archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Toyin Loye: Van straatschilder in Ibadan tot galeriehouder in Den Haag Willem Minderhout

0408BS Rustig mens vs2
Toyin Loye is een kunstschilder, met een eigen galerie – Chiefs and Spirits – in de Haagse Prinsestraat. Zijn kleurrijke schilderijen en sculpturen laten er geen twijfel over bestaan dat zijn wortels in Afrika liggen. Maar, zoals hij zelf zegt, de vorm mag dan Afrikaans zijn, de zeggingskracht is universeel.
 
Ik ben in 1959 in de stad Ijebu-Jesa in Nigeria geboren. Die stad ligt in een vrij welvarende landbouwstreek. Yam, cassave en rijst worden er verbouwd en cacao voor de export. Mijn vader was daar koning. In Nigeria wemelt het van de koningen. Iedere stad of streek heeft er één. Het is een structuur die de Engelse kolonisten ongemoeid hebben gelaten en ook in het huidige Nigeria nog een belangrijke rol speelt. Je zou de rol van een koning kunnen zien als een combinatie van burgemeester en spiritueel leider. Hij symboliseert de eenheid van de bevolking en hij wordt gezien als een schakel met de geestenwereld. De functie is erfelijk. Ik ben wel een prins, maar geen erfopvolger. Mijn oudste broer is nu koning van Ijebu-Jesa.

Opgroeien aan het hof
Als ik terugkijk op mijn jeugd dan was het eigenlijk zeer speciaal om aan zo’n hof op te groeien. Op het moment zelf realiseer je je dat niet. Je neemt alles als vanzelfsprekend aan. Ik ben Yoruba en kom uit het Christelijke deel van Nigeria. Het Nigeriaanse Christendom is een mengeling van Anglicanisme met de lokale godsdienst. Je zou dat animisme kunnen noemen, maar ik vergelijk het liever met de godenwereld uit de Griekse Oudheid. De koning speelt daarin een belangrijke rituele rol in tijden van tegenspoed, zoals droogte en dergelijke. Hij moet het evenwicht tussen de materiële wereld en de geestenwereld herstellen. Al die symbolen en rituelen vind je ook terug in mijn werk. Dat is een blijvende inspiratie. Je hoeft niet te weten wat dat allemaal voorstelt hoor. Als het goed is voel je dat vanzelf. Ik maak kunstwerken, geen stripverhalen.
Mijn vader had drie vrouwen en ik groeide op met drie broers en vier zussen. Polygamie is vrij normaal in Nigeria. Als je je het kunt veroorloven neem je er een vrouw bij. Nee, er blijven echt geen mannen ongehuwd. Er worden nu eenmaal meer vrouwen dan mannen geboren.

Tekenen en schilderen
Zolang als ik me kan herinneren ben ik gefascineerd door tekenen en schilderen. Ik hielp altijd bij het maken van versieringen en dergelijke en ik tekende talloze schetsboeken vol. Professionele kunstschilders waren er niet in Ijebu-Jesa. Er werd wel veel aan houtbewerking en andere kunstnijverheid gedaan. Toen ik een jaar of veertien was ben ik bij mijn broer in Ibadan gaan wonen. Ik ben toen aan de slag gegaan als straatschilder. Dat is een geweldige leerschool geweest. Ik leerde veel van de andere straatschilders. We maakten van alles: portretten, advertenties, uithangborden, stempels. Alles waar je wat mee kon verdienen.

Na twee jaar ben ik naar school teruggegaan en na de middelbare school ben ik kunst gaan studeren aan de universiteit van Ife. Dat was een hele brede opleiding. Ik specialiseerde me in grafisch ontwerpen, maar je moest ook cursussen volgen in filosofie, geschiedenis, antropologie, literatuur, wereld religie en drama. Mijn leraar drama was de beroemde toneelschrijver en dichter Wole Soyinka, die in 1986 de Nobelprijs voor literatuur ontving Hij had natuurlijk een enorm prestige onder de studenten. Ik vind het een groot voorrecht om hem als leraar gehad te hebben. Na mijn opleiding ben ik teruggekeerd naar Ibadan, want die stad is het centrum van de Nigeriaanse en de Afrikaanse uitgeverswereld. Ik werkte voor uitgeverij ‘Spectrum’ als ontwerper, vormgever en illustrator van romans en schoolboeken. Vrijwel alle uitgaven waren gericht op Engelstalig Afrika. In Nigeria spreekt iedereen naast zijn eigen taal Engels. Alleen Nigeria telt al - naast de grote drie: Yoruba, Hausa, Ibo – meer dan tweehonderd etnische groepen met hun eigen taal.

