archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Dagboek van een debâcle Willem Minderhout

0711BS Debacle
Ik wist het natuurlijk al lang. Ik had het immers al vaak vanaf de zijlijn meegemaakt. In Bart Tromps woorden: ‘politieke overtuiging en politiek-bestuurlijke ervaring tellen niet langer mee als selectiecriterium – eerder tegen: voor echte vernieuwers is iemand die langer dan vier jaar partijlid is al verdacht.’ 1)
Desalniettemin trof de kandidaatstelling van de Haagse PvdA me als een mokerslag. Ons beste Raadslid, Koen Baart, werd op een eenentwintigste plaats gezet en bedankte, net als de nog lager geplaatste Susan Cohen Jehoram, voor de eer. Een uitstekend Raadslid, Frank Poppe, kwam op de negentiende plaats terecht. Ook aan de rest van de lijst was, op de topposities van de wethouders na, te zien dat veronderstelde ‘afspiegeling’ belangrijker was gevonden dan kwaliteit.

Ikzelf kwam er nog relatief genadig vanaf met een zeventiende plek. Dat was echter twee posities lager dan de vorige keer. Na vier jaar vrij succesvol zwoegen had ik toch een iets hogere plek verwacht. Gezien de vrij beroerde peilingen wist ik dat dit geen verkiesbare plek was en ik was nogal gehecht geraakt aan mijn Raadswerk. Nadat de Algemene Ledenvergadering mijn zeventiende plek – ondanks mijn indrukwekkende lijst van steunbetuigingen - had bekrachtigd ging ik tollend van ellende naar huis. Het voelde alsof de liefde van mijn leven me plotseling de bons had gegeven. Ik was er minstens een maand doodziek van.

Een aantal vrienden suggereerde me om een voorkeursactie te beginnen. Met een kwart van de kiesdeler (in Den Haag zo’n duizend stemmen) ben je al binnen. Aanvankelijk zag ik daar niets in. Ik heb geen ‘natuurlijke achterban’. Bovendien brak mijn portefeuille me op. Ik had mij vier jaar lang voornamelijk als woordvoerder ‘duurzaamheid en groen’ geprofileerd. Ondanks het feit dat ik hier vrij toonaangevend in was zijn de meeste mensen die dit echt belangrijk vinden geneigd om GroenLinks of Stadspartij te stemmen.

Steunlijst
Toen mijn liefdesverdriet enigszins geweken was nam ik me echter voor om een poging te wagen en op zijn minst strijdend ten onder te gaan. Begin februari nam ik mijn adresboek ter hand en begon al mijn contacten te vragen of ze mij een voorkeurstem wilden geven. Ik kon hier niet geheel voortbouwen op mijn steunlijst tijdens de kandidaatstelling, want daar stonden ook niet Hagenaars op en mensen die me wel hoger op de lijst wilden, maar toch op een ander wilden stemmen. Toch verliep het werven van supporters vrij voorspoedig. Binnen de kortste keren had ik zo’n honderd mensen gevonden die verklaarden dat ze op mij gingen stemmen. Zo’n zestig vonden het zelfs goed dat ik ze met hun naam in mijn weblog zette. De diversiteit van mijn aanhang gaf me hoop: man, vrouw, oud, jong, autochtoon, allochtoon in diverse smaken, Vogel- en Schilderswijk, diverse voormalige Raadsleden (waaronder Koen en Susan) en wethouders, een Tweede Kamerlid, kunstenaars en galeriehouders, een voorzitter van een volkstuinvereniging en van een bewonersvereniging, brandweer- en politiemannen, verpleegsters en stenografen, ondernemers, uitgevers en studenten, collega’s en voormalige collega’s, van PvdA-leden tot niet-stemmers en ga zo maar door. Zelfs de hoofdredacteur van De Leunstoel en – niet te vergeten – zijn echtgenote steunden mij. Als klap op de vuurpijl schaarde zelfs een lid uit die vermaledijde Kandidaatstellingscommissie zich openlijk aan mijn zijde. Ook ons oudste actieve lid, de eenennegentigjarige partijveteraan Frieda Haas, zegde me haar steun toe en begon voortvarend propaganda voor me te maken. Er begon zich een echte regenboogcoalitie te vormen. Ik dacht dat ik die honderd toch minstens met een factor drie kon vermenigvuldigen: de eerste driehonderd stemmen waren binnen! 2)

De meeste allochtonen die mij steunden zijn net zulke individualisten als ik. Er diende zich echter, tot mijn verrassing, ook een tweetal Turkse Hagenaars – een voormalig Raadslid en een Statenlid - als supporter aan dat zeer populair is binnen de Turkse gemeenschap. Ze hebben allebei al eens zonder moeite de kiesdeler gehaald. Zou hun aanhang ook op me stemmen? Een van hen voerde zeer actief actie voor me. Honderd stemmen er bij? Vierhonderd!

