archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Het verlies van links * Paul Bordewijk

1811BS KwartettenIn de verkiezingen van vorige week zien we twee al langer bestaande trends bevestigd, maar één juist niet. De fragmentatie van de Tweede Kamer neemt toe, in 2006 en 2010 zaten er 10 fracties in de Tweede Kamer, in 2012 11, in 2017 13 en nu 17. We zien ook een proces van verrechtsing: PvdA, GroenLinks en SP bezetten in 2006 gezamenlijk 65 zetels, in 2010 55, in 2012 57, in 2017 37, en nu nog slechts 26. In 15 jaar is het gezamenlijke zetelaantal van de drie linkse partijen meer dan gehalveerd.

Maar opvallend is dat een ander proces: van de toenemende volatiliteit, zich niet heeft doorgezet. In 2017 veranderden 38 zetels van eigenaar, terwijl dat er dit jaar maar 18 waren. Van die 18 zetels kwamen er 8 bij nieuwe partijen terecht. Toch viel die betrekkelijke stabiliteit samen met een grote bestuurlijke hectiek. Het kabinet trad formeel af vanwege de toeslagenaffaire en de bestrijding van de Corona pandemie leidde tot een stroom aan maatregelen die vaak veel kritiek kregen. Vanwege de maatschappelijke gevolgen, omdat er beloften werden gedaan die niet konden worden waargemaakt, of vanwege het gebrek aan consistentie.

Daarnaast lukte het het kabinet niet om de slachtoffers van de aardbevingen in Groningen te compenseren, liep het kabinet vast in de regulering rond stikstofdepositie (met zeer nadelige gevolgen voor de volkshuisvesting waar inmiddels grote tekorten waren ontstaan) en liep het klimaatbeleid van het kabinet vast in de problematiek van de biomassa, van de woningen die van het gas af moesten en van de windturbines die ook GroenLinksers niet voor hun deur willen. Het klimaatbeleid was letterlijk en figuurlijk brandhout.

Dan moest staatssecretaris Harbers aftreden omdat hij de Kamer niet goed kon informeren over de criminaliteit onder asielzoekers en slaagde minister Bijleveld er niet in ons goed te informeren over de Nederlandse rol bij het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015. En of dat al niet genoeg was, lukte het het CBR niet om 75-jarigen die hun rijbewijs moesten verlengen goed te bedienen en lukte het ook al niet om het stemmen met de post goed te organiseren.

Wie verwacht had dat dit alles zou leiden tot dramatische politieke verschuivingen kwam echter bedrogen uit. De grootste verschuiving vond plaats bij GroenLinks, dat met 7 zetels verlies halveerde. Dat kan komen door de ongeloofwaardigheid van het klimaatbeleid, waar oppositiepartij GL toch meer op werd aangekeken dan regeringspartij VVD, maar ook dat witte GroenLinksstemmers het woke beleid van GroenLinks als bedreigend ervaren. En wanneer ze wel woke zijn, dan stemmen ze liever op een vrouw die de mensen wijsmaakte dat ze minister-president zou kunnen worden.
Daarnaast zou het verlies van het CDA wel eens een afrekening met De Jonge kunnen zijn, vanwege het coronabeleid. Niet alleen door de vele inconsequenties en fouten in het beleid, maar ook doordat sommige mensen het coronabeleid als een complot zien. De vele stemmen die Baudet in de laatste periode voor de verkiezingen verwierf geven aan dat dat complotdenken bedenkelijk wijd verbreid is.
Het lijkt er niet op dat het toeslagenschandaal veel invloed gehad heeft. We weten nog niet hoeveel voorkeursstemmen Pieter Omtzigt heeft gekregen, maar het zijn er in ieder geval niet genoeg geweest om het gekluns van De Jonge – en van Hoekstra – te compenseren. Ook de SP heeft electoraal niet geprofiteerd van de inzet van Renske Leijten voor de slachtoffers, maar verloor juist vijf zetels. Dit lijkt mij de meest onverdiende nederlaag, wanneer het niet zo zou zijn dat de kiezer altijd gelijk heeft.

De grote winnaars zijn juist Rutte, die de eindverantwoordelijkheid droeg, en D66 dat de staatssecretarissen leverde die het probleem niet konden oplossen. Ik vrees dat tegenover de gespeelde schaamte hierover in Den Haag een electoraat staat dat het allemaal niets kan schelen, zeker niet wanneer men hoort dat vooral gekleurde mensen hier het slachtoffer van zijn geworden. Dat spoort met de populariteit van de rechts radicale partijen. Rutte is niet in zijn eerste leugen gestikt, maar is juist daardoor wel degene die allerlei geitenpaadjes vindt om uit de problemen te komen. Hij gaat niet uit van zijn eigen overtuiging maar kijkt hoe je eruit kan komen. Heldhaftig is het niet, maar het maakt wel dat mensen voor hem kiezen. En ... hij maakt zich klein.

