archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Shanties of Chanteys Henk Klaren

0404VG Luister
Jaren geleden ging ik op Terschelling tijdens het Oerol festival naar een optreden van de West Aleta Singers. Dat is een Terschellings mannenkoor. Ze zingen vooral zeemansliederen, maar ook wel populair repertoire en geestelijke liederen. De keer dat ik ging luisteren zongen ze alleen die zeemansliedjes. Het optreden was in het Bostheater bij Formerum. ‘Bos’ is wel goed getroffen, ‘theater’ is een groot woord. Het is een soort natuurlijk amfitheater in de open lucht. Ze zit op oude duinen, begroeid met naaldbomen en je kijkt neer op het podium. Èrg leuk. De singers deden het goed. De shantyman gaf er wat uitleg bij en de onmisbare accordeonisten speelden met het hart. Het was een welkom rustpunt binnen het bruisende Oerol festival. Het was zo ongeveer mijn eerste bewuste kennismaking met shanties en shantykoren. Ik heb er later nog vele gezien en gehoord.

Een paar jaar achtereen ben ik naar het korenfestival Grachtensmart in Utrecht geweest. Mijn vrouw zong in een koor, dat daar altijd optrad. Daar zongen ook altijd wel een paar zeemanskoren. Er zit veel creativiteit in het Nederlandse volk. Wat te denken van een shantykoor, bestaande uit bewoners van woonboten, met de naam ‘Firma Drijfhuizen’? Het kan natuurlijk geen toeval zijn dat bewoners van woonboten zeemansliederen zingen. Hun dromen laten zich raden. Toen ik eens rondliep langs de aangemeerde schepen tijdens SAIL Amsterdam stond bijna om het andere schip zo’n koor aan boord te zingen. De koren zijn vaak fraai uitgedost. Dwarsgestreepte T-shirts, zeemanspetten, piratenmutsen, fake tattoos, noem maar op. Onlangs was er op de boulevard van Scheveningen een bescheiden shantyfestival. Vrienden van ons maken deel uit van het organiserende koor en wij gingen kijken. En luisteren natuurlijk. Het was mooi weer. De sfeer was ontspannen, de koren hadden plezier en het publiek ook. Die koren zingen vaak best goed. De solisten hebben het dikwijls wat moeilijk, maar dat doet aan het plezier niets af.

Er wordt in Nederland veel recreatief in koorverband gezongen. De meest uiteenlopende genres worden beoefend. De shantykoren behoren wat mij betreft tot de leukste. Maar wat me wel opvalt is dat er erg veel liedjes zijn die in het repertoire van vrijwel elk koor voorkomen. En je hoort maar zelden een nummer dat je nog van geen ander koor hebt gehoord. Alsof er maar weinig zeemansliederen zijn. Niets blijkt minder waar. Onlangs heb ik een dubbel CD gekocht met drieënveertig traditionele zeemansliedjes. Geen ervan had ik bij één van eerdergenoemde gelegenheden gehoord. De CD heet Rogue’s Gallery, Pirate Ballads, Sea Songs & Chanteys. De spelling van het laatste woord wil nog wel eens variëren. Het project is een initiatief van Gore Verbinski en Johnny Depp, min of meer naar aanleiding van de film Pirates of the Carribean. Verbinski is de regisseur van die film, Depp speelt de hoofdrol. Depp heeft wel wat met muziek. Hij was oorspronkelijk een weinig succesvol popmuzikant.* Het kan geen toeval zijn, dat Keith Richards in het derde deel van Pirates zijn vader gaat spelen. Ik kan niet wachten. Maar dat terzijde.

Rogue’s Gallery is weer zo’n project waar interessante mensen aan hebben meegewerkt. Nick Cave, Bryan Ferry, Bono, Sting, Lou Reed om enkele van de allerbekendsten te noemen. Maar het is geen popalbum geworden. Het is een zeemansliederenalbum met accordeons en violen en grote trommen. Je hoort er vrijwel nooit iets van op de radio. Behalve dan Lowlands Low door Bryan Ferry en Antony. Dat is dan ook wel heel mooi. Een reden om Antony and the Johnsons weer eens te draaien.

Zeemansliederen genoeg dus. Maar voor de koren schijnt het een probleem te zijn om aan de teksten en vooral de muziek te komen. Maar zou dat nou echt zo zijn? Ik was geïntrigeerd door de Mingulay Boat Song. Het lied gaat over de terugkeer per boot naar het eiland Mingulay. Dat is een eiland in de Zuid Hebriden. Het lied is in 1938 geschreven door ene Hugh Robertson voor zijn koor in Glasgow. Het eiland is sinds 1912 onbewoond, afgezien van 500 schapen. De schaarse publicaties zeggen dan ook: “Geen eilander heeft het lied ooit gezongen”. Maar tekst en muziek zijn met een paar klikjes via Google te vinden. Ik ga ze opsturen naar mijn vrienden van het Shantykoor Scheveningen.

