overal trappen bevinden om naar het eigenlijk0516BZ Stadhuis Barsingerhorn dorp af te dalen. En het ligt aan dat kanaal, waardoor er zich ook een soort jachthaven bevindt. Bootjes, huisjes, gevels, torentjes, straatjes, doorkijkjes en vriendelijke bewoners.

Vanuit Kolhorn kon je weer verder over de dijk. Als je goed gemutst bent trap je door naar Medemblik, maar als je nog wat energie over wil hebben voor de terugtocht tegen de wind in, kun je beter bij Lutjewinkel afslaan naar het Westen. Hoe je dan precies moet rijden wist ik niet, want volgens mijn kaart kon het eigenlijk niet. Er zat niets anders op dan te rijden op de wegwijzers en dat gaat natuurlijk altijd fout, want de ANWB laat je graag rondjes rijden. Het probleem was vooral niet weer in Schagen verstrikt te raken, maar dat was me niet gegund. Vanuit het centrum van Schagen weet ik echter precies hoe ik weer thuis moet komen voor de wijn en de versnaperingen. Dat dacht ik tenminste. Om een of andere reden kwam ik echter niet in Sint Maarten terecht, maar weer ergens op de Nieuwe dijk. Naar mijn gevoel moest ik naar links, maar dat geploeter tegen de wind stond me inmiddels zo tegen dat ik rechtsaf sloeg. Dat betekende een omweg via Schagerbrug. Maar dat is ook geen straf vanwege de Kerk en de Grote Sloot. Fietsen langs de Grote Sloot is, ook met tegenwind, niet onaangenaam. Er bevindt zich een brug over de Sloot met een merkwaardige houten opbouw, een soort tochtige stal, die helaas wel enige renovatie kan gebruiken.

De volgende dag vanuit Sint Maarten de andere kant op over de Westfriese zeedijk. Nu moest ik dus wind tegen hebben en dat was ook zo, maar omdat die dijk zo slingert heb je hem niet permanent pal tegen. Dat scheelt een stuk. Tegen de dijk aan kirden de lammetjes en op de wielen stond zwel. Bijna perfecte omstandigheden, behalve het weer, want de zon wilde niet doorkomen en het was eigenlijk bar koud. De dijk eindigt min of meer bij het Noordhollands kanaal en op dat punt kun je oversteken richting Schoorl. Ik fietste echter verder langs de stille kant van het kanaal om over te steken naar Bergen. Vlakbij Koedijk is een vlotbrug over het kanaal voor fietsers en voetgangers die dit mogelijk maakt.

Van Bergen wilde ik naar Bergen aan Zee, want van daaruit loopt een fietspad door de duinen naar Schoorl en van Schoorl naar Kamperduin, waarna je via Petten weer in Sint Maartenszee terecht komt. Als je niet verdwaalt. Voor ik in Bergen aan Zee was had ik alweer minstens een half uur rondjes gefietst. Gelukkig wist ik dat fietspad wel te vinden, maar in de duinen ben ik ook nog een paar maal verkeerd gereden, op zoek naar een schelpenpad dat geen schelpenpad meer bleek te zijn. Bij Kamperduin kun je kiezen of je over de Hondsbosse Zeewering wilt fietsen (alleen doen met wind mee) of aan de 'binnenlandse' kant er langs wilt fietsen. In het eerste geval rijd je langs de zee, in het tweede geval passeer je een smakelijk natuurgebiedje waar het barst van de aparte vogeltjes. Deze keer heb ik het laatste gedaan, want daar kom ik niet zo vaak. Bij Petten kun je dan de duinen weer in naar Sint Maartenszee, een paar steile klimmetjes over en klimmen is mijn fort niet meer. Het ging allemaal net goed, al was ik min of meer verkleumd.

