archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Legendes Henk Klaren

0604VG Legends
Ik zal een jaar of twaalf zijn geweest. Mijn vader nam me mee naar een voetbalwedstrijd in het Diekman-stadion in Enschede. Sportclub Enschede tegen ik-weet-niet-meer-wie, dat is niet belangrijk. Het was een avondwedstrijd, maar dat is ook niet belangrijk. Abe Lenstra deed mee bij Enschede, dát is belangrijk. Mijn vader kwam uit de buurt van Heerenveen en, hoewel hij zelf meer van het kaatsen en het korte baan schaatsen was: Abe was een grote held van hem. Ook een goede korte baan schaatser trouwens.
Maar het is niet gering. Ik heb een legende in levenden lijve aan het werk gezien! Enne… hij was inderdaad ontzettend goed.
Zo vertel ik ook altijd dat ik de debuutwedstrijd van Johan Cruijff in de Meer heb gezien. Ik geloof ook eigenlijk wel dat dat zo is, maar het kán ook twee weken later zijn geweest.
Van die dingen die je bij blijven.

En zo zag ik deze week zowel Jerry Lee Lewis als Chuck Berry. Live in de Heineken Music Hall. Berry was de dag ervoor 83 geworden. Jerry Lee is 73. Oude mannen, jawel, máár… legends of rock ’n roll. Zo heette het concert ook. En terecht.
Het was wel pikant dat Jerry Lee eerst aan bod kwam en dat Chuck de show afsloot. Iets dergelijks heeft decennia terug geleid tot één van de meer legendarische ruzies in de geschiedenis van de rock ’n roll*.
Deze keer stak Jerry Lee zijn piano niet in brand.

Het was geweldig. De spits werd afgebeten door de begeleidingsband van The Killer. Vier ook al behoorlijk oude mannen uit Memphis Tennessee o.l.v. Kenny Lovelace, al veertig jaar de leider van de band van Jerry Lee Lewis. Ze mochten alle vier een rock ’n roll nummer zingen. Zoals Kansas City en Woolly Bully. Het klonk als een goeie coverband. En toen kwam Jerry Lee binnen. Motorisch een oude man, opgetrokken schouders, maar hij haalde de vleugel, sloeg de toetsen aan en het was of er een vonk oversloeg. De band speelde geïnspireerd(er) en Lewis kwam opmerkelijk vitaal over. De piano klonk zoals we dat van hem kennen. Helemaal goed dat hij in de geluidsmix zo dominant was gemaakt. Lewis was beregoed bij stem al moesten de snelle rocknummers - in verband met de leeftijd vermoedelijk - bij tijden worden afgewisseld door ballads, zoals You win again en C.C. Rider. In deze uitvoering is C.C. Rider een ballad. Het publiek in de behoorlijk volle Heineken Music Hall lustte er wel pap van. En al helemaal natuurlijk toen achtereenvolgens Great balls of fire en Whole lotta shakin’ going on langs kwamen. Duizenden mensen zongen mee. Ik ben daar zelf niet zo van maar deze keer wel en uit volle borst. En ik hoorde het zelf niet! Wow. En toen hield hij er abrupt mee op. Nog geen veertig minuten Jerry Lee Lewis, maar wát voor veertig minuten!