* Zie ook Shane MacGowan, De Leunstoel, 3, 14 (8 juni 2006)
 
*************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op www.bnr.nl


© 2006 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Shanties of Chanteys Henk Klaren
0404VG Luister
Jaren geleden ging ik op Terschelling tijdens het Oerol festival naar een optreden van de West Aleta Singers. Dat is een Terschellings mannenkoor. Ze zingen vooral zeemansliederen, maar ook wel populair repertoire en geestelijke liederen. De keer dat ik ging luisteren zongen ze alleen die zeemansliedjes. Het optreden was in het Bostheater bij Formerum. ‘Bos’ is wel goed getroffen, ‘theater’ is een groot woord. Het is een soort natuurlijk amfitheater in de open lucht. Ze zit op oude duinen, begroeid met naaldbomen en je kijkt neer op het podium. Èrg leuk. De singers deden het goed. De shantyman gaf er wat uitleg bij en de onmisbare accordeonisten speelden met het hart. Het was een welkom rustpunt binnen het bruisende Oerol festival. Het was zo ongeveer mijn eerste bewuste kennismaking met shanties en shantykoren. Ik heb er later nog vele gezien en gehoord.

Een paar jaar achtereen ben ik naar het korenfestival Grachtensmart in Utrecht geweest. Mijn vrouw zong in een koor, dat daar altijd optrad. Daar zongen ook altijd wel een paar zeemanskoren. Er zit veel creativiteit in het Nederlandse volk. Wat te denken van een shantykoor, bestaande uit bewoners van woonboten, met de naam ‘Firma Drijfhuizen’? Het kan natuurlijk geen toeval zijn dat bewoners van woonboten zeemansliederen zingen. Hun dromen laten zich raden. Toen ik eens rondliep langs de aangemeerde schepen tijdens SAIL Amsterdam stond bijna om het andere schip zo’n koor aan boord te zingen. De koren zijn vaak fraai uitgedost. Dwarsgestreepte T-shirts, zeemanspetten, piratenmutsen, fake tattoos, noem maar op. Onlangs was er op de boulevard van Scheveningen een bescheiden shantyfestival. Vrienden van ons maken deel uit van het organiserende koor en wij gingen kijken. En luisteren natuurlijk. Het was mooi weer. De sfeer was ontspannen, de koren hadden plezier en het publiek ook. Die koren zingen vaak best goed. De solisten hebben het dikwijls wat moeilijk, maar dat doet aan het plezier niets af.

Er wordt in Nederland veel recreatief in koorverband gezongen. De meest uiteenlopende genres worden beoefend. De shantykoren behoren wat mij betreft tot de leukste. Maar wat me wel opvalt is dat er erg veel liedjes zijn die in het repertoire van vrijwel elk koor voorkomen. En je hoort maar zelden een nummer dat je nog van geen ander koor hebt gehoord. Alsof er maar weinig zeemansliederen zijn. Niets blijkt minder waar. Onlangs heb ik een dubbel CD gekocht met drieënveertig traditionele zeemansliedjes. Geen ervan had ik bij één van eerdergenoemde gelegenheden gehoord. De CD heet Rogue’s Gallery, Pirate Ballads, Sea Songs & Chanteys. De spelling van het laatste woord wil nog wel eens variëren. Het project is een initiatief van Gore Verbinski en Johnny Depp, min of meer naar aanleiding van de film Pirates of the Carribean. Verbinski is de regisseur van die film, Depp speelt de hoofdrol. Depp heeft wel wat met muziek. Hij was oorspronkelijk een weinig succesvol popmuzikant.* Het kan geen toeval zijn, dat Keith Richards in het derde deel van Pirates zijn vader gaat spelen. Ik kan niet wachten. Maar dat terzijde.

Rogue’s Gallery is weer zo’n project waar interessante mensen aan hebben meegewerkt. Nick Cave, Bryan Ferry, Bono, Sting, Lou Reed om enkele van de allerbekendsten te noemen. Maar het is geen popalbum geworden. Het is een zeemansliederenalbum met accordeons en violen en grote trommen. Je hoort er vrijwel nooit iets van op de radio. Behalve dan Lowlands Low door Bryan Ferry en Antony. Dat is dan ook wel heel mooi. Een reden om Antony and the Johnsons weer eens te draaien.

Zeemansliederen genoeg dus. Maar voor de koren schijnt het een probleem te zijn om aan de teksten en vooral de muziek te komen. Maar zou dat nou echt zo zijn? Ik was geïntrigeerd door de Mingulay Boat Song. Het lied gaat over de terugkeer per boot naar het eiland Mingulay. Dat is een eiland in de Zuid Hebriden. Het lied is in 1938 geschreven door ene Hugh Robertson voor zijn koor in Glasgow. Het eiland is sinds 1912 onbewoond, afgezien van 500 schapen. De schaarse publicaties zeggen dan ook: “Geen eilander heeft het lied ooit gezongen”. Maar tekst en muziek zijn met een paar klikjes via Google te vinden. Ik ga ze opsturen naar mijn vrienden van het Shantykoor Scheveningen.

* Zie ook Shane MacGowan, De Leunstoel, 3, 14 (8 juni 2006)
 
*************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op www.bnr.nl
© 2006 Henk Klaren
powered by CJ2