archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Intolerantie Paul Bordewijk

2102BS Intolerantie‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’ Het is een uitspraak die vaak wordt toegeschreven aan de Franse filosoof Voltaire (1694-1778), en die tijden lang is omarmd als het kenmerk van ware tolerantie. In onze tijd klinkt het echter heel ouderwets: wie verafschuwt wat iemand zegt, vecht zich niet meer dood om iemands recht op vrijheid van meningsuiting te beschermen, maar klaagt dat een dergelijke microagressie zijn safe space aantast, en dat aan dergelijke uitingen geen podium moet worden gegeven.

In de Volkskrant van 3 oktober ging filosoof Ralf Bodelier in tegen dit woke gedachtengoed. Hij hekelde dat mensen een ander wereldbeeld dan het hunne niet meer accepteren, en dat dat sterker geldt naarmate mensen hoger opgeleid, welvarender, stedelijker en linkser zijn. Je vindt die intolerantie dus vooral bij D66 en GroenLinks. ‘Links ziet zijn tegenstanders vaak niet meer als dragers van maatschappelijke of politieke ideeën. Het zijn mensen die samenvallen met hun inzichten. Ze hebben geen foute ideeën, het zijn foute mensen.’
Met die laatste observatie ben ik het eens, maar niet in alle opzichten. Je ziet op Twitter (nu X) mensen schuimbekken wanneer er iemand in een talkshow verschijnt waar ze het niet mee eens zijn. Ze accepteren niet dat mensen verschillende opvattingen kunnen hebben, maar accepteren slechts één mening: de juiste. Dat zouden ze niet moeten doen. Maar dat wil niet zeggen dat ik voor volledig onbegrensde vrijheid van meningsuiting ben. Het is in Nederland verboden om de Holocaust in twijfel te trekken en daar ben ik het mee eens. Niet omdat je op die manier iets zegt wat niet waar is, maar omdat het uitermate kwetsend is voor wie in een concentratiekamp gezeten heeft of daar zijn familie heeft verloren. Dat het daarmee ook verboden moet zijn de authenticiteit van het Dagboek van Anne Frank in twijfel te trekken lijkt me minder evident.

Er zijn ook mensen voor wie homoseksualiteit een zonde is. Het lijkt mij beter wanneer ze deze opvatting thuis in de huiskamer belijden dan wanneer zij folders met deze opvatting op de markt gaan uitdelen, omdat het ventileren van die opvatting in hoge mate kwetsend kan zijn. Maar zoiets is niet altijd te vermijden. De gangbare opvattingen over pedofilie zijn voor de betrokkenen ook in hoge mate kwetsend, maar het uiten van die afkeer kun je moeilijk verbieden wanneer die opvattingen zelf in de wet verankerd zijn. Dat het inmiddels ook verboden is je voor een wijziging van die wet uit te spreken gaat mij dan weer te ver. Rond transseksualiteit is er nog veel in beweging, en daarom lijkt het mij niet juist om controversiële uitspraken daarover te verbieden ook als ze door sommigen als kwetsend ervaren worden.

Enkel het feit dat iets niet waar is kan geen reden zijn het te verbieden. Daarmee zou je ook in strijd komen met de godsdienstvrijheid. Wie wil geloven dat Hemel en Aarde in zes dagen geschapen zijn, dat de Aarde plat is, en de maanreizen in 1968 gefaket waren, hij doet maar. Maar dat geldt natuurlijk niet binnen de wetenschap. Wie principieel de evolutietheorie verwerpt kan een hoogleraarschap in de biologie wel op zijn buik schrijven, en dat geldt ook bij kosmologie voor wie gelooft dat de Aarde plat is. De tolerantie van de wetenschap gaat minder ver dan die van de wetgever.

