archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Eric Slot hanteert de leugendetector Theo Capel

0315BS MensSlot
Voor wandaden tegen joden lag in WO II vaak een beloning klaar en vervolgens na de oorlog straf. Bij cineast Louis van Gasteren (1922) speelt paradoxaal bijna het omgekeerde. Hij werd in 1944 veroordeeld wegens doodslag op een joodse onderduiker en decennia later kreeg hij een ruime schadevergoeding van het dagblad Het Parool, dat ten onrechte had beweerd dat het om een roofmoord ging. Van Gasteren hield en houdt vol dat het een verzetsdaad betrof. Niet alleen dat hij die versie uitdraagt, maar ook probeert hij iedereen die iets anders beweert met juridische middelen monddood te maken. Journalist Eric Slot (1960) werd daarvan ook het, in eerste instantie verbouwereerde, slachtoffer.

'Naar een idee van Martin Ros die toen nog hoofdredacteur van De Arbeiderspers was, verscheen van mij in 1998 Wandelingen door moorddadig Amsterdam. Dat was een beschrijving van 100 moorden uit 20e eeuw in de diverse stadsdelen. Met achterin nog een analyse van alle moorden sinds 1970. Dat waren er overigens 789 die 811 slachtoffers eisten.
Een van die 100 moorden was de zaak Beethovenstraat met Van Gasteren als dader, een verhaal van 5 pagina's waarin ik zijn versie van het motief had geaccepteerd. Het boek kreeg een fantastische recensie in het reiskatern van de Volkskrant, maar tegelijkertijd kon iedereen op de voorpagina van diezelfde krant een berichtje lezen dat het boek uit de handel werd genomen. Van Gasteren had via een advocaat De Arbeiderspers met een rechtszaak gedreigd. Er zou onder meer een arrest van de Hoge Raad liggen naar aanleiding van de kwestie met Het Parool dat er niet meer over zijn daad gepubliceerd zou mogen worden. De Arbeiderspers liet het uiteindelijk op een schikking aankomen en betaalde in dat verband ook nog 20 mille wegens immateriële schade.
Ik was beduusd van die actie van Van Gasteren. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik met een advocaat te maken kreeg. Ik dacht in eerste instantie: "Mijn God, heb ik een fout gemaakt?" maar na afloop bekeek ik de zaak nog eens in alle rust en ik vroeg me af of Van Gasteren wel gelijk had. Ik vond het nogal wat om een boek uit de handel te laten nemen. Waren zijn argumenten wel voldoende valide? Had ik echt iets doms gedaan? Ik heb toen in mijn computer een bestand geopend "Louis van G. (20)". Die 20 sloeg op de leeftijd dat hij zijn daad beging. Dat is uiteindelijk De dood van een onderduiker geworden, met als ondertitel "Louis van Gasteren en de waarheid", uitgegeven door Mouria (€ 16,50), dat nu net is uitgekomen. In de periode van de totstandkoming heeft het boek me ongeveer drie manjaren gekost, vooral aan speuren in archieven.'

Louis van Gasteren, de gelijknamige zoon van een indertijd beroemd toneelspeler en broer van de inmiddels overleden actrice Josephine van Gasteren, woonde in een door de Duitsers aan joden ontnomen pand in de Amsterdamse Beethovenstraat (nr. 146 op driehoog). Hij had daar een kamer, evenals zijn zuster en een eeneiige meisjestweeling. De jonge Louis deed het met een van hen, de ander hield het met Duitsers en Nazi's, zoals ook zijn zus relaties onderhield met Nazi's. Eerder woonde Louis bij een zeer foute, Duitsvriendelijke leraar in huis. Geen achtergrond die meteen aan het Verzet doet denken. Toch werd Louis in mei 1943 benaderd of hij tijdelijk de Duitse jood Walter Oettinger bij hem wou laten onderduiken. De iele man die licht verlamd was aan een arm en been, kon op de kamer van Louis wonen, die tijdelijk introk bij zijn vriendin die op de verdieping onder hem een kamer had. Nog geen week later sloeg Louis de man met een zwaar stuk kabel dood. Oettinger zou hem naar de keel zijn gevlogen, zei hij bij zijn arrestatie. Hij moest hem wel doden. Het was een liquidatie in opdracht werd later zijn verhaal. Het gebeurde in belang van het Verzet. Daar was overleg over geweest.

