archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Wildwestkapitalisme Ruurd Kunnen

0302 BS Polder WWKap
Vorige week werden we opgeschrikt door het bericht dat rijke clubeigenaren de voetbalsport kapot maken met wildwestkapitalisme. Wildwestkapitalisme zou je kunnen omschrijven als een ongeordend kapitalisme (ondernemingsgewijze productie) dat wordt gekenmerkt door ongebreidelde winstmaximalisatie en waarin het recht van de sterkste heerst. De tegenhanger is een geciviliseerde vorm van kapitalisme, waarin de continuïteit van de onderneming en rendement op langere termijn centraal staan.

Het is voor het voetballen moeilijk een nette bedrijfstak te worden. Duistere figuren met teveel geld zijn het wereldje binnengedrongen en werken daar hun eigen agenda af. In het verleden is er wel vaker iets mis gegaan in de voetballerij. Als mensen veel geld verdienen, moeten zij veel belasting betalen en dan krijgen ze de kennelijk moeilijk te onderdrukken behoefte daar geheel of gedeeltelijk onderuit te komen. Menige Nederlandse stervoetballer heeft het met de fiscus aan de stok gehad: Gullit, Van Basten, Rijkaard, Bergkamp. Clubbestuurders zijn zelfs wegens belastingfraude de gevangenis ingegaan o.a. de voormalige voorzitters van Ajax en FC Groningen, Harmsen en De Vries. Tegen Feyenoord-voorzitter Van den Herik loopt nog een gerechtelijke procedure. Toch zijn dit kruimels vergeleken met wat er tegenwoordig in Engeland aan de hand is.

De Russische oliemiljardair Roman Abramovitsj wordt vaak genoemd als voorbeeld van een wildwestkapitalist in de voetbalsport. Abramovitsj heeft een paar jaar geleden de voetbalclub Chelsea gekocht. Voor veel geld schafte hij bovendien een stel goede spelers en een coach aan en daarna werd Chelsea kampioen van Engeland. Tot de ingekochte spelers behoorden Arjen Robben en Mateja Kezman die twee jaar geleden nog uiterst productief waren in de voorhoede van PSV. Chelsea betaalde voor deze heren respectievelijk 18 en 8,5 miljoen euro. In omgekeerde richting is de Braziliaan Alex Rodrigo Dias da Costa, kortweg Alex, gegaan. Alex is ‘economisch eigendom’ van Chelsea, maar bij PSV ‘gestald’, omdat hij nog niet in Engeland mag spelen.

De president van de wereldvoetbalbond FIFA, Joseph (‘Sepp’) Blatter heeft de noodklok geluid. Deze man is er indertijd van beschuldigd dat hij door omkoping aan zijn baantje is gekomen, maar aangezien die beschuldiging afkomstig was van een van zijn tegenstanders, is zij misschien niet waar. De zaak toont echter de mentaliteit in die kringen. Blatter meent dat oneerlijke zaakwaarnemers en inhalige clubeigenaren de toekomst van de voetbalsport in gevaar brengen en hij heeft zich voorgenomen daar iets tegen te doen.

Het eerste punt waar de FIFA-voorzitter zich druk over maakt is dat een nieuwe vorm van slavernij is ontstaan. Voetbalmakelaars en talentenjagers sporen (vooral in de sloppenwijken van de grote Braziliaanse steden) talentvolle kinderen op en sluiten met hen en hun ouders een contract. Op die manier kopen zij de commerciële rechten die verbonden zijn aan deze topvoetballers in de dop, zodat zij bij elke toekomstige transfer winst maken. Niet alle talentjes breken door, maar degenen die het wel lukt topvoetballer te worden, zijn een jarenlange goudmijn voor hun ‘ontdekkers’.