Zodra ik in de buurt ben, doe ik het echter weer. Want het is zo'n uniek gebied. Dijken en dijkjes, sloten, weilanden, weringen, duinen, strand, zee en opmerkelijke dorpen allemaal binnen handbereik, als je het er voor over hebt om een paar uur te fietsen.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Altijd wind tegen Katharina Kouwenhoven
0516BZ Westfriese zeedijk
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Kortgeleden bracht ik een weekend door in Sint Maartenszee, een badplaats tussen Petten en Callantsoog, in de kop van Noord-Holland. Ik had mijn racefiets meegenomen om de uitdaging met de Westfriese Zeedijk weer eens aan te gaan. Toen mijn dochter klein was bracht ik jaar in jaar uit een paar weken door in Sint Maartenszee, dat uit niet meer bestaat dan een paar campings en bungalowparken. Er zijn twee strandopgangen, waar zich ook horeca bevindt, maar er is geen boulevard en ook niets om je te vermaken. Daar moet je helemaal zelf voor zorgen. En dat kan het beste door er te wandelen of te fietsen.

Als je er in de buurt fietst, beland je vroeg of laat op de Westfriese Zeedijk, een deel van de Westfriese Omringdijk die om De Zijpe heenloopt en waarvan het oudste deel al omstreeks 1230 opgeworpen is. De Westfriese zeedijk kronkelt zich van Sint Maarten naar Schoorldam, waar hij verder gaat langs het Noordhollands Kanaal en op die hoge, steile dijk passeer je verschillende wielen, waken of braken, ofwel waterplassen die resteerden na een dijkdoorbraak. Fietsen op die dijk is zeer aantrekkelijk, maar heeft één nadeel: het waait er altijd en je hebt er altijd wind tegen.

Van Sint Maartenszee ben je in een vloek en een zucht in Sint Maarten: je rijdt eerst naar de vlotbrug over het Noordhollands Kanaal, steekt die over en dan kom je in Sint Maartensvlotbrug. Van daar gaat het rechtdoor naar Sint Maartensbrug, waar je de Grote Sloot oversteekt en vervolgens trap je door naar Sint Maarten waar je meteen rechtsaf de Westfriese Zeedijk op kunt, of linksaf de Nieuwe dijk die langs Schagen voert. De Nieuwe dijk is wat rechter en er liggen geen wielen aan, maar voor de wind geldt er precies hetzelfde. Op welk deel van de Omringdijk je je ook bevindt, erop fietsen getuigt van een zeker masochisme.
Niettemin had ik mij voorgenomen twee tochtjes te maken over de Omringdijk: van Sint Maarten over de Nieuwe dijk om Schagen heen naar het fraaie dorp Kolhorn en de volgende dag van Sint Maarten over de Westfriese Zeedijk naar Koedijk en uiteindelijk naar Bergen aan Zee.

Op de eerste dag trof ik het. Op de dijk had ik wind mee. Uiteindelijk heeft dat natuurlijk een groot nadeel, want dan heb je op de terugweg wind tegen, op het moment dat de uitputting nadert. Erger was dat die dijk net boven Schagen afgesloten bleek. Kennelijk had ik een kaart van voor de oorlog geraadpleegd, want daarop was het toch echt mogelijk via de dijk in Kolhorn te geraken. Nu moest ik Schagen in op een punt waar Schagen mij volkomen onbekend is om te proberen bij het kanaal van Stolpen naar Kolhorn te komen. Na enige omzwervingen over een industrieterrein bereikte ik inderdaad een fietspad langs dat kanaal. Beter kon het niet. Helaas liep dat fietspad dood en boog af een woonerf in.

Niets kan mij razender maken dan in een woonerf te belanden, want woonerven zijn gebouwd als doolhoven en nergens wordt aangegeven of en hoe je er weer uit kunt komen. Uiteindelijk is dat natuurlijk gelukt en bereikte ik een weg die mij naar het dorp Barsingerhorn voerde en dat was geen straf, want ook dat bleek een heel fraai dorp met een bijzonder stadhuisje. Van daar kon je door naar Kolhorn, een van de aardigste dorpen in de Kop van Noord-Holland. Het ligt achter de Omringdijk, een stuk lager, zodat zich overal trappen bevinden om naar het eigenlijk0516BZ Stadhuis Barsingerhorn dorp af te dalen. En het ligt aan dat kanaal, waardoor er zich ook een soort jachthaven bevindt. Bootjes, huisjes, gevels, torentjes, straatjes, doorkijkjes en vriendelijke bewoners.

