archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Via Joseph O'Connor naar Rory Gallagher Henk Klaren

0319VG Luister
Een poosje geleden ben ik lid van de bibliotheek geworden. Eigenlijk voor de muziek. Ik was nog maar net met werken gestopt en dronk op de Mariaplaats in Utrecht een glas met een oud collega. Beetje napraten. Hij kwam net van de bibliotheek op de Oudegracht en liet me het stapeltje CD’s zien, dat hij geleend had. Clapton zat er bij: Me And Mr. Johnson. Die had ik al. Geweldig, maar daar gaat dit stukje niet over.

Van de weeromstuit heb ik me ook aangemeld als lid van de bieb. In het begin haalde ik eigenlijk alleen maar CD’s. Soms ook een boekje met bladmuziek van populaire liedjes voor de gitaarakkoordjes als we met onze vrienden wat gaan zingen op bruiloften en partijen. Een mooie traditie in onze vriendenkring. Langzamerhand ben ik ook boeken gaan lenen. Da’s een stuk goedkoper dan boeken kopen en bovendien: onze boekenkast (vier meter hoog en drieëneenhalve meter breed) begint vol te raken en ruimte voor uitbreiding is er eigenlijk niet. We moeten nodig verhuizen.

Laatst leende ik Inishowen van Joseph O’Connor. Mijn vrouw had er een mooie recensie over gelezen. Toen we het allebei uit hadden heb ik het teruggebracht. Maar als ik terugdacht aan Inishowen klonk er steeds muziek in mijn hoofd. Ik heb het boek nog een keer geleend en nog eens gelezen om te zien hoe dat nou kwam. Bij eerste lezing let je vaak vooral op de handeling. Inishowen is een schiereiland in het uiterste noorden van Ierland. In County Donegal vlak tegen Noord Ierland aan. De twee hoofdpersonen komen daar vandaan en alle gebeurtenissen komen daar aan het eind samen. De vrouw is als baby door een Amerikaans gezin geadopteerd en is op zoek naar haar natuurlijke moeder. Inmiddels is ze getrouwd met een notoir vreemdgaande plastisch chirurg. Ze is ongeneeslijk ziek en zal binnen het jaar dood gaan. De andere hoofdpersoon is een gescheiden politieman. Een niet meer drinkende alcoholist, die ter compensatie nogal eens een jointje opsteekt.

O’Connor – broer van Sinéad – gebruikt muziek om sfeer neer te zetten. De mannelijke hoofdpersoon draait de Stones als hij in de auto zit. Jumpin’ Jack Flash, Sympathy for the Devil, Brown Sugar…. Op het Ierse platteland zingen toevallige voorbijgangers steeds Ierse volksliedjes. Vaak over de Ierse vrijheidsstrijd. Long live the Rifles of the IRA, Wrap the Green Flag around Me Boys, en zo. Als de mannelijke hoofdpersoon zijn vrouw aan de telefoon heeft, klinken er aan de andere kant flarden klassiek muziek. Ook de plastisch chirurg is meer van Beethoven en Sjostakowitsj en moest als kind huilen toen hij een Beatle-pruik voor zijn verjaardag kreeg. In een wat deftig hotel in Donegal klinkt Ierse volksmuziek. Danny Boy, maar dan wel in een muzak-uitvoering. In een nog deftiger hotel in Dublin speelt een harpiste. Reggae komt langs, opera, The Sound of Music, steelbands, Oasis, Gilbert and Sullivan, Barry Manilow, de blues, showbands, country. Overal hoort muziek bij.
 
Hij zet ook met enkele woorden een aantal muzieksoorten weg die hij – of de hoofdpersoon – niet ziet zitten. MC Hammer is niks (“de Stones en Dylan, that’s my era”). Het vriendje van de dochter van de dame en de chirurg speelt in een heavy metal band: elektrische gitaar en kettingzaag! Hij is bovendien vrijwel bedolven onder piercings en tattoos. De baby-onder-water hoes van Nirvana kan helemaal niet bekoren. Dat vind de chirurg “deeply disturbing”. Hij kreeg een stapeltje CD’s van zijn jonge vriendinnetje – platenverkoopster – voor zijn kinderen. CD’s met “demented youths leering from the covers, waving their fists and making offensive gestures.” Dankzij O’Connor weten we nu ook waarom Jerry Hall nooit met Bryan Ferry is getrouwd en waarom Carly Simon nooit met Bob Marley zou hebben moeten trouwen. De hoofdpersonen vonden elkaar in de muziek van Carly Simon (You’re so Vain) en de blues: “Is that Jimmy Reed or Muddy”.

Door Inishowen heb ik Rory Gallagher herontdekt. O’Connor beschrijft een vroeg optreden van diens toenmalige band Taste, dat door de hoofdpersoon in zijn tienerjaren met zijn broer wordt bijgewoond. Hele mooie bladzijden. En als je dan Rory weer eens draait wou je dat je er bij was geweest. Ruige bluesrock, een hele snelle virtuoze gitaar – denk ook aan Ten Years After en Roy Buchanan) en een prettig nonchalante stem. Voor wie kennis wil maken: Big Guns, the very Best of Rory Gallagher bevat een mooi overzicht.
 