Kaag daarentegen maakt zich juist breed, door zich te afficheren met een loze kreet als ‘nieuw leiderschap’. Zij heeft mensen de illusie gegeven dat zij de eerste vrouwelijke premier van Nederland zou kunnen worden en daarmee stemmen weggehaald bij de drie linkse partijen. Daarbij geholpen door een donatie van één miljonair. Daar moeten we het nog eens over hebben. Als zo’n donatie niet helpt omdat kiezers hun eigen wil doen, had het geld beter naar de Voedselbank kunnen gaan, maar als het wel geholpen heeft, zijn verkiezingen kennelijk ook in Nederland te koop.

De overstap naar D66 is niet de enige reden van de malheur van de linkse partijen, zeker als je je realiseert dat een deel van de zetels die 50Plus is kwijt geraakt bij één van de linkse partijen terecht moet zijn gekomen. De PvdA is de enige partij die stabiel is gebleven, maar dat voelt als een nederlaag en terecht. Je had mogen verwachten dat er ten minste iets was goed gemaakt van het verlies van 2017 en aanvankelijk zag het daar ook naar uit. Dat het niet gebeurd is heeft de PvdA aan zichzelf te wijten. Het moment uit de campagne dat mij het meest bij zal blijven is dat waarin Wopke Hoekstra (nadat hij van Lilianne Ploumen te horen gekregen had dat allerlei CDA-voorstellen asociaal waren) even uitpakte over wat er tijdens Rutte II allemaal gebeurd was. Ploumen stond er daarna beteuterd bij te kijken. Rutte II zal de PvdA nog lang blijven achtervolgen.

Terwijl de linkse partijen er niets van gebakken hebben, zien we wel het politieke klimaat naar links opschuiven .De VVD wil ineens het minimumloon verhogen en de werkgevers tappen ook uit een andere vaatje. Het lijkt op de situatie tijdens het kabinet De Jong (1967-1971), het naar zijn uitkomsten meest linkse kabinet dat Nederland ooit gekend heeft, terwijl de PvdA toen ook een electoraal dieptepunt beleefde en in de oppositie zat. De linkse partijen moeten gebruik maken van dat sentiment. Dat kan in de oppositie maar ook met een positie in het kabinet, maar dan moeten zij zich wel heel anders opstellen dan de PvdA in Rutte II.

-----
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2021 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Het verlies van links * Paul Bordewijk
1811BS KwartettenIn de verkiezingen van vorige week zien we twee al langer bestaande trends bevestigd, maar één juist niet. De fragmentatie van de Tweede Kamer neemt toe, in 2006 en 2010 zaten er 10 fracties in de Tweede Kamer, in 2012 11, in 2017 13 en nu 17. We zien ook een proces van verrechtsing: PvdA, GroenLinks en SP bezetten in 2006 gezamenlijk 65 zetels, in 2010 55, in 2012 57, in 2017 37, en nu nog slechts 26. In 15 jaar is het gezamenlijke zetelaantal van de drie linkse partijen meer dan gehalveerd.

Maar opvallend is dat een ander proces: van de toenemende volatiliteit, zich niet heeft doorgezet. In 2017 veranderden 38 zetels van eigenaar, terwijl dat er dit jaar maar 18 waren. Van die 18 zetels kwamen er 8 bij nieuwe partijen terecht. Toch viel die betrekkelijke stabiliteit samen met een grote bestuurlijke hectiek. Het kabinet trad formeel af vanwege de toeslagenaffaire en de bestrijding van de Corona pandemie leidde tot een stroom aan maatregelen die vaak veel kritiek kregen. Vanwege de maatschappelijke gevolgen, omdat er beloften werden gedaan die niet konden worden waargemaakt, of vanwege het gebrek aan consistentie.

Daarnaast lukte het het kabinet niet om de slachtoffers van de aardbevingen in Groningen te compenseren, liep het kabinet vast in de regulering rond stikstofdepositie (met zeer nadelige gevolgen voor de volkshuisvesting waar inmiddels grote tekorten waren ontstaan) en liep het klimaatbeleid van het kabinet vast in de problematiek van de biomassa, van de woningen die van het gas af moesten en van de windturbines die ook GroenLinksers niet voor hun deur willen. Het klimaatbeleid was letterlijk en figuurlijk brandhout.

Dan moest staatssecretaris Harbers aftreden omdat hij de Kamer niet goed kon informeren over de criminaliteit onder asielzoekers en slaagde minister Bijleveld er niet in ons goed te informeren over de Nederlandse rol bij het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015. En of dat al niet genoeg was, lukte het het CBR niet om 75-jarigen die hun rijbewijs moesten verlengen goed te bedienen en lukte het ook al niet om het stemmen met de post goed te organiseren.

