archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Twee pleinen is geen plein Katharina Kouwenhoven

0705VG Dam
Amsterdam is één van de mooiste steden van de wereld maar er is van alles op aan te merken. Zo heeft Amsterdam bijvoorbeeld geen pleinen. Neem maar eens een prachtig plein in gedachten – het grote plein in Sienna, de Places des Vosges in Parijs, het grote plein in Arras of in Charlesville, om maar een paar van mijn favorieten te noemen – en vergelijk ze met iets dat in Amsterdam een plein wordt genoemd: het Frederiksplein, bijvoorbeeld, of het Leidseplein. Wat er mis is met die pleinen? Er rijden trams overheen!

Zowat alle pleinen die er toe doen worden doorkruist door trams (met bijbehorende abri’s), vaak ook nog geflankeerd door auto’s die dwars over het plein razen. Zodoende zijn die pleinen altijd twee pleinen en dus helemaal geen plein. Want een plein is één grote, open ruimte. Eventueel kan die als parkeerplaats gebruikt worden, zolang het verkeer er maar omheen gaat en het omzoomd is met terrassen en leuke winkeltjes. Maar een tram kan niet om een Amsterdams plein heen. Daar is de stad veel te klein voor. En daarom is de Dam, het bekendste plein van Amsterdam, zelfs na peperdure herinrichting en herbestrating, nog steeds geen plein.

De grote boosdoener, waardoor de Dam nooit een plein wordt, is de tramrails van het Centraal Station naar het Muntplein (ook in het geheel geen plein, maar slechts een tramhalte) via het Damrak en het Rokin, dwars over het plein heen. Maar liefst vijf verschillende trams jengelen over de Dam, vergezeld van stromen automobielen, fietsen, brommers en scooters. Vanaf het Centraal Station gezien heb je rechts het deel met het Paleis en de Nieuwe Kerk en de duiven, waarop jaarlijks een Kermis wordt gehouden. (Ik trof ooit een Engelsman in het café die er zijn verbazing over uitsprak dat wij kermis hielden tegenover een koninklijk paleis. Dat zou in Engeland beschouwd worden als belediging van de soeverein) Links is het deel met het Nationaal Monument, De Bijenkorf, Hotel Krasnapolski en de Industriële Club. Om van het ene deel bij het andere te komen moet je je een weg banen door het levensbedreigende verkeer, of het geduld op kunnen brengen vijf minuten voor het voetgangerslicht te wachten. Trams hebben nu eenmaal voorrang. Voor voetgangers en fietsers is de Dam, na de herbestrating, een crime, want op de hobbelige keitjes breek je je enkels en op de fiets trilt het stuur uit je handen. Het wordt dus nooit iets met die Dam.

Het enige plein in Amsterdam dat verkeersvrij is, het Museumplein, is een voetbalveld waar de buurtbewoners hun hond uitlaten. Na de peperdure, maar vanaf het begin totaal mislukte, herinrichting van dit plein gaan er nu alweer stemmen op om het maar weer eens over te doen. Daarvoor heb ik wel een suggestie. Er bestaat namelijk een tekening voor een prachtige inrichting van het Museumplein van Cuypers, de architect van het Rijksmuseum, aan de kop van dit plein. Als je het Rijks in de oorspronkelijke staat herstelt, kun je dat plein ook wel even meenemen en inrichten zoals het bedoeld was.

Verreweg het treurigste plein van Amsterdam is het Stationsplein. Nota bene de entrée van de Stad. Wie met de trein in Amsterdam arriveert moet eerst een knooppunt van tramlijnen over waar hij belaagd wordt door gierende en bellende monsters. Het Damrak mag dan op een pretpark lijken, helaas, het Stationsplein heeft nog het meeste weg van een tramremise. Welkom in Amsterdam. Momenteel ligt het Stationsplein weer op de schop, in verband met de bouw van de metro, maar het lijkt wel of dit plein permanent heringericht wordt, zonder dat dit tot iets leidt waarvan je kunt zeggen: wat fantastisch om zo Amsterdam binnen geleid te worden.

Om Amsterdam het nodige cachet te geven is er maar één oplossing: die anachronistische tram moet zo snel mogelijk uit het straatbeeld verdwijnen. Geen trams meer door de Leidse- en Utrechtsestraat, over het Rokin en het Damrak, over de Weteringschans en het Weteringcircuit, over de Ceintuurbaan en de straten in het verlengde daarvan en eindelijk pleinen met allure. In Londen zijn de trams al in 1954 ten grave gedragen, maar in Amsterdam draaien ze meer dan vijftig jaar later nog rustig hun rondjes.