'Moord zeg je in de volksmond, maar juridisch betekent moord dat de daad met voorbedachte rade is gebeurd en dat kon hier niet worden bewezen. Daarom werd Van Gasteren voor doodslag veroordeeld. Dat het een verzetsdaad zou zijn geweest is eigenlijk al meteen uit te sluiten, om te beginnen vanwege de wijze waarop hij zich van het lijk probeerde te ontdoen en een bootje huurde waarbij hij zijn eigen persoonsbewijs liet zien. Dat zou je dan niet verwachten.
En verder deden de Duitsers nasporing naar verbindingen met het Verzet, maar konden die niet vinden. Was dat wel gebeurd dan had hij voor een Duitse rechtbank komen te staan. Hij is dus uit handen van de Duitse justitie gebleven. Van NSB-zijde, die een soort eigen rechtbank hadden, is ook nog naar de zaak gekeken en ook die konden geen politiek motief vinden. Van Gasteren is gewoon door de Nederlandse justitie aangeklaagd, zoals er overigens wel meer moorden op joden zijn behandeld. De autoriteiten vonden geen enkele aanwijzing dat hij bij het Verzet betrokken was.’

‘Een van de verhalen van Van Gasteren is dat hij zich met vervalsing van persoonsbewijzen bezig hield. Helemaal eigenaardig is dan dat hij het bootje waarmee hij het lijk van Oettinger vervoerde, om in een vaart te dumpen, met zijn eigen persoonsbewijs had gehuurd. Zo kwam de politie hem meteen op het spoor nadat de dode, hevig toegetakelde Oettinger in het water was aangetroffen.
In 1944 kwam zijn zaak voor en werd hij tot vier jaar celstraf veroordeeld. De eis was drie jaar, maar de rechter maakte er vier van. In 1946 kwam hij door gratie vervroegd vrij. Zo heeft hij een jaar strafvermindering gekregen. Zijn verhaal is dat hij vrijkwam vanwege rehabilitatie omdat hij zijn daad in het belang van het Verzet pleegde. Het lijkt er veel meer op dat actie van zijn ouders tot zijn vervroegde vrijlating heeft geleid. Van rehabilitatie is geen sprake, dan zou er namelijk opnieuw een proces moeten zijn gevoerd met dat besluit als slotsom. In zijn geval was er alleen maar sprake van strafvermindering waarbij het vonnis ongewijzigd bleef. Een nieuw proces heeft nooit plaatsgevonden.
Er zijn ook nauwelijks voorbeelden te vinden dat joodse onderduikers door het Verzet zijn geliquideerd. Het is in Friesland voorgekomen, maar daar werd toen een soort rechtbank geformeerd die het vonnis uitsprak. Daar ging dus eerst heel wat aan vooraf.’

Eric Slot dook de archieven in om alle gebeurtenissen en uitspraken van Van Gasteren met feiten te kunnen staven. Hij werd daarbij geholpen door het verstrijken van de tijd, wat met zich meebrengt dat steeds meer bronnen toegankelijk worden. Ook van medewerkers van het gemeentearchief van Amsterdam kreeg hij veel nuttige tips. Het strafdossier van Van Gasteren heeft hij niet kunnen inzien.
‘Dat dossier had zich moeten bevinden in het Rijksarchief Noord-Holland in Haarlem, maar toen ik daar kwam, was het zoek, “niet op zijn plaats” zeggen ze dan in archiefkringen. Ik heb een vermoeden waar het ligt.
Het is bekend dat het in ieder geval geraadpleegd is bij de aanvraag voor een koninklijke onderscheiding voor Van Gasteren. Vrienden van hem hadden die aanvraag verzorgd, zoals Van Gasteren altijd vrienden heeft die het voor hem opnemen, met name uit links-liberale kring. Die onderscheiding heeft hij overigens niet gekregen, want met een strafblad kom je daarvoor niet in aanmerking. Een verzetspensioen dat hij zelf aanvroeg heeft hij ook niet gekregen. Alle verklaringen over verzetsactiviteiten zijn eigenlijk op slechts één bron terug te voeren, namelijk Louis van Gasteren zelf. Alle mensen die iets over de moord op Oettinger kunnen vertellen zijn inmiddels overleden. Alleen Van Gasteren zelf is er nog.
Het is duidelijk dat hij in zijn eigen verhaal gelooft. Feiten bestaan voor hem niet. Hij weet alles zo te vormen en te kneden dat er een eigen waarheid ontstaat.’