Toevallig naar Nederland
Hoe ik in Nederland verzeild raakte? Toeval. Op een gegeven moment werd ik gevraagd of ik belangstelling had om een vervolgopleiding bij de Staatsdrukkerij te volgen. Dat leek me wel wat, maar van Nederland wist ik weinig tot niets. Ik wist dat er veel internationale organisaties in Den Haag waren, ik had van de Deltawerken, de windmolens en de polders en zo gehoord. En natuurlijk Dutch Wax. Weet je niet wat Dutch Wax is? Dat is de naam voor kleurige batikstoffen die in West Afrika heel erg populair zijn. Die stoffen worden in Nederland – vrijwel uitsluitend voor de export naar West Afrika – geproduceerd.

Ik kwam hier op een koude dag in januari en ik weet nog dat het me opviel dat Den Haag erg rustig was. Er was niemand op straat, dat is in Nigeria wel anders. Ik woonde met andere studenten in de Van Swietenstraat. Ik leerde veel, vooral hoe je efficiënter kunt werken en een hogere productiviteit kunt bereiken dan we in Nigeria gewend waren. Ik zou vier maanden blijven. Ik had er nooit over nagedacht om in Nederland te blijven. Europa trok wel, maar dan vooral Engeland vanwege de taal en het verleden. Ik was daar al eens op de London Book Fair geweest. De SDU had echter een leuk programma voor ons georganiseerd. ‘Meet the Dutch’. Als student kreeg je een adres van mensen die je een beetje wegwijs zouden maken in de Nederlandse samenleving. Je kon bij die mensen gaan eten, of samen fietsen en zo. Ik kwam bij een heel aardig echtpaar terecht met wie het goed klikte. Op een dag ontmoette ik hun dochter en dat klikte nog beter. Echt liefde op het eerste gezicht! ‘Meet the Dutch’ was voor mij persoonlijk wel een zeer geslaagd programma.

We zijn naar Nigeria gegaan en ik heb haar aan mijn moeder voorgesteld. Die heeft haar ook onmiddellijk in haar hart gesloten. We hebben toen wel lang nagedacht hoe het allemaal verder moest. We hadden één geluk: mijn vrouw werkt voor Oxfam Novib en werd uitgezonden naar Indonesië. Ik ben toen met haar meegegaan. Daar – op neutraal terrein – hebben we besloten om ons in Nederland te vestigen.
 
‘Echte’ Cobra
Het kost me geen moeite om van mijn schilderijen te leven. Als je de straten van Ibadan overleefd hebt, overleef je alles. Veel Nederlanders houden van mijn soort beeldtaal. In het begin hoorde ik veel mensen zeggen: “Kijk, Cobra!” Ik had nog nooit van Cobra gehoord, maar ik ontdekte dat de kunstenaars van Cobra zich lieten inspireren door Afrikaanse kunst. Maar mijn kunst is niet ‘geïnspireerd’ door Afrikaanse kunst, het ís Afrikaanse kunst.

Ik weet niet of mijn verblijf in Nederland invloed heeft op mijn wijze van schilderen. Ik ben vorig jaar met onze twee dochters met mijn vrouw meegegaan toen zij een jaar in Sri Lanka werkte. Dat heeft ook veel indruk op me gemaakt, maar in mijn kunst zie je dat niet zo direct terug, denk ik. Ik blijf me wel ontwikkelen. Ik verwerk de laatste tijd af en toe touw in mijn schilderijen en ik ben met ceramiek begonnen. Ik experimenteer ook met diverse ondergronden. De bodem van die grote terracotta schaal daar, bijvoorbeeld. Dat is toch prachtig?

Prinsheerlijk, als Nigeriaanse prins in de Haagse Prinsestraat? Sorry, dat begrijp ik niet helemaal. Mijn Nederlands is nog steeds niet zo goed. Maar ik heb het hier zeker naar mijn zin, als je dat bedoelt. De mensen weten mijn galerie te vinden. Ik verkoop overigens ook werk van andere kunstenaars. Afrikanen? Dat komt voor, maar niet uitsluitend. Als ik het zelf mooi vind, mogen ze het hier exposeren. Wie het ook gemaakt heeft.