Blatter haalt ook hard uit naar de exorbitante spelerssalarissen. Zaakwaarnemers spelen bij de contractbesprekingen een belangrijke rol en hebben zelf groot belang bij de hoge salarissen omdat zij een percentage als inkomen ontvangen. Clubs worden als het ware gegijzeld, want als de spelers niet betaald krijgen wat ze willen, vertrekken ze met het grootste gemak naar een andere club die meer biedt, contract of geen contract. Maar ook de clubs zelf willen gecontracteerde spelers soms graag verkopen, omdat zij verdienen aan de afkoopsom. ‘Transfervrije’ spelers zijn speler van wie de contractduur is verstreken en waarvoor je dus geen afkoopsom kunt vragen. Zulke spelers moet je als club eigenlijk niet hebben. Een bekend patroon is dan ook dat spelerscontracten een of twee jaar voordat zij aflopen, worden verlengd. De spelers werken hieraan uiteraard graag mee, want het nieuwe contract is altijd een beter contract.

Van enige clubliefde of van een band met de supporters is bij de moderne profvoetballer meestal geen sprake. De supporters kunnen zich nauwelijks met de spelers identificeren. Zij zijn dankbaar als het bestuur voor een paar jaar een of enkele goede spelers heeft weten te contracteren, maar laten meestal geen traan als deze spelers vertrekken en door andere worden vervangen. Sportsociologen hebben hiervoor de term gladiatorisering’ bedacht: een instrumentele houding tussen de speler en het publiek, dat de speler slechts toejuicht zolang hij in leven is.

Een tweede punt van zorg voor de FIFA is dat het verschil tussen de rijke en de doorsneeclubs steeds groter wordt. De rijke clubs kopen de beste spelers weg bij de minder rijke, waardoor zij steeds sterker worden, steeds vaker winnen en daardoor steeds meer verdienen aan toegangskaartjes, sponsorgelden, televisierechten en de verkoop van allerlei parafernalia variërend van clubsjaals en shirts tot videobanden en computergames.

Sporteconomen hebben gewezen op een merkwaardige contradictie. Een voorwaarde voor een economisch gezonde tak van sport is dat de competities spannend zijn. De uitslagen moeten niet bij voorbaat vast staan, omdat er anders niemand meer komt kijken. Men spreekt in dit verband van uncertainty of outcome en competitive balance. De deelnemers aan de competitie moeten ongeveer even sterk zijn. Tegelijkertijd wordt van de clubs echter verwacht dat zij hun best doen om te winnen. Deze creëren daarom optimale trainingsfaciliteiten, trekken de beste trainers en coaches aan en kopen de beste spelers. Aan de voorwaarde van competitive balance wordt zelden geheel voldaan. In alle voetballanden zijn enkele vermogende clubs die jaar in, jaar uit aan de top staan. Doordat rijke buitenstaanders, zoals Roman Abramovitsj grote sommen geld in clubs pompen wordt de kloof tussen rijk en arm in de voetbalwereld steeds groter. Economisch gezien graaft de sport op die manier zijn eigen graf.

Blatter heeft aangekondigd iets te zullen doen aan de hebzucht van de rijke clubs en hun eigenaren. Een goed streven, maar er ligt een gevaarlijke tegenstander op de loer, Neelie Kroes, Europees Commissaris van Mededinging en belast met het bewaken van de vrije markt. Veel van de ellende in de voetballerij is begonnen met het zgn. Bosman-arrest van het Europees Hof van Justitie uit 1995. Dat bepaalde dat het destijds vigerende transfersysteem, dat de clubs de mogelijkheid bood voor spelers die naar een andere club overgingen een flink transferbedrag te vragen, in strijd was met het EEG-Verdrag. Het ‘kopen’ en ‘verkopen’ van spelers was niet toegestaan, want in strijd met het vrije verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie. Bovendien werden de nationaliteitsclausules die de meeste bonden hanteerden onrechtmatig verklaard, waardoor deze bonden geen beperkingen meer konden opleggen aan het aantal buitenlanders uit andere lidstaten van de Europese Unie dat in een wedstrijd mocht worden opgesteld. Het Bosman-arrest gooide de spelersmarkt open met alle negatieve gevolgen van dien. Het is twijfelachtig of Neelie Kroes bereid is de klok terug te draaien en beperkende maatregelen te accepteren.
 
