archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Last man still standing Henk Klaren

0507VG Jll
Zo nu en dan krijg ik een mailtje van Tex (The Travelin’ Man). Dat begon na – en naar aanleiding van – mijn vorige artikel over Jerry Lee Lewis*. Ik weet niet wie Tex is. Hij is duidelijk een liefhebber van rock ’n roll in het algemeen en van Jerry Lee in het bijzonder. Hij is nogal actief op allerlei internetfora en –discussiesites. Kort voor de jaarwisseling was er weer zo’n mailtje. Hij maakte de ontvangers, waaronder ik dus, attent op de TV-uitzending van Last Man Standing, nieuwjaarsnacht om half twee, herhaling de volgende dag. Die nieuwjaarsnacht zat mijn huis vol buren en de volgende dag hadden we ook van alles. Ik heb de uitzendingen dus gemist. Maar geen nood, want Tex wist ook, dat er een DVD van was verschenen en de TV-uitzending was volgens hem slechts een samenvatting van de DVD. Dus ik naar de bibliotheek om hem te lenen. En tot mijn geluk hadden ze hem.

Op de DVD worden beelden getoond van live optredens in New York op 28 en 29 september 2006 en op 11 oktober van datzelfde jaar in Los Angeles. De beelden worden afgewisseld met korte tekstjes van een aantal van de deelnemende artiesten. De optredens maken deel uit van het Last Man Standing-project, zou je kunnen zeggen. Het is hetzelfde principe. Jerry Lee zingt een duet met iemand anders en een paar nummers solo. Meestal gaat het om een klassiek rock ’n roll- of country-nummer. Er staat een geweldige band achter. Ga maar na: Ronnie Wood op gitaar, Nils Lofgren: steel guitar en de legendarische Jim Keltner op drums. En dan heb ik het nog niet eens over Ken Lovelace, die al veertig jaar met Lewis speelt. Eén van de initiatiefnemers van het project, Jimmy Rip, speelt ook gitaar in de band. Ik kende hem niet als gitarist, maar hij heeft een heel mooi geluid.

Jerry Lee oogt wel behoorlijk oud. Hij is ook al 71. Hij zit wat krom achter de vleugel. Slechts één keer staat hij op en speelt – net als vroeger – staande verder. Wel wat strammer dan toen, maar het publiek lust er wel pap van. Een helemaal als hij de solo besluit door met zijn achterste op de toetsen te gaan zitten. Hij mag dan oud ogen, hij klínkt niet oud. OK, niet meer zo wild als in de begintijd, maar wel vitaal.
De vleugel is een verhaal apart. Hij is helemaal met vlammen beschilderd. Dat verwijst naar een verhaal uit de wilde tijd. Om Chuck Berry af te troeven stak hij tijdens zijn laatste nummer zijn vleugel in brand en speelde op het flink fikkende instrument verder. Berry sloot de show af (daar was van te voren ruzie over geweest) en toen hij opkwam voegde Lewis hem toe: ‘You top that nigger!’ Erg politiek correct was hij (toen) niet.

Maar op de CD speelt hij ook met B.B. King en Buddy Guy. En live met Solomon Burke en alweer Buddy Guy. Bij de live optredens op de DVD komen veel dezelfde vrienden langs als op de CD, maar niet alle. En er zijn ook weer nieuwe. Tom Jones is er nu bij en Chris Isaak. De laatste met wel heel bijzondere nummers: Somewhere Over The Rainbow, en het oeroude Johnny Ray-nummer: Cry. Mooi hoor, maar Johnny Ray deed dat nummer toch beter. Veel wanhopiger. Eén van de mensen die tussen de nummers aan het woord komt typeerde de muziek van Jerry Lee als een soort mix van rock ’n roll, country en boogie woogie. En zo is het, al moet ik zeggen dat de muziek mij nú meer als country in de oren klinkt, waar naar mijn idee vroeger de rock ’n roll meer op de voorgrond trad. Iemand merkte ook op, dat Lewis van ieder lied een Lewis-lied maakt. Hij zet als het ware nummers naar zijn hand. Dat klopt. Johnny Cash had dat ook.
Ach, het was weer genieten. En pas nu ben ik er achter gekomen, dat hij vorig jaar ook in Nederland heeft opgetreden. Ik moet voortaan toch wat beter op de concertagenda’s letten.

