archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de centen letten delen printen terug
Door het oog van de kameel Willem Minderhout

1116BZ Kameel‘Bent u nu alweer aan de Bijbelstudie, meneer Minderhout?’ ‘Nee, Willem, ik studeer economie. Ik was eigenlijk op zoek naar ‘Religion and the rise of capitalism’ van Tawney, maar dat is weer op een mysterieuze wijze in de ingewanden van de boekenkast verdwenen. Tawney beschrijft de taboes die er vanuit Christelijk oogpunt leefden op ‘woeker’. Je mocht eigenlijk geen rente vragen over uitgeleend kapitaal. Moslims hebben daar nog steeds moeite mee. Dat taboe was natuurlijk nogal hinderlijk voor de opkomst van een kapitalistische economie. Gelukkig waren er indertijd Joden die dat vuile bankierswerk wel op wilden pakken.

Tawney beschrijft hoe dat taboe langzaam maar zeker verdween en in zijn tegendeel verkeerde: succes in zaken en rijkdom waren uiteindelijk, vooral bij de Calvinisten, een teken dat de Heer het goed met je voor had. Naar aanleiding van die hele Piketty-discussie wilde ik dat boek weer eens herlezen. Vooral omdat die Buma van het CDA er zo tegen tekeer gaat. Die is bang dat de zo zuur verdiende pensioencentjes belast gaan worden, of zo. Hij mist het punt weer volledig. Niet dat ik dat boek gelezen heb, maar Robert Went vat het bondig samen in Socialisme & Democratie: Het rendement op kapitaal, r, is hoger dan de groei van het nationaal inkomen, g. ‘Omdat kapitaal erg ongelijk verdeeld is over de bevolking, leidt deze relatief sterke groei van kapitaal tot een steeds grotere concentratie van kapitaal bij een klein deel van de bevolking.’

‘En bij gebrek aan Tawney bent u nu maar de Bijbel ingedoken.’ ‘Terug naar de bron. En naar Marten Toonder, natuurlijk. Hier: ‘De Bovenbazen’. Secretaris Steenbreek legt het duidelijk uit: ‘Groot geld trekt klein geld aan. Of anders gezegd: groot kapitaal leidt tot fusie. Het kan niet splitsen begrijpt u. Het is onbewegelijk.’ ‘Uh?’ ‘Kapitaalbezitters krijgen een steeds groter deel van de koek en de mensen die van een loon rond moeten komen krijgen steeds minder.’ ‘En daarom duikt u die Bijbel in? “Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft” en zo?’ ‘Nee, ik bestudeer kamelen.’

‘Kamelen?’ ‘Ja lees maar wat Jezus volgens Mattheüs zei tegen een rijke jongeling die graag de hemel in wilde: ‘Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods.’ ‘Dat zou toch eigenlijk over een dikke kabel gaan en niet over een kameel? Het is een vertaalfout. Kamilos betekent kabel in het Grieks en kamèlos betekent kameel. Verschrijvinkje dus.’

‘Nee, Willem, dat zie je verkeerd. Je kent het verhaal van de neus van de kameel?’ ’Neus?’ ‘Dat is een oud Arabisch verhaal over een kameel die last heeft van een koude neus. Hij vraagt of hij zijn neus in een tent mag steken. De bewoner van die tent ziet dat eigenlijk niet zitten, maar die kameel vraagt het zo vriendelijk en wat voor last heeft hij nou van alleen die neus? Maar als hij toestemming heeft gegeven om die neus binnen de tent te steken, begint die kameel te klagen over koude oren en zo voort en zo verder tot de hele kameel uiteindelijk in die tent zit. En zo, beste Willem, is ook die kameel door het oog van de naald het Koninkrijk der Hemelen binnengekropen. Eerst een snorhaar en vervolgens stap voor stap dat hele lijf. Zo zijn die rotbeesten. In het Frans zeggen ze niet voor niets 'un vrai chameau' tegen verschrikkelijke personen die zich van niets of niemand iets aantrekken.’