Social media
Als redelijk fervent Twitteraar en Faceboekanier zocht ik naar een manier om deze ‘social media’ in te zetten voor mijn campagne. Toen iemand mij samen met Heleen Weening - Raadslid voor GroenLinks - fotografeerde, vroeg ik haar of ik die foto op TwitPic mocht publiceren met de tekst: ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17.’ Dat vond ze wel goed en een rage was geboren. 3) Mijn strijdkreet werd door diverse bevriende politici van andere partijen, waaronder GroenLinks-Raadslid David Rietveld op zijn populaire weblog, overgenomen. Tijdens het landelijke NOS-debat over de Gemeenteraadsverkiezingen in Baarn vond ik zelfs Alexander Pechtold bereid om met me te poseren. 4)
Geheel onverwacht kreeg ik op een gegeven moment op Twitter ook steun van populaire partijgenoten als voormalig Leunstoelmedewerker Marcel Duyvestijn (500 volgers), Marije van den Berg (bijna duizend volgers), Robbert Baruch (meer dan duizend volgers) en Mei Li Vos (meer dan 7000 volgers).

Voorzichtige calculatie: honderd stemmer er bij. Vijfhonderd!

Politieke successen
Vlak voor de verkiezingen scoorde ik nog een aantal politieke successen. De baggerwerkzaamheden voor de historische haven aan het Zieken – het resultaat van een initiatiefvoorstel van mij - werden gestart en kregen uitgebreide persaandacht. De directeur van ‘De Ooievaart’, die de haven gaat exploiteren, schaarde zich openlijk achter mijn kandidatuur. Vijftig stemmen erbij?
De gebouwen op het binnenterrein tussen Weimarstraat en Galileïstraat werden gesloopt om plaats te maken voor ‘Emma’s Hof’, een publieke stadstuin. Hier had ik intensief voor gelobbyd. Vijftig stemmen erbij?
Vogelwijk Energiek, waar ik bestuurslid van ben, wil samen met Eneco een windmolen op Duindorp opknappen. Partijgenoot wethouder Norder lag dwars. Ik zette een succesvolle lobby op en Norder staakte zijn verzet. Flink wat persaandacht. Vijftig stemmen erbij?
Subtotaal: zeshonderdvijftig!

Cultuurpaus?
Naast mijn Raadswerk hobby ik ook nog wat in de cultuur. Tot mijn chagrijn bleven mijn medebestuursleden van De Nieuwe Slag, een stichting die geïmproviseerde muziek en avantgarde jazz programmeert, allemaal stug GroenLinks stemmen. Peter van Bergen van Studio LOOS, die ik geholpen had toen zijn subsidie dreigde te worden ingetrokken, besloot echter – in een poging de opmars van de cultuurvijandige PVV te stuiten - een stemadvies op Joris Wijsmuller van de Stadspartij en mij te geven. Hij stuurde het rond naar al zijn contacten in de muziekwereld. Zijn warme woorden aan mijn adres troffen me diep.
Vijftig stemmen er bij? Dat is dan zevenhonderd!

Koning der Koerden?
Toen een Koerdische vriend van een Koerdische vriend me vroeg om eens met de Koerdische Arbeidersvereniging te komen spreken leek het helemaal hard te gaan. Ik mocht eerst bij het bestuur op de thee komen. De bestuursleden vertelden me dat de Haagse Koerden zich niet zo goed vertegenwoordigd voelden in de Gemeenteraad. Daar kon ik me wat bij voorstellen. Ik beloofde navraag te doen naar wat lopende zaken en ik werd uitgenodigd om de jaarvergadering toe te spreken.
Tijdens die jaarvergadering was het verenigingsgebouw afgeladen met mensen. Ik sprak de zaal – vooral mannen, maar ook relatief veel vrouwen - toe. Ik legde ze uit waarom het belangrijk is om te gaan stemmen, waarom het belangrijk is links te stemmen en wat ik voor ze zou kunnen doen als ze op mij zouden stemmen. Ik legde nadrukkelijk uit dat cliëntelisme in Nederland uit den boze is en dat ik ze dus niets kon of wilde beloven. Dat zou ik toch niet waar kunnen maken. Ik verzekerde ze wel dat ik – als ik herkozen word - regelmatig contact zou onderhouden om te bezien hoe de Gemeente en hun vereniging elkaars doeleinden kunnen helpen verwezenlijken. Ik riep ze op om vooral Nederlands te leren en hun kinderen te stimuleren om goed hun best te doen op school. Uiteraard stak ik daarbij de loftrompet over ‘mijn’ Koerdische studenten op de Haagse Hogeschool, die het ook inderdaad goed doen. Een daverend applaus was mijn deel en de vriend van mijn vriend verzekerde me dat een groot deel van de Haagse Koerden nu op mij zou gaan stemmen. Hij troonde me van de een naar de ander. ‘Geef hem een hand, want hij heeft een grote familie.’ ‘Zeker vijfhonderd stemmen’, voorspelde hij me na afloop. ‘Jammer dat je niet eerder begonnen bent, want dan zouden het er zeker tweeduizend zijn geweest.’
Maar stel dat die vijfhonderd stemmen lukt? Twaalfhonderd totaal! Dan ben ik er dik! En wie zegt dat dat aantal niet nog kan verdubbelen ook? Ik heb dan wel ineens te maken met een concrete achterban van hobbyschippers, toonkunstenaars, Koerdische arbeiders enzovoort, maar dat lijkt me eigenlijk wel leuk. Yes, I can!
 
