archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Het stratenmakersoog Frits Hoorweg

0620BS Stratenmakersdag
‘Stratenmakers, echte, goeie, zijn gewoon niet te vinden,’ zei iemand van een gemeente in het westen van het land. Natuurlijk bleek later dat die uitspraak iets genuanceerd moest worden. Er zijn er bij lange na niet genoeg, zeker in het westen van het land. In enkele uithoeken van het land schijnt de situatie beter te zijn: Zuid-Limburg en het Noorden. Ik heb deze uitspraken op geen enkele manier getoetst, maar het gestelde komt mij zeer aannemelijk voor. Zeker waar het gaat om de schaarste in het westen van het land. De kwaliteit van de bestrating spreekt boekdelen. Ik uitte mijn ergernis daarover in Jrg 6, Nr 18 en kreeg diverse adhesiebetuigingen.

Hoe zou het toch komen, aannemend dat het zo is? In Dronten werd 19 september ‘de dag van de straatmaker’ gehouden; dat leek mij een ideale gelegenheid om antwoord op die vraag te krijgen. Een vertegenwoordiger van de OBN (Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland, www.obn.nl ) begon desgevraagd meteen over de wijze van aanbesteding. ‘De (uitvoerende diensten van) gemeenten worden constant op de huid gezeten om te voorkomen dat er ‘bevriende’ firma’s worden voorgetrokken. Prachtig, maar ja, toevallig zijn bevriende firma’s wel de bedrijven die vaklui in dienst hebben.’ En als firma’s met vaklui geen opdrachten krijgen zijn ze er op den duur niet meer, bedoelde hij te zeggen. Zijn manier van spreken maakte duidelijk dat hij uit Zuid-Limburg kwam. ‘Oh, dus bij u doen ze dat anders?’ zei mijn metgezel pesterig, wat bevestigend werd beantwoord. In de discussie die volgde bleek dat het niet meevalt om kwaliteit een rol te laten spelen in een aanbestedingsprocedure, zelfs als je er extra geld voor over hebt.

‘Je zou vooraf eisen kunnen stellen aan de bedrijven die inschrijven, bijvoorbeeld dat ze gecertificeerd moeten zijn, of aan het personeel dat ze inzetten, bijvoorbeeld dat ze gediplomeerd zijn. Maar zou dat niet uitgelegd kunnen worden als een verkapte manier om ‘bevriende’ firma’s te bevoordelen?’
‘Wat ook denkbaar is: achteraf, na voltooiing van het werk, het resultaat aan een strenge toets onderwerpen. Maar stel dat je een straat die net weer dicht zit afkeurt. Wat moet er dan gebeuren? De boel openbreken en ze opnieuw laten beginnen? De bewoners of de bedrijven waar je het allemaal voor doet zitten daar niet op te wachten en op het gemeentehuis zien ze je aankomen. Dus ben je geneigd te gaan schipperen.’
Vragen, vragen en weinig bruikbare antwoorden.

Er is nog een belangrijke reden voor het tekort aan stratenmakers: het is (te) zwaar werk. In de discussie over de verhoging van de AOW leeftijd wordt het voorbeeld te pas en te onpas opgevoerd. Mensen die zulk zwaar werk doen kun je niet tot na hun 65e laten doorwerken, zegt Agnes Kant. Vervolgens doet Wouter Bos er een schepje bovenop: er moet wetgeving komen om te voorkomen dat mensen aan dergelijk zwaar werk worden blootgesteld! Tot mijn verrassing blijkt er al een vereniging te zijn die nastreeft wat Bos beoogt. Die heet voluit Vereniging Verbetering0620BS Stratenmakers Mechanisatie Straattechniek (www.vmsnet.nl) en ze had een stand in Dronten. De vereniging adviseert gemeenten en bedrijven, maar maakt ook allerlei afspraken met de arbeidsinspectie. Zo hanteert die laatste blijkbaar al de regel dat als er een oppervlakte groter dan 1500 m² wordt bestraat, dat in principe machinaal dient te gebeuren. In principe, want de narigheid is dat de beschikbare machines te groot en log zijn voor oude binnensteden met kleine straatjes. Maar ja, dat is natuurlijk een kwestie van tijd.

