archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Het laatste Mei-beraad Ruurd Kunnen

0414BS Polder
‘’t Komt nooit weerom.’ Oom Albert had het moeilijk bij zijn afscheidsspeech.
‘Zo’n klap, Gerben, dat was zelfs voor jou teveel. Altijd voorop in de strijd, nooit bang geweest voor de harde hand van het gezag en voor klassenjustitie. Rechtvaardigheid, daar ging het om. We wisten natuurlijk wel dat jouw tijd ook eens zou komen, maar toen ik je daar als een hoopje vuil op de stoep zag liggen, werd het me zwaar te moede. En dat het ook nog op 1 mei moest gebeuren. Zo slecht was die vlaggenstokhouder toch nog niet? Het is niet te vatten, Gerben.’

Oom Gerben was van tweehoog uit het raam gedonderd toen hij, net als elk jaar, op de Dag van de Arbeid de vlag wilde uitsteken. Na het Oranje-gedoe van de dagen ervoor vond hij het altijd een verademing om de felrode vlag met gele hamer en sikkel aan de gevel te bevestigen en het kon hem niets schelen dat de mensen hem een oude dwaas vonden – het klassenbewustzijn was nu eenmaal laag bij de vakbondsleiders en socialistische voorlieden van vandaag.
‘Jij een gebroken nek, de vlag gescheurd en de stok in stukken.’ Oom Gerben had nog een paar dagen in coma gelegen, maar het onvermijdelijke gebeurde en zo kwam het dat de laatste mei-bijeenkomst van onze familie plaatsvond in het crematorium.

Iedereen was er natuurlijk, en bovendien waren enkele oude kameraden aanwezig. Ik zat naast Henriëtte, onze geliefde, sprankelende nicht die werkt op banken in Londen en Brussel en die beschikt over connecties tot in de Koninklijke familie. Zij knikte in de richting van zo’n oude strijdmakker, die nauwelijks zijn tranen kon verbergen: ‘Eén van ooms beste vrienden. Ze hebben samen ontzettend veel meegemaakt maar nu is hij hier om zijn generatie en zijn ideologie te zien uitsterven.’ Altijd scherp die Henriëtte, maar consequent. Zij heeft hetzelfde rechtvaardigheidsgevoel als de rest van de familie maar veel minder vertrouwen in collectieve vakbondsacties. Terwijl Oom Gerben altijd zei dat de arbeiders de gevangenen van het kapitalistische systeem waren beweert Henriëtte dat de arbeiders juist in het kapitalisme vrij waren geworden.

‘We zullen je missen, Gerben,’ sprak oom Albert met trillende stem ‘vooral jouw analyses van de politieke situatie.’ Inderdaad zal niemand van ons ooit vergeten hoe Oom Gerben op onze familiebijeenkomsten de diefstal van de verworvenheden van de arbeidersklasse hekelde: de VUT, het prepensioen, de WAO, de WW, de ziektekosten, de arbeidstijdverkorting, de euro. ‘De jongere generatie is helaas niet zo fel als jij was en daar had je wel eens moeite mee.’ Ook dat klopte. Hij was niet echt blij toen we van onze politieke familiebijeenkomst een gezellig familie-uitje hadden gemaakt. ‘Maar je kunt er zeker van zijn dat iedereen in de familie, niemand uitgezonderd, jouw sociale gevoel in zijn donder heeft en daar altijd voor zal opkomen.’ ‘Dat is dus ons deel van de erfenis,’ fluisterde het pientere neefje naast mij, kennelijk niet geheel overtuigd door de mooie woorden van Oom Albert.

