archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Amsterdams ABC: Café Oranje Katharina Kouwenhoven

0608VG Café Oranje
Als je in Amsterdam op zoek bent naar een café, waar 'het' te doen is, in de hoop allerlei bekende en interessante personen tegen te komen, moet je café Oranje mijden. Nu zul je daar ook niet een-twee-drie verzeild raken, want het ligt een beetje buiten het centrum. Op de hoek van de Bilderdijkstraat en de Jacob van Lennepkade, om precies te zijn.
Mocht je dit café onverhoeds toch binnenlopen, dan word je overweldigd door het gevoel dat dit wel eens je laatste pleisterplaats zou kunnen zijn. Dat is zeker het geval voor de klandizie die er aan de bar hangt en een vreemdeling die hun stamkroeg bezoekt met lodderige ogen aankijkt. Als ze al de moeite nemen om zich om te draaien.

Café Oranje is bij uitstek de plek waar mensen terechtkomen, die een tijdje onzichtbaar door het leven willen gaan. Heb je een kennis of vriend waarvan je vermoedt dat hij ergens is ondergedoken: probeer café Oranje.
In het café heerst een grote troosteloosheid. De eigenaar heeft niettemin een poging gedaan het café een tot vrolijkheid stemmende aanblik te geven door het te versieren met Oranjeparafernalia. Het oranje van het nationale elftal, dat je er op een groot scherm bezig kunt zien. De oranje wimpels die er hangen zijn echter danig gekreukt en de ballonnen net zo verschrompeld als de vaste klanten. De klanten zijn te ver heen om nog enige interesse te tonen voor wat de TV te bieden heeft.

Ik had een vriend die graag in café Oranje kwam. Niet alleen omdat hij in de buurt woonde, maar ook omdat de desolate sfeer hem uitstekend beviel. Het paste bij de stemming waarin hij doorgaans verkeerde. Als ik hem kwijt was wist ik waar ik hem moest zoeken. Overigens vond ik dat geen straf, want ik had wel iets met het wrakhout dat zich daar vol liet lopen. Sinds het overlijden van mijn vriend was ik echter niet meer in Oranje geweest.

Een paar weken geleden maakte ik een wandeling door Amsterdam waarbij ik, langs het water lopend, alle scholen aan wilde doen waar ik op had gezeten, omdat die toevallig allemaal aan het water lagen. Ik begon bij de verste, mijn kleuterschool op de hoek van de Admiralengracht en de Jan van Galenstraat. Die school bleek nog te bestaan en er precies zo uit te zien als ik me hem herinnerde, alleen natuurlijk kleiner. Vooral de enorme zandbak, waarin ik me altijd verloren had gevoeld en bang dat ik er niet meer uit kon vanwege de hoge rand, was danig gekrompen.
Mijn lagere school, de Cabotschool (zie Jrg 5, Nr 14), bevond zich ook aan de Admiralengracht, die ik alleen maar hoefde af te lopen richting Postjesweg. De Cabotschool, zoals ik die kende, is niet meer. Vervangen door een moderne flutschool, met koopflats erboven.

Mijn middelbare school lag aan de Jozef Israëlskade, op de plaats waar zich nu het Okurahotel bevindt. Hij bestond uit een aantal houten barakken die slechts tijdelijk dienst zouden doen. Van een echt gebouw is het echter nooit gekomen want daarvóór werd de school opgeheven (zie Jrg 4, Nr 20). Het was echter niet zo eenvoudig om van de Admiralengracht langs het water naar de Jozef Israëlskade te wandelen. Dat kon alleen met een flinke omweg, maar daar zag ik niet tegenop.
Aan het einde van de Admiralengracht kwam ik bij de Baarsjesweg en kon ik de brug over naar de er tegenoverliggende0608VG Kleuterschool 2e Kostverlorenkade. Daar waar de Jacob van Lennepkade op deze kade uitkomt, kun je niet verder en moet je linksaf slaan de van Lennepkade op. Ik besloot deze helemaal af te lopen, tot aan de Stadhouderskade (en langs de Stadhouderskade naar de Amstel, langs de Amstel tot de Jozef Israëlskade en langs de Jozef Israëlskade naar de Hobbemakade, naar huis).

