archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De bende van Klomp (5) Willem Minderhout

1609BS Willem en coVijfde deel in een serie schetsen van de begindagen van 'OV Reisinformatie 9292', onder de bezielende leiding van Gijs Klomp.

Ik maak het momenteel de hoofdredacteur van De Leunstoel niet makkelijk. Het lukt me al een hele tijd niet om voor de deadline een stukje in te leveren. Dat komt enerzijds door een soort writersblock als gevolg van het feit dat ik niet meer rook. Roken en schrijven was jarenlang een vaste combinatie.
Anderzijds heb ik momenteel bijzonder weinig tijd omdat ik een poging waag om herverkozen te worden als Statenlid en daardoor allerlei campagneverplichtingen heb. Helemaal ontkom ik daarbij niet aan De Leunstoel want tijdens een verkiezingsdebatje in de Haagse bibliotheek kenschetste een journaliste van het Algemeen Dagblad me als ‘één van de leden van het collectief dat het hoogculturele blaadje De Leunstoel volkrabbelt’, of zoiets.

Laatst mocht ik aandraven op een debat over ‘provincie en openbaar vervoer’, georganiseerd door de vereniging ROVER. Anders dan de wat intimiderende naam doet vermoeden is dit de vereniging van Reizigers Openbaar VERvoer. Om de aanwezigen mijn liefde voor bus, tram en trein te tonen, dacht ik dat een paar anekdotes over mijn ‘9292’-verleden wel passend zouden zijn.
Of dit er toe heeft geleid dat alle Zuid-Hollandse Ov-reizigers op 20 maart op mij zullen stemmen is vooralsnog onzeker. Op één aanwezige had het echter wel enig effect. Ik was hem bij binnenkomst al tegengekomen: Willem Benschop. Hij was indertijd een belangrijk ambtenaar bij Verkeer en Waterstaat die zich ondermeer met Reisinformatie bezighield. Willem bleek na zijn pensionering actief te zijn geworden in ROVER. Hij was gevraagd om de avond aan het einde samen te vatten.

Willem spookte de laatste tijd door mijn hoofd omdat hij een van de heren, volgens mij zelfs de belangrijkste, van het ministerie was die vonden dat wij er samen met de ANWB voor ‘multimodale reisinformatie’ moesten zorgen, waarmee ik mijn vorige stukje afsloot. Het idee van het ministerie was dat er een informatiesysteem moest komen waarin zowel de auto als het openbaar vervoer – en wellicht zelfs de fiets – waren opgenomen en met elkaar vergeleken konden worden. Op die manier zou de ‘mobiliteitsconsument’ een bewuste keuze kunnen maken. De jonge lezer denkt nu natuurlijk: ‘Ja, duh. Dat zit gewoon in Google Maps.’ Het was echter de tijd dat de meeste automobilisten hun weg nog probeerden te vinden met behulp van wegenkaarten en de ‘Shell Stratengids’. De eerste CD-ROMs met autorouteplanners staken net de kop op. Dat waren echter planners die je vooraf op je PC moest raadplegen. Navigatiesystemen in je auto, laat staan in je telefoon, waren volstrekte toekomstmuziek.

Wij zagen niet zoveel in die ‘multimodale reisinformatie’. De routeplanners in die tijd konden nog geen rekening houden met files en vertragingen en zouden dus de auto structureel bevoordelen. De ANWB, zo vermoedden wij, aasde bovendien op onze positie als informatieleverancier. Een heikel punt was de – totaal onverwachte – vraag van wie die OV-data nu eigenlijk waren. Was dat geen publiek bezit? Zou de ANWB, of welke organisatie dan ook, daar niet vrijelijk over mogen beschikken? Dit veroorzaakte enige paniek. Wij pareerden dit gevaar met de bewering dat onze data ‘veredeld’ waren. Daar zat wat in. Er waren honderden uren gestoken in het nauwkeurig vastleggen van de coördinaten van elke bushalte etc. Bovendien betaalden we een aardige cent aan licenties voor het geografisch informatiesysteem van de roemruchte Hennie Groot Koerkamp. Oplettende lezertjes herkennen de geboorteweeën van de discussie over 'open data' en 'big data'.

Onder druk van het ministerie werkten we uiteindelijk, zij het schoorvoetend, samen met de ANWB. Maar wat moesten we eigenlijk maken? Besloten werd om er een pilot van te maken. Er zou een informatiezuil ontwikkeld worden die multimodale reisinformatie kon geven. Uiteindelijk kwam die zuil er. Als ik het mij goed herinner heette die zuil de ‘Reiswijzer’. Om hem aan het publiek te tonen werd hij in 1992 geplaatst op de Floriade in Zoetermeer. Het probleem was dat als mensen die met de auto naar de Floriade waren gegaan van de Reiswijzer te horen kregen dat een reis per openbaar vervoer toch handiger zou zijn geweest, of andersom, ze niets meer aan hun reisgedrag konden veranderen.

Ik weet niet meer of de pilot in de evaluatie als geslaagd werd beschouwd, maar van de Reiswijzer werd nimmer meer iets vernomen. Desalniettemin denk ik dat het wellicht nu weer tijd wordt om een nieuwe poging te wagen, die net iets verder gaat dan Google Maps. Ik sluit overigens niet uit dat dat al bestaat. Ik loop tegenwoordig hopeloos achter.

