archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Waarom functioneert de democratie niet? Paul Bordewijk

2019BS DemocratieDe Nederlandse overheid confronteert ons tegenwoordig regelmatig met problemen die zij niet op kan lossen. Denk eraan hoe moeilijk het blijkt om de slachtoffers van het toeslagenschandaal en van de gaswinning in Groningen adequaat te compenseren, denk aan de woningnood, de armoede, de instortende gezondheidszorg, de steeds slechtere onderwijsresultaten, de ondermijning van de rechtsstaat door de drugscriminelen, en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Dat wil overigens niet zeggen dat alles slecht gaat, maar het is de vraag welke rol het overheidsbeleid daarbij gespeeld heeft. We leven in een periode met volledige werkgelegenheid. Dat is een zegen die ruimschoots compenseert dat er daardoor ook tekorten op de arbeidsmarkt zijn, maar je kunt niet aangeven aan welk beleid wij dat nu te danken hebben.

De coronacrisis ligt ook achter ons, maar dat is toch meer door het vertrouwen van de bevolking in de wetenschap dan dat het rafelige overheidsbeleid dat bewerkstelligd heeft. En in de Oekraïne-oorlog toont de bevolking een opmerkelijke eensgezindheid, anders dan veertig jaar geleden toen het om de plaatsing van kruisraketten ging.

Maar dat zijn eigenlijk uitzonderingen bij een overheidsbeleid dat faalt over een breed front. En dat falen is ook moeilijk aan één partij toe te schrijven, als je je realiseert dat in de afgelopen dertien jaar de VVD heeft samengewerkt met alle grotere partijen, met uitzondering van de SP. Hier en daar zijn verkeerde politieke keuzes gemaakt, vooral door het kabinet Rutte II, maar belangrijker lijkt mij dat de overheid als zodanig slecht gepresteerd heeft door een reeks problemen in de structuur en cultuur.

Problemen

Zo heeft men vijftien jaar geleden afscheid genomen van vakdeskundigheid als criterium bij de selectie van leidinggevende ambtenaren. Ik heb dat indertijd wel eens geconstateerd (www.paulbordewijk.nl/artikelen/369), maar daar weinig respons op gekregen. Pas nu lees ik het ook bij mensen met meer prestige dan ik, zoals Herman Tjeenk Willink en Tjibbe Joustra. Volgens het regeerakkoord zou er een eind moeten komen aan het rouleersysteem voor hoge ambtenaren, maar dat is nog niet gerealiseerd.

Naast inhoudelijke kennis wordt ook integriteit onvoldoende gewaardeerd. Dat blijkt vooral uit het voorbeeld van Mark Rutte, die elke keer weer wegkwam met onjuiste informatie of verdraaiing van de feiten. Volgens zijn eigen partij rechtvaardigen zijn verkiezingsresultaten dat. Maar het heeft een verkeerde uitstraling, bij voorbeeld doordat het rijk ook de wettelijke rechten op informatie van de burger niet nakomt.
De overheid heeft zich ook steeds meer georganiseerd volgens de principes van New Public Management, dat wil zeggen dat onderdelen van de overheid streven naar een optimaal bedrijfsresultaat in plaats van het bedienen van de burger. En daarom gaat de overheid in hoger beroep tegen rechterlijke uitspaken waarbij geld wordt toegekend aan slachtoffers van de gaswinning.

Belangrijk is ook dat de verbinding met grote delen van de samenleving verbroken is. Politiek is steeds meer een zaak van hoger opgeleiden, maar die hoger opgeleiden bewegen zich ook steeds meer in hun eigen milieu. Daardoor kon het gebeuren dat het lang duurde voordat signalen over het toeslagenschandaal de politiek bereikten.

Er is ook verwarring over de rol van de Tweede Kamer tegenover het kabinet, vooral wat betreft de regeringspartijen. Die zijn gehouden mee te werken aan de uitvoering van het regeerakkoord. Maar dat betekent niet dat zij medewerkers zijn van de ‘politiek leider’ die deel uitmaakt van het kabinet, en dat zij wanneer zij kritiek hebben op de uitvoering gesensibiliseerd moeten worden. Zij dreigen ook vaak niet herkozen te worden wanneer zij hun wettelijke taak uitvoeren.

Politiek en ambtenaren

Maar er is ook rivaliteit tussen de politiek en het ambtelijk apparaat. Ambtenaren zien de politiek vaak als een merkwaardig bedrijf, waarin de waan van de dag overheerst. Dat maakt dan weer dat zij erop uit zijn een eenmaal ingezette beleidslijn door te zetten, ook wanneer de minister anders zou willen (www.paulbordewijk.nl/artikelen/202).

Hobbyistische ambtenaren slagen er soms ook in deelbelangen veilig te stellen die ten koste van het algemeen belang gaan, waarbij de Europese Unie een dankbaar instrument is. Zo zijn we in het moeras van Natura-2000 gebieden beland. Bij parlementaire enquêtes blijkt de eigen inbreng van ambtenaren in het beleid, en tonen zij soms verontwaardiging dat de minister het onvoldoende voor hun opneemt.