*********************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen en Beer Meijer.


© 2005 Ruurd Kunnen meer Ruurd Kunnen - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
Wildwestkapitalisme Ruurd Kunnen
0302 BS Polder WWKap
Vorige week werden we opgeschrikt door het bericht dat rijke clubeigenaren de voetbalsport kapot maken met wildwestkapitalisme. Wildwestkapitalisme zou je kunnen omschrijven als een ongeordend kapitalisme (ondernemingsgewijze productie) dat wordt gekenmerkt door ongebreidelde winstmaximalisatie en waarin het recht van de sterkste heerst. De tegenhanger is een geciviliseerde vorm van kapitalisme, waarin de continuïteit van de onderneming en rendement op langere termijn centraal staan.

Het is voor het voetballen moeilijk een nette bedrijfstak te worden. Duistere figuren met teveel geld zijn het wereldje binnengedrongen en werken daar hun eigen agenda af. In het verleden is er wel vaker iets mis gegaan in de voetballerij. Als mensen veel geld verdienen, moeten zij veel belasting betalen en dan krijgen ze de kennelijk moeilijk te onderdrukken behoefte daar geheel of gedeeltelijk onderuit te komen. Menige Nederlandse stervoetballer heeft het met de fiscus aan de stok gehad: Gullit, Van Basten, Rijkaard, Bergkamp. Clubbestuurders zijn zelfs wegens belastingfraude de gevangenis ingegaan o.a. de voormalige voorzitters van Ajax en FC Groningen, Harmsen en De Vries. Tegen Feyenoord-voorzitter Van den Herik loopt nog een gerechtelijke procedure. Toch zijn dit kruimels vergeleken met wat er tegenwoordig in Engeland aan de hand is.

De Russische oliemiljardair Roman Abramovitsj wordt vaak genoemd als voorbeeld van een wildwestkapitalist in de voetbalsport. Abramovitsj heeft een paar jaar geleden de voetbalclub Chelsea gekocht. Voor veel geld schafte hij bovendien een stel goede spelers en een coach aan en daarna werd Chelsea kampioen van Engeland. Tot de ingekochte spelers behoorden Arjen Robben en Mateja Kezman die twee jaar geleden nog uiterst productief waren in de voorhoede van PSV. Chelsea betaalde voor deze heren respectievelijk 18 en 8,5 miljoen euro. In omgekeerde richting is de Braziliaan Alex Rodrigo Dias da Costa, kortweg Alex, gegaan. Alex is ‘economisch eigendom’ van Chelsea, maar bij PSV ‘gestald’, omdat hij nog niet in Engeland mag spelen.

De president van de wereldvoetbalbond FIFA, Joseph (‘Sepp’) Blatter heeft de noodklok geluid. Deze man is er indertijd van beschuldigd dat hij door omkoping aan zijn baantje is gekomen, maar aangezien die beschuldiging afkomstig was van een van zijn tegenstanders, is zij misschien niet waar. De zaak toont echter de mentaliteit in die kringen. Blatter meent dat oneerlijke zaakwaarnemers en inhalige clubeigenaren de toekomst van de voetbalsport in gevaar brengen en hij heeft zich voorgenomen daar iets tegen te doen.

Het eerste punt waar de FIFA-voorzitter zich druk over maakt is dat een nieuwe vorm van slavernij is ontstaan. Voetbalmakelaars en talentenjagers sporen (vooral in de sloppenwijken van de grote Braziliaanse steden) talentvolle kinderen op en sluiten met hen en hun ouders een contract. Op die manier kopen zij de commerciële rechten die verbonden zijn aan deze topvoetballers in de dop, zodat zij bij elke toekomstige transfer winst maken. Niet alle talentjes breken door, maar degenen die het wel lukt topvoetballer te worden, zijn een jarenlange goudmijn voor hun ‘ontdekkers’.