Wie verwacht had dat dit alles zou leiden tot dramatische politieke verschuivingen kwam echter bedrogen uit. De grootste verschuiving vond plaats bij GroenLinks, dat met 7 zetels verlies halveerde. Dat kan komen door de ongeloofwaardigheid van het klimaatbeleid, waar oppositiepartij GL toch meer op werd aangekeken dan regeringspartij VVD, maar ook dat witte GroenLinksstemmers het woke beleid van GroenLinks als bedreigend ervaren. En wanneer ze wel woke zijn, dan stemmen ze liever op een vrouw die de mensen wijsmaakte dat ze minister-president zou kunnen worden.
Daarnaast zou het verlies van het CDA wel eens een afrekening met De Jonge kunnen zijn, vanwege het coronabeleid. Niet alleen door de vele inconsequenties en fouten in het beleid, maar ook doordat sommige mensen het coronabeleid als een complot zien. De vele stemmen die Baudet in de laatste periode voor de verkiezingen verwierf geven aan dat dat complotdenken bedenkelijk wijd verbreid is.
Het lijkt er niet op dat het toeslagenschandaal veel invloed gehad heeft. We weten nog niet hoeveel voorkeursstemmen Pieter Omtzigt heeft gekregen, maar het zijn er in ieder geval niet genoeg geweest om het gekluns van De Jonge – en van Hoekstra – te compenseren. Ook de SP heeft electoraal niet geprofiteerd van de inzet van Renske Leijten voor de slachtoffers, maar verloor juist vijf zetels. Dit lijkt mij de meest onverdiende nederlaag, wanneer het niet zo zou zijn dat de kiezer altijd gelijk heeft.

De grote winnaars zijn juist Rutte, die de eindverantwoordelijkheid droeg, en D66 dat de staatssecretarissen leverde die het probleem niet konden oplossen. Ik vrees dat tegenover de gespeelde schaamte hierover in Den Haag een electoraat staat dat het allemaal niets kan schelen, zeker niet wanneer men hoort dat vooral gekleurde mensen hier het slachtoffer van zijn geworden. Dat spoort met de populariteit van de rechts radicale partijen. Rutte is niet in zijn eerste leugen gestikt, maar is juist daardoor wel degene die allerlei geitenpaadjes vindt om uit de problemen te komen. Hij gaat niet uit van zijn eigen overtuiging maar kijkt hoe je eruit kan komen. Heldhaftig is het niet, maar het maakt wel dat mensen voor hem kiezen. En ... hij maakt zich klein.

Kaag daarentegen maakt zich juist breed, door zich te afficheren met een loze kreet als ‘nieuw leiderschap’. Zij heeft mensen de illusie gegeven dat zij de eerste vrouwelijke premier van Nederland zou kunnen worden en daarmee stemmen weggehaald bij de drie linkse partijen. Daarbij geholpen door een donatie van één miljonair. Daar moeten we het nog eens over hebben. Als zo’n donatie niet helpt omdat kiezers hun eigen wil doen, had het geld beter naar de Voedselbank kunnen gaan, maar als het wel geholpen heeft, zijn verkiezingen kennelijk ook in Nederland te koop.

De overstap naar D66 is niet de enige reden van de malheur van de linkse partijen, zeker als je je realiseert dat een deel van de zetels die 50Plus is kwijt geraakt bij één van de linkse partijen terecht moet zijn gekomen. De PvdA is de enige partij die stabiel is gebleven, maar dat voelt als een nederlaag en terecht. Je had mogen verwachten dat er ten minste iets was goed gemaakt van het verlies van 2017 en aanvankelijk zag het daar ook naar uit. Dat het niet gebeurd is heeft de PvdA aan zichzelf te wijten. Het moment uit de campagne dat mij het meest bij zal blijven is dat waarin Wopke Hoekstra (nadat hij van Lilianne Ploumen te horen gekregen had dat allerlei CDA-voorstellen asociaal waren) even uitpakte over wat er tijdens Rutte II allemaal gebeurd was. Ploumen stond er daarna beteuterd bij te kijken. Rutte II zal de PvdA nog lang blijven achtervolgen.

Terwijl de linkse partijen er niets van gebakken hebben, zien we wel het politieke klimaat naar links opschuiven .De VVD wil ineens het minimumloon verhogen en de werkgevers tappen ook uit een andere vaatje. Het lijkt op de situatie tijdens het kabinet De Jong (1967-1971), het naar zijn uitkomsten meest linkse kabinet dat Nederland ooit gekend heeft, terwijl de PvdA toen ook een electoraal dieptepunt beleefde en in de oppositie zat. De linkse partijen moeten gebruik maken van dat sentiment. Dat kan in de oppositie maar ook met een positie in het kabinet, maar dan moeten zij zich wel heel anders opstellen dan de PvdA in Rutte II.

-----
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2021 Paul Bordewijk
powered by CJ2