archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Geluk gemeten Ruurd Kunnen

0109 Hte sociale kapitaal ...
Nederland is samen met Finland het gelukkigste land van Europa, zo blijkt uit een onderzoek van de EU. Meer dan 80% van de Nederlanders is gelukkig. Geluk wordt gemeten. Nederland scoort een 7,5 op een gelukschaal van 1-10 en op een andere schaal, die gaat van 1-3 halen wij een score van 2,4.

Dat is iets om tevreden over te zijn, ware het niet dat geluk wordt vastgesteld door mensen (onder andere) de vraag te stellen of zij tevreden zijn met hun leven en het onzin is om tevreden te zijn over het feit je tevreden bent. Maar niettemin …. gelukkig zijn is erg belangrijk en het is fijn dat Nederland zo’n gelukkig land is en Nederlanders zulke gelukkige mensen. Dat hadden we niet geweten als het niet door wetenschappers objectief en betrouwbaar was vastgesteld. Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat dit landje van mopperpotten, klagers en kankeraars zo gelukkig was in vergelijking met andere landen. Meten is weten.

Als wetenschappers iets meten gaan ze ook analyseren en verbanden leggen. Economen hebben de relatie onderzocht tussen de hoogte van het inkomen en het geluk van de mensen. Ze waren er altijd van uitgegaan dat mensen gelukkiger waren als ze meer verdienden, maar dat bleek iets gecompliceerder te liggen. In de eerste plaats levert een hoger inkomen alleen meer geluk op als anderen, met wie de betreffende persoon zich graag vergelijkt, die inkomensverhoging niet krijgt. Als iedereen rijker wordt, wordt niemand gelukkiger. In de tweede plaats went een hoger inkomen. Het leidt tot kortstondig extra geluk, maar daarna ebt het effect weg en zakt het geluk weer naar het oude peil. Ook op landenniveau bleek het verband tussen inkomen, economische groei, en geluk niet vanzelfsprekend. In de afgelopen halve eeuw zijn de westerse landen pakweg ruim twee keer zo rijk geworden, maar de mensen zijn niet twee keer zo gelukkig. In arme landen neemt het geluk toe als het bruto nationaal product stijgt, maar boven de grens van $ 23.000 per hoofd van de bevolking blijkt dat niet meer het geval te zijn – het geluk blijft dan constant.

Sommige economen, zoals de Brit Richard Layard, verbinden aan het ontbreken van een verband tussen economische groei en gelukstoename in de rijke landen de conclusie dat het niet nodig is voortdurend economische groei na te jagen. Het beste beleid dat een overheid kan voeren is volgens Layard een beleid dat het meeste geluk oplevert. Mensen zouden niet zo hard moeten werken, maar meer tijd voor zichzelf en hun naasten moeten nemen. Overwerk zou fiscaal zwaarder moeten worden belast. In Nederland heeft Paul de Beer dit standpunt verdedigd. Hij is zwaar aangevallen, onder andere door ex-minister Laurens Jan Brinkhorst die heilig blijft geloven in economische groei. Vanuit wetenschappelijke hoek heeft Jules Theeuwes de opvattingen van De Beer bekritiseerd. Theeuwes meent dat geluk het best kan worden nagestreefd door het zelfstandig ondernemerschap te stimuleren, ervoor te zorgen dat iedereen werk heeft en door op gezette tijden in het gezelschap van goede vrienden van een copieuze maaltijd te genieten.