Vanuit Kolhorn kon je weer verder over de dijk. Als je goed gemutst bent trap je door naar Medemblik, maar als je nog wat energie over wil hebben voor de terugtocht tegen de wind in, kun je beter bij Lutjewinkel afslaan naar het Westen. Hoe je dan precies moet rijden wist ik niet, want volgens mijn kaart kon het eigenlijk niet. Er zat niets anders op dan te rijden op de wegwijzers en dat gaat natuurlijk altijd fout, want de ANWB laat je graag rondjes rijden. Het probleem was vooral niet weer in Schagen verstrikt te raken, maar dat was me niet gegund. Vanuit het centrum van Schagen weet ik echter precies hoe ik weer thuis moet komen voor de wijn en de versnaperingen. Dat dacht ik tenminste. Om een of andere reden kwam ik echter niet in Sint Maarten terecht, maar weer ergens op de Nieuwe dijk. Naar mijn gevoel moest ik naar links, maar dat geploeter tegen de wind stond me inmiddels zo tegen dat ik rechtsaf sloeg. Dat betekende een omweg via Schagerbrug. Maar dat is ook geen straf vanwege de Kerk en de Grote Sloot. Fietsen langs de Grote Sloot is, ook met tegenwind, niet onaangenaam. Er bevindt zich een brug over de Sloot met een merkwaardige houten opbouw, een soort tochtige stal, die helaas wel enige renovatie kan gebruiken.

De volgende dag vanuit Sint Maarten de andere kant op over de Westfriese zeedijk. Nu moest ik dus wind tegen hebben en dat was ook zo, maar omdat die dijk zo slingert heb je hem niet permanent pal tegen. Dat scheelt een stuk. Tegen de dijk aan kirden de lammetjes en op de wielen stond zwel. Bijna perfecte omstandigheden, behalve het weer, want de zon wilde niet doorkomen en het was eigenlijk bar koud. De dijk eindigt min of meer bij het Noordhollands kanaal en op dat punt kun je oversteken richting Schoorl. Ik fietste echter verder langs de stille kant van het kanaal om over te steken naar Bergen. Vlakbij Koedijk is een vlotbrug over het kanaal voor fietsers en voetgangers die dit mogelijk maakt.

Van Bergen wilde ik naar Bergen aan Zee, want van daaruit loopt een fietspad door de duinen naar Schoorl en van Schoorl naar Kamperduin, waarna je via Petten weer in Sint Maartenszee terecht komt. Als je niet verdwaalt. Voor ik in Bergen aan Zee was had ik alweer minstens een half uur rondjes gefietst. Gelukkig wist ik dat fietspad wel te vinden, maar in de duinen ben ik ook nog een paar maal verkeerd gereden, op zoek naar een schelpenpad dat geen schelpenpad meer bleek te zijn. Bij Kamperduin kun je kiezen of je over de Hondsbosse Zeewering wilt fietsen (alleen doen met wind mee) of aan de 'binnenlandse' kant er langs wilt fietsen. In het eerste geval rijd je langs de zee, in het tweede geval passeer je een smakelijk natuurgebiedje waar het barst van de aparte vogeltjes. Deze keer heb ik het laatste gedaan, want daar kom ik niet zo vaak. Bij Petten kun je dan de duinen weer in naar Sint Maartenszee, een paar steile klimmetjes over en klimmen is mijn fort niet meer. Het ging allemaal net goed, al was ik min of meer verkleumd.

Zodra ik in de buurt ben, doe ik het echter weer. Want het is zo'n uniek gebied. Dijken en dijkjes, sloten, weilanden, weringen, duinen, strand, zee en opmerkelijke dorpen allemaal binnen handbereik, als je het er voor over hebt om een paar uur te fietsen.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2