‘U heeft teveel parabelen gelezen, denk ik. Ik snap er niets van. Wat heeft die kameel met Piketty te maken?’ ’Woeker, Willem. De macht van het kapitaal. Als een kameel is dat hele idee dat de uitkomsten van de spelregels van de kapitalistische markteconomie de ultieme rechtvaardigheid vormen stukje bij beetje onze tent in gekropen. We zitten nu met die hele kapitalistische kameel in onze tent en we zijn er zo aan gewend dat we denken dat het normaal is dat in Nederland de 10% hoogste inkomens 30,9% van het bruto inkomen incasseren; dat de top 10% ruim driekwart en dat de 1,2% miljonairs 40% van het totale vermogen bezit. De drie rijkste Nederlanders bezitten meer dan onze armste 50%! Maar als je voorzichtig oppert dat dat misschien niet helemaal rechtvaardig verdeeld is, dan begint men tegenwoordig in koor te brullen dat die mensen daar toch hard voor gewerkt hebben en dat die socialisten weer hun hand in andermans portemonnee willen steken, etc.’ ‘Maar die superrijken doen toch ook veel aan liefdadigheid en zo?’ ‘Ja, natuurlijk. Zoals de rijke regenten vroeger hofjes voor arme weduwvrouwtjes bouwden en zo.  In de hoop dat ze net als die kameel door het oog van de naald de hemel in zouden kunnen klimmen. Charitas en liefdadigheid. Ga jij maar vast sparen voor een pet, Willem, dan kun je hem afnemen als je om een aalmoes moet vragen.’

‘Goed, laat ik met u meedenken. Hoe krijgen we die kameel weer uit de tent?’ ‘Lastig, Willem. In ‘De Bovenbazen’ krijgt Ollie B. Bommel een futvoeder van Kwetal die de middelpuntzoekende kracht van het grootkapitaal ophief, als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Economie is lastig als je niet over een groot denkraam beschikt. Laten we er voor vandaag maar over ophouden. Ik heb nog een pakje Camel. Wilt u er een?’ ‘Graag Willem. Misschien voedt het mijn fut.’

------------------------------------------------------
Op mijn harde schijf vond ik twee Kamelen-CD’s en negen of tien Kamelenliederen. Ze hebben me zeer geïnspireerd bij het schrijven.
Camel – Breathless, Camel – Mirage, Bo van de Graaf – Kamelentango, Bonzo Dog Band – Ali Baba’s Camel, Brian Eno – Needles in the Camel’s Eye, Frank Zappa - It must be a Camel, Joe Satriani/Eric Johnson/Steve Vai - Camel’s Night Out, Procol Harum - Christmas Camel, Orkater - Weisze Kamele (I en II), Jackie McLean – Camel Driver, The Police – Behind my Camel.

---------------------------------------------------
Het plaatje is gemaakt door Frits Hoorweg


© 2014 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Op de centen letten" -
Bezigheden > Op de centen letten
Door het oog van de kameel Willem Minderhout
1116BZ Kameel‘Bent u nu alweer aan de Bijbelstudie, meneer Minderhout?’ ‘Nee, Willem, ik studeer economie. Ik was eigenlijk op zoek naar ‘Religion and the rise of capitalism’ van Tawney, maar dat is weer op een mysterieuze wijze in de ingewanden van de boekenkast verdwenen. Tawney beschrijft de taboes die er vanuit Christelijk oogpunt leefden op ‘woeker’. Je mocht eigenlijk geen rente vragen over uitgeleend kapitaal. Moslims hebben daar nog steeds moeite mee. Dat taboe was natuurlijk nogal hinderlijk voor de opkomst van een kapitalistische economie. Gelukkig waren er indertijd Joden die dat vuile bankierswerk wel op wilden pakken.

Tawney beschrijft hoe dat taboe langzaam maar zeker verdween en in zijn tegendeel verkeerde: succes in zaken en rijkdom waren uiteindelijk, vooral bij de Calvinisten, een teken dat de Heer het goed met je voor had. Naar aanleiding van die hele Piketty-discussie wilde ik dat boek weer eens herlezen. Vooral omdat die Buma van het CDA er zo tegen tekeer gaat. Die is bang dat de zo zuur verdiende pensioencentjes belast gaan worden, of zo. Hij mist het punt weer volledig. Niet dat ik dat boek gelezen heb, maar Robert Went vat het bondig samen in Socialisme & Democratie: Het rendement op kapitaal, r, is hoger dan de groei van het nationaal inkomen, g. ‘Omdat kapitaal erg ongelijk verdeeld is over de bevolking, leidt deze relatief sterke groei van kapitaal tot een steeds grotere concentratie van kapitaal bij een klein deel van de bevolking.’

‘En bij gebrek aan Tawney bent u nu maar de Bijbel ingedoken.’ ‘Terug naar de bron. En naar Marten Toonder, natuurlijk. Hier: ‘De Bovenbazen’. Secretaris Steenbreek legt het duidelijk uit: ‘Groot geld trekt klein geld aan. Of anders gezegd: groot kapitaal leidt tot fusie. Het kan niet splitsen begrijpt u. Het is onbewegelijk.’ ‘Uh?’ ‘Kapitaalbezitters krijgen een steeds groter deel van de koek en de mensen die van een loon rond moeten komen krijgen steeds minder.’ ‘En daarom duikt u die Bijbel in? “Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft” en zo?’ ‘Nee, ik bestudeer kamelen.’