Onder de krachtige tonen van de Internationale zakte de kist weg. Wij konden ons opmaken voor het ‘na afloop’ waarin de belangstellenden hun medeleven aan de familie konden kenbaar maken en, onder het genot van een kopje koffie en een stukje cake, herinneringen aan de overledene konden worden opgehaald. Het werd reuze gezellig.
‘Weet je dat Gerben altijd stilletjes heeft gehoopt op een lintje van de koningin? Dan was hij naar het gemeentehuis gegaan om het te weigeren!’
‘Voor de oorlog was hij een felle SDAP-er, maar de PvdA heeft hij nooit helemaal vertrouwd. Hij beschouwde de doorbraak als een overwinning van het liberalisme.’ ‘Zat dat zo? Ik dacht dat hij een hekel aan Drees had vanwege de politionele acties.' ‘Dat had-ie ook, maar het zat veel dieper.’
Oom Jan deed een duit in het zakje. ‘Ik leer de neefjes altijd dat ze eerst het centrum moeten bezetten en pas daarna op de flank moeten aanvallen. Gerben heeft dat nooit begrepen, hij viel altijd het centrum vanaf de flank aan.’

‘Weet je wat het is?’ zei de hovenier van de familie. ‘Revolutionairen als oom Gerben blijven nodig. Door de globalisering worden energieverslindende productietechnieken met de meeste CO2-uitstoot over de hele aarde verspreid. Alleen op die manier kunnen de multinationals winst blijven maken, maar de aarde kan dat niet meer verdragen. De politiek heeft er geen oplossing voor. De Kyoto-normen zijn een druppel op een gloeiende plaat. Er is een revolutionaire aanpak nodig.’ ‘Zoals van Al Gore?’ vroeg Henriëtte plagend.
Oma had stilletjes in een hoekje de gesprekken aangehoord. Plotseling stond ze op en maakte een eind aan het samenzijn. ‘Het is zo wel genoeg geweest. Ik ga naar huis. Ik wil een borrel.’
‘Ruurd, maak jij nog een verslagje voor die Leunstoel?’ vroeg oom Albert. ‘Ja goed, oom, de laatste keer.’ Het is maar één keer de laatste keer. ‘t Komt nooit weerom,’ sprak hij bedroefd.
 
******************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Kijk op www.buddenbrooks.nl
 
Op zondag 3 juni om 15.00 uur spreekt Prof. Heertje
er over zijn recente boek: 'Echte Economie'!


© 2007 Ruurd Kunnen meer Ruurd Kunnen - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
Het laatste Mei-beraad Ruurd Kunnen
0414BS Polder
‘’t Komt nooit weerom.’ Oom Albert had het moeilijk bij zijn afscheidsspeech.
‘Zo’n klap, Gerben, dat was zelfs voor jou teveel. Altijd voorop in de strijd, nooit bang geweest voor de harde hand van het gezag en voor klassenjustitie. Rechtvaardigheid, daar ging het om. We wisten natuurlijk wel dat jouw tijd ook eens zou komen, maar toen ik je daar als een hoopje vuil op de stoep zag liggen, werd het me zwaar te moede. En dat het ook nog op 1 mei moest gebeuren. Zo slecht was die vlaggenstokhouder toch nog niet? Het is niet te vatten, Gerben.’

Oom Gerben was van tweehoog uit het raam gedonderd toen hij, net als elk jaar, op de Dag van de Arbeid de vlag wilde uitsteken. Na het Oranje-gedoe van de dagen ervoor vond hij het altijd een verademing om de felrode vlag met gele hamer en sikkel aan de gevel te bevestigen en het kon hem niets schelen dat de mensen hem een oude dwaas vonden – het klassenbewustzijn was nu eenmaal laag bij de vakbondsleiders en socialistische voorlieden van vandaag.
‘Jij een gebroken nek, de vlag gescheurd en de stok in stukken.’ Oom Gerben had nog een paar dagen in coma gelegen, maar het onvermijdelijke gebeurde en zo kwam het dat de laatste mei-bijeenkomst van onze familie plaatsvond in het crematorium.