Al dit onderzoek is erg interessant, maar hoe blij moeten we zijn met het meten van geluk? Het grootste gevaar van het meten van geluk lijkt mij dat geluk toegankelijk wordt gemaakt voor overheidsbeleid. Ga maar na. Overheidsbeleid kost geld en als geluk kan wordt gemeten, kan worden uitgerekend hoeveel geluk een bepaalde beleidsmaatregel oplevert. Zonder twijfel duurt het dan niet lang voordat het rendement van het geluksbeleid wordt bepaald. Rendement kan altijd hoger en er zullen maatregelen worden genomen om het geluksbeleid efficiënter te maken. Privatisering ligt dan in de rede, net zoals het openbaar vervoer en de elektriciteitsvoorziening zijn geprivatiseerd. De markt moet zijn werk doen en er komen voorstellen om het profijtbeginsel in te voeren. Mensen moeten betalen voor hun geluk. De prijs wordt per eenheid (afgemeten hoeveelheid) geluk berekend, zodat degene die veel geluk heeft, een hogere prijs betaalt dan iemand met weinig geluk. Dat is uiteraard een tegenstrijdigheid, want hoge kosten reduceren geluk. Daarom wordt ook een kwaliteitscontrole ingevoerd. Geluk krijgt een keurmerk. Hoe beter het geluk (en dus hoe meer geluk je over houdt na aftrek van de kosten), des te hoger de prijs.

Nog geen vijftig jaar geleden was het ondenkbaar dat we zouden moeten betalen voor het drinkwater, een van de meest basale levensvoorwaarden. Nu vinden we dat de normaalste zaak van de wereld, temeer omdat het lage BTW-tarief van toepassing is. We moeten niet vreemd opkijken als over vijftig jaar ook aan geluk een prijskaartje hangt.

Of zie ik spoken en betalen we allang voor ons geluk? De donkere dagen rond kerstmis naderen weer en wij gaan ons heerlijk gelukkig voelen. We doen onze mooiste kleren aan en gaan dineren in een chic restaurant. Oud en Nieuw brengen we samen met vrienden door in een huisje. We gaan weer lekker uit eten en drinken veel wijn en champagne. Een deel van onze eindejaarsuitkering storten we op een gironummer voor een goed doel. Voor onszelf en onze kinderen kopen we een paar leuke cadeautjes voor onder de boom. Hè, fijn, gezellig. Geluk hangt niet samen met inkomen, maar met luxe consumptie.
En daarop rust het hoge BTW-tarief.
 
************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org


© 2006 Ruurd Kunnen meer Ruurd Kunnen - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
Geluk gemeten Ruurd Kunnen
0109 Hte sociale kapitaal ...
Nederland is samen met Finland het gelukkigste land van Europa, zo blijkt uit een onderzoek van de EU. Meer dan 80% van de Nederlanders is gelukkig. Geluk wordt gemeten. Nederland scoort een 7,5 op een gelukschaal van 1-10 en op een andere schaal, die gaat van 1-3 halen wij een score van 2,4.

Dat is iets om tevreden over te zijn, ware het niet dat geluk wordt vastgesteld door mensen (onder andere) de vraag te stellen of zij tevreden zijn met hun leven en het onzin is om tevreden te zijn over het feit je tevreden bent. Maar niettemin …. gelukkig zijn is erg belangrijk en het is fijn dat Nederland zo’n gelukkig land is en Nederlanders zulke gelukkige mensen. Dat hadden we niet geweten als het niet door wetenschappers objectief en betrouwbaar was vastgesteld. Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat dit landje van mopperpotten, klagers en kankeraars zo gelukkig was in vergelijking met andere landen. Meten is weten.

Als wetenschappers iets meten gaan ze ook analyseren en verbanden leggen. Economen hebben de relatie onderzocht tussen de hoogte van het inkomen en het geluk van de mensen. Ze waren er altijd van uitgegaan dat mensen gelukkiger waren als ze meer verdienden, maar dat bleek iets gecompliceerder te liggen. In de eerste plaats levert een hoger inkomen alleen meer geluk op als anderen, met wie de betreffende persoon zich graag vergelijkt, die inkomensverhoging niet krijgt. Als iedereen rijker wordt, wordt niemand gelukkiger. In de tweede plaats went een hoger inkomen. Het leidt tot kortstondig extra geluk, maar daarna ebt het effect weg en zakt het geluk weer naar het oude peil. Ook op landenniveau bleek het verband tussen inkomen, economische groei, en geluk niet vanzelfsprekend. In de afgelopen halve eeuw zijn de westerse landen pakweg ruim twee keer zo rijk geworden, maar de mensen zijn niet twee keer zo gelukkig. In arme landen neemt het geluk toe als het bruto nationaal product stijgt, maar boven de grens van $ 23.000 per hoofd van de bevolking blijkt dat niet meer het geval te zijn – het geluk blijft dan constant.

