archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Zappa leeft! Willem Minderhout

1112VG Zappa1
Ik ben nu ouder dan Frank Zappa was toen hij op 4 december 1993 stierf. Meer dan twintig jaar geleden alweer. Het is vijfentwintig jaar geleden dat ik hem voor het laatst zag optreden. Ik ging in 1988 naar beide ‘Broadway the hard way’-concerten in Ahoy. Terwijl ik dit schrijf heb ik de bootleg van die optredens opstaan. Anders dan concerten van bands als de Rolling Stones, die tijdens een tournee van de eerste tot de laatste seconde identiek zijn, zagen wij twee totaal verschillende concerten. Mijn eerste Zappa-concert zag ik in februari 1978 in Ahoy. Dat is alweer zesendertig jaar geleden. Ik ben al ruim veertig jaar fan. Een jeugdliefde die blijkbaar niet overgaat.

Het is moeilijk te bepalen welke periode ik in zijn carrière het boeiendst vind. Meestal ben ik geneigd om mijn voorkeur voor de eerste periode uit te spreken, toen Zappa’s band nog ‘Mothers of Invention’ heette en niet als een anonieme begeleidingsband door het leven ging. Die Mothers-periode bestaat overigens zelf ook weer uit minstens drie periodes, onderbroken door soloprojecten als Lumpy Gravy, Hot Rats en The Grand Wazoo.

In de latere anonieme begeleidingsbands speelden overigens de meest fantastische muzikanten en platen als Live in New York en Sheik Yerbouti behoren zeker tot het beste dat Zappa ooit maakte. Met Broadway the hard way en de twee bijbehorende live dubbel-CD’s sloot hij zijn rock-carrière op een fantastische wijze, zij het niet vrijwillig, af.

De laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich vooral aan de orkestrale uitvoeringen van zijn werk. Componeren voor orkest deed Zappa al vanaf zijn middelbare schooltijd, maar meer en meer orkesten die zich toeleggen op contemporaine muziek wierpen zich met hart en ziel op zijn werk. Het absolute hoogtepunt volgde in zijn laatste levensjaar: The Yellow Shark van het Duitse Ensemble Modern.

Onlangs konden we dicht bij huis nog eens verder mijmeren over de vraag wat nu de meest interessante Zappa-periode was. In december vorig jaar trad het Utrechtse Insomnio Ensemble op in LantarenVenster met een meer dan perfecte uitvoering van The Yellow Shark. Opvallend vind ik wel dat de meest aansprekende nummers – Uncle Meat/Dog Breath, Be-Bop Tango en Pound for a Brown – orkestrale versies van klassieke Mothers-nummers waren. (Ook de versie van G-Spot Tornado, stammend uit de tijd dat Zappa dacht dat de computer beter was dan een band omdat ie nooit fouten maakt, was overigens schitterend.)

Het nummer ‘Pound for a brown’ is overigens gebaseerd op een weddenschap tussen oer-Mothers Jimmy Carl Black en Bunk Gardner. Bunk zou een pond krijgen als hij in een Londense bus zijn billen zou tonen. Jimmy Carl ‘the Indian of the group’ Black is al overleden. Ik heb hem ooit in Vlissingen zien optreden met de Britse Zappa-coverband The Muffin Men. Bunk Gardner is een van die Mothers van het tweede uur waarvan ik nooit had verwacht hem ooit live te zullen zien. Vanaf mijn tienerjaren staan ‘the Gardner varieties’ van het Zappa-nummer King Kong op mijn trommelvliezen1112VG Zappa2 gebrand en nu zou ik de grote meester uiteindelijk toch nog een keer in het echt zien.

Gelukkig was het lot me goed gezind. The Grand Mothers of Invention, een wisselende groep oer-Mothers rond Don Preston, aangevuld met jonkies, trad in maart op. Ook in LantarenVenster. Don Preston had ik in een andere samenstelling van de Grand Mothers – met Roy Estrada en Napoleon Murphy Brock – tien jaar eerder op zien treden in het Paard van Troje. Don was toen al in de zeventig, dus ik dacht dat dat wel de laatste kans was dat ik hem ooit zou zien optreden. Hij is nu bijna 82, maar nog even vitaal als altijd. Bunk Gardner is nauwelijks een jaar jonger. Hij loopt als een breekbare oude man, maar als hij de sax aan zijn mond zet komt er nog een enorme power uit. Het programma bestond uit oude Mothers-nummers met uitzondering van T’Mershi Duween. De eerste helft heb ik op video gezet. De oude heren maakten zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf. Ze werden zelfs steeds enthousiaster en eindigden met een geweldige uitvoering van Peaches en regalia. Na afloop heb ik tijdens de signeersessie nog een paar zinnen met Bunk gewisseld. Het is een uiterst zachtaardige oude baas, die zichtbaar moe was van dat getour op zijn tachtigste.