Blatter haalt ook hard uit naar de exorbitante spelerssalarissen. Zaakwaarnemers spelen bij de contractbesprekingen een belangrijke rol en hebben zelf groot belang bij de hoge salarissen omdat zij een percentage als inkomen ontvangen. Clubs worden als het ware gegijzeld, want als de spelers niet betaald krijgen wat ze willen, vertrekken ze met het grootste gemak naar een andere club die meer biedt, contract of geen contract. Maar ook de clubs zelf willen gecontracteerde spelers soms graag verkopen, omdat zij verdienen aan de afkoopsom. ‘Transfervrije’ spelers zijn speler van wie de contractduur is verstreken en waarvoor je dus geen afkoopsom kunt vragen. Zulke spelers moet je als club eigenlijk niet hebben. Een bekend patroon is dan ook dat spelerscontracten een of twee jaar voordat zij aflopen, worden verlengd. De spelers werken hieraan uiteraard graag mee, want het nieuwe contract is altijd een beter contract.

Van enige clubliefde of van een band met de supporters is bij de moderne profvoetballer meestal geen sprake. De supporters kunnen zich nauwelijks met de spelers identificeren. Zij zijn dankbaar als het bestuur voor een paar jaar een of enkele goede spelers heeft weten te contracteren, maar laten meestal geen traan als deze spelers vertrekken en door andere worden vervangen. Sportsociologen hebben hiervoor de term gladiatorisering’ bedacht: een instrumentele houding tussen de speler en het publiek, dat de speler slechts toejuicht zolang hij in leven is.

Een tweede punt van zorg voor de FIFA is dat het verschil tussen de rijke en de doorsneeclubs steeds groter wordt. De rijke clubs kopen de beste spelers weg bij de minder rijke, waardoor zij steeds sterker worden, steeds vaker winnen en daardoor steeds meer verdienen aan toegangskaartjes, sponsorgelden, televisierechten en de verkoop van allerlei parafernalia variërend van clubsjaals en shirts tot videobanden en computergames.

Sporteconomen hebben gewezen op een merkwaardige contradictie. Een voorwaarde voor een economisch gezonde tak van sport is dat de competities spannend zijn. De uitslagen moeten niet bij voorbaat vast staan, omdat er anders niemand meer komt kijken. Men spreekt in dit verband van uncertainty of outcome en competitive balance. De deelnemers aan de competitie moeten ongeveer even sterk zijn. Tegelijkertijd wordt van de clubs echter verwacht dat zij hun best doen om te winnen. Deze creëren daarom optimale trainingsfaciliteiten, trekken de beste trainers en coaches aan en kopen de beste spelers. Aan de voorwaarde van competitive balance wordt zelden geheel voldaan. In alle voetballanden zijn enkele vermogende clubs die jaar in, jaar uit aan de top staan. Doordat rijke buitenstaanders, zoals Roman Abramovitsj grote sommen geld in clubs pompen wordt de kloof tussen rijk en arm in de voetbalwereld steeds groter. Economisch gezien graaft de sport op die manier zijn eigen graf.

Blatter heeft aangekondigd iets te zullen doen aan de hebzucht van de rijke clubs en hun eigenaren. Een goed streven, maar er ligt een gevaarlijke tegenstander op de loer, Neelie Kroes, Europees Commissaris van Mededinging en belast met het bewaken van de vrije markt. Veel van de ellende in de voetballerij is begonnen met het zgn. Bosman-arrest van het Europees Hof van Justitie uit 1995. Dat bepaalde dat het destijds vigerende transfersysteem, dat de clubs de mogelijkheid bood voor spelers die naar een andere club overgingen een flink transferbedrag te vragen, in strijd was met het EEG-Verdrag. Het ‘kopen’ en ‘verkopen’ van spelers was niet toegestaan, want in strijd met het vrije verkeer van werknemers tussen de lidstaten van de Europese Unie. Bovendien werden de nationaliteitsclausules die de meeste bonden hanteerden onrechtmatig verklaard, waardoor deze bonden geen beperkingen meer konden opleggen aan het aantal buitenlanders uit andere lidstaten van de Europese Unie dat in een wedstrijd mocht worden opgesteld. Het Bosman-arrest gooide de spelersmarkt open met alle negatieve gevolgen van dien. Het is twijfelachtig of Neelie Kroes bereid is de klok terug te draaien en beperkende maatregelen te accepteren.
 
*********************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen en Beer Meijer.
© 2005 Ruurd Kunnen
powered by CJ2