Meer over Toyin Loye:
Meer over Dutch Wax:
 
Meer over Wole Soyinka:



© 2007 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Toyin Loye: Van straatschilder in Ibadan tot galeriehouder in Den Haag Willem Minderhout
0408BS Rustig mens vs2
Toyin Loye is een kunstschilder, met een eigen galerie – Chiefs and Spirits – in de Haagse Prinsestraat. Zijn kleurrijke schilderijen en sculpturen laten er geen twijfel over bestaan dat zijn wortels in Afrika liggen. Maar, zoals hij zelf zegt, de vorm mag dan Afrikaans zijn, de zeggingskracht is universeel.
 
Ik ben in 1959 in de stad Ijebu-Jesa in Nigeria geboren. Die stad ligt in een vrij welvarende landbouwstreek. Yam, cassave en rijst worden er verbouwd en cacao voor de export. Mijn vader was daar koning. In Nigeria wemelt het van de koningen. Iedere stad of streek heeft er één. Het is een structuur die de Engelse kolonisten ongemoeid hebben gelaten en ook in het huidige Nigeria nog een belangrijke rol speelt. Je zou de rol van een koning kunnen zien als een combinatie van burgemeester en spiritueel leider. Hij symboliseert de eenheid van de bevolking en hij wordt gezien als een schakel met de geestenwereld. De functie is erfelijk. Ik ben wel een prins, maar geen erfopvolger. Mijn oudste broer is nu koning van Ijebu-Jesa.

Opgroeien aan het hof
Als ik terugkijk op mijn jeugd dan was het eigenlijk zeer speciaal om aan zo’n hof op te groeien. Op het moment zelf realiseer je je dat niet. Je neemt alles als vanzelfsprekend aan. Ik ben Yoruba en kom uit het Christelijke deel van Nigeria. Het Nigeriaanse Christendom is een mengeling van Anglicanisme met de lokale godsdienst. Je zou dat animisme kunnen noemen, maar ik vergelijk het liever met de godenwereld uit de Griekse Oudheid. De koning speelt daarin een belangrijke rituele rol in tijden van tegenspoed, zoals droogte en dergelijke. Hij moet het evenwicht tussen de materiële wereld en de geestenwereld herstellen. Al die symbolen en rituelen vind je ook terug in mijn werk. Dat is een blijvende inspiratie. Je hoeft niet te weten wat dat allemaal voorstelt hoor. Als het goed is voel je dat vanzelf. Ik maak kunstwerken, geen stripverhalen.
Mijn vader had drie vrouwen en ik groeide op met drie broers en vier zussen. Polygamie is vrij normaal in Nigeria. Als je je het kunt veroorloven neem je er een vrouw bij. Nee, er blijven echt geen mannen ongehuwd. Er worden nu eenmaal meer vrouwen dan mannen geboren.

Tekenen en schilderen
Zolang als ik me kan herinneren ben ik gefascineerd door tekenen en schilderen. Ik hielp altijd bij het maken van versieringen en dergelijke en ik tekende talloze schetsboeken vol. Professionele kunstschilders waren er niet in Ijebu-Jesa. Er werd wel veel aan houtbewerking en andere kunstnijverheid gedaan. Toen ik een jaar of veertien was ben ik bij mijn broer in Ibadan gaan wonen. Ik ben toen aan de slag gegaan als straatschilder. Dat is een geweldige leerschool geweest. Ik leerde veel van de andere straatschilders. We maakten van alles: portretten, advertenties, uithangborden, stempels. Alles waar je wat mee kon verdienen.

Na twee jaar ben ik naar school teruggegaan en na de middelbare school ben ik kunst gaan studeren aan de universiteit van Ife. Dat was een hele brede opleiding. Ik specialiseerde me in grafisch ontwerpen, maar je moest ook cursussen volgen in filosofie, geschiedenis, antropologie, literatuur, wereld religie en drama. Mijn leraar drama was de beroemde toneelschrijver en dichter Wole Soyinka, die in 1986 de Nobelprijs voor literatuur ontving Hij had natuurlijk een enorm prestige onder de studenten. Ik vind het een groot voorrecht om hem als leraar gehad te hebben. Na mijn opleiding ben ik teruggekeerd naar Ibadan, want die stad is het centrum van de Nigeriaanse en de Afrikaanse uitgeverswereld. Ik werkte voor uitgeverij ‘Spectrum’ als ontwerper, vormgever en illustrator van romans en schoolboeken. Vrijwel alle uitgaven waren gericht op Engelstalig Afrika. In Nigeria spreekt iedereen naast zijn eigen taal Engels. Alleen Nigeria telt al - naast de grote drie: Yoruba, Hausa, Ibo – meer dan tweehonderd etnische groepen met hun eigen taal.

