archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Weer het onderwijs verbouwen? Arie de Jong

1816BZ OnderwijsRecent was er weer veel te doen over de vraag of de leeftijd waarop de jeugd een keuze moet maken voor het vervolgonderwijs een jaar of drie kon worden opgeschoven. Dus niet meer zoals nu na de basisschool, maar drie jaar later, als de meesten vijftien jaar oud zijn.

De ouderen onder ons herinneren zich de discussie over de zogeheten ‘middenschool’,  het voorstel van minister Jos van Kemenade, in de jaren zeventig. Nu had Van Kemenade zelf verstand van onderwijsbeleid, een voorrecht dat de meeste bewindspersonen van Onderwijs in de afgelopen halve eeuw niet hadden, maar het liep mis op een mengelmoes van haast (al begon Van Kemenade wel met een stel voorbeeldscholen), ideologisch gespartel vanuit CDA en VVD, en angst bij de eerstegraads leraren dat hun professie zou krimpen en ontslagen onvermijdelijk waren. En dan was er ook nog de gevleugelde uitspraak van de communistische leider (die had je toen nog) Marcus Bakker: ‘Dan kunnen arbeiderskinderen nu eindelijk naar het gymnasium, en dan schaffen ze dat af!’

Later kwam er nog de mislukking van de basisvorming in de eerste of eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs, maar dat was een zwak aftreksel van de doordachte ideeën van Jos van Kemenade. Bij de basisvorming werden de institutionele belangen niet aangetast en moest het lijken alsof de kinderen van 12 en 13 een gelijke basis kregen. Mislukt.

De discussie die de afgelopen tijd losbrandde, nu wederom het voorstel werd gedaan de selectieleeftijd een aantal jaren te verschuiven, kon als een déja vu worden beleefd. Mij lijkt het dat je er niet uitkomt als je voortdurend alle kinderen in dezelfde mal wilt duwen. En dan bedoel ik niet alleen de idealisten met hun mal van uitgestelde keuze van de vervolgopleiding. Die wijzen er (uiteraard geheel terecht) op dat een deel van de kinderen als ze twaalf jaar oud zijn nog niet een goede keuze kunnen maken en dat zodoende talent wordt verspild. Maar ook de mal van al die mensen die niets willen veranderen in de gedachte dat hun kinderen niet vroeg genoeg kunnen beginnen met voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Geloof mij, het is in belangrijke mate kletskoek die wordt verkocht, van beide zijden. Het lijkt me beter dat we ons concentreren op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat zo veel mogelijk kinderen goed onderwijs krijgen en zich kunnen ontplooien.

Eerst de vraag: hoe moet je het onderwijs inrichten om kinderen een opleiding te geven waarin ze zich naar aanleg en belangstelling goed kunnen ontplooien? Dat laatste is overigens maar één kant van de zaak. De andere kant is uiteraard: wat mag de samenleving verlangen van het onderwijs van al die kinderen? Welke bagage wil je aan die kinderen meegeven? Het is dan aan mensen die er verstand van hebben, zoals docenten, om het onderwijs zo in te richten dat tegen acceptabele kosten zoveel mogelijk kinderen op een goede manier van alles leren.

Daar bestaan heel veel ideeën over. Graag presenteer ik die van mij.
Ik zie graag dat het basisonderwijs oplevert dat kinderen heel goed leren lezen, schrijven en spreken in het Nederlands. Alleen als ze echt niet meekunnen, wil ik daar een concessie op doen, omdat ze verstandelijk gehandicapt zijn bijvoorbeeld. Iedereen weet dat sommige kinderen met weinig moeite dat allemaal onder de knie krijgen. Dus moet je wat extra’s doen voor de kinderen die meer tijd of stimulans nodig hebben. Om te voorkomen dat de slimme leerlingen zich gaan vervelen, moet je die uiteraard wat extra’s geven, daar worden ze ook nog slimmer van. Dan heb ik de wens dat al die kinderen ook goed moeten leren rekenen en vooral logisch moeten leren denken. En nu we toch bezig zijn, geef ze ook een brede ontwikkeling mee in biologie, geschiedenis, aardrijkskunde en wat kennis van natuurkunde, scheikunde en kosmologie. Omdat je op die leeftijd spelenderwijs talen leert, is het ook erg goed als ze de Engelse taal al enigszins onder de knie krijgen. Stop er nog wat kunstnijverheid (muziek, tekenen en andere creatieve uitingen) en sport en gym bij, en waarachtig, het gaat ergens op lijken.