Allereerst moet echter van de Dam een echt plein gemaakt worden en dat kan alleen als het Damrak en het Rokin worden ingericht als voetgangersgebied (en als het even kan ook weer ontdempt worden). Het verkeer kan zich, als het zonodig moet, verplaatsen over de Voorburgwallen. In het centrum van de stad loopt het verkeer vroeg of laat altijd in een fuik, dus het centrum moet je sowieso mijden en alleen te voet of per rijwiel benaderen. Nu het Gemeentebestuur nog zover zien te krijgen dat ze eindelijk eens een knoop doorhakt.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Twee pleinen is geen plein Katharina Kouwenhoven
0705VG Dam
Amsterdam is één van de mooiste steden van de wereld maar er is van alles op aan te merken. Zo heeft Amsterdam bijvoorbeeld geen pleinen. Neem maar eens een prachtig plein in gedachten – het grote plein in Sienna, de Places des Vosges in Parijs, het grote plein in Arras of in Charlesville, om maar een paar van mijn favorieten te noemen – en vergelijk ze met iets dat in Amsterdam een plein wordt genoemd: het Frederiksplein, bijvoorbeeld, of het Leidseplein. Wat er mis is met die pleinen? Er rijden trams overheen!

Zowat alle pleinen die er toe doen worden doorkruist door trams (met bijbehorende abri’s), vaak ook nog geflankeerd door auto’s die dwars over het plein razen. Zodoende zijn die pleinen altijd twee pleinen en dus helemaal geen plein. Want een plein is één grote, open ruimte. Eventueel kan die als parkeerplaats gebruikt worden, zolang het verkeer er maar omheen gaat en het omzoomd is met terrassen en leuke winkeltjes. Maar een tram kan niet om een Amsterdams plein heen. Daar is de stad veel te klein voor. En daarom is de Dam, het bekendste plein van Amsterdam, zelfs na peperdure herinrichting en herbestrating, nog steeds geen plein.

De grote boosdoener, waardoor de Dam nooit een plein wordt, is de tramrails van het Centraal Station naar het Muntplein (ook in het geheel geen plein, maar slechts een tramhalte) via het Damrak en het Rokin, dwars over het plein heen. Maar liefst vijf verschillende trams jengelen over de Dam, vergezeld van stromen automobielen, fietsen, brommers en scooters. Vanaf het Centraal Station gezien heb je rechts het deel met het Paleis en de Nieuwe Kerk en de duiven, waarop jaarlijks een Kermis wordt gehouden. (Ik trof ooit een Engelsman in het café die er zijn verbazing over uitsprak dat wij kermis hielden tegenover een koninklijk paleis. Dat zou in Engeland beschouwd worden als belediging van de soeverein) Links is het deel met het Nationaal Monument, De Bijenkorf, Hotel Krasnapolski en de Industriële Club. Om van het ene deel bij het andere te komen moet je je een weg banen door het levensbedreigende verkeer, of het geduld op kunnen brengen vijf minuten voor het voetgangerslicht te wachten. Trams hebben nu eenmaal voorrang. Voor voetgangers en fietsers is de Dam, na de herbestrating, een crime, want op de hobbelige keitjes breek je je enkels en op de fiets trilt het stuur uit je handen. Het wordt dus nooit iets met die Dam.

Het enige plein in Amsterdam dat verkeersvrij is, het Museumplein, is een voetbalveld waar de buurtbewoners hun hond uitlaten. Na de peperdure, maar vanaf het begin totaal mislukte, herinrichting van dit plein gaan er nu alweer stemmen op om het maar weer eens over te doen. Daarvoor heb ik wel een suggestie. Er bestaat namelijk een tekening voor een prachtige inrichting van het Museumplein van Cuypers, de architect van het Rijksmuseum, aan de kop van dit plein. Als je het Rijks in de oorspronkelijke staat herstelt, kun je dat plein ook wel even meenemen en inrichten zoals het bedoeld was.

Verreweg het treurigste plein van Amsterdam is het Stationsplein. Nota bene de entrée van de Stad. Wie met de trein in Amsterdam arriveert moet eerst een knooppunt van tramlijnen over waar hij belaagd wordt door gierende en bellende monsters. Het Damrak mag dan op een pretpark lijken, helaas, het Stationsplein heeft nog het meeste weg van een tramremise. Welkom in Amsterdam. Momenteel ligt het Stationsplein weer op de schop, in verband met de bouw van de metro, maar het lijkt wel of dit plein permanent heringericht wordt, zonder dat dit tot iets leidt waarvan je kunt zeggen: wat fantastisch om zo Amsterdam binnen geleid te worden.

Om Amsterdam het nodige cachet te geven is er maar één oplossing: die anachronistische tram moet zo snel mogelijk uit het straatbeeld verdwijnen. Geen trams meer door de Leidse- en Utrechtsestraat, over het Rokin en het Damrak, over de Weteringschans en het Weteringcircuit, over de Ceintuurbaan en de straten in het verlengde daarvan en eindelijk pleinen met allure. In Londen zijn de trams al in 1954 ten grave gedragen, maar in Amsterdam draaien ze meer dan vijftig jaar later nog rustig hun rondjes.

Allereerst moet echter van de Dam een echt plein gemaakt worden en dat kan alleen als het Damrak en het Rokin worden ingericht als voetgangersgebied (en als het even kan ook weer ontdempt worden). Het verkeer kan zich, als het zonodig moet, verplaatsen over de Voorburgwallen. In het centrum van de stad loopt het verkeer vroeg of laat altijd in een fuik, dus het centrum moet je sowieso mijden en alleen te voet of per rijwiel benaderen. Nu het Gemeentebestuur nog zover zien te krijgen dat ze eindelijk eens een knoop doorhakt.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2