Toevallig naar Nederland
Hoe ik in Nederland verzeild raakte? Toeval. Op een gegeven moment werd ik gevraagd of ik belangstelling had om een vervolgopleiding bij de Staatsdrukkerij te volgen. Dat leek me wel wat, maar van Nederland wist ik weinig tot niets. Ik wist dat er veel internationale organisaties in Den Haag waren, ik had van de Deltawerken, de windmolens en de polders en zo gehoord. En natuurlijk Dutch Wax. Weet je niet wat Dutch Wax is? Dat is de naam voor kleurige batikstoffen die in West Afrika heel erg populair zijn. Die stoffen worden in Nederland – vrijwel uitsluitend voor de export naar West Afrika – geproduceerd.

Ik kwam hier op een koude dag in januari en ik weet nog dat het me opviel dat Den Haag erg rustig was. Er was niemand op straat, dat is in Nigeria wel anders. Ik woonde met andere studenten in de Van Swietenstraat. Ik leerde veel, vooral hoe je efficiënter kunt werken en een hogere productiviteit kunt bereiken dan we in Nigeria gewend waren. Ik zou vier maanden blijven. Ik had er nooit over nagedacht om in Nederland te blijven. Europa trok wel, maar dan vooral Engeland vanwege de taal en het verleden. Ik was daar al eens op de London Book Fair geweest. De SDU had echter een leuk programma voor ons georganiseerd. ‘Meet the Dutch’. Als student kreeg je een adres van mensen die je een beetje wegwijs zouden maken in de Nederlandse samenleving. Je kon bij die mensen gaan eten, of samen fietsen en zo. Ik kwam bij een heel aardig echtpaar terecht met wie het goed klikte. Op een dag ontmoette ik hun dochter en dat klikte nog beter. Echt liefde op het eerste gezicht! ‘Meet the Dutch’ was voor mij persoonlijk wel een zeer geslaagd programma.

We zijn naar Nigeria gegaan en ik heb haar aan mijn moeder voorgesteld. Die heeft haar ook onmiddellijk in haar hart gesloten. We hebben toen wel lang nagedacht hoe het allemaal verder moest. We hadden één geluk: mijn vrouw werkt voor Oxfam Novib en werd uitgezonden naar Indonesië. Ik ben toen met haar meegegaan. Daar – op neutraal terrein – hebben we besloten om ons in Nederland te vestigen.
 
‘Echte’ Cobra
Het kost me geen moeite om van mijn schilderijen te leven. Als je de straten van Ibadan overleefd hebt, overleef je alles. Veel Nederlanders houden van mijn soort beeldtaal. In het begin hoorde ik veel mensen zeggen: “Kijk, Cobra!” Ik had nog nooit van Cobra gehoord, maar ik ontdekte dat de kunstenaars van Cobra zich lieten inspireren door Afrikaanse kunst. Maar mijn kunst is niet ‘geïnspireerd’ door Afrikaanse kunst, het ís Afrikaanse kunst.

Ik weet niet of mijn verblijf in Nederland invloed heeft op mijn wijze van schilderen. Ik ben vorig jaar met onze twee dochters met mijn vrouw meegegaan toen zij een jaar in Sri Lanka werkte. Dat heeft ook veel indruk op me gemaakt, maar in mijn kunst zie je dat niet zo direct terug, denk ik. Ik blijf me wel ontwikkelen. Ik verwerk de laatste tijd af en toe touw in mijn schilderijen en ik ben met ceramiek begonnen. Ik experimenteer ook met diverse ondergronden. De bodem van die grote terracotta schaal daar, bijvoorbeeld. Dat is toch prachtig?

Prinsheerlijk, als Nigeriaanse prins in de Haagse Prinsestraat? Sorry, dat begrijp ik niet helemaal. Mijn Nederlands is nog steeds niet zo goed. Maar ik heb het hier zeker naar mijn zin, als je dat bedoelt. De mensen weten mijn galerie te vinden. Ik verkoop overigens ook werk van andere kunstenaars. Afrikanen? Dat komt voor, maar niet uitsluitend. Als ik het zelf mooi vind, mogen ze het hier exposeren. Wie het ook gemaakt heeft.

Meer over Toyin Loye:
Meer over Dutch Wax:
 
Meer over Wole Soyinka:

© 2007 Willem Minderhout
powered by CJ2