Anderhalve week later was het weer prijs. Wederom bezocht een leger Zappa-alumni Zuid-Holland, maar ze streken nu neer in de Zoetermeerse Boerderij. Het waren deze keer de ‘jonkies’ van het Rocking Teen Age Combo. Onder hen bevond zich ook nog een laatste generatie Mother, de bassist Tom Fowler. Toetsenist en rietblazer Robert ‘Bobby’ Martin had een fantastische band samengesteld, onder de naam ‘Banned from Utopia’, die de perfectie van de laatste band uit 1988 goed wist te benaderen. Van die laatste band maakten  ‘Banned-leden’ Chad Wackerman, Ed Mann en Albert Wing ook deel uit. Ray White nam de plaats in van Ike Willis op zang en gitaar en hij deed dat bijzonder overtuigend. Het was een groot feest dat pas eindigde na de tweede toegift. Net als The Grand Mothers sloot de ‘Banned’ af met Peaches en regalia. Zou dat afgesproken werk zijn geweest? Uiteraard maakte ik weer filmpjes.

Weet ik nu welke Zappa-periode het interessantst is? Nee, het hangt gewoon van je bui af. Een ding weet ik wel. Grand Mothers’ gitarist Max Kutner en Banned gitarist Arthur Barrow speelden geweldig. Ze  waren ook allebei zo wijs om niet te proberen om Zappa na te bootsen. Zappa’s gitaarsolo’s zijn en blijven uniek, hoezeer zijn zoon Dweezil en onze eigen Corrie van Binsbergen ook in de buurt komen.

Gelukkig zijn die gitaarsolo’s nog op vele platen en CD’s terug te vinden.

---------------------------------------------------
De plaatjes zijn geleverd door de schrijver
--------------------------------------------------------------------------
Wie zijn bestellingen via deze link: (www.bol.com) doet, steunt De Leunstoel!


© 2014 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Zappa leeft! Willem Minderhout
1112VG Zappa1
Ik ben nu ouder dan Frank Zappa was toen hij op 4 december 1993 stierf. Meer dan twintig jaar geleden alweer. Het is vijfentwintig jaar geleden dat ik hem voor het laatst zag optreden. Ik ging in 1988 naar beide ‘Broadway the hard way’-concerten in Ahoy. Terwijl ik dit schrijf heb ik de bootleg van die optredens opstaan. Anders dan concerten van bands als de Rolling Stones, die tijdens een tournee van de eerste tot de laatste seconde identiek zijn, zagen wij twee totaal verschillende concerten. Mijn eerste Zappa-concert zag ik in februari 1978 in Ahoy. Dat is alweer zesendertig jaar geleden. Ik ben al ruim veertig jaar fan. Een jeugdliefde die blijkbaar niet overgaat.

Het is moeilijk te bepalen welke periode ik in zijn carrière het boeiendst vind. Meestal ben ik geneigd om mijn voorkeur voor de eerste periode uit te spreken, toen Zappa’s band nog ‘Mothers of Invention’ heette en niet als een anonieme begeleidingsband door het leven ging. Die Mothers-periode bestaat overigens zelf ook weer uit minstens drie periodes, onderbroken door soloprojecten als Lumpy Gravy, Hot Rats en The Grand Wazoo.

In de latere anonieme begeleidingsbands speelden overigens de meest fantastische muzikanten en platen als Live in New York en Sheik Yerbouti behoren zeker tot het beste dat Zappa ooit maakte. Met Broadway the hard way en de twee bijbehorende live dubbel-CD’s sloot hij zijn rock-carrière op een fantastische wijze, zij het niet vrijwillig, af.

De laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich vooral aan de orkestrale uitvoeringen van zijn werk. Componeren voor orkest deed Zappa al vanaf zijn middelbare schooltijd, maar meer en meer orkesten die zich toeleggen op contemporaine muziek wierpen zich met hart en ziel op zijn werk. Het absolute hoogtepunt volgde in zijn laatste levensjaar: The Yellow Shark van het Duitse Ensemble Modern.