Iedereen was er natuurlijk, en bovendien waren enkele oude kameraden aanwezig. Ik zat naast Henriëtte, onze geliefde, sprankelende nicht die werkt op banken in Londen en Brussel en die beschikt over connecties tot in de Koninklijke familie. Zij knikte in de richting van zo’n oude strijdmakker, die nauwelijks zijn tranen kon verbergen: ‘Eén van ooms beste vrienden. Ze hebben samen ontzettend veel meegemaakt maar nu is hij hier om zijn generatie en zijn ideologie te zien uitsterven.’ Altijd scherp die Henriëtte, maar consequent. Zij heeft hetzelfde rechtvaardigheidsgevoel als de rest van de familie maar veel minder vertrouwen in collectieve vakbondsacties. Terwijl Oom Gerben altijd zei dat de arbeiders de gevangenen van het kapitalistische systeem waren beweert Henriëtte dat de arbeiders juist in het kapitalisme vrij waren geworden.

‘We zullen je missen, Gerben,’ sprak oom Albert met trillende stem ‘vooral jouw analyses van de politieke situatie.’ Inderdaad zal niemand van ons ooit vergeten hoe Oom Gerben op onze familiebijeenkomsten de diefstal van de verworvenheden van de arbeidersklasse hekelde: de VUT, het prepensioen, de WAO, de WW, de ziektekosten, de arbeidstijdverkorting, de euro. ‘De jongere generatie is helaas niet zo fel als jij was en daar had je wel eens moeite mee.’ Ook dat klopte. Hij was niet echt blij toen we van onze politieke familiebijeenkomst een gezellig familie-uitje hadden gemaakt. ‘Maar je kunt er zeker van zijn dat iedereen in de familie, niemand uitgezonderd, jouw sociale gevoel in zijn donder heeft en daar altijd voor zal opkomen.’ ‘Dat is dus ons deel van de erfenis,’ fluisterde het pientere neefje naast mij, kennelijk niet geheel overtuigd door de mooie woorden van Oom Albert.

Onder de krachtige tonen van de Internationale zakte de kist weg. Wij konden ons opmaken voor het ‘na afloop’ waarin de belangstellenden hun medeleven aan de familie konden kenbaar maken en, onder het genot van een kopje koffie en een stukje cake, herinneringen aan de overledene konden worden opgehaald. Het werd reuze gezellig.
‘Weet je dat Gerben altijd stilletjes heeft gehoopt op een lintje van de koningin? Dan was hij naar het gemeentehuis gegaan om het te weigeren!’
‘Voor de oorlog was hij een felle SDAP-er, maar de PvdA heeft hij nooit helemaal vertrouwd. Hij beschouwde de doorbraak als een overwinning van het liberalisme.’ ‘Zat dat zo? Ik dacht dat hij een hekel aan Drees had vanwege de politionele acties.' ‘Dat had-ie ook, maar het zat veel dieper.’
Oom Jan deed een duit in het zakje. ‘Ik leer de neefjes altijd dat ze eerst het centrum moeten bezetten en pas daarna op de flank moeten aanvallen. Gerben heeft dat nooit begrepen, hij viel altijd het centrum vanaf de flank aan.’

‘Weet je wat het is?’ zei de hovenier van de familie. ‘Revolutionairen als oom Gerben blijven nodig. Door de globalisering worden energieverslindende productietechnieken met de meeste CO2-uitstoot over de hele aarde verspreid. Alleen op die manier kunnen de multinationals winst blijven maken, maar de aarde kan dat niet meer verdragen. De politiek heeft er geen oplossing voor. De Kyoto-normen zijn een druppel op een gloeiende plaat. Er is een revolutionaire aanpak nodig.’ ‘Zoals van Al Gore?’ vroeg Henriëtte plagend.
Oma had stilletjes in een hoekje de gesprekken aangehoord. Plotseling stond ze op en maakte een eind aan het samenzijn. ‘Het is zo wel genoeg geweest. Ik ga naar huis. Ik wil een borrel.’
‘Ruurd, maak jij nog een verslagje voor die Leunstoel?’ vroeg oom Albert. ‘Ja goed, oom, de laatste keer.’ Het is maar één keer de laatste keer. ‘t Komt nooit weerom,’ sprak hij bedroefd.
 
******************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Kijk op www.buddenbrooks.nl
 
Op zondag 3 juni om 15.00 uur spreekt Prof. Heertje
er over zijn recente boek: 'Echte Economie'!
© 2007 Ruurd Kunnen
powered by CJ2