archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Shel Silverstein en zijn Old Dogs Henk Klaren

Eind jaren vijftig was trad jazz in de mode. Wij noemden dat dixieland. Iedere middelbare school had wel een eigen dixielandbandje. Op zeker moment begonnen vooral Europese bands commercieel interessante nieuwigheidjes uit te proberen. Ze namen bekende deuntjes en maakten daar dixielandnummers van. Het verschijnsel behoort tot de vreselijkste dingen uit de populaire muziekgeschiedenis. In Nederland had je bijvoorbeeld de Down Town Jazzband, onder leiding van Roefie Hueting, de bekende statisticus. Die heeft een singeltje gemaakt met op de ene kant Yellow Bird en op de andere kant de Eurovision Blues, een aanpassing van de toenmalige herkenningsmelodie van de Eurovisie. Mijn oudere zus had dat plaatje, tenenkrommend. Nog erger was het Deense equivalent: Papa Bue’s Viking Jazz Band. Hun hit was een aanpassing van het toch al ernstige Schlafe mein Prinzchen. De band treedt nog steeds op, maar Shel Silverstein, banjo en zang, is er niet meer bij. Hij is in 1999 overleden en had toen al lang andere wegen ingeslagen.

Silverstein kon alles. Zijn uitstapje naar Papa Bue zij hem vergeven. Het is moeilijk te zeggen waar hij het bekendst van is. Dat hangt van de doelgroep af. Hij was cartoonist en illustrator. Een beetje in de stijl van Peter Vos, maar met wat helderder lijnen. Hij was ook toneelschrijver en schrijver van kinderboeken en –gedichtjes. Lees bijvoorbeeld:
     A Giraffe and a Half:
        ‘If you had a giraffe
        And he stretched another half
        You would have a giraffe and a half’ etc.

In de popmuziek is hij vooral bekend als schrijver van nummers als Sylvia’s Mother en The Ballad of Lucy Jordan. Hij was zo’n beetje de huisschrijver van Dr. Hook (and the Medicine Show). Volgens mij de bepalende factor voor het succes van die groep. De teksten zijn vaak verhalend, anarchistisch ook wel. Wij zouden ze misschien cabaretesk noemen. Neem I Got Stoned and I Missed It wat ongetwijfeld model heeft gestaan voor Normaal’s Maar Ik Zag Niks Want Ik Mos’ Pissen. Neem ook Johnny Cash’s A Boy Named Sue.
 
Hij schreef dus niet alleen voor Dr. Hook. Voor Cash dus, maar ook voor Bobby Bare (veel nummers op het album Drunk and Crazy) en voor zichzelf. Hij heeft een paar albums uitgebracht. Helemaal over the top. Eén nummer: The Smoke Off gaat over een wedstrijd tussen een kampioen joint-rookster en een kampioen joint-roller voor tienduizenden toeschouwers in het Yankee-stadion. Absurd. Het duurt bijna zeven minuten. Zijn zangstijl is extreem. Het kraakt, piept, praat en schreeuwt. In een wat toegankelijker vorm vind je dat hier en daar bij Dr. Hook terug.

In juni 1998 kwam een geweldige CD uit: Old Dogs. Het moet één van Shel’s laatste ondernemingen zijn geweest. Het verhaal is, dat Shel Silverstein en Bobby Bare op een avond wat zaten te drinken. Bare mopperde dat er nauwelijks liedjes bestonden over ouder worden, terwijl zij zelf toch al behoorlijk op jaren begonnen te komen. Dat heeft geleid tot Old Dogs, vol Silversteinliedjes, uitgevoerd door country-legenden Bobby Bare, Waylon Jennings, Mel Tillis en Jerry Reed (aka The Guitar Man). Leuke muziek en sommige nummers zijn wat mij betreft onsterfelijk. Zoals Time (‘and the young folks they’re growing exceptionally tall’). Ik heb de tekst vertaald en op de uitnodigingen voor mijn zestigste verjaardag gezet.