Drie kwartier pauze is dan wat lang. Bier drinken,0604VG Kaartje mensen kijken en door een zee van plastic bierglazen waden. Je komt het wel door. De ingeblikte pauzemuziek was zoiets als Frank Sinatra. Nou ja… En mensen kijken. Ze waren zo gewoon. Wij ook natuurlijk, maar weinig apart volk. Ook niet speciaal oude mensen of ouders met kinderen-die-dat-ook-eens-moesten-zien. Nee, gewoon een doorsnee van gewone mensen, liefhebbers kennelijk.
Tsja, én Bennie Jolink. Heb ik toch nog wat Achterhoeks kunnen oefenen. Maar dat duurde niet lang. Hij werd aangesproken door een dikke, vrijwel geheel getatoeëerde man. Die wilde een handtekening op zijn buik om die dan later als tattoo te laten vereeuwigen. Jolinks naam kwam net boven die van Hazes (al reeds getatoeëerd) terecht. So the twain did meet…
En toen Chuck Berry. 83 jaar en dún. Een glimmend blauw overhemd en een witte kapiteinspet met goud op de klep. Het zingen is wel een tikje minder geworden. Soms naderde het een soort parlando en soms was de frasering ook heel anders dan we van de bekende opnamen kenden. Je kunt je er wat bij voorstellen als je zo’n nummer al decennia speelt. Het feest van de herkenning was nog groter dan bij Lewis. Sweet little sixteen werd vrijwel geheel door het publiek gezongen, Reelin’ and rockin’ was ook niet mis en toen Johnny B. Goode kwam kon er niets meer verkeerd gaan. Ook Berry ontkwam niet aan de ballads, zoals In the wee-wee hours, zijn allereerste opname. En een showman natuurlijk. Ik denk dat hij wel tien minuten heeft gedaan over My Ding-A-Ling. Acht dansende dames uit het publiek aan het eind was misschien een wat minder idee. Ze stonden voornamelijk met hun mobieltjes te fotograferen.
Wél goed was de pianist. Ik geef het je te doen: rock ’n roll op de piano spelen als Jerry Lee Lewis net weg is. Maar de bloedjonge Noorse (!) pianist bleef moeiteloos overeind. Daniel heette hij, zijn achternaam kon ik niet verstaan. Verder bestond de band uit een Franse drummer, een Amerikaanse bassist die al weer 36 jaar bij Berry speelt, en de zoon van Chuck: Charles op gitaar.

Ach, er werd wel eens wat geschmierd. Er ging ook wel eens wat mis. Maar het klonk vitaal. Het publiek genoot. En al ging Lewis deze keer niet op de pianotoetsen zitten – laat staan dat hij met zijn voeten speelde – Berry deed wél heel even de duckwalk. Een beetje hoger dan vroeger, maar wat wil je. Het wás de duckwalk.
En hoe je het wendt of keert. Ik heb weer twee legendes gezien. In levende lijve!

* Zie: Last man standing, Jaargang 4, nr. 1, 19 oktober 2006
 
*******************************************
Adverteren op De Leunstoel, exclusief en toch voordelig.


© 2008 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Legendes Henk Klaren
0604VG Legends
Ik zal een jaar of twaalf zijn geweest. Mijn vader nam me mee naar een voetbalwedstrijd in het Diekman-stadion in Enschede. Sportclub Enschede tegen ik-weet-niet-meer-wie, dat is niet belangrijk. Het was een avondwedstrijd, maar dat is ook niet belangrijk. Abe Lenstra deed mee bij Enschede, dát is belangrijk. Mijn vader kwam uit de buurt van Heerenveen en, hoewel hij zelf meer van het kaatsen en het korte baan schaatsen was: Abe was een grote held van hem. Ook een goede korte baan schaatser trouwens.
Maar het is niet gering. Ik heb een legende in levenden lijve aan het werk gezien! Enne… hij was inderdaad ontzettend goed.
Zo vertel ik ook altijd dat ik de debuutwedstrijd van Johan Cruijff in de Meer heb gezien. Ik geloof ook eigenlijk wel dat dat zo is, maar het kán ook twee weken later zijn geweest.
Van die dingen die je bij blijven.

En zo zag ik deze week zowel Jerry Lee Lewis als Chuck Berry. Live in de Heineken Music Hall. Berry was de dag ervoor 83 geworden. Jerry Lee is 73. Oude mannen, jawel, máár… legends of rock ’n roll. Zo heette het concert ook. En terecht.
Het was wel pikant dat Jerry Lee eerst aan bod kwam en dat Chuck de show afsloot. Iets dergelijks heeft decennia terug geleid tot één van de meer legendarische ruzies in de geschiedenis van de rock ’n roll*.
Deze keer stak Jerry Lee zijn piano niet in brand.