Politiek en rechterlijke macht

Ten slotte heeft zich de laatste jaren een soort rivaliteit ontwikkeld tussen de politiek en de rechterlijke macht. De overheid is terechtgekomen in een juridisch doolhof, waarbij maatregelen die worden genomen in het algemeen belang afstuiten op Europese regels, mensenrechtenverdragen of eigen wetten. Steeds vaker moeten ministers met samengeknepen billen afwachten wat de rechter zal besluiten. Binnen het juridische circuit zie je ook de overtuiging toenemen dat de overheid incompetent is en daarom de rechter in het gat moet springen, zoals bij het Urgenda arrest. Ook de Europese Centrale Bank is bevoegd tot maatregelen die een brede belangenafweging door het politieke bestuur onmogelijk maken.

Eens zijn over

Er is denk ik een brede consensus dat er veel misgaat in Nederland. Maar die consensus ontbreekt ten aanzien van de institutionele en culturele aspecten van ons bestuur die daar debet aan zijn. Zelf denk ik dat de inperking van de bevoegdheden van het bestuur door Europese regelgeving en door de rechter, vaak in combinatie, nogal eens het bestuur verlamt, maar anderen zoeken daar juist de oplossing. Het is opmerkelijk dat ook Pieter Omtzigt, bij wie ik veel van mijn analyse terug vind, juist kiest voor grondwettelijke toetsing van wetten, waarmee het politieke bestuur nog meer macht zou kwijtraken aan de rechters.
Ook wanneer men het eens is over de manco’s van het bestuur, zijn die zo gauw niet opgeheven. Een betrekkelijk eenvoudige maatregel zou zijn afzien van de voorgeschreven roulatie van topambtenaren, zoals ook in het regeerakkoord stond, maar daar is het in het afgelopen jaar niet van gekomen. Het heeft weinig zin in het regeerakkoord op te nemen dat ministers voortaan de waarheid zullen spreken of zich houden aan wettelijke voorschriften inzake de informatieverstrekking.

Cultuur zit van binnen, en valt van buitenaf moeizaam te veranderen. Maar misschien dat een breder besef van wat er mis gaat in Nederland zo’n cultuurverandering op gang zou kunnen brengen.

----------

De tekening is van Han Busstra.




© 2023 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Waarom functioneert de democratie niet? Paul Bordewijk
2019BS DemocratieDe Nederlandse overheid confronteert ons tegenwoordig regelmatig met problemen die zij niet op kan lossen. Denk eraan hoe moeilijk het blijkt om de slachtoffers van het toeslagenschandaal en van de gaswinning in Groningen adequaat te compenseren, denk aan de woningnood, de armoede, de instortende gezondheidszorg, de steeds slechtere onderwijsresultaten, de ondermijning van de rechtsstaat door de drugscriminelen, en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Dat wil overigens niet zeggen dat alles slecht gaat, maar het is de vraag welke rol het overheidsbeleid daarbij gespeeld heeft. We leven in een periode met volledige werkgelegenheid. Dat is een zegen die ruimschoots compenseert dat er daardoor ook tekorten op de arbeidsmarkt zijn, maar je kunt niet aangeven aan welk beleid wij dat nu te danken hebben.

De coronacrisis ligt ook achter ons, maar dat is toch meer door het vertrouwen van de bevolking in de wetenschap dan dat het rafelige overheidsbeleid dat bewerkstelligd heeft. En in de Oekraïne-oorlog toont de bevolking een opmerkelijke eensgezindheid, anders dan veertig jaar geleden toen het om de plaatsing van kruisraketten ging.

Maar dat zijn eigenlijk uitzonderingen bij een overheidsbeleid dat faalt over een breed front. En dat falen is ook moeilijk aan één partij toe te schrijven, als je je realiseert dat in de afgelopen dertien jaar de VVD heeft samengewerkt met alle grotere partijen, met uitzondering van de SP. Hier en daar zijn verkeerde politieke keuzes gemaakt, vooral door het kabinet Rutte II, maar belangrijker lijkt mij dat de overheid als zodanig slecht gepresteerd heeft door een reeks problemen in de structuur en cultuur.

Problemen

Zo heeft men vijftien jaar geleden afscheid genomen van vakdeskundigheid als criterium bij de selectie van leidinggevende ambtenaren. Ik heb dat indertijd wel eens geconstateerd (www.paulbordewijk.nl/artikelen/369), maar daar weinig respons op gekregen. Pas nu lees ik het ook bij mensen met meer prestige dan ik, zoals Herman Tjeenk Willink en Tjibbe Joustra. Volgens het regeerakkoord zou er een eind moeten komen aan het rouleersysteem voor hoge ambtenaren, maar dat is nog niet gerealiseerd.

