archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Museum Amsterdam Noord Gerbrand Muller

0410VG Omweg2
Het wordt tijd iets te vertellen over het Museum Amsterdam Noord. Want het gaat door! Er komt een museum in het noordelijk stadsdeel van Amsterdam, in het voorjaar van 2008 zal het zijn deuren openen! Ik verbeeld me niet, lezer, dat deze mededeling uw hart sneller zal doen kloppen. ‘Museum Amsterdam’ had misschien uw nieuwsgierigheid gewekt, met de toevoeging ‘Noord’ is de aardigheid eraf. Amsterdam mag een van de mooiste steden van de wereld zijn, Amsterdam-Noord geldt als een saai oord waar je niet komt als je er niets te zoeken hebt.

Het is waar, in haar geheel bezien is ‘Noord’ geen wonder van architectonische schoonheid, maar welke naoorlogse agglomeratie is dat wel? Een eenheid vormt het boven het IJ gelegen stadsdeel al evenmin, doorsneden als het wordt door het Noord-Hollands kanaal en de parallel daaraan lopende verkeersader die Amsterdam vanaf de IJ-tunnel verbindt met het noordelijker deel van Noord-Holland. Amsterdam-Noord is een uitgestrekte lappendeken van oude en nieuwe woonwijken, sommige voor de oorlog gebouwd, andere kortere of langere tijd daarna, rommelige bedrijventerreinen, restanten van de vroegere scheepswerven (deels door kunstenaars tot ateliers herbouwd), parken, met elkaar verbonden door de fietspaden die door heel Amsterdam-Noord zijn aangelegd.

Afwisseling biedt dit stadsdeel zeker, en een tocht langs de fietspaden loont alleszins de moeite. De in de jaren twintig en dertig gebouwde woonwijken zijn verrassend met hun groene binnenpleintjes en (voornamelijk in Nieuwendam) tussen de huizen aangebrachte poortjes. Op een enkele plaats treft men soms een of meer oude villa’s, deels niet lang na de voorlaatste eeuwwisseling neergezet voor directieleden van de scheepswerven. Kolossaal is de directeurswoning van de voormalige petrochemische fabriek Ketjen (later AKZO) achter de Nieuwendammerdijk, omringd door een lommerrijke tuin en een weitje met schapen en geiten… En dan heb ik nog niets gezegd over de in 1921 door Amsterdam opgeslokte eeuwenoude dijkdorpen Buiksloot, Nieuwendam en Schellingwoude. De houten huizen langs de nu binnen Amsterdam-Noord gelegen Buiksloterdijk, Nieuwendammerdijk en Schellingwouderdijk (die tezamen de Waterlandse Zeedijk vormden) zijn nog steeds een lust voor het oog; de nabij deze dijken gelegen dorpskerkjes zijn stuk voor stuk juweeltjes.

Bovendien is er nog het tegelijk met de genoemde dorpen bij Amsterdam gevoegde landelijke gebied met de al even oude, ongerepte dorpen Durgerdam, Zunderdorp, Ransdorp en Holysloot. Fietsen door dit buiten de agglomeratie van Amsterdam-Noord gelegen landschap is een feest. Toegegeven, hoe verder je je van de rand van de stad verwijdert, des te mooier het wordt. Je staat stil en kijkt rond: je bent alleen met de wind, enkele grutto’s en een kieviet. Een ophaalbruggetje in de verte blinkt in de zon, het water in meerdere sloten schittert… Zo stil zou het duizend jaar geleden kunnen zijn geweest, toen zich hier voor het eerst mensen vestigden.