* Zie: De Leunstoel, jaargang 4, nummer 1.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Last man still standing Henk Klaren
0507VG Jll
Zo nu en dan krijg ik een mailtje van Tex (The Travelin’ Man). Dat begon na – en naar aanleiding van – mijn vorige artikel over Jerry Lee Lewis*. Ik weet niet wie Tex is. Hij is duidelijk een liefhebber van rock ’n roll in het algemeen en van Jerry Lee in het bijzonder. Hij is nogal actief op allerlei internetfora en –discussiesites. Kort voor de jaarwisseling was er weer zo’n mailtje. Hij maakte de ontvangers, waaronder ik dus, attent op de TV-uitzending van Last Man Standing, nieuwjaarsnacht om half twee, herhaling de volgende dag. Die nieuwjaarsnacht zat mijn huis vol buren en de volgende dag hadden we ook van alles. Ik heb de uitzendingen dus gemist. Maar geen nood, want Tex wist ook, dat er een DVD van was verschenen en de TV-uitzending was volgens hem slechts een samenvatting van de DVD. Dus ik naar de bibliotheek om hem te lenen. En tot mijn geluk hadden ze hem.

Op de DVD worden beelden getoond van live optredens in New York op 28 en 29 september 2006 en op 11 oktober van datzelfde jaar in Los Angeles. De beelden worden afgewisseld met korte tekstjes van een aantal van de deelnemende artiesten. De optredens maken deel uit van het Last Man Standing-project, zou je kunnen zeggen. Het is hetzelfde principe. Jerry Lee zingt een duet met iemand anders en een paar nummers solo. Meestal gaat het om een klassiek rock ’n roll- of country-nummer. Er staat een geweldige band achter. Ga maar na: Ronnie Wood op gitaar, Nils Lofgren: steel guitar en de legendarische Jim Keltner op drums. En dan heb ik het nog niet eens over Ken Lovelace, die al veertig jaar met Lewis speelt. Eén van de initiatiefnemers van het project, Jimmy Rip, speelt ook gitaar in de band. Ik kende hem niet als gitarist, maar hij heeft een heel mooi geluid.

Jerry Lee oogt wel behoorlijk oud. Hij is ook al 71. Hij zit wat krom achter de vleugel. Slechts één keer staat hij op en speelt – net als vroeger – staande verder. Wel wat strammer dan toen, maar het publiek lust er wel pap van. Een helemaal als hij de solo besluit door met zijn achterste op de toetsen te gaan zitten. Hij mag dan oud ogen, hij klínkt niet oud. OK, niet meer zo wild als in de begintijd, maar wel vitaal.
De vleugel is een verhaal apart. Hij is helemaal met vlammen beschilderd. Dat verwijst naar een verhaal uit de wilde tijd. Om Chuck Berry af te troeven stak hij tijdens zijn laatste nummer zijn vleugel in brand en speelde op het flink fikkende instrument verder. Berry sloot de show af (daar was van te voren ruzie over geweest) en toen hij opkwam voegde Lewis hem toe: ‘You top that nigger!’ Erg politiek correct was hij (toen) niet.

Maar op de CD speelt hij ook met B.B. King en Buddy Guy. En live met Solomon Burke en alweer Buddy Guy. Bij de live optredens op de DVD komen veel dezelfde vrienden langs als op de CD, maar niet alle. En er zijn ook weer nieuwe. Tom Jones is er nu bij en Chris Isaak. De laatste met wel heel bijzondere nummers: Somewhere Over The Rainbow, en het oeroude Johnny Ray-nummer: Cry. Mooi hoor, maar Johnny Ray deed dat nummer toch beter. Veel wanhopiger. Eén van de mensen die tussen de nummers aan het woord komt typeerde de muziek van Jerry Lee als een soort mix van rock ’n roll, country en boogie woogie. En zo is het, al moet ik zeggen dat de muziek mij nú meer als country in de oren klinkt, waar naar mijn idee vroeger de rock ’n roll meer op de voorgrond trad. Iemand merkte ook op, dat Lewis van ieder lied een Lewis-lied maakt. Hij zet als het ware nummers naar zijn hand. Dat klopt. Johnny Cash had dat ook.
Ach, het was weer genieten. En pas nu ben ik er achter gekomen, dat hij vorig jaar ook in Nederland heeft opgetreden. Ik moet voortaan toch wat beter op de concertagenda’s letten.

* Zie: De Leunstoel, jaargang 4, nummer 1.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Henk Klaren
powered by CJ2