Op het grote plein van winkelcentrum Suydersee kon de reeds beschikbare machinerie worden bewonderd. Machinaal in het gelid gelegde stenen worden in een keer opgetild door een ingenieus samenstel van zuignappen en neergevleid op de door andere machines voorbewerkte grond. Die grond moet de juiste graad van ‘verdichting’ hebben alvorens de stenen erop worden gelegd. Dat is niet domweg een kwestie van aanstampen. In de stratenmakerswereld worden wel 150 ‘soorten grond’ onderscheiden, ieder daarvan heeft zijn eigen ideale verdichtinggraad. Er was de 19e een aanstamper te bewonderen met ingebouwde meetapparatuur. Voor € 12.000,- mocht je hem meenemen.

Mogen we aannemen dat het klassieke vak van stratenmaker op den duur verdwijnt? Ik laat nogmaals mijn anonieme zegsman van een gemeente aan het woord: ‘Dat is nog maar de vraag. Rondom de door de machine neergevleide stenen blijft het nodige handwerk te doen, dat krijg je er niet helemaal uit. Maar er is nog iets anders. Die machines kunnen wel mooi stenen op een rijtje leggen, maar idealiter moet er, voordat de machines aan het werk gaan, nagedacht worden over de fijne nuances: over het profiel, iets verhoogd in het midden of hellend naar een goot links of rechts. Er moeten lijnen worden uitgezet en de aansluiting met de randen van de straat moet ‘mooi’ zijn, om te voorkomen dat de boel te snel gaat werken. De ‘knipstukken’ aan de zijkant moeten de goede richting uit gelegd worden.
Nou wil het geval dat je voor dat soort dingen toch stratenmakers nodig hebt. Dat zijn namelijk heel andere types dan de machinisten die op die mooie apparaten zitten. Je hebt er een stratenmakersoog voor nodig.’

Als om dat te onderstrepen werd de dag afgesloten met de verkiezing van de stratenmaker van het jaar. Uiteindelijk ging een team bestaande uit Erik Brouwer en Ramesh Kandasamy (beiden kleine, zelfstandige ondernemer) met de hoogste eer strijken. Ik vroeg gedachteloos aan Ramesh waar ze vandaan kwamen. ‘Uit Sri Lanka,’ zei hij zonder met z’n ogen te knipperen, blijkbaar wordt die vraag hem wel meer gesteld. Maar ik wilde graag weten in welke windhoek van Nederland hij en z’n collega werken. Dat bleek in Huizen en Weesp te zijn. In het westen wonen blijkbaar toch nog wel enkele goede stratenmakers.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Het stratenmakersoog Frits Hoorweg
0620BS Stratenmakersdag
‘Stratenmakers, echte, goeie, zijn gewoon niet te vinden,’ zei iemand van een gemeente in het westen van het land. Natuurlijk bleek later dat die uitspraak iets genuanceerd moest worden. Er zijn er bij lange na niet genoeg, zeker in het westen van het land. In enkele uithoeken van het land schijnt de situatie beter te zijn: Zuid-Limburg en het Noorden. Ik heb deze uitspraken op geen enkele manier getoetst, maar het gestelde komt mij zeer aannemelijk voor. Zeker waar het gaat om de schaarste in het westen van het land. De kwaliteit van de bestrating spreekt boekdelen. Ik uitte mijn ergernis daarover in Jrg 6, Nr 18 en kreeg diverse adhesiebetuigingen.

Hoe zou het toch komen, aannemend dat het zo is? In Dronten werd 19 september ‘de dag van de straatmaker’ gehouden; dat leek mij een ideale gelegenheid om antwoord op die vraag te krijgen. Een vertegenwoordiger van de OBN (Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland, www.obn.nl ) begon desgevraagd meteen over de wijze van aanbesteding. ‘De (uitvoerende diensten van) gemeenten worden constant op de huid gezeten om te voorkomen dat er ‘bevriende’ firma’s worden voorgetrokken. Prachtig, maar ja, toevallig zijn bevriende firma’s wel de bedrijven die vaklui in dienst hebben.’ En als firma’s met vaklui geen opdrachten krijgen zijn ze er op den duur niet meer, bedoelde hij te zeggen. Zijn manier van spreken maakte duidelijk dat hij uit Zuid-Limburg kwam. ‘Oh, dus bij u doen ze dat anders?’ zei mijn metgezel pesterig, wat bevestigend werd beantwoord. In de discussie die volgde bleek dat het niet meevalt om kwaliteit een rol te laten spelen in een aanbestedingsprocedure, zelfs als je er extra geld voor over hebt.