 
*********************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op: www.bnr.nl .


© 2006 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Via Joseph O'Connor naar Rory Gallagher Henk Klaren
0319VG Luister
Een poosje geleden ben ik lid van de bibliotheek geworden. Eigenlijk voor de muziek. Ik was nog maar net met werken gestopt en dronk op de Mariaplaats in Utrecht een glas met een oud collega. Beetje napraten. Hij kwam net van de bibliotheek op de Oudegracht en liet me het stapeltje CD’s zien, dat hij geleend had. Clapton zat er bij: Me And Mr. Johnson. Die had ik al. Geweldig, maar daar gaat dit stukje niet over.

Van de weeromstuit heb ik me ook aangemeld als lid van de bieb. In het begin haalde ik eigenlijk alleen maar CD’s. Soms ook een boekje met bladmuziek van populaire liedjes voor de gitaarakkoordjes als we met onze vrienden wat gaan zingen op bruiloften en partijen. Een mooie traditie in onze vriendenkring. Langzamerhand ben ik ook boeken gaan lenen. Da’s een stuk goedkoper dan boeken kopen en bovendien: onze boekenkast (vier meter hoog en drieëneenhalve meter breed) begint vol te raken en ruimte voor uitbreiding is er eigenlijk niet. We moeten nodig verhuizen.

Laatst leende ik Inishowen van Joseph O’Connor. Mijn vrouw had er een mooie recensie over gelezen. Toen we het allebei uit hadden heb ik het teruggebracht. Maar als ik terugdacht aan Inishowen klonk er steeds muziek in mijn hoofd. Ik heb het boek nog een keer geleend en nog eens gelezen om te zien hoe dat nou kwam. Bij eerste lezing let je vaak vooral op de handeling. Inishowen is een schiereiland in het uiterste noorden van Ierland. In County Donegal vlak tegen Noord Ierland aan. De twee hoofdpersonen komen daar vandaan en alle gebeurtenissen komen daar aan het eind samen. De vrouw is als baby door een Amerikaans gezin geadopteerd en is op zoek naar haar natuurlijke moeder. Inmiddels is ze getrouwd met een notoir vreemdgaande plastisch chirurg. Ze is ongeneeslijk ziek en zal binnen het jaar dood gaan. De andere hoofdpersoon is een gescheiden politieman. Een niet meer drinkende alcoholist, die ter compensatie nogal eens een jointje opsteekt.

O’Connor – broer van Sinéad – gebruikt muziek om sfeer neer te zetten. De mannelijke hoofdpersoon draait de Stones als hij in de auto zit. Jumpin’ Jack Flash, Sympathy for the Devil, Brown Sugar…. Op het Ierse platteland zingen toevallige voorbijgangers steeds Ierse volksliedjes. Vaak over de Ierse vrijheidsstrijd. Long live the Rifles of the IRA, Wrap the Green Flag around Me Boys, en zo. Als de mannelijke hoofdpersoon zijn vrouw aan de telefoon heeft, klinken er aan de andere kant flarden klassiek muziek. Ook de plastisch chirurg is meer van Beethoven en Sjostakowitsj en moest als kind huilen toen hij een Beatle-pruik voor zijn verjaardag kreeg. In een wat deftig hotel in Donegal klinkt Ierse volksmuziek. Danny Boy, maar dan wel in een muzak-uitvoering. In een nog deftiger hotel in Dublin speelt een harpiste. Reggae komt langs, opera, The Sound of Music, steelbands, Oasis, Gilbert and Sullivan, Barry Manilow, de blues, showbands, country. Overal hoort muziek bij.
 
Hij zet ook met enkele woorden een aantal muzieksoorten weg die hij – of de hoofdpersoon – niet ziet zitten. MC Hammer is niks (“de Stones en Dylan, that’s my era”). Het vriendje van de dochter van de dame en de chirurg speelt in een heavy metal band: elektrische gitaar en kettingzaag! Hij is bovendien vrijwel bedolven onder piercings en tattoos. De baby-onder-water hoes van Nirvana kan helemaal niet bekoren. Dat vind de chirurg “deeply disturbing”. Hij kreeg een stapeltje CD’s van zijn jonge vriendinnetje – platenverkoopster – voor zijn kinderen. CD’s met “demented youths leering from the covers, waving their fists and making offensive gestures.” Dankzij O’Connor weten we nu ook waarom Jerry Hall nooit met Bryan Ferry is getrouwd en waarom Carly Simon nooit met Bob Marley zou hebben moeten trouwen. De hoofdpersonen vonden elkaar in de muziek van Carly Simon (You’re so Vain) en de blues: “Is that Jimmy Reed or Muddy”.

Door Inishowen heb ik Rory Gallagher herontdekt. O’Connor beschrijft een vroeg optreden van diens toenmalige band Taste, dat door de hoofdpersoon in zijn tienerjaren met zijn broer wordt bijgewoond. Hele mooie bladzijden. En als je dan Rory weer eens draait wou je dat je er bij was geweest. Ruige bluesrock, een hele snelle virtuoze gitaar – denk ook aan Ten Years After en Roy Buchanan) en een prettig nonchalante stem. Voor wie kennis wil maken: Big Guns, the very Best of Rory Gallagher bevat een mooi overzicht.
 
 
*********************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op: www.bnr.nl .
© 2006 Henk Klaren
powered by CJ2