archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Nieuwe loten aan de herdenkingsboom Peter Schröder

1011BS Hygiëne
Lees in dit nummer vooral het stuk van Carlo van Praag over de jaarlijkse Nederlandse dodenherdenking. Naarmate het langer geleden is dat de massamoord van de laatste wereldoorlog plaatsvond weten steeds minder Nederlanders waarom welke doden op 4 mei worden herdacht.
Dat is heel slecht. Carlo schrijft waarover de herdenking moet gaan.

Was het vlak na de oorlog nog zo dat het hele land op 4 mei even de adem inhield en zijn gedachten liet gaan over de Nederlanders (helden en gewone mensen) die onder het barbaarse regime van de Nazi’s waren vermoord (door de vijand, geholpen door meelopers en onverschilligen), na een jaar of wat gingen steeds meer landgenoten over tot de rustiger orde van de dag (brommers en auto’s stonden niet meer stil op straat, vlaggen hingen niet meer halfstok). De herdenking leek zozeer te gaan vervagen dat er stemmen opgingen om de herdenking af te schaffen.

De laatste decennia is er onder ons volk sprake van een hernieuwde belangstelling voor het herdenken van ongelukkig gedode medemensen: slachtoffers van zinloos geweld, van rondschietende en traditioneel moordende psychopaten, maar ook grootschalige verkeersongelukken (in de lucht en op de weg) worden meer en meer bedacht met optochten, kranslegging en stilte.
Oude vormen en gedachten bereiken hun uiterste houdbaarheidsdatum, maar frisse nieuwe loten ontspringen aan de herdenkingsboom?
Het had door marketeers kunnen worden bedacht: als we de dodenherdenking van 4 mei in leven willen houden, moeten we zorgen dat het event aantrekkelijker wordt voor meer gewone mensen en uiteraard ook de jongeren en medelanders van verre afkomst.
Hoe kunnen we de doelgroep van de andere stille tochtenlopers beter bereiken (behalve met die deejay) dan door de overleden doelgroep van de 4e mei slachtoffers uit te breiden?

Zo gingen er op gezette tijden stemmen op om ook de vrijheidsstrijders van de FARC, de slachtoffers van de Rode Khmer (of de strijders van de Khmer?), de dissidenten in China en de volgelingen van Che Guevara samen met de Nederlandse oorlogsslachtoffers te herdenken op 4 mei op de Dam in Amsterdam. Een dergelijke oecumenische doorbraak in polderland heeft nog net niet plaats gevonden. De opvallendste poging tot innovatie zou uit een heel andere hoek komen.

De herdenkingszin in Nederland heeft eigenaardige kanten, maar het is nog niet zo ver gekomen dat er stille tochten met kranslegging worden gehouden bij een monument ter ere van, laten we zeggen, de voetbalscheidsrechtermoordenaars, Karst Tates uit Apeldoorn, Tristan van de Vlis uit Alphen of de directeur van de S.E.Fireworks uit Enschede. Terwijl dat toch in het dagelijks leven helemaal geen foute mensen waren, maar gewone burgers die alleen op een bepaald moment hun problematisch leven een positieve wending wilden geven die noodlottig uitpakte. Eigenlijk ook slachtoffers.

Bovenbedoelde verbazingwekkende verwisseling sluipt nu langzaam uitgerekend de Nationale dodenherdenking binnen. Het Nationale Comité had vorig jaar op 4 mei een gedicht willen laten voorlezen waarin een Nederlandse SS’er door zijn kleinzoon werd witgewassen. Vorig jaar werd het plaatselijke Comité 4 mei in Vorden nog net verboden om ook de daar begraven Wehrmachtsoldaten te herdenken. Maar het Gerechtshof in Arnhem heeft in februari van dit jaar geoordeeld dat het eigenlijk wel had gemogen (locale bevoegdheid, zorgvuldige afweging).
Kan het iemand onder de vijftig nog wat schelen?
 
Ik zal niet verbaasd zijn als we, behalve via de sociale media, nog eens in de traditionele zullen lezen dat de Joden de Tweede Wereldoorlog aan zichzelf te danken hebben.
 