Dan kon ik en passant kijken of ik het huis van mijn neef Piet Sas nog kon vinden, die daar in de jaren vijftig woonde. Aan de Jacob van Lennepkade staat veel nieuwbouw, maar er zijn ook nog huizen in de bekende benarde stijl van het einde van de negentiende eeuw en in zo'n huis woonde Piet Sas. Ik had echter geen idee waar zich dat ongeveer moest bevinden of ooit bevonden had.
Piet Sas was de zoon van mijn Tante Neel, een oudere zuster van mijn moeder. Tante Neel was een geval apart. Een vrolijk, maar kwaadaardig loeder dat er veel behagen in schepte anderen te zieken, jennen en judassen en kwaadaardige roddels te verspreiden. Met haar eigen moeder, mijn grootmoeder, die ook niet voor de poes was, kon ze het goed vinden, maar tussen haar en mijn moeder was het water en vuur. Ze had mijn moeder altijd tuk. Tante Neel was getrouwd geweest met ene Piet Sas en had daarvan dus mijn neef Piet Sas. Die echtgenoot verdween, ik weet niet hoe, en tante Neel trouwde vervolgens met Piet Proper, die eigenlijk verliefd was op mijn moeder en hoopte in tante Neel een aantrekkelijk surrogaat te vinden. Hij had buiten de waard gerekend. Gelukkig voer hij op de Grote Vaart en was zelden thuis. Dat kwam tante Neel ook heel goed uit. Niettemin kreeg ze van oom Piet Proper ook een zoon, Piet Proper. Die heeft ze zo verschrikkelijk getreiterd - hij kon niet tippen aan haar Piet Sas jr - dat hij op jonge leeftijd zelfmoord pleegde. Een mooi portret, die tante Neel.

Van Piet Sas herinner ik me niet veel meer dan dat hij een vadsig figuur had, een goudgerande bril droeg en uitzonderlijk lijzig sprak, maar getrouwd was met een opmerkelijk aantrekkelijke vrouw. Vaak heb ik hem niet gezien, want mijn moeder en ik zijn daar op de Jacob van Lennepkade hoogstens een paar keer op visite geweest.
Dat huis van Piet Sas heb ik natuurlijk niet gevonden, maar toen ik bij de Bilderdijkstraat kwam, passeerde ik vanzelfsprekend café Oranje. Ik moest daar toen wel even aanleggen. Er was niet veel veranderd. De verlichting leek wel op een nog lager pitje te zijn gedraaid, want ik kon de figuren aan de bar nauwelijks onderscheiden. Vlaggetjes en wimpels hingen er nog steeds. De kleuren waren inmiddels zo vervaagd dat ze net zo goed van toiletpapier zouden kunnen zijn. Ik zag ook een slinger hangen die ik nog nooit eerder had gezien. Ze hadden toch geen feestje gehad? Eén van de barvliegen maakte een uitnodigend gebaar en bood me een drankje aan. Ik gaf hem te kennen dat ik alleen maar binnengelopen was om te kijken of een vriend van mij er toevallig was neergestreken, maakte dat ik wegkwam en stak snel de Bilderdijkstraat over.
Voor café Oranje ben ik voorlopig nog niet wanhopig genoeg.
 
*********************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Amsterdams ABC: Café Oranje Katharina Kouwenhoven
0608VG Café Oranje
Als je in Amsterdam op zoek bent naar een café, waar 'het' te doen is, in de hoop allerlei bekende en interessante personen tegen te komen, moet je café Oranje mijden. Nu zul je daar ook niet een-twee-drie verzeild raken, want het ligt een beetje buiten het centrum. Op de hoek van de Bilderdijkstraat en de Jacob van Lennepkade, om precies te zijn.
Mocht je dit café onverhoeds toch binnenlopen, dan word je overweldigd door het gevoel dat dit wel eens je laatste pleisterplaats zou kunnen zijn. Dat is zeker het geval voor de klandizie die er aan de bar hangt en een vreemdeling die hun stamkroeg bezoekt met lodderige ogen aankijkt. Als ze al de moeite nemen om zich om te draaien.

Café Oranje is bij uitstek de plek waar mensen terechtkomen, die een tijdje onzichtbaar door het leven willen gaan. Heb je een kennis of vriend waarvan je vermoedt dat hij ergens is ondergedoken: probeer café Oranje.
In het café heerst een grote troosteloosheid. De eigenaar heeft niettemin een poging gedaan het café een tot vrolijkheid stemmende aanblik te geven door het te versieren met Oranjeparafernalia. Het oranje van het nationale elftal, dat je er op een groot scherm bezig kunt zien. De oranje wimpels die er hangen zijn echter danig gekreukt en de ballonnen net zo verschrompeld als de vaste klanten. De klanten zijn te ver heen om nog enige interesse te tonen voor wat de TV te bieden heeft.

Ik had een vriend die graag in café Oranje kwam. Niet alleen omdat hij in de buurt woonde, maar ook omdat de desolate sfeer hem uitstekend beviel. Het paste bij de stemming waarin hij doorgaans verkeerde. Als ik hem kwijt was wist ik waar ik hem moest zoeken. Overigens vond ik dat geen straf, want ik had wel iets met het wrakhout dat zich daar vol liet lopen. Sinds het overlijden van mijn vriend was ik echter niet meer in Oranje geweest.