Henk Ras, psychiater in ruste, die het iniatief nam tot de oprichting van het museum en die voorzitter is van de Stichting Museum Amsterdam Noord, gaat ver in het verleden terug om de weerzin van de Amsterdammers tegen Amsterdam-Noord te verklaren. In een onlangs voor de Vrienden van de Buiksloterkerk gehouden lezing toonde hij aan dat er door verschillende oorzaken eeuwen lang een kloof tussen Amsterdam en het gebied ten noorden van het IJ heeft bestaan. Dat was al zo ten tijde van de opstand van de ‘Waterlanders’ - de inwoners van de dorpen ten noorden van het IJ - tegen hun heerszuchtige landheer Jan Persijn in 1268. Die opstand leidde ertoe dat de Hollandse graaf Floris de Vijfde Amsterdam samen met Amstelveen en Ouderkerk ruilde voor Waterland - dit tot opluchting van de Waterlanders, die Floris prezen als ‘der Keerlen God’.

Nog altijd siert de zwaan als vruchtbaarheidssymbool de wapens van de dorpen in Waterland, terwijl men in die van Amsterdam, Amstelveen en Ouderkerk het Andreaskruis aantreft, afkomstig van het familiewapen van de Persijns. Dan (tweede door Henk Ras genoemde factor): in de tachtigjarige oorlog stonden de dorpen ten noorden van het IJ lijnrecht tegenover Amsterdam; de wisselvalligheden van de krijg hadden de dorpen in het kamp van de Geuzen gebracht, Amsterdam bleef tot de Alteratie in 1578 ‘Spaans en paaps’. Een Spaanse vloot die door landvoogd Alva persoonlijk vanaf de Amsterdamse Schreierstoren uitgeleide was gedaan, werd in 1573 door een geuzenvloot onder bevel van Cornelis Dirkszoon, burgemeester van Monnickendam, op de Zuiderzee verslagen. Daarbij komt (derde factor) het verschil tussen de door de Waterlanders en de Amsterdammers gebezigde taal. Ten noorden van het IJ sprak men een vorm van Fries die voor de Amsterdammers nauwelijks of niet verstaanbaar was. Tenslotte, tot de weerzin van de Amsterdammers tegen het ten noorden van het IJ gelegen gebied kan ook de galg hebben bijgedragen die Amsterdam al in de vijftiende eeuw op de noordelijke IJ-oever oprichtte. Daaraan liet men de in de stad ter dood gebrachte misdadigers hangen totdat van hen alleen nog hun gebeente restte. Eeuwenlang kon men vanaf de plaats waar nu het Centraal Station staat, aan de overkant van het IJ de gehangenen zien.

Gelet op de aparte positie die het ten noorden van het IJ gelegen gebied in de loop van eeuwen heeft ingenomen ligt het voor de hand dat het Museum Amsterdam Noord zich in de eerste plaats op de geschiedenis van Amsterdam-Noord en Waterland zal richten. Dankzij de studies van locale historici en de uitgaven van de Stichting Historisch Centrum Amsterdam-Noord is over deze geschiedenis al veel bekend, maar er blijft nog veel meer te onderzoeken over. De Stichting Museum Amsterdam Noord heeft al een ‘canon’ van ruim 60 onderwerpen opgesteld waarop het onderzoek zich zou kunnen richten. Het museum… maar ik maak het mij gemakkelijk en citeer tot slot uit de recente brochure van de Stichting Museum Amsterdam Noord.

‘Het museum zal op drie manieren functioneren. In de eerste plaats is het een bezoekerscentrum: bezoekers krijgen informatie over wat Noord thans is en ooit is geweest. Ze worden uitgenodigd via fiets- en wandelroutes of via zoekopdrachten relevante plekken in Noord en in de omgeving te bezoeken en te ervaren. Vervolgens is het museum een moderne Oudheidkamer. Via interactieve presentaties zal zowel het materiële als het immateriële erfgoed van Noord aan de bezoeker worden getoond. Het zal zowel een voorwerpenmuseum als een verhalenmuseum worden. Tenslotte biedt het museum aan locale kunstenaars de mogelijkheid hun werk in wisselende exposities te presenteren. Als zodanig is het museum ook een galerie.’

Moge het museum zich verheugen in een ruim aantal bezoekers, niet alleen uit Amsterdam, maar uit heel Nederland, en daarbuiten!
 