Gevolgen

Een ander aspect is de maatschappelijke implicatie van een uitspraak. Het is niet verboden de opwarming van de Aarde als gevolg van het broeikaseffect in twijfel te trekken, en zo’n verbod lijkt me ook niet wenselijk. Maar wie meewerkt aan zo’n publicatie maakt zich wel medeverantwoordelijk voor het ondergraven van het draagvlak voor klimaatbeleid. Hetzelfde geldt voor inentingen tegen besmettelijke ziektes. Daarom kan geen podium geven heel gerechtvaardigd zijn en ik zal mij niet doodvechten dat klimaat- en corona-ontkenners zo’n podium krijgen. Maar het is wel een smal pad. Dat de Aarde opwarmt als gevolg van het broeikaseffect staat wel vast, maar de discussie hoe snel en met welke gevolgen moet toch open gevoerd kunnen worden.
Relevant is ook hoe om te gaan met meningsverschillen over wat er in het buitenland gebeurt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het In Engeland niet verboden naar Duitse propaganda te luisteren, Churchill vond dat daaruit juist de superioriteit van de democratie bleek. Tegenwoordig verbiedt de Europese Unie wel de doorgifte van Russische nieuwsuitzendingen, want de Europeanen dienen met slecht één visie geconfronteerd te worden, de juiste.  Daarmee staat Von der Leyen naar mijn gevoel een trapje lager op de ladder van de democratie dan Churchill stond.

Er is in Nederland ook een lange traditie dat je in verzet mag komen tegen het beleid van de eigen regering. Dat gold tijdens de koloniale oorlogen – mijn eerste politieke daad was het ondertekenen van het door de PvdA gestarte petitionnement tegen het Nieuw-Guineabeleid. Ik heb ook mee gedemonstreerd tegen de door Nederland gesteunde Amerikaanse oorlog in Vietnam. Nu zijn er mensen die zich verzetten tegen de Nederlandse steun aan Oekraïne en Israël. Verschil is natuurlijk dat ik destijds gelijk had en zij nu niet, maar dat is geen reden hun te verbieden hun opvattingen kenbaar te maken. Maar je ziet wel vaak een pleidooi voor zo’n verbod.
De gedachte dat alleen wie gelijk heeft recht heeft om zijn mening te uiten is gevaarlijk, van wie hij ook komt. In uitzonderingsgevallen, zoals de Holocaust, kan daar een reden voor zijn, maar dat moet vooral niet als precedent gaan gelden. Daarin ga ik mee met Bodelier.

----------

Treffend geïllustreerd door Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com




© 2023 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Intolerantie Paul Bordewijk
2102BS Intolerantie‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’ Het is een uitspraak die vaak wordt toegeschreven aan de Franse filosoof Voltaire (1694-1778), en die tijden lang is omarmd als het kenmerk van ware tolerantie. In onze tijd klinkt het echter heel ouderwets: wie verafschuwt wat iemand zegt, vecht zich niet meer dood om iemands recht op vrijheid van meningsuiting te beschermen, maar klaagt dat een dergelijke microagressie zijn safe space aantast, en dat aan dergelijke uitingen geen podium moet worden gegeven.

In de Volkskrant van 3 oktober ging filosoof Ralf Bodelier in tegen dit woke gedachtengoed. Hij hekelde dat mensen een ander wereldbeeld dan het hunne niet meer accepteren, en dat dat sterker geldt naarmate mensen hoger opgeleid, welvarender, stedelijker en linkser zijn. Je vindt die intolerantie dus vooral bij D66 en GroenLinks. ‘Links ziet zijn tegenstanders vaak niet meer als dragers van maatschappelijke of politieke ideeën. Het zijn mensen die samenvallen met hun inzichten. Ze hebben geen foute ideeën, het zijn foute mensen.’
Met die laatste observatie ben ik het eens, maar niet in alle opzichten. Je ziet op Twitter (nu X) mensen schuimbekken wanneer er iemand in een talkshow verschijnt waar ze het niet mee eens zijn. Ze accepteren niet dat mensen verschillende opvattingen kunnen hebben, maar accepteren slechts één mening: de juiste. Dat zouden ze niet moeten doen. Maar dat wil niet zeggen dat ik voor volledig onbegrensde vrijheid van meningsuiting ben. Het is in Nederland verboden om de Holocaust in twijfel te trekken en daar ben ik het mee eens. Niet omdat je op die manier iets zegt wat niet waar is, maar omdat het uitermate kwetsend is voor wie in een concentratiekamp gezeten heeft of daar zijn familie heeft verloren. Dat het daarmee ook verboden moet zijn de authenticiteit van het Dagboek van Anne Frank in twijfel te trekken lijkt me minder evident.