Blijft wel die hete aardappel: wanneer gaan de kinderen uiteen, omdat het voor hun ontwikkeling en uit doelmatigheid beter is gescheiden leerwegen te volgen op uiteenlopende scholen? Ik ben daar nog niet uit, maar ik heb wel twee kanttekeningen.

De belangrijkste: ik ben het zat dat zo ongeveer iedereen een onnodige pikorde aanbrengt op grond van wat de opleiding is van mensen. Alleen al het spreken over ‘hogere opleiding’, ‘hoog opgeleid’ en ‘lager opgeleid’. Dat gebeurt ook door mensen die een hekel hebben aan dat onderscheid, zo diep zit het er in. (Denk aan de standaardvraag: ‘wat is uw hoogst genoten opleiding?’) Het vreemde is trouwens dat als ik mensen beoordeel op domheid, de opleiding er helemaal niet toe blijkt te doen! Erger nog: de domoren met een ‘hoge’ opleiding zijn eigenlijk het aller-domst. Hoe dan ook, het hedendaagse standsverschil zit hem voornamelijk in het opleidingsniveau (weer zo’n woord), zoals het eeuwen terug zat in de vraag of je tot de aristocratie behoorde of niet en vanaf de negentiende eeuw tot welke ‘economische klasse’ je behoorde.

De tweede kanttekening is dat de keuze van de opleiding niet alleen te maken heeft met hoe het individu zich ontwikkelt. Het is ook een sociale keuze van de groep leeftijdsgenoten waarin een kind belandt, met hun vanzelfsprekendheden en cultuur. Dat is evengoed een keuze voor het leven.

Blijft nog over wat de beste leermethoden zijn. Het antwoord is simpel: er is niet één beste leermethode. Soms moet het klassikaal, soms in groepjes, soms is het handig als oudere kinderen de jongere op sleeptouw nemen, soms moet een leerling individueel aan de gang. Sommige leerlingen kunnen er prima tegen in een vol klaslokaal te zitten, anderen worden er gek van. Laat onderwijzers, pardon: docenten, het maar aanpakken zo het uitkomt. En graag zo min mogelijk bureaucratie. Dus niet voortdurend per leerling leerdoelen formuleren en daarna weer afvinken. Doe maar gewoon schoolrapporten met cijfers en een handtekening van de ouders dat ze het rapport gezien hebben.

-------
Het plaatje is van Han Busstra


© 2021 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Weer het onderwijs verbouwen? Arie de Jong
1816BZ OnderwijsRecent was er weer veel te doen over de vraag of de leeftijd waarop de jeugd een keuze moet maken voor het vervolgonderwijs een jaar of drie kon worden opgeschoven. Dus niet meer zoals nu na de basisschool, maar drie jaar later, als de meesten vijftien jaar oud zijn.

De ouderen onder ons herinneren zich de discussie over de zogeheten ‘middenschool’,  het voorstel van minister Jos van Kemenade, in de jaren zeventig. Nu had Van Kemenade zelf verstand van onderwijsbeleid, een voorrecht dat de meeste bewindspersonen van Onderwijs in de afgelopen halve eeuw niet hadden, maar het liep mis op een mengelmoes van haast (al begon Van Kemenade wel met een stel voorbeeldscholen), ideologisch gespartel vanuit CDA en VVD, en angst bij de eerstegraads leraren dat hun professie zou krimpen en ontslagen onvermijdelijk waren. En dan was er ook nog de gevleugelde uitspraak van de communistische leider (die had je toen nog) Marcus Bakker: ‘Dan kunnen arbeiderskinderen nu eindelijk naar het gymnasium, en dan schaffen ze dat af!’

Later kwam er nog de mislukking van de basisvorming in de eerste of eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs, maar dat was een zwak aftreksel van de doordachte ideeën van Jos van Kemenade. Bij de basisvorming werden de institutionele belangen niet aangetast en moest het lijken alsof de kinderen van 12 en 13 een gelijke basis kregen. Mislukt.

De discussie die de afgelopen tijd losbrandde, nu wederom het voorstel werd gedaan de selectieleeftijd een aantal jaren te verschuiven, kon als een déja vu worden beleefd. Mij lijkt het dat je er niet uitkomt als je voortdurend alle kinderen in dezelfde mal wilt duwen. En dan bedoel ik niet alleen de idealisten met hun mal van uitgestelde keuze van de vervolgopleiding. Die wijzen er (uiteraard geheel terecht) op dat een deel van de kinderen als ze twaalf jaar oud zijn nog niet een goede keuze kunnen maken en dat zodoende talent wordt verspild. Maar ook de mal van al die mensen die niets willen veranderen in de gedachte dat hun kinderen niet vroeg genoeg kunnen beginnen met voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Geloof mij, het is in belangrijke mate kletskoek die wordt verkocht, van beide zijden. Het lijkt me beter dat we ons concentreren op de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat zo veel mogelijk kinderen goed onderwijs krijgen en zich kunnen ontplooien.