‘Je zou vooraf eisen kunnen stellen aan de bedrijven die inschrijven, bijvoorbeeld dat ze gecertificeerd moeten zijn, of aan het personeel dat ze inzetten, bijvoorbeeld dat ze gediplomeerd zijn. Maar zou dat niet uitgelegd kunnen worden als een verkapte manier om ‘bevriende’ firma’s te bevoordelen?’
‘Wat ook denkbaar is: achteraf, na voltooiing van het werk, het resultaat aan een strenge toets onderwerpen. Maar stel dat je een straat die net weer dicht zit afkeurt. Wat moet er dan gebeuren? De boel openbreken en ze opnieuw laten beginnen? De bewoners of de bedrijven waar je het allemaal voor doet zitten daar niet op te wachten en op het gemeentehuis zien ze je aankomen. Dus ben je geneigd te gaan schipperen.’
Vragen, vragen en weinig bruikbare antwoorden.

Er is nog een belangrijke reden voor het tekort aan stratenmakers: het is (te) zwaar werk. In de discussie over de verhoging van de AOW leeftijd wordt het voorbeeld te pas en te onpas opgevoerd. Mensen die zulk zwaar werk doen kun je niet tot na hun 65e laten doorwerken, zegt Agnes Kant. Vervolgens doet Wouter Bos er een schepje bovenop: er moet wetgeving komen om te voorkomen dat mensen aan dergelijk zwaar werk worden blootgesteld! Tot mijn verrassing blijkt er al een vereniging te zijn die nastreeft wat Bos beoogt. Die heet voluit Vereniging Verbetering0620BS Stratenmakers Mechanisatie Straattechniek (www.vmsnet.nl) en ze had een stand in Dronten. De vereniging adviseert gemeenten en bedrijven, maar maakt ook allerlei afspraken met de arbeidsinspectie. Zo hanteert die laatste blijkbaar al de regel dat als er een oppervlakte groter dan 1500 m² wordt bestraat, dat in principe machinaal dient te gebeuren. In principe, want de narigheid is dat de beschikbare machines te groot en log zijn voor oude binnensteden met kleine straatjes. Maar ja, dat is natuurlijk een kwestie van tijd.

Op het grote plein van winkelcentrum Suydersee kon de reeds beschikbare machinerie worden bewonderd. Machinaal in het gelid gelegde stenen worden in een keer opgetild door een ingenieus samenstel van zuignappen en neergevleid op de door andere machines voorbewerkte grond. Die grond moet de juiste graad van ‘verdichting’ hebben alvorens de stenen erop worden gelegd. Dat is niet domweg een kwestie van aanstampen. In de stratenmakerswereld worden wel 150 ‘soorten grond’ onderscheiden, ieder daarvan heeft zijn eigen ideale verdichtinggraad. Er was de 19e een aanstamper te bewonderen met ingebouwde meetapparatuur. Voor € 12.000,- mocht je hem meenemen.

Mogen we aannemen dat het klassieke vak van stratenmaker op den duur verdwijnt? Ik laat nogmaals mijn anonieme zegsman van een gemeente aan het woord: ‘Dat is nog maar de vraag. Rondom de door de machine neergevleide stenen blijft het nodige handwerk te doen, dat krijg je er niet helemaal uit. Maar er is nog iets anders. Die machines kunnen wel mooi stenen op een rijtje leggen, maar idealiter moet er, voordat de machines aan het werk gaan, nagedacht worden over de fijne nuances: over het profiel, iets verhoogd in het midden of hellend naar een goot links of rechts. Er moeten lijnen worden uitgezet en de aansluiting met de randen van de straat moet ‘mooi’ zijn, om te voorkomen dat de boel te snel gaat werken. De ‘knipstukken’ aan de zijkant moeten de goede richting uit gelegd worden.
Nou wil het geval dat je voor dat soort dingen toch stratenmakers nodig hebt. Dat zijn namelijk heel andere types dan de machinisten die op die mooie apparaten zitten. Je hebt er een stratenmakersoog voor nodig.’

Als om dat te onderstrepen werd de dag afgesloten met de verkiezing van de stratenmaker van het jaar. Uiteindelijk ging een team bestaande uit Erik Brouwer en Ramesh Kandasamy (beiden kleine, zelfstandige ondernemer) met de hoogste eer strijken. Ik vroeg gedachteloos aan Ramesh waar ze vandaan kwamen. ‘Uit Sri Lanka,’ zei hij zonder met z’n ogen te knipperen, blijkbaar wordt die vraag hem wel meer gesteld. Maar ik wilde graag weten in welke windhoek van Nederland hij en z’n collega werken. Dat bleek in Huizen en Weesp te zijn. In het westen wonen blijkbaar toch nog wel enkele goede stratenmakers.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2