Er zijn ook mensen voor wie homoseksualiteit een zonde is. Het lijkt mij beter wanneer ze deze opvatting thuis in de huiskamer belijden dan wanneer zij folders met deze opvatting op de markt gaan uitdelen, omdat het ventileren van die opvatting in hoge mate kwetsend kan zijn. Maar zoiets is niet altijd te vermijden. De gangbare opvattingen over pedofilie zijn voor de betrokkenen ook in hoge mate kwetsend, maar het uiten van die afkeer kun je moeilijk verbieden wanneer die opvattingen zelf in de wet verankerd zijn. Dat het inmiddels ook verboden is je voor een wijziging van die wet uit te spreken gaat mij dan weer te ver. Rond transseksualiteit is er nog veel in beweging, en daarom lijkt het mij niet juist om controversiële uitspraken daarover te verbieden ook als ze door sommigen als kwetsend ervaren worden.

Enkel het feit dat iets niet waar is kan geen reden zijn het te verbieden. Daarmee zou je ook in strijd komen met de godsdienstvrijheid. Wie wil geloven dat Hemel en Aarde in zes dagen geschapen zijn, dat de Aarde plat is, en de maanreizen in 1968 gefaket waren, hij doet maar. Maar dat geldt natuurlijk niet binnen de wetenschap. Wie principieel de evolutietheorie verwerpt kan een hoogleraarschap in de biologie wel op zijn buik schrijven, en dat geldt ook bij kosmologie voor wie gelooft dat de Aarde plat is. De tolerantie van de wetenschap gaat minder ver dan die van de wetgever.

Gevolgen

Een ander aspect is de maatschappelijke implicatie van een uitspraak. Het is niet verboden de opwarming van de Aarde als gevolg van het broeikaseffect in twijfel te trekken, en zo’n verbod lijkt me ook niet wenselijk. Maar wie meewerkt aan zo’n publicatie maakt zich wel medeverantwoordelijk voor het ondergraven van het draagvlak voor klimaatbeleid. Hetzelfde geldt voor inentingen tegen besmettelijke ziektes. Daarom kan geen podium geven heel gerechtvaardigd zijn en ik zal mij niet doodvechten dat klimaat- en corona-ontkenners zo’n podium krijgen. Maar het is wel een smal pad. Dat de Aarde opwarmt als gevolg van het broeikaseffect staat wel vast, maar de discussie hoe snel en met welke gevolgen moet toch open gevoerd kunnen worden.
Relevant is ook hoe om te gaan met meningsverschillen over wat er in het buitenland gebeurt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het In Engeland niet verboden naar Duitse propaganda te luisteren, Churchill vond dat daaruit juist de superioriteit van de democratie bleek. Tegenwoordig verbiedt de Europese Unie wel de doorgifte van Russische nieuwsuitzendingen, want de Europeanen dienen met slecht één visie geconfronteerd te worden, de juiste.  Daarmee staat Von der Leyen naar mijn gevoel een trapje lager op de ladder van de democratie dan Churchill stond.

Er is in Nederland ook een lange traditie dat je in verzet mag komen tegen het beleid van de eigen regering. Dat gold tijdens de koloniale oorlogen – mijn eerste politieke daad was het ondertekenen van het door de PvdA gestarte petitionnement tegen het Nieuw-Guineabeleid. Ik heb ook mee gedemonstreerd tegen de door Nederland gesteunde Amerikaanse oorlog in Vietnam. Nu zijn er mensen die zich verzetten tegen de Nederlandse steun aan Oekraïne en Israël. Verschil is natuurlijk dat ik destijds gelijk had en zij nu niet, maar dat is geen reden hun te verbieden hun opvattingen kenbaar te maken. Maar je ziet wel vaak een pleidooi voor zo’n verbod.
De gedachte dat alleen wie gelijk heeft recht heeft om zijn mening te uiten is gevaarlijk, van wie hij ook komt. In uitzonderingsgevallen, zoals de Holocaust, kan daar een reden voor zijn, maar dat moet vooral niet als precedent gaan gelden. Daarin ga ik mee met Bodelier.

----------

Treffend geïllustreerd door Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com


© 2023 Paul Bordewijk
powered by CJ2