© 2006 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Shel Silverstein en zijn Old Dogs Henk Klaren
Eind jaren vijftig was trad jazz in de mode. Wij noemden dat dixieland. Iedere middelbare school had wel een eigen dixielandbandje. Op zeker moment begonnen vooral Europese bands commercieel interessante nieuwigheidjes uit te proberen. Ze namen bekende deuntjes en maakten daar dixielandnummers van. Het verschijnsel behoort tot de vreselijkste dingen uit de populaire muziekgeschiedenis. In Nederland had je bijvoorbeeld de Down Town Jazzband, onder leiding van Roefie Hueting, de bekende statisticus. Die heeft een singeltje gemaakt met op de ene kant Yellow Bird en op de andere kant de Eurovision Blues, een aanpassing van de toenmalige herkenningsmelodie van de Eurovisie. Mijn oudere zus had dat plaatje, tenenkrommend. Nog erger was het Deense equivalent: Papa Bue’s Viking Jazz Band. Hun hit was een aanpassing van het toch al ernstige Schlafe mein Prinzchen. De band treedt nog steeds op, maar Shel Silverstein, banjo en zang, is er niet meer bij. Hij is in 1999 overleden en had toen al lang andere wegen ingeslagen.

Silverstein kon alles. Zijn uitstapje naar Papa Bue zij hem vergeven. Het is moeilijk te zeggen waar hij het bekendst van is. Dat hangt van de doelgroep af. Hij was cartoonist en illustrator. Een beetje in de stijl van Peter Vos, maar met wat helderder lijnen. Hij was ook toneelschrijver en schrijver van kinderboeken en –gedichtjes. Lees bijvoorbeeld:
     A Giraffe and a Half:
        ‘If you had a giraffe
        And he stretched another half
        You would have a giraffe and a half’ etc.

In de popmuziek is hij vooral bekend als schrijver van nummers als Sylvia’s Mother en The Ballad of Lucy Jordan. Hij was zo’n beetje de huisschrijver van Dr. Hook (and the Medicine Show). Volgens mij de bepalende factor voor het succes van die groep. De teksten zijn vaak verhalend, anarchistisch ook wel. Wij zouden ze misschien cabaretesk noemen. Neem I Got Stoned and I Missed It wat ongetwijfeld model heeft gestaan voor Normaal’s Maar Ik Zag Niks Want Ik Mos’ Pissen. Neem ook Johnny Cash’s A Boy Named Sue.
 
Hij schreef dus niet alleen voor Dr. Hook. Voor Cash dus, maar ook voor Bobby Bare (veel nummers op het album Drunk and Crazy) en voor zichzelf. Hij heeft een paar albums uitgebracht. Helemaal over the top. Eén nummer: The Smoke Off gaat over een wedstrijd tussen een kampioen joint-rookster en een kampioen joint-roller voor tienduizenden toeschouwers in het Yankee-stadion. Absurd. Het duurt bijna zeven minuten. Zijn zangstijl is extreem. Het kraakt, piept, praat en schreeuwt. In een wat toegankelijker vorm vind je dat hier en daar bij Dr. Hook terug.

In juni 1998 kwam een geweldige CD uit: Old Dogs. Het moet één van Shel’s laatste ondernemingen zijn geweest. Het verhaal is, dat Shel Silverstein en Bobby Bare op een avond wat zaten te drinken. Bare mopperde dat er nauwelijks liedjes bestonden over ouder worden, terwijl zij zelf toch al behoorlijk op jaren begonnen te komen. Dat heeft geleid tot Old Dogs, vol Silversteinliedjes, uitgevoerd door country-legenden Bobby Bare, Waylon Jennings, Mel Tillis en Jerry Reed (aka The Guitar Man). Leuke muziek en sommige nummers zijn wat mij betreft onsterfelijk. Zoals Time (‘and the young folks they’re growing exceptionally tall’). Ik heb de tekst vertaald en op de uitnodigingen voor mijn zestigste verjaardag gezet.
© 2006 Henk Klaren
powered by CJ2