Sommige economen, zoals de Brit Richard Layard, verbinden aan het ontbreken van een verband tussen economische groei en gelukstoename in de rijke landen de conclusie dat het niet nodig is voortdurend economische groei na te jagen. Het beste beleid dat een overheid kan voeren is volgens Layard een beleid dat het meeste geluk oplevert. Mensen zouden niet zo hard moeten werken, maar meer tijd voor zichzelf en hun naasten moeten nemen. Overwerk zou fiscaal zwaarder moeten worden belast. In Nederland heeft Paul de Beer dit standpunt verdedigd. Hij is zwaar aangevallen, onder andere door ex-minister Laurens Jan Brinkhorst die heilig blijft geloven in economische groei. Vanuit wetenschappelijke hoek heeft Jules Theeuwes de opvattingen van De Beer bekritiseerd. Theeuwes meent dat geluk het best kan worden nagestreefd door het zelfstandig ondernemerschap te stimuleren, ervoor te zorgen dat iedereen werk heeft en door op gezette tijden in het gezelschap van goede vrienden van een copieuze maaltijd te genieten.

Al dit onderzoek is erg interessant, maar hoe blij moeten we zijn met het meten van geluk? Het grootste gevaar van het meten van geluk lijkt mij dat geluk toegankelijk wordt gemaakt voor overheidsbeleid. Ga maar na. Overheidsbeleid kost geld en als geluk kan wordt gemeten, kan worden uitgerekend hoeveel geluk een bepaalde beleidsmaatregel oplevert. Zonder twijfel duurt het dan niet lang voordat het rendement van het geluksbeleid wordt bepaald. Rendement kan altijd hoger en er zullen maatregelen worden genomen om het geluksbeleid efficiënter te maken. Privatisering ligt dan in de rede, net zoals het openbaar vervoer en de elektriciteitsvoorziening zijn geprivatiseerd. De markt moet zijn werk doen en er komen voorstellen om het profijtbeginsel in te voeren. Mensen moeten betalen voor hun geluk. De prijs wordt per eenheid (afgemeten hoeveelheid) geluk berekend, zodat degene die veel geluk heeft, een hogere prijs betaalt dan iemand met weinig geluk. Dat is uiteraard een tegenstrijdigheid, want hoge kosten reduceren geluk. Daarom wordt ook een kwaliteitscontrole ingevoerd. Geluk krijgt een keurmerk. Hoe beter het geluk (en dus hoe meer geluk je over houdt na aftrek van de kosten), des te hoger de prijs.

Nog geen vijftig jaar geleden was het ondenkbaar dat we zouden moeten betalen voor het drinkwater, een van de meest basale levensvoorwaarden. Nu vinden we dat de normaalste zaak van de wereld, temeer omdat het lage BTW-tarief van toepassing is. We moeten niet vreemd opkijken als over vijftig jaar ook aan geluk een prijskaartje hangt.

Of zie ik spoken en betalen we allang voor ons geluk? De donkere dagen rond kerstmis naderen weer en wij gaan ons heerlijk gelukkig voelen. We doen onze mooiste kleren aan en gaan dineren in een chic restaurant. Oud en Nieuw brengen we samen met vrienden door in een huisje. We gaan weer lekker uit eten en drinken veel wijn en champagne. Een deel van onze eindejaarsuitkering storten we op een gironummer voor een goed doel. Voor onszelf en onze kinderen kopen we een paar leuke cadeautjes voor onder de boom. Hè, fijn, gezellig. Geluk hangt niet samen met inkomen, maar met luxe consumptie.
En daarop rust het hoge BTW-tarief.
 
************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
© 2006 Ruurd Kunnen
powered by CJ2