****************************
Kijk eens op www.meermanno.nl


© 2007 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Museum Amsterdam Noord Gerbrand Muller
0410VG Omweg2
Het wordt tijd iets te vertellen over het Museum Amsterdam Noord. Want het gaat door! Er komt een museum in het noordelijk stadsdeel van Amsterdam, in het voorjaar van 2008 zal het zijn deuren openen! Ik verbeeld me niet, lezer, dat deze mededeling uw hart sneller zal doen kloppen. ‘Museum Amsterdam’ had misschien uw nieuwsgierigheid gewekt, met de toevoeging ‘Noord’ is de aardigheid eraf. Amsterdam mag een van de mooiste steden van de wereld zijn, Amsterdam-Noord geldt als een saai oord waar je niet komt als je er niets te zoeken hebt.

Het is waar, in haar geheel bezien is ‘Noord’ geen wonder van architectonische schoonheid, maar welke naoorlogse agglomeratie is dat wel? Een eenheid vormt het boven het IJ gelegen stadsdeel al evenmin, doorsneden als het wordt door het Noord-Hollands kanaal en de parallel daaraan lopende verkeersader die Amsterdam vanaf de IJ-tunnel verbindt met het noordelijker deel van Noord-Holland. Amsterdam-Noord is een uitgestrekte lappendeken van oude en nieuwe woonwijken, sommige voor de oorlog gebouwd, andere kortere of langere tijd daarna, rommelige bedrijventerreinen, restanten van de vroegere scheepswerven (deels door kunstenaars tot ateliers herbouwd), parken, met elkaar verbonden door de fietspaden die door heel Amsterdam-Noord zijn aangelegd.

Afwisseling biedt dit stadsdeel zeker, en een tocht langs de fietspaden loont alleszins de moeite. De in de jaren twintig en dertig gebouwde woonwijken zijn verrassend met hun groene binnenpleintjes en (voornamelijk in Nieuwendam) tussen de huizen aangebrachte poortjes. Op een enkele plaats treft men soms een of meer oude villa’s, deels niet lang na de voorlaatste eeuwwisseling neergezet voor directieleden van de scheepswerven. Kolossaal is de directeurswoning van de voormalige petrochemische fabriek Ketjen (later AKZO) achter de Nieuwendammerdijk, omringd door een lommerrijke tuin en een weitje met schapen en geiten… En dan heb ik nog niets gezegd over de in 1921 door Amsterdam opgeslokte eeuwenoude dijkdorpen Buiksloot, Nieuwendam en Schellingwoude. De houten huizen langs de nu binnen Amsterdam-Noord gelegen Buiksloterdijk, Nieuwendammerdijk en Schellingwouderdijk (die tezamen de Waterlandse Zeedijk vormden) zijn nog steeds een lust voor het oog; de nabij deze dijken gelegen dorpskerkjes zijn stuk voor stuk juweeltjes.

Bovendien is er nog het tegelijk met de genoemde dorpen bij Amsterdam gevoegde landelijke gebied met de al even oude, ongerepte dorpen Durgerdam, Zunderdorp, Ransdorp en Holysloot. Fietsen door dit buiten de agglomeratie van Amsterdam-Noord gelegen landschap is een feest. Toegegeven, hoe verder je je van de rand van de stad verwijdert, des te mooier het wordt. Je staat stil en kijkt rond: je bent alleen met de wind, enkele grutto’s en een kieviet. Een ophaalbruggetje in de verte blinkt in de zon, het water in meerdere sloten schittert… Zo stil zou het duizend jaar geleden kunnen zijn geweest, toen zich hier voor het eerst mensen vestigden.