*************************************
Het plaatje komt uit de collectie van de schrijver.


© 2013 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Nieuwe loten aan de herdenkingsboom Peter Schröder
1011BS Hygiëne
Lees in dit nummer vooral het stuk van Carlo van Praag over de jaarlijkse Nederlandse dodenherdenking. Naarmate het langer geleden is dat de massamoord van de laatste wereldoorlog plaatsvond weten steeds minder Nederlanders waarom welke doden op 4 mei worden herdacht.
Dat is heel slecht. Carlo schrijft waarover de herdenking moet gaan.

Was het vlak na de oorlog nog zo dat het hele land op 4 mei even de adem inhield en zijn gedachten liet gaan over de Nederlanders (helden en gewone mensen) die onder het barbaarse regime van de Nazi’s waren vermoord (door de vijand, geholpen door meelopers en onverschilligen), na een jaar of wat gingen steeds meer landgenoten over tot de rustiger orde van de dag (brommers en auto’s stonden niet meer stil op straat, vlaggen hingen niet meer halfstok). De herdenking leek zozeer te gaan vervagen dat er stemmen opgingen om de herdenking af te schaffen.

De laatste decennia is er onder ons volk sprake van een hernieuwde belangstelling voor het herdenken van ongelukkig gedode medemensen: slachtoffers van zinloos geweld, van rondschietende en traditioneel moordende psychopaten, maar ook grootschalige verkeersongelukken (in de lucht en op de weg) worden meer en meer bedacht met optochten, kranslegging en stilte.
Oude vormen en gedachten bereiken hun uiterste houdbaarheidsdatum, maar frisse nieuwe loten ontspringen aan de herdenkingsboom?
Het had door marketeers kunnen worden bedacht: als we de dodenherdenking van 4 mei in leven willen houden, moeten we zorgen dat het event aantrekkelijker wordt voor meer gewone mensen en uiteraard ook de jongeren en medelanders van verre afkomst.
Hoe kunnen we de doelgroep van de andere stille tochtenlopers beter bereiken (behalve met die deejay) dan door de overleden doelgroep van de 4e mei slachtoffers uit te breiden?

Zo gingen er op gezette tijden stemmen op om ook de vrijheidsstrijders van de FARC, de slachtoffers van de Rode Khmer (of de strijders van de Khmer?), de dissidenten in China en de volgelingen van Che Guevara samen met de Nederlandse oorlogsslachtoffers te herdenken op 4 mei op de Dam in Amsterdam. Een dergelijke oecumenische doorbraak in polderland heeft nog net niet plaats gevonden. De opvallendste poging tot innovatie zou uit een heel andere hoek komen.

De herdenkingszin in Nederland heeft eigenaardige kanten, maar het is nog niet zo ver gekomen dat er stille tochten met kranslegging worden gehouden bij een monument ter ere van, laten we zeggen, de voetbalscheidsrechtermoordenaars, Karst Tates uit Apeldoorn, Tristan van de Vlis uit Alphen of de directeur van de S.E.Fireworks uit Enschede. Terwijl dat toch in het dagelijks leven helemaal geen foute mensen waren, maar gewone burgers die alleen op een bepaald moment hun problematisch leven een positieve wending wilden geven die noodlottig uitpakte. Eigenlijk ook slachtoffers.

Bovenbedoelde verbazingwekkende verwisseling sluipt nu langzaam uitgerekend de Nationale dodenherdenking binnen. Het Nationale Comité had vorig jaar op 4 mei een gedicht willen laten voorlezen waarin een Nederlandse SS’er door zijn kleinzoon werd witgewassen. Vorig jaar werd het plaatselijke Comité 4 mei in Vorden nog net verboden om ook de daar begraven Wehrmachtsoldaten te herdenken. Maar het Gerechtshof in Arnhem heeft in februari van dit jaar geoordeeld dat het eigenlijk wel had gemogen (locale bevoegdheid, zorgvuldige afweging).
Kan het iemand onder de vijftig nog wat schelen?
 
Ik zal niet verbaasd zijn als we, behalve via de sociale media, nog eens in de traditionele zullen lezen dat de Joden de Tweede Wereldoorlog aan zichzelf te danken hebben.
 
*************************************
Het plaatje komt uit de collectie van de schrijver.
© 2013 Peter Schröder
powered by CJ2