--------
De foto is van de schrijver


© 2019 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
De bende van Klomp (5) Willem Minderhout
1609BS Willem en coVijfde deel in een serie schetsen van de begindagen van 'OV Reisinformatie 9292', onder de bezielende leiding van Gijs Klomp.

Ik maak het momenteel de hoofdredacteur van De Leunstoel niet makkelijk. Het lukt me al een hele tijd niet om voor de deadline een stukje in te leveren. Dat komt enerzijds door een soort writersblock als gevolg van het feit dat ik niet meer rook. Roken en schrijven was jarenlang een vaste combinatie.
Anderzijds heb ik momenteel bijzonder weinig tijd omdat ik een poging waag om herverkozen te worden als Statenlid en daardoor allerlei campagneverplichtingen heb. Helemaal ontkom ik daarbij niet aan De Leunstoel want tijdens een verkiezingsdebatje in de Haagse bibliotheek kenschetste een journaliste van het Algemeen Dagblad me als ‘één van de leden van het collectief dat het hoogculturele blaadje De Leunstoel volkrabbelt’, of zoiets.

Laatst mocht ik aandraven op een debat over ‘provincie en openbaar vervoer’, georganiseerd door de vereniging ROVER. Anders dan de wat intimiderende naam doet vermoeden is dit de vereniging van Reizigers Openbaar VERvoer. Om de aanwezigen mijn liefde voor bus, tram en trein te tonen, dacht ik dat een paar anekdotes over mijn ‘9292’-verleden wel passend zouden zijn.
Of dit er toe heeft geleid dat alle Zuid-Hollandse Ov-reizigers op 20 maart op mij zullen stemmen is vooralsnog onzeker. Op één aanwezige had het echter wel enig effect. Ik was hem bij binnenkomst al tegengekomen: Willem Benschop. Hij was indertijd een belangrijk ambtenaar bij Verkeer en Waterstaat die zich ondermeer met Reisinformatie bezighield. Willem bleek na zijn pensionering actief te zijn geworden in ROVER. Hij was gevraagd om de avond aan het einde samen te vatten.

Willem spookte de laatste tijd door mijn hoofd omdat hij een van de heren, volgens mij zelfs de belangrijkste, van het ministerie was die vonden dat wij er samen met de ANWB voor ‘multimodale reisinformatie’ moesten zorgen, waarmee ik mijn vorige stukje afsloot. Het idee van het ministerie was dat er een informatiesysteem moest komen waarin zowel de auto als het openbaar vervoer – en wellicht zelfs de fiets – waren opgenomen en met elkaar vergeleken konden worden. Op die manier zou de ‘mobiliteitsconsument’ een bewuste keuze kunnen maken. De jonge lezer denkt nu natuurlijk: ‘Ja, duh. Dat zit gewoon in Google Maps.’ Het was echter de tijd dat de meeste automobilisten hun weg nog probeerden te vinden met behulp van wegenkaarten en de ‘Shell Stratengids’. De eerste CD-ROMs met autorouteplanners staken net de kop op. Dat waren echter planners die je vooraf op je PC moest raadplegen. Navigatiesystemen in je auto, laat staan in je telefoon, waren volstrekte toekomstmuziek.

Wij zagen niet zoveel in die ‘multimodale reisinformatie’. De routeplanners in die tijd konden nog geen rekening houden met files en vertragingen en zouden dus de auto structureel bevoordelen. De ANWB, zo vermoedden wij, aasde bovendien op onze positie als informatieleverancier. Een heikel punt was de – totaal onverwachte – vraag van wie die OV-data nu eigenlijk waren. Was dat geen publiek bezit? Zou de ANWB, of welke organisatie dan ook, daar niet vrijelijk over mogen beschikken? Dit veroorzaakte enige paniek. Wij pareerden dit gevaar met de bewering dat onze data ‘veredeld’ waren. Daar zat wat in. Er waren honderden uren gestoken in het nauwkeurig vastleggen van de coördinaten van elke bushalte etc. Bovendien betaalden we een aardige cent aan licenties voor het geografisch informatiesysteem van de roemruchte Hennie Groot Koerkamp. Oplettende lezertjes herkennen de geboorteweeën van de discussie over 'open data' en 'big data'.

Onder druk van het ministerie werkten we uiteindelijk, zij het schoorvoetend, samen met de ANWB. Maar wat moesten we eigenlijk maken? Besloten werd om er een pilot van te maken. Er zou een informatiezuil ontwikkeld worden die multimodale reisinformatie kon geven. Uiteindelijk kwam die zuil er. Als ik het mij goed herinner heette die zuil de ‘Reiswijzer’. Om hem aan het publiek te tonen werd hij in 1992 geplaatst op de Floriade in Zoetermeer. Het probleem was dat als mensen die met de auto naar de Floriade waren gegaan van de Reiswijzer te horen kregen dat een reis per openbaar vervoer toch handiger zou zijn geweest, of andersom, ze niets meer aan hun reisgedrag konden veranderen.

Ik weet niet meer of de pilot in de evaluatie als geslaagd werd beschouwd, maar van de Reiswijzer werd nimmer meer iets vernomen. Desalniettemin denk ik dat het wellicht nu weer tijd wordt om een nieuwe poging te wagen, die net iets verder gaat dan Google Maps. Ik sluit overigens niet uit dat dat al bestaat. Ik loop tegenwoordig hopeloos achter.

--------
De foto is van de schrijver
© 2019 Willem Minderhout
powered by CJ2