Henk Ras, psychiater in ruste, die het iniatief nam tot de oprichting van het museum en die voorzitter is van de Stichting Museum Amsterdam Noord, gaat ver in het verleden terug om de weerzin van de Amsterdammers tegen Amsterdam-Noord te verklaren. In een onlangs voor de Vrienden van de Buiksloterkerk gehouden lezing toonde hij aan dat er door verschillende oorzaken eeuwen lang een kloof tussen Amsterdam en het gebied ten noorden van het IJ heeft bestaan. Dat was al zo ten tijde van de opstand van de ‘Waterlanders’ - de inwoners van de dorpen ten noorden van het IJ - tegen hun heerszuchtige landheer Jan Persijn in 1268. Die opstand leidde ertoe dat de Hollandse graaf Floris de Vijfde Amsterdam samen met Amstelveen en Ouderkerk ruilde voor Waterland - dit tot opluchting van de Waterlanders, die Floris prezen als ‘der Keerlen God’.

Nog altijd siert de zwaan als vruchtbaarheidssymbool de wapens van de dorpen in Waterland, terwijl men in die van Amsterdam, Amstelveen en Ouderkerk het Andreaskruis aantreft, afkomstig van het familiewapen van de Persijns. Dan (tweede door Henk Ras genoemde factor): in de tachtigjarige oorlog stonden de dorpen ten noorden van het IJ lijnrecht tegenover Amsterdam; de wisselvalligheden van de krijg hadden de dorpen in het kamp van de Geuzen gebracht, Amsterdam bleef tot de Alteratie in 1578 ‘Spaans en paaps’. Een Spaanse vloot die door landvoogd Alva persoonlijk vanaf de Amsterdamse Schreierstoren uitgeleide was gedaan, werd in 1573 door een geuzenvloot onder bevel van Cornelis Dirkszoon, burgemeester van Monnickendam, op de Zuiderzee verslagen. Daarbij komt (derde factor) het verschil tussen de door de Waterlanders en de Amsterdammers gebezigde taal. Ten noorden van het IJ sprak men een vorm van Fries die voor de Amsterdammers nauwelijks of niet verstaanbaar was. Tenslotte, tot de weerzin van de Amsterdammers tegen het ten noorden van het IJ gelegen gebied kan ook de galg hebben bijgedragen die Amsterdam al in de vijftiende eeuw op de noordelijke IJ-oever oprichtte. Daaraan liet men de in de stad ter dood gebrachte misdadigers hangen totdat van hen alleen nog hun gebeente restte. Eeuwenlang kon men vanaf de plaats waar nu het Centraal Station staat, aan de overkant van het IJ de gehangenen zien.

Gelet op de aparte positie die het ten noorden van het IJ gelegen gebied in de loop van eeuwen heeft ingenomen ligt het voor de hand dat het Museum Amsterdam Noord zich in de eerste plaats op de geschiedenis van Amsterdam-Noord en Waterland zal richten. Dankzij de studies van locale historici en de uitgaven van de Stichting Historisch Centrum Amsterdam-Noord is over deze geschiedenis al veel bekend, maar er blijft nog veel meer te onderzoeken over. De Stichting Museum Amsterdam Noord heeft al een ‘canon’ van ruim 60 onderwerpen opgesteld waarop het onderzoek zich zou kunnen richten. Het museum… maar ik maak het mij gemakkelijk en citeer tot slot uit de recente brochure van de Stichting Museum Amsterdam Noord.

‘Het museum zal op drie manieren functioneren. In de eerste plaats is het een bezoekerscentrum: bezoekers krijgen informatie over wat Noord thans is en ooit is geweest. Ze worden uitgenodigd via fiets- en wandelroutes of via zoekopdrachten relevante plekken in Noord en in de omgeving te bezoeken en te ervaren. Vervolgens is het museum een moderne Oudheidkamer. Via interactieve presentaties zal zowel het materiële als het immateriële erfgoed van Noord aan de bezoeker worden getoond. Het zal zowel een voorwerpenmuseum als een verhalenmuseum worden. Tenslotte biedt het museum aan locale kunstenaars de mogelijkheid hun werk in wisselende exposities te presenteren. Als zodanig is het museum ook een galerie.’

Moge het museum zich verheugen in een ruim aantal bezoekers, niet alleen uit Amsterdam, maar uit heel Nederland, en daarbuiten!
 
****************************
Kijk eens op www.meermanno.nl
© 2007 Gerbrand Muller
powered by CJ2