Een paar weken geleden maakte ik een wandeling door Amsterdam waarbij ik, langs het water lopend, alle scholen aan wilde doen waar ik op had gezeten, omdat die toevallig allemaal aan het water lagen. Ik begon bij de verste, mijn kleuterschool op de hoek van de Admiralengracht en de Jan van Galenstraat. Die school bleek nog te bestaan en er precies zo uit te zien als ik me hem herinnerde, alleen natuurlijk kleiner. Vooral de enorme zandbak, waarin ik me altijd verloren had gevoeld en bang dat ik er niet meer uit kon vanwege de hoge rand, was danig gekrompen.
Mijn lagere school, de Cabotschool (zie Jrg 5, Nr 14), bevond zich ook aan de Admiralengracht, die ik alleen maar hoefde af te lopen richting Postjesweg. De Cabotschool, zoals ik die kende, is niet meer. Vervangen door een moderne flutschool, met koopflats erboven.

Mijn middelbare school lag aan de Jozef Israëlskade, op de plaats waar zich nu het Okurahotel bevindt. Hij bestond uit een aantal houten barakken die slechts tijdelijk dienst zouden doen. Van een echt gebouw is het echter nooit gekomen want daarvóór werd de school opgeheven (zie Jrg 4, Nr 20). Het was echter niet zo eenvoudig om van de Admiralengracht langs het water naar de Jozef Israëlskade te wandelen. Dat kon alleen met een flinke omweg, maar daar zag ik niet tegenop.
Aan het einde van de Admiralengracht kwam ik bij de Baarsjesweg en kon ik de brug over naar de er tegenoverliggende0608VG Kleuterschool 2e Kostverlorenkade. Daar waar de Jacob van Lennepkade op deze kade uitkomt, kun je niet verder en moet je linksaf slaan de van Lennepkade op. Ik besloot deze helemaal af te lopen, tot aan de Stadhouderskade (en langs de Stadhouderskade naar de Amstel, langs de Amstel tot de Jozef Israëlskade en langs de Jozef Israëlskade naar de Hobbemakade, naar huis).

Dan kon ik en passant kijken of ik het huis van mijn neef Piet Sas nog kon vinden, die daar in de jaren vijftig woonde. Aan de Jacob van Lennepkade staat veel nieuwbouw, maar er zijn ook nog huizen in de bekende benarde stijl van het einde van de negentiende eeuw en in zo'n huis woonde Piet Sas. Ik had echter geen idee waar zich dat ongeveer moest bevinden of ooit bevonden had.
Piet Sas was de zoon van mijn Tante Neel, een oudere zuster van mijn moeder. Tante Neel was een geval apart. Een vrolijk, maar kwaadaardig loeder dat er veel behagen in schepte anderen te zieken, jennen en judassen en kwaadaardige roddels te verspreiden. Met haar eigen moeder, mijn grootmoeder, die ook niet voor de poes was, kon ze het goed vinden, maar tussen haar en mijn moeder was het water en vuur. Ze had mijn moeder altijd tuk. Tante Neel was getrouwd geweest met ene Piet Sas en had daarvan dus mijn neef Piet Sas. Die echtgenoot verdween, ik weet niet hoe, en tante Neel trouwde vervolgens met Piet Proper, die eigenlijk verliefd was op mijn moeder en hoopte in tante Neel een aantrekkelijk surrogaat te vinden. Hij had buiten de waard gerekend. Gelukkig voer hij op de Grote Vaart en was zelden thuis. Dat kwam tante Neel ook heel goed uit. Niettemin kreeg ze van oom Piet Proper ook een zoon, Piet Proper. Die heeft ze zo verschrikkelijk getreiterd - hij kon niet tippen aan haar Piet Sas jr - dat hij op jonge leeftijd zelfmoord pleegde. Een mooi portret, die tante Neel.

Van Piet Sas herinner ik me niet veel meer dan dat hij een vadsig figuur had, een goudgerande bril droeg en uitzonderlijk lijzig sprak, maar getrouwd was met een opmerkelijk aantrekkelijke vrouw. Vaak heb ik hem niet gezien, want mijn moeder en ik zijn daar op de Jacob van Lennepkade hoogstens een paar keer op visite geweest.
Dat huis van Piet Sas heb ik natuurlijk niet gevonden, maar toen ik bij de Bilderdijkstraat kwam, passeerde ik vanzelfsprekend café Oranje. Ik moest daar toen wel even aanleggen. Er was niet veel veranderd. De verlichting leek wel op een nog lager pitje te zijn gedraaid, want ik kon de figuren aan de bar nauwelijks onderscheiden. Vlaggetjes en wimpels hingen er nog steeds. De kleuren waren inmiddels zo vervaagd dat ze net zo goed van toiletpapier zouden kunnen zijn. Ik zag ook een slinger hangen die ik nog nooit eerder had gezien. Ze hadden toch geen feestje gehad? Eén van de barvliegen maakte een uitnodigend gebaar en bood me een drankje aan. Ik gaf hem te kennen dat ik alleen maar binnengelopen was om te kijken of een vriend van mij er toevallig was neergestreken, maakte dat ik wegkwam en stak snel de Bilderdijkstraat over.
Voor café Oranje ben ik voorlopig nog niet wanhopig genoeg.
 
*********************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2