Met Van Gasteren zelf heeft Slot nooit gesproken. Hij heeft hem wel het manuscript van het boek om commentaar voorgelegd. Het enige effect was een kort geding dat de cineast aanspande om de uitgave te voorkomen. De Arbeiderpers die het boek oorspronkelijk zou uitgeven, zag na enige voorpubliciteit en vervolgens een brief van een advocaat van Van Gasteren van uitgave af. Slot liet zich daar niet door afschrikken en vond Marijke Bartels van uitgeverij Mouria bereid tot publicatie. Dat leidde dus tot een kort geding dat Van Gasteren verloor. Het was de eerste keer dat de auteur de echte hoofdpersoon van zijn boek in levende lijve tegenkwam. Gesproken heeft hij hem echter ook toen niet. Je zou kunnen zeggen dat Slot nu hij met zijn archiefonderzoek als symbolische leugendetector alles op waarheid heeft gecontroleerd, klaar is met het geheel.

‘De drie uitgebreide computerbestanden die ik aanlegde, over de personages, woonadressen en een tijdbalk, heb ik afgesloten. Vier dozen met stukken en aantekeningen verhuizen naar zolder. Het enige dat ik nog zou willen weten is het echte motief voor de doodslag op Oettinger. Dat is nooit duidelijk geworden, om te beginnen niet bij de rechtszaak. Als je feiten leest, moet je concluderen dat het in razernij is gebeurd. Maar wat wekte die razernij op? Er is maar één bron nog te raadplegen die daarop het antwoord kan geven, maar het is een bron waaraan je alleen maar kan twijfelen. Het is de nu bijna vierentachtigjarige Louis van Gasteren.’
 
*********************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar: www.peppered.nl .
 


© 2006 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Een rustig mens"
Beschouwingen > Een rustig mens
Eric Slot hanteert de leugendetector Theo Capel
0315BS MensSlot
Voor wandaden tegen joden lag in WO II vaak een beloning klaar en vervolgens na de oorlog straf. Bij cineast Louis van Gasteren (1922) speelt paradoxaal bijna het omgekeerde. Hij werd in 1944 veroordeeld wegens doodslag op een joodse onderduiker en decennia later kreeg hij een ruime schadevergoeding van het dagblad Het Parool, dat ten onrechte had beweerd dat het om een roofmoord ging. Van Gasteren hield en houdt vol dat het een verzetsdaad betrof. Niet alleen dat hij die versie uitdraagt, maar ook probeert hij iedereen die iets anders beweert met juridische middelen monddood te maken. Journalist Eric Slot (1960) werd daarvan ook het, in eerste instantie verbouwereerde, slachtoffer.

'Naar een idee van Martin Ros die toen nog hoofdredacteur van De Arbeiderspers was, verscheen van mij in 1998 Wandelingen door moorddadig Amsterdam. Dat was een beschrijving van 100 moorden uit 20e eeuw in de diverse stadsdelen. Met achterin nog een analyse van alle moorden sinds 1970. Dat waren er overigens 789 die 811 slachtoffers eisten.
Een van die 100 moorden was de zaak Beethovenstraat met Van Gasteren als dader, een verhaal van 5 pagina's waarin ik zijn versie van het motief had geaccepteerd. Het boek kreeg een fantastische recensie in het reiskatern van de Volkskrant, maar tegelijkertijd kon iedereen op de voorpagina van diezelfde krant een berichtje lezen dat het boek uit de handel werd genomen. Van Gasteren had via een advocaat De Arbeiderspers met een rechtszaak gedreigd. Er zou onder meer een arrest van de Hoge Raad liggen naar aanleiding van de kwestie met Het Parool dat er niet meer over zijn daad gepubliceerd zou mogen worden. De Arbeiderspers liet het uiteindelijk op een schikking aankomen en betaalde in dat verband ook nog 20 mille wegens immateriële schade.
Ik was beduusd van die actie van Van Gasteren. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik met een advocaat te maken kreeg. Ik dacht in eerste instantie: "Mijn God, heb ik een fout gemaakt?" maar na afloop bekeek ik de zaak nog eens in alle rust en ik vroeg me af of Van Gasteren wel gelijk had. Ik vond het nogal wat om een boek uit de handel te laten nemen. Waren zijn argumenten wel voldoende valide? Had ik echt iets doms gedaan? Ik heb toen in mijn computer een bestand geopend "Louis van G. (20)". Die 20 sloeg op de leeftijd dat hij zijn daad beging. Dat is uiteindelijk De dood van een onderduiker geworden, met als ondertitel "Louis van Gasteren en de waarheid", uitgegeven door Mouria (€ 16,50), dat nu net is uitgekomen. In de periode van de totstandkoming heeft het boek me ongeveer drie manjaren gekost, vooral aan speuren in archieven.'

