archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Een speld in de hooiberg Henk Klaren

0508VG Luister
Vroeger was alles een stuk overzichtelijker. Mr. G.B.J. Hilterman* had gelijk óf Meyer Sluizer** (‘..en dan wens ik u smákelijk eten!’). Popmuziek kwam twee keer in de week op de radio, in totaal anderhalf uur. Gerrit den Braber vertaalde liedjes van de Everly Brothers en liet die dan zingen door de Fouryo’s. Eddy Christiani haalde de eerste elektrische gitaar naar Nederland. Voor zover er computers bestonden vulden die hele grote, zorgvuldig stofvrij gehouden, zalen. En ze konden bijna niks. Om ze te laten werken moesten er kaartjes met gaatjes in worden gestopt, zoals bij draaiorgels. Internet was science fiction.
Maar het was wel overzichtelijk. Je hield van de Beatles en/of de Stones. En als je van nog tien andere bandjes wist was je een hele piet. Er waren ook niet zo veel mensen die echt konden spelen. Herman Stok*** kon van The Motions zeggen: ‘de énige echte beatgroep van Nederland’. En dat was ook zo. En zelfs die jongens waren nou niet ’s werelds grootste instrumentalisten.

Tegenwoordig kan iedereen spelen. Nou ja, niet iedereen, maar wel véél. En er zijn dus ook heel veel bandjes en solisten. Overal in de wereld. En iedereen die er écht zin in heeft kan zijn producten vastleggen op één of andere geluidsdrager en al dan niet tegen betaling aan de man brengen. Kortom: er wordt niet meer voor ons geselecteerd. TV ook: 10 Nederlandse zenders! Met voor 90% rotzooi. Het kost tíjd om je eigen selectie te maken en te zorgen dat je het weinige, dat de moeite waard is, niet mist. ‘Je mist meer dan je meemaakt, helemaal niet erg,’ dicht Martin Bril. En dat is ook weer waar.

Terug naar de muziek: het stikt van de bandjes én van de singer/songwriters en noem maar op. Het is godsonmogelijk om dat allemaal bij te houden, het kaf van het koren te scheiden en er zodoende voor te zorgen dat je steeds leuke muziek hoort – want daar gaat het tenslotte om – maar niet steeds hetzelfde. Je moet jezelf ook eens wat verrassen. Maar door de overvloed aan informatie ben je voor het ontdekken van iets nieuws voornamelijk aangewezen op het toeval.
Zo hoorde ik laatst A Sunday Smile van Beirut op de radio. Viel me op: aanstekelijk walsje, bijzondere instrumenten. En toen vergat ik het weer. Tót mijn vrouw een dag of zo later zei: ‘leuk nummer gehoord’ en ze beschreef het. Jawel: A Sunday Smile.
Beirut! Wie heeft daar nou van gehoord?

Het blijkt een band te zijn rond Zach Condon, een 22 jarige inwoner van Santa Fe, New Mexico. Hij schrijft de liedjes, zingt en speelt ukelele en trompet. In de band komen meer trompetten en ukeleles voor, naast een accordeon, een saxofoon, mandolines, een enkele gitaar en drums. Dat zorgt voor een heel bijzondere sfeer, samen met de wat lijzige zang. Mijn vrouw hoorde Rufus Wainwright (hu!) erin, ik meer een ietwat bekakte versie van Dave Davies. Dat bestudeerd verveelde zit er in, wat op een heel andere manier Bananarama ook heeft. Al die blazers geven het in mijn oren soms een soort mariachi-sfeertje, maar dat schijnt Oost-Europees geïnspireerd te zijn.
Er zijn twee albums: Gulag Orkestar en The Flying Club Cup en een paar EP’s. En ze zijn allemaal de moeite waard. Niet alle nummers zijn zo sterk als A Sunday Smile. Maar dat kan ook niet. Het is muziek waar je vrolijk van wordt. Het líjkt rommelig maar ís het niet. Een leuke aanwinst.

Er valt dus ook wel eens wat te schrijven over hele jonge muzikanten. Ik realiseer mij dat ik dat niet te vaak doe. En dan te bedenken, dat er misschien nog wel meer bandjes zijn. Net zo leuk of leuker. Je moet maar net op de speld in de hooiberg gaan zitten!