Het was geweldig. De spits werd afgebeten door de begeleidingsband van The Killer. Vier ook al behoorlijk oude mannen uit Memphis Tennessee o.l.v. Kenny Lovelace, al veertig jaar de leider van de band van Jerry Lee Lewis. Ze mochten alle vier een rock ’n roll nummer zingen. Zoals Kansas City en Woolly Bully. Het klonk als een goeie coverband. En toen kwam Jerry Lee binnen. Motorisch een oude man, opgetrokken schouders, maar hij haalde de vleugel, sloeg de toetsen aan en het was of er een vonk oversloeg. De band speelde geïnspireerd(er) en Lewis kwam opmerkelijk vitaal over. De piano klonk zoals we dat van hem kennen. Helemaal goed dat hij in de geluidsmix zo dominant was gemaakt. Lewis was beregoed bij stem al moesten de snelle rocknummers - in verband met de leeftijd vermoedelijk - bij tijden worden afgewisseld door ballads, zoals You win again en C.C. Rider. In deze uitvoering is C.C. Rider een ballad. Het publiek in de behoorlijk volle Heineken Music Hall lustte er wel pap van. En al helemaal natuurlijk toen achtereenvolgens Great balls of fire en Whole lotta shakin’ going on langs kwamen. Duizenden mensen zongen mee. Ik ben daar zelf niet zo van maar deze keer wel en uit volle borst. En ik hoorde het zelf niet! Wow. En toen hield hij er abrupt mee op. Nog geen veertig minuten Jerry Lee Lewis, maar wát voor veertig minuten!

Drie kwartier pauze is dan wat lang. Bier drinken,0604VG Kaartje mensen kijken en door een zee van plastic bierglazen waden. Je komt het wel door. De ingeblikte pauzemuziek was zoiets als Frank Sinatra. Nou ja… En mensen kijken. Ze waren zo gewoon. Wij ook natuurlijk, maar weinig apart volk. Ook niet speciaal oude mensen of ouders met kinderen-die-dat-ook-eens-moesten-zien. Nee, gewoon een doorsnee van gewone mensen, liefhebbers kennelijk.
Tsja, én Bennie Jolink. Heb ik toch nog wat Achterhoeks kunnen oefenen. Maar dat duurde niet lang. Hij werd aangesproken door een dikke, vrijwel geheel getatoeëerde man. Die wilde een handtekening op zijn buik om die dan later als tattoo te laten vereeuwigen. Jolinks naam kwam net boven die van Hazes (al reeds getatoeëerd) terecht. So the twain did meet…
En toen Chuck Berry. 83 jaar en dún. Een glimmend blauw overhemd en een witte kapiteinspet met goud op de klep. Het zingen is wel een tikje minder geworden. Soms naderde het een soort parlando en soms was de frasering ook heel anders dan we van de bekende opnamen kenden. Je kunt je er wat bij voorstellen als je zo’n nummer al decennia speelt. Het feest van de herkenning was nog groter dan bij Lewis. Sweet little sixteen werd vrijwel geheel door het publiek gezongen, Reelin’ and rockin’ was ook niet mis en toen Johnny B. Goode kwam kon er niets meer verkeerd gaan. Ook Berry ontkwam niet aan de ballads, zoals In the wee-wee hours, zijn allereerste opname. En een showman natuurlijk. Ik denk dat hij wel tien minuten heeft gedaan over My Ding-A-Ling. Acht dansende dames uit het publiek aan het eind was misschien een wat minder idee. Ze stonden voornamelijk met hun mobieltjes te fotograferen.
Wél goed was de pianist. Ik geef het je te doen: rock ’n roll op de piano spelen als Jerry Lee Lewis net weg is. Maar de bloedjonge Noorse (!) pianist bleef moeiteloos overeind. Daniel heette hij, zijn achternaam kon ik niet verstaan. Verder bestond de band uit een Franse drummer, een Amerikaanse bassist die al weer 36 jaar bij Berry speelt, en de zoon van Chuck: Charles op gitaar.

Ach, er werd wel eens wat geschmierd. Er ging ook wel eens wat mis. Maar het klonk vitaal. Het publiek genoot. En al ging Lewis deze keer niet op de pianotoetsen zitten – laat staan dat hij met zijn voeten speelde – Berry deed wél heel even de duckwalk. Een beetje hoger dan vroeger, maar wat wil je. Het wás de duckwalk.
En hoe je het wendt of keert. Ik heb weer twee legendes gezien. In levende lijve!

* Zie: Last man standing, Jaargang 4, nr. 1, 19 oktober 2006
 
*******************************************
Adverteren op De Leunstoel, exclusief en toch voordelig.
© 2008 Henk Klaren
powered by CJ2