Onlangs konden we dicht bij huis nog eens verder mijmeren over de vraag wat nu de meest interessante Zappa-periode was. In december vorig jaar trad het Utrechtse Insomnio Ensemble op in LantarenVenster met een meer dan perfecte uitvoering van The Yellow Shark. Opvallend vind ik wel dat de meest aansprekende nummers – Uncle Meat/Dog Breath, Be-Bop Tango en Pound for a Brown – orkestrale versies van klassieke Mothers-nummers waren. (Ook de versie van G-Spot Tornado, stammend uit de tijd dat Zappa dacht dat de computer beter was dan een band omdat ie nooit fouten maakt, was overigens schitterend.)

Het nummer ‘Pound for a brown’ is overigens gebaseerd op een weddenschap tussen oer-Mothers Jimmy Carl Black en Bunk Gardner. Bunk zou een pond krijgen als hij in een Londense bus zijn billen zou tonen. Jimmy Carl ‘the Indian of the group’ Black is al overleden. Ik heb hem ooit in Vlissingen zien optreden met de Britse Zappa-coverband The Muffin Men. Bunk Gardner is een van die Mothers van het tweede uur waarvan ik nooit had verwacht hem ooit live te zullen zien. Vanaf mijn tienerjaren staan ‘the Gardner varieties’ van het Zappa-nummer King Kong op mijn trommelvliezen1112VG Zappa2 gebrand en nu zou ik de grote meester uiteindelijk toch nog een keer in het echt zien.

Gelukkig was het lot me goed gezind. The Grand Mothers of Invention, een wisselende groep oer-Mothers rond Don Preston, aangevuld met jonkies, trad in maart op. Ook in LantarenVenster. Don Preston had ik in een andere samenstelling van de Grand Mothers – met Roy Estrada en Napoleon Murphy Brock – tien jaar eerder op zien treden in het Paard van Troje. Don was toen al in de zeventig, dus ik dacht dat dat wel de laatste kans was dat ik hem ooit zou zien optreden. Hij is nu bijna 82, maar nog even vitaal als altijd. Bunk Gardner is nauwelijks een jaar jonger. Hij loopt als een breekbare oude man, maar als hij de sax aan zijn mond zet komt er nog een enorme power uit. Het programma bestond uit oude Mothers-nummers met uitzondering van T’Mershi Duween. De eerste helft heb ik op video gezet. De oude heren maakten zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf. Ze werden zelfs steeds enthousiaster en eindigden met een geweldige uitvoering van Peaches en regalia. Na afloop heb ik tijdens de signeersessie nog een paar zinnen met Bunk gewisseld. Het is een uiterst zachtaardige oude baas, die zichtbaar moe was van dat getour op zijn tachtigste.

Anderhalve week later was het weer prijs. Wederom bezocht een leger Zappa-alumni Zuid-Holland, maar ze streken nu neer in de Zoetermeerse Boerderij. Het waren deze keer de ‘jonkies’ van het Rocking Teen Age Combo. Onder hen bevond zich ook nog een laatste generatie Mother, de bassist Tom Fowler. Toetsenist en rietblazer Robert ‘Bobby’ Martin had een fantastische band samengesteld, onder de naam ‘Banned from Utopia’, die de perfectie van de laatste band uit 1988 goed wist te benaderen. Van die laatste band maakten  ‘Banned-leden’ Chad Wackerman, Ed Mann en Albert Wing ook deel uit. Ray White nam de plaats in van Ike Willis op zang en gitaar en hij deed dat bijzonder overtuigend. Het was een groot feest dat pas eindigde na de tweede toegift. Net als The Grand Mothers sloot de ‘Banned’ af met Peaches en regalia. Zou dat afgesproken werk zijn geweest? Uiteraard maakte ik weer filmpjes.

Weet ik nu welke Zappa-periode het interessantst is? Nee, het hangt gewoon van je bui af. Een ding weet ik wel. Grand Mothers’ gitarist Max Kutner en Banned gitarist Arthur Barrow speelden geweldig. Ze  waren ook allebei zo wijs om niet te proberen om Zappa na te bootsen. Zappa’s gitaarsolo’s zijn en blijven uniek, hoezeer zijn zoon Dweezil en onze eigen Corrie van Binsbergen ook in de buurt komen.

Gelukkig zijn die gitaarsolo’s nog op vele platen en CD’s terug te vinden.

---------------------------------------------------
De plaatjes zijn geleverd door de schrijver
--------------------------------------------------------------------------
Wie zijn bestellingen via deze link: (www.bol.com) doet, steunt De Leunstoel!
© 2014 Willem Minderhout
powered by CJ2