Naast inhoudelijke kennis wordt ook integriteit onvoldoende gewaardeerd. Dat blijkt vooral uit het voorbeeld van Mark Rutte, die elke keer weer wegkwam met onjuiste informatie of verdraaiing van de feiten. Volgens zijn eigen partij rechtvaardigen zijn verkiezingsresultaten dat. Maar het heeft een verkeerde uitstraling, bij voorbeeld doordat het rijk ook de wettelijke rechten op informatie van de burger niet nakomt.
De overheid heeft zich ook steeds meer georganiseerd volgens de principes van New Public Management, dat wil zeggen dat onderdelen van de overheid streven naar een optimaal bedrijfsresultaat in plaats van het bedienen van de burger. En daarom gaat de overheid in hoger beroep tegen rechterlijke uitspaken waarbij geld wordt toegekend aan slachtoffers van de gaswinning.

Belangrijk is ook dat de verbinding met grote delen van de samenleving verbroken is. Politiek is steeds meer een zaak van hoger opgeleiden, maar die hoger opgeleiden bewegen zich ook steeds meer in hun eigen milieu. Daardoor kon het gebeuren dat het lang duurde voordat signalen over het toeslagenschandaal de politiek bereikten.

Er is ook verwarring over de rol van de Tweede Kamer tegenover het kabinet, vooral wat betreft de regeringspartijen. Die zijn gehouden mee te werken aan de uitvoering van het regeerakkoord. Maar dat betekent niet dat zij medewerkers zijn van de ‘politiek leider’ die deel uitmaakt van het kabinet, en dat zij wanneer zij kritiek hebben op de uitvoering gesensibiliseerd moeten worden. Zij dreigen ook vaak niet herkozen te worden wanneer zij hun wettelijke taak uitvoeren.

Politiek en ambtenaren

Maar er is ook rivaliteit tussen de politiek en het ambtelijk apparaat. Ambtenaren zien de politiek vaak als een merkwaardig bedrijf, waarin de waan van de dag overheerst. Dat maakt dan weer dat zij erop uit zijn een eenmaal ingezette beleidslijn door te zetten, ook wanneer de minister anders zou willen (www.paulbordewijk.nl/artikelen/202).

Hobbyistische ambtenaren slagen er soms ook in deelbelangen veilig te stellen die ten koste van het algemeen belang gaan, waarbij de Europese Unie een dankbaar instrument is. Zo zijn we in het moeras van Natura-2000 gebieden beland. Bij parlementaire enquêtes blijkt de eigen inbreng van ambtenaren in het beleid, en tonen zij soms verontwaardiging dat de minister het onvoldoende voor hun opneemt.

Politiek en rechterlijke macht

Ten slotte heeft zich de laatste jaren een soort rivaliteit ontwikkeld tussen de politiek en de rechterlijke macht. De overheid is terechtgekomen in een juridisch doolhof, waarbij maatregelen die worden genomen in het algemeen belang afstuiten op Europese regels, mensenrechtenverdragen of eigen wetten. Steeds vaker moeten ministers met samengeknepen billen afwachten wat de rechter zal besluiten. Binnen het juridische circuit zie je ook de overtuiging toenemen dat de overheid incompetent is en daarom de rechter in het gat moet springen, zoals bij het Urgenda arrest. Ook de Europese Centrale Bank is bevoegd tot maatregelen die een brede belangenafweging door het politieke bestuur onmogelijk maken.

Eens zijn over

Er is denk ik een brede consensus dat er veel misgaat in Nederland. Maar die consensus ontbreekt ten aanzien van de institutionele en culturele aspecten van ons bestuur die daar debet aan zijn. Zelf denk ik dat de inperking van de bevoegdheden van het bestuur door Europese regelgeving en door de rechter, vaak in combinatie, nogal eens het bestuur verlamt, maar anderen zoeken daar juist de oplossing. Het is opmerkelijk dat ook Pieter Omtzigt, bij wie ik veel van mijn analyse terug vind, juist kiest voor grondwettelijke toetsing van wetten, waarmee het politieke bestuur nog meer macht zou kwijtraken aan de rechters.
Ook wanneer men het eens is over de manco’s van het bestuur, zijn die zo gauw niet opgeheven. Een betrekkelijk eenvoudige maatregel zou zijn afzien van de voorgeschreven roulatie van topambtenaren, zoals ook in het regeerakkoord stond, maar daar is het in het afgelopen jaar niet van gekomen. Het heeft weinig zin in het regeerakkoord op te nemen dat ministers voortaan de waarheid zullen spreken of zich houden aan wettelijke voorschriften inzake de informatieverstrekking.

Cultuur zit van binnen, en valt van buitenaf moeizaam te veranderen. Maar misschien dat een breder besef van wat er mis gaat in Nederland zo’n cultuurverandering op gang zou kunnen brengen.

----------

De tekening is van Han Busstra.


© 2023 Paul Bordewijk
powered by CJ2