archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de centen letten delen printen terug
Gouden generatie? Joop Quint

1305BZ GoudenWaarschijnlijk behoor ik tot de gouden generatie. Voor ons en na ons is er geen generatie (geweest) die het zo goed heeft (gehad). Weer eens een wat ander geluid dan dat van klagende oudjes en ‘vroeger was alles beter’. Hier komen een paar feiten.

Ik ben van februari 1942. De oorlog. Geen goed begin voor velen van mijn generatie. Voor mij was het niet slecht. Ik heb weinig last gehad van de oorlog, ik woonde op de Veluwe.

In 1959 ben ik gaan studeren. Dat had niet gekund als ik wat eerder was geboren. Mijn ouders hadden geen geld voor mijn studie. Maar een paar jaar daarvoor was er een systeem van studiefinanciering ingevoerd. Overigens heeft een vriend (econoom) uitgerekend dat wij indertijd nogal wat meer kregen dan de huidige studenten.

Na het afronden van mijn studie ben ik in dienst geweest. Vrouwelijke generatiegenoten hebben dat geluk niet gehad. Net als veel van mijn collega’s vond ik het wel plezierig in dienst. Ik trof er een interessante dwarsdoorsnede van de samenleving aan. Er zijn twee onderwerpen waar ik met bijna al mijn generatiegenoten over kan praten: voetbal en de dienst. Ik zou het niet slecht vinden als de dienstplicht weer zou worden ingevoerd.

Een baan was, net als voor mijn generatiegenoten, geen enkel probleem. Ik kon uit vijf banen kiezen. Dat was ca. 25 jaar later anders voor mijn dochter. Die moest honderd sollicitatiebrieven schrijven om aangenomen te worden bij het kleinste advocatenkantoor van Nederland.

Inkomen was ook nauwelijks een probleem. Overigens zijn de inkomens tijdens onze generatie fors gestegen. Er was in ieder geval voldoende inkomen om een huis met hypotheek te kopen. Vanaf ca. 1990 ben ik gaan huren. Als ik dat niet had gedaan was ik, als velen, slapend rijk geworden van mijn eigen huis.

Pensioen is ook in orde. Ik heb, als langdurig kleine zelfstandige, heel weinig opgebouwd. Maar mijn vrouw is meer dan dertig jaar ambtenaar geweest, dus dat zit wel goed. Algemene regelingen zoals AOW, de zorg en de ziektekosten zijn redelijk en dat blijven ze naar verwachting ook.

Alles bij elkaar hebben wij het uitstekend (gehad). Het staat voor mij in ieder geval vast dat wij het beter hebben dan onze ouders. En onze kinderen en kleinkinderen moeten nog maar zien hoe het loopt met het klimaat en zo.

Er hoort een belangrijke kanttekening bij dit stukje. Het is het verhaal van een academicus, in ieder geval van iemand met een hogere opleiding. Ik zie het als een tekortkoming dat ik niet precies weet hoe het bijvoorbeeld is voor een loodgieter of een buschauffeur. Maar ik weet bijna zeker dat zij het ook niet slechter hebben dan hun ouders.

----------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Op de centen letten" -
Bezigheden > Op de centen letten
Gouden generatie? Joop Quint
1305BZ GoudenWaarschijnlijk behoor ik tot de gouden generatie. Voor ons en na ons is er geen generatie (geweest) die het zo goed heeft (gehad). Weer eens een wat ander geluid dan dat van klagende oudjes en ‘vroeger was alles beter’. Hier komen een paar feiten.

Ik ben van februari 1942. De oorlog. Geen goed begin voor velen van mijn generatie. Voor mij was het niet slecht. Ik heb weinig last gehad van de oorlog, ik woonde op de Veluwe.

In 1959 ben ik gaan studeren. Dat had niet gekund als ik wat eerder was geboren. Mijn ouders hadden geen geld voor mijn studie. Maar een paar jaar daarvoor was er een systeem van studiefinanciering ingevoerd. Overigens heeft een vriend (econoom) uitgerekend dat wij indertijd nogal wat meer kregen dan de huidige studenten.

Na het afronden van mijn studie ben ik in dienst geweest. Vrouwelijke generatiegenoten hebben dat geluk niet gehad. Net als veel van mijn collega’s vond ik het wel plezierig in dienst. Ik trof er een interessante dwarsdoorsnede van de samenleving aan. Er zijn twee onderwerpen waar ik met bijna al mijn generatiegenoten over kan praten: voetbal en de dienst. Ik zou het niet slecht vinden als de dienstplicht weer zou worden ingevoerd.

Een baan was, net als voor mijn generatiegenoten, geen enkel probleem. Ik kon uit vijf banen kiezen. Dat was ca. 25 jaar later anders voor mijn dochter. Die moest honderd sollicitatiebrieven schrijven om aangenomen te worden bij het kleinste advocatenkantoor van Nederland.

Inkomen was ook nauwelijks een probleem. Overigens zijn de inkomens tijdens onze generatie fors gestegen. Er was in ieder geval voldoende inkomen om een huis met hypotheek te kopen. Vanaf ca. 1990 ben ik gaan huren. Als ik dat niet had gedaan was ik, als velen, slapend rijk geworden van mijn eigen huis.

Pensioen is ook in orde. Ik heb, als langdurig kleine zelfstandige, heel weinig opgebouwd. Maar mijn vrouw is meer dan dertig jaar ambtenaar geweest, dus dat zit wel goed. Algemene regelingen zoals AOW, de zorg en de ziektekosten zijn redelijk en dat blijven ze naar verwachting ook.

Alles bij elkaar hebben wij het uitstekend (gehad). Het staat voor mij in ieder geval vast dat wij het beter hebben dan onze ouders. En onze kinderen en kleinkinderen moeten nog maar zien hoe het loopt met het klimaat en zo.

Er hoort een belangrijke kanttekening bij dit stukje. Het is het verhaal van een academicus, in ieder geval van iemand met een hogere opleiding. Ik zie het als een tekortkoming dat ik niet precies weet hoe het bijvoorbeeld is voor een loodgieter of een buschauffeur. Maar ik weet bijna zeker dat zij het ook niet slechter hebben dan hun ouders.

----------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Joop Quint
powered by CJ2