Louis van Gasteren, de gelijknamige zoon van een indertijd beroemd toneelspeler en broer van de inmiddels overleden actrice Josephine van Gasteren, woonde in een door de Duitsers aan joden ontnomen pand in de Amsterdamse Beethovenstraat (nr. 146 op driehoog). Hij had daar een kamer, evenals zijn zuster en een eeneiige meisjestweeling. De jonge Louis deed het met een van hen, de ander hield het met Duitsers en Nazi's, zoals ook zijn zus relaties onderhield met Nazi's. Eerder woonde Louis bij een zeer foute, Duitsvriendelijke leraar in huis. Geen achtergrond die meteen aan het Verzet doet denken. Toch werd Louis in mei 1943 benaderd of hij tijdelijk de Duitse jood Walter Oettinger bij hem wou laten onderduiken. De iele man die licht verlamd was aan een arm en been, kon op de kamer van Louis wonen, die tijdelijk introk bij zijn vriendin die op de verdieping onder hem een kamer had. Nog geen week later sloeg Louis de man met een zwaar stuk kabel dood. Oettinger zou hem naar de keel zijn gevlogen, zei hij bij zijn arrestatie. Hij moest hem wel doden. Het was een liquidatie in opdracht werd later zijn verhaal. Het gebeurde in belang van het Verzet. Daar was overleg over geweest.

'Moord zeg je in de volksmond, maar juridisch betekent moord dat de daad met voorbedachte rade is gebeurd en dat kon hier niet worden bewezen. Daarom werd Van Gasteren voor doodslag veroordeeld. Dat het een verzetsdaad zou zijn geweest is eigenlijk al meteen uit te sluiten, om te beginnen vanwege de wijze waarop hij zich van het lijk probeerde te ontdoen en een bootje huurde waarbij hij zijn eigen persoonsbewijs liet zien. Dat zou je dan niet verwachten.
En verder deden de Duitsers nasporing naar verbindingen met het Verzet, maar konden die niet vinden. Was dat wel gebeurd dan had hij voor een Duitse rechtbank komen te staan. Hij is dus uit handen van de Duitse justitie gebleven. Van NSB-zijde, die een soort eigen rechtbank hadden, is ook nog naar de zaak gekeken en ook die konden geen politiek motief vinden. Van Gasteren is gewoon door de Nederlandse justitie aangeklaagd, zoals er overigens wel meer moorden op joden zijn behandeld. De autoriteiten vonden geen enkele aanwijzing dat hij bij het Verzet betrokken was.’

‘Een van de verhalen van Van Gasteren is dat hij zich met vervalsing van persoonsbewijzen bezig hield. Helemaal eigenaardig is dan dat hij het bootje waarmee hij het lijk van Oettinger vervoerde, om in een vaart te dumpen, met zijn eigen persoonsbewijs had gehuurd. Zo kwam de politie hem meteen op het spoor nadat de dode, hevig toegetakelde Oettinger in het water was aangetroffen.
In 1944 kwam zijn zaak voor en werd hij tot vier jaar celstraf veroordeeld. De eis was drie jaar, maar de rechter maakte er vier van. In 1946 kwam hij door gratie vervroegd vrij. Zo heeft hij een jaar strafvermindering gekregen. Zijn verhaal is dat hij vrijkwam vanwege rehabilitatie omdat hij zijn daad in het belang van het Verzet pleegde. Het lijkt er veel meer op dat actie van zijn ouders tot zijn vervroegde vrijlating heeft geleid. Van rehabilitatie is geen sprake, dan zou er namelijk opnieuw een proces moeten zijn gevoerd met dat besluit als slotsom. In zijn geval was er alleen maar sprake van strafvermindering waarbij het vonnis ongewijzigd bleef. Een nieuw proces heeft nooit plaatsgevonden.
Er zijn ook nauwelijks voorbeelden te vinden dat joodse onderduikers door het Verzet zijn geliquideerd. Het is in Friesland voorgekomen, maar daar werd toen een soort rechtbank geformeerd die het vonnis uitsprak. Daar ging dus eerst heel wat aan vooraf.’