‘Kamelen?’ ‘Ja lees maar wat Jezus volgens Mattheüs zei tegen een rijke jongeling die graag de hemel in wilde: ‘Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods.’ ‘Dat zou toch eigenlijk over een dikke kabel gaan en niet over een kameel? Het is een vertaalfout. Kamilos betekent kabel in het Grieks en kamèlos betekent kameel. Verschrijvinkje dus.’

‘Nee, Willem, dat zie je verkeerd. Je kent het verhaal van de neus van de kameel?’ ’Neus?’ ‘Dat is een oud Arabisch verhaal over een kameel die last heeft van een koude neus. Hij vraagt of hij zijn neus in een tent mag steken. De bewoner van die tent ziet dat eigenlijk niet zitten, maar die kameel vraagt het zo vriendelijk en wat voor last heeft hij nou van alleen die neus? Maar als hij toestemming heeft gegeven om die neus binnen de tent te steken, begint die kameel te klagen over koude oren en zo voort en zo verder tot de hele kameel uiteindelijk in die tent zit. En zo, beste Willem, is ook die kameel door het oog van de naald het Koninkrijk der Hemelen binnengekropen. Eerst een snorhaar en vervolgens stap voor stap dat hele lijf. Zo zijn die rotbeesten. In het Frans zeggen ze niet voor niets 'un vrai chameau' tegen verschrikkelijke personen die zich van niets of niemand iets aantrekken.’

‘U heeft teveel parabelen gelezen, denk ik. Ik snap er niets van. Wat heeft die kameel met Piketty te maken?’ ’Woeker, Willem. De macht van het kapitaal. Als een kameel is dat hele idee dat de uitkomsten van de spelregels van de kapitalistische markteconomie de ultieme rechtvaardigheid vormen stukje bij beetje onze tent in gekropen. We zitten nu met die hele kapitalistische kameel in onze tent en we zijn er zo aan gewend dat we denken dat het normaal is dat in Nederland de 10% hoogste inkomens 30,9% van het bruto inkomen incasseren; dat de top 10% ruim driekwart en dat de 1,2% miljonairs 40% van het totale vermogen bezit. De drie rijkste Nederlanders bezitten meer dan onze armste 50%! Maar als je voorzichtig oppert dat dat misschien niet helemaal rechtvaardig verdeeld is, dan begint men tegenwoordig in koor te brullen dat die mensen daar toch hard voor gewerkt hebben en dat die socialisten weer hun hand in andermans portemonnee willen steken, etc.’ ‘Maar die superrijken doen toch ook veel aan liefdadigheid en zo?’ ‘Ja, natuurlijk. Zoals de rijke regenten vroeger hofjes voor arme weduwvrouwtjes bouwden en zo.  In de hoop dat ze net als die kameel door het oog van de naald de hemel in zouden kunnen klimmen. Charitas en liefdadigheid. Ga jij maar vast sparen voor een pet, Willem, dan kun je hem afnemen als je om een aalmoes moet vragen.’

‘Goed, laat ik met u meedenken. Hoe krijgen we die kameel weer uit de tent?’ ‘Lastig, Willem. In ‘De Bovenbazen’ krijgt Ollie B. Bommel een futvoeder van Kwetal die de middelpuntzoekende kracht van het grootkapitaal ophief, als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Economie is lastig als je niet over een groot denkraam beschikt. Laten we er voor vandaag maar over ophouden. Ik heb nog een pakje Camel. Wilt u er een?’ ‘Graag Willem. Misschien voedt het mijn fut.’

------------------------------------------------------
Op mijn harde schijf vond ik twee Kamelen-CD’s en negen of tien Kamelenliederen. Ze hebben me zeer geïnspireerd bij het schrijven.
Camel – Breathless, Camel – Mirage, Bo van de Graaf – Kamelentango, Bonzo Dog Band – Ali Baba’s Camel, Brian Eno – Needles in the Camel’s Eye, Frank Zappa - It must be a Camel, Joe Satriani/Eric Johnson/Steve Vai - Camel’s Night Out, Procol Harum - Christmas Camel, Orkater - Weisze Kamele (I en II), Jackie McLean – Camel Driver, The Police – Behind my Camel.

---------------------------------------------------
Het plaatje is gemaakt door Frits Hoorweg
© 2014 Willem Minderhout
powered by CJ2