Eerst de vraag: hoe moet je het onderwijs inrichten om kinderen een opleiding te geven waarin ze zich naar aanleg en belangstelling goed kunnen ontplooien? Dat laatste is overigens maar één kant van de zaak. De andere kant is uiteraard: wat mag de samenleving verlangen van het onderwijs van al die kinderen? Welke bagage wil je aan die kinderen meegeven? Het is dan aan mensen die er verstand van hebben, zoals docenten, om het onderwijs zo in te richten dat tegen acceptabele kosten zoveel mogelijk kinderen op een goede manier van alles leren.

Daar bestaan heel veel ideeën over. Graag presenteer ik die van mij.
Ik zie graag dat het basisonderwijs oplevert dat kinderen heel goed leren lezen, schrijven en spreken in het Nederlands. Alleen als ze echt niet meekunnen, wil ik daar een concessie op doen, omdat ze verstandelijk gehandicapt zijn bijvoorbeeld. Iedereen weet dat sommige kinderen met weinig moeite dat allemaal onder de knie krijgen. Dus moet je wat extra’s doen voor de kinderen die meer tijd of stimulans nodig hebben. Om te voorkomen dat de slimme leerlingen zich gaan vervelen, moet je die uiteraard wat extra’s geven, daar worden ze ook nog slimmer van. Dan heb ik de wens dat al die kinderen ook goed moeten leren rekenen en vooral logisch moeten leren denken. En nu we toch bezig zijn, geef ze ook een brede ontwikkeling mee in biologie, geschiedenis, aardrijkskunde en wat kennis van natuurkunde, scheikunde en kosmologie. Omdat je op die leeftijd spelenderwijs talen leert, is het ook erg goed als ze de Engelse taal al enigszins onder de knie krijgen. Stop er nog wat kunstnijverheid (muziek, tekenen en andere creatieve uitingen) en sport en gym bij, en waarachtig, het gaat ergens op lijken.

Blijft wel die hete aardappel: wanneer gaan de kinderen uiteen, omdat het voor hun ontwikkeling en uit doelmatigheid beter is gescheiden leerwegen te volgen op uiteenlopende scholen? Ik ben daar nog niet uit, maar ik heb wel twee kanttekeningen.

De belangrijkste: ik ben het zat dat zo ongeveer iedereen een onnodige pikorde aanbrengt op grond van wat de opleiding is van mensen. Alleen al het spreken over ‘hogere opleiding’, ‘hoog opgeleid’ en ‘lager opgeleid’. Dat gebeurt ook door mensen die een hekel hebben aan dat onderscheid, zo diep zit het er in. (Denk aan de standaardvraag: ‘wat is uw hoogst genoten opleiding?’) Het vreemde is trouwens dat als ik mensen beoordeel op domheid, de opleiding er helemaal niet toe blijkt te doen! Erger nog: de domoren met een ‘hoge’ opleiding zijn eigenlijk het aller-domst. Hoe dan ook, het hedendaagse standsverschil zit hem voornamelijk in het opleidingsniveau (weer zo’n woord), zoals het eeuwen terug zat in de vraag of je tot de aristocratie behoorde of niet en vanaf de negentiende eeuw tot welke ‘economische klasse’ je behoorde.

De tweede kanttekening is dat de keuze van de opleiding niet alleen te maken heeft met hoe het individu zich ontwikkelt. Het is ook een sociale keuze van de groep leeftijdsgenoten waarin een kind belandt, met hun vanzelfsprekendheden en cultuur. Dat is evengoed een keuze voor het leven.

Blijft nog over wat de beste leermethoden zijn. Het antwoord is simpel: er is niet één beste leermethode. Soms moet het klassikaal, soms in groepjes, soms is het handig als oudere kinderen de jongere op sleeptouw nemen, soms moet een leerling individueel aan de gang. Sommige leerlingen kunnen er prima tegen in een vol klaslokaal te zitten, anderen worden er gek van. Laat onderwijzers, pardon: docenten, het maar aanpakken zo het uitkomt. En graag zo min mogelijk bureaucratie. Dus niet voortdurend per leerling leerdoelen formuleren en daarna weer afvinken. Doe maar gewoon schoolrapporten met cijfers en een handtekening van de ouders dat ze het rapport gezien hebben.

-------
Het plaatje is van Han Busstra
© 2021 Arie de Jong
powered by CJ2