Eric Slot dook de archieven in om alle gebeurtenissen en uitspraken van Van Gasteren met feiten te kunnen staven. Hij werd daarbij geholpen door het verstrijken van de tijd, wat met zich meebrengt dat steeds meer bronnen toegankelijk worden. Ook van medewerkers van het gemeentearchief van Amsterdam kreeg hij veel nuttige tips. Het strafdossier van Van Gasteren heeft hij niet kunnen inzien.
‘Dat dossier had zich moeten bevinden in het Rijksarchief Noord-Holland in Haarlem, maar toen ik daar kwam, was het zoek, “niet op zijn plaats” zeggen ze dan in archiefkringen. Ik heb een vermoeden waar het ligt.
Het is bekend dat het in ieder geval geraadpleegd is bij de aanvraag voor een koninklijke onderscheiding voor Van Gasteren. Vrienden van hem hadden die aanvraag verzorgd, zoals Van Gasteren altijd vrienden heeft die het voor hem opnemen, met name uit links-liberale kring. Die onderscheiding heeft hij overigens niet gekregen, want met een strafblad kom je daarvoor niet in aanmerking. Een verzetspensioen dat hij zelf aanvroeg heeft hij ook niet gekregen. Alle verklaringen over verzetsactiviteiten zijn eigenlijk op slechts één bron terug te voeren, namelijk Louis van Gasteren zelf. Alle mensen die iets over de moord op Oettinger kunnen vertellen zijn inmiddels overleden. Alleen Van Gasteren zelf is er nog.
Het is duidelijk dat hij in zijn eigen verhaal gelooft. Feiten bestaan voor hem niet. Hij weet alles zo te vormen en te kneden dat er een eigen waarheid ontstaat.’

Met Van Gasteren zelf heeft Slot nooit gesproken. Hij heeft hem wel het manuscript van het boek om commentaar voorgelegd. Het enige effect was een kort geding dat de cineast aanspande om de uitgave te voorkomen. De Arbeiderpers die het boek oorspronkelijk zou uitgeven, zag na enige voorpubliciteit en vervolgens een brief van een advocaat van Van Gasteren van uitgave af. Slot liet zich daar niet door afschrikken en vond Marijke Bartels van uitgeverij Mouria bereid tot publicatie. Dat leidde dus tot een kort geding dat Van Gasteren verloor. Het was de eerste keer dat de auteur de echte hoofdpersoon van zijn boek in levende lijve tegenkwam. Gesproken heeft hij hem echter ook toen niet. Je zou kunnen zeggen dat Slot nu hij met zijn archiefonderzoek als symbolische leugendetector alles op waarheid heeft gecontroleerd, klaar is met het geheel.

‘De drie uitgebreide computerbestanden die ik aanlegde, over de personages, woonadressen en een tijdbalk, heb ik afgesloten. Vier dozen met stukken en aantekeningen verhuizen naar zolder. Het enige dat ik nog zou willen weten is het echte motief voor de doodslag op Oettinger. Dat is nooit duidelijk geworden, om te beginnen niet bij de rechtszaak. Als je feiten leest, moet je concluderen dat het in razernij is gebeurd. Maar wat wekte die razernij op? Er is maar één bron nog te raadplegen die daarop het antwoord kan geven, maar het is een bron waaraan je alleen maar kan twijfelen. Het is de nu bijna vierentachtigjarige Louis van Gasteren.’
 
*********************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar: www.peppered.nl .
 
© 2006 Theo Capel
powered by CJ2