* Rechts politiek radiocommentator
** Links politiek radiocommentator
*** Ouwelijk presentator van “Tijd voor Teenagers”, legendarisch radiomuziekprogramma.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Een speld in de hooiberg Henk Klaren
0508VG Luister
Vroeger was alles een stuk overzichtelijker. Mr. G.B.J. Hilterman* had gelijk óf Meyer Sluizer** (‘..en dan wens ik u smákelijk eten!’). Popmuziek kwam twee keer in de week op de radio, in totaal anderhalf uur. Gerrit den Braber vertaalde liedjes van de Everly Brothers en liet die dan zingen door de Fouryo’s. Eddy Christiani haalde de eerste elektrische gitaar naar Nederland. Voor zover er computers bestonden vulden die hele grote, zorgvuldig stofvrij gehouden, zalen. En ze konden bijna niks. Om ze te laten werken moesten er kaartjes met gaatjes in worden gestopt, zoals bij draaiorgels. Internet was science fiction.
Maar het was wel overzichtelijk. Je hield van de Beatles en/of de Stones. En als je van nog tien andere bandjes wist was je een hele piet. Er waren ook niet zo veel mensen die echt konden spelen. Herman Stok*** kon van The Motions zeggen: ‘de énige echte beatgroep van Nederland’. En dat was ook zo. En zelfs die jongens waren nou niet ’s werelds grootste instrumentalisten.

Tegenwoordig kan iedereen spelen. Nou ja, niet iedereen, maar wel véél. En er zijn dus ook heel veel bandjes en solisten. Overal in de wereld. En iedereen die er écht zin in heeft kan zijn producten vastleggen op één of andere geluidsdrager en al dan niet tegen betaling aan de man brengen. Kortom: er wordt niet meer voor ons geselecteerd. TV ook: 10 Nederlandse zenders! Met voor 90% rotzooi. Het kost tíjd om je eigen selectie te maken en te zorgen dat je het weinige, dat de moeite waard is, niet mist. ‘Je mist meer dan je meemaakt, helemaal niet erg,’ dicht Martin Bril. En dat is ook weer waar.

Terug naar de muziek: het stikt van de bandjes én van de singer/songwriters en noem maar op. Het is godsonmogelijk om dat allemaal bij te houden, het kaf van het koren te scheiden en er zodoende voor te zorgen dat je steeds leuke muziek hoort – want daar gaat het tenslotte om – maar niet steeds hetzelfde. Je moet jezelf ook eens wat verrassen. Maar door de overvloed aan informatie ben je voor het ontdekken van iets nieuws voornamelijk aangewezen op het toeval.
Zo hoorde ik laatst A Sunday Smile van Beirut op de radio. Viel me op: aanstekelijk walsje, bijzondere instrumenten. En toen vergat ik het weer. Tót mijn vrouw een dag of zo later zei: ‘leuk nummer gehoord’ en ze beschreef het. Jawel: A Sunday Smile.
Beirut! Wie heeft daar nou van gehoord?

Het blijkt een band te zijn rond Zach Condon, een 22 jarige inwoner van Santa Fe, New Mexico. Hij schrijft de liedjes, zingt en speelt ukelele en trompet. In de band komen meer trompetten en ukeleles voor, naast een accordeon, een saxofoon, mandolines, een enkele gitaar en drums. Dat zorgt voor een heel bijzondere sfeer, samen met de wat lijzige zang. Mijn vrouw hoorde Rufus Wainwright (hu!) erin, ik meer een ietwat bekakte versie van Dave Davies. Dat bestudeerd verveelde zit er in, wat op een heel andere manier Bananarama ook heeft. Al die blazers geven het in mijn oren soms een soort mariachi-sfeertje, maar dat schijnt Oost-Europees geïnspireerd te zijn.
Er zijn twee albums: Gulag Orkestar en The Flying Club Cup en een paar EP’s. En ze zijn allemaal de moeite waard. Niet alle nummers zijn zo sterk als A Sunday Smile. Maar dat kan ook niet. Het is muziek waar je vrolijk van wordt. Het líjkt rommelig maar ís het niet. Een leuke aanwinst.

Er valt dus ook wel eens wat te schrijven over hele jonge muzikanten. Ik realiseer mij dat ik dat niet te vaak doe. En dan te bedenken, dat er misschien nog wel meer bandjes zijn. Net zo leuk of leuker. Je moet maar net op de speld in de hooiberg gaan zitten!

* Rechts politiek radiocommentator
** Links politiek radiocommentator
*** Ouwelijk presentator van “Tijd voor Teenagers”, legendarisch radiomuziekprogramma.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Henk Klaren
powered by CJ2