Irritatie
Ondertussen was ik dag en nacht met de ‘gewone campagne’ bezig. Ik liep met rozen te sjouwen van Mariahoeve tot Morgenstond, propte duizenden folders door de Haagse brievenbussen en bezocht de ene bijeenkomst na de andere. Ik was ingedeeld bij de ploeg Transvaal, dus daar bracht ik de meeste tijd door. Omdat ik geen ‘topkandidaat’ was, was ik maar één keer officieel voor een debat afgevaardigd. Jammer, want dat vind ik leuk om te doen. Soms was de delegatie ‘toppolitici’ zo klein dat ik er ook bij ging zitten. Ik merkte dat mijn wat afwijkende toon – ik wees de klagende aanwezigen er regelmatig op dat ze niet alles van de politiek moeten verwachten, maar ook zelf moeten zorgen voor verbetering – aansloeg.
Via via hoorde ik dat ondanks mijn inzet voor het ‘collectief’ mijn persoonlijke campagne - vooral de serie ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17’ en het ‘misbruik’ dat ik van mijn weblog op de PvdA-site maakte – irritatie begon te wekken bij sommige kandidaten die boven mij stonden. Ik zag dat als een indicatie dat ik succes begon te krijgen en trok me er niets van aan.
Toen ik op één van de laatste campagnedagen eens een keer niet om zeven uur ’s ochtends op Station HS verscheen – ik had die morgen wat verplichtingen in de huiselijke kring – barstte de bom. Een medekandidaat beschuldigde me op de website dat ik alleen maar voor mezelf bezig was. Een openlijke ruzie vlak voor de verkiezingen leek me niet zo handig, dus ik verwijderde het bericht. Toen waren de rapen pas echt gaar. Gelukkig gaf de campagneleiding me gelijk.

Apotheose
Woensdagavond 3 maart werd de uitslag van de verkiezingen bekendgemaakt. De PvdA weet zich redelijk te handhaven. We verliezen ‘slechts’ vijf van de vijftien zetels, maar blijven de grootste partij. In Dudok is het erg gezellig. Ik kom veel voormalige collega’s van de Tweede Kamerfractie en bevriende partijgenoten van buiten de stad – van Ruud Koole tot Joyce Sylvester – tegen. Trots vertel ik ze dat het me misschien lukt om met voorkeurstemmen binnen te komen. Vrijdag zal de einduitslag aan alle twijfel een einde maken. Later wordt in Het Proeflokaal het feest voortgezet. Aan de andere kant van de straat, in Momfer de Mol, zitten onze vrienden van de VVD. Zij zijn slechts drie zetels kwijt, maar ze hadden verwacht de grootste partij te worden. De PVV is ze voorbijgestreefd. De sfeer is om te snijden. Veel over het algemeen vrolijke liberalen hebben een zeer kwade dronk over zich.

De volgende dag fiets ik toevallig een stukje op met Marjolein de Jong van D66. ‘Je zult tot maandag moeten wachten’, zegt ze,‘dan is de uitslag per kandidaat pas bekend.’
Gelukkig valt dat mee. De einduitslag is toch al vrijdag bekend. Om een uur of tien belt Koen Baart me.

“Ik zal het je maar direct vertellen’, zegt Koen.‘Je hebt het niet gehaald.’
Ik heb slechts 276 voorkeursstemmen gekregen. Ik kijk even heel erg beteuterd en barst dan in een schaterlach uit. Weg illusies!
Na een diepe zucht besluit ik me er niets van aan te trekken. Het leven gaat door!



1) Bart Tromp (2003), ‘De crisis der partijen en enkele voorstellen om deze te overwinnen’, in: Bart Tromp (2010), Geschriften van een intellectuele glazenwasser, Bert Bakker, Amsterdam.
2) Willem Minderhout logt Di 9 Feb 2010 - Wij stemmen op Willem Minderhout http://www.denhaag.pvda.nl/fractieblog_reacties/945
3) Heleen Weening (GroenLinks): ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op 17!’ http://twitpic.com/10zn1w
4) Alexander Pechtold: 'Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17! http://twitpic.com/13jlnd
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2010 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Dagboek van een debâcle Willem Minderhout
0711BS Debacle
Ik wist het natuurlijk al lang. Ik had het immers al vaak vanaf de zijlijn meegemaakt. In Bart Tromps woorden: ‘politieke overtuiging en politiek-bestuurlijke ervaring tellen niet langer mee als selectiecriterium – eerder tegen: voor echte vernieuwers is iemand die langer dan vier jaar partijlid is al verdacht.’ 1)
Desalniettemin trof de kandidaatstelling van de Haagse PvdA me als een mokerslag. Ons beste Raadslid, Koen Baart, werd op een eenentwintigste plaats gezet en bedankte, net als de nog lager geplaatste Susan Cohen Jehoram, voor de eer. Een uitstekend Raadslid, Frank Poppe, kwam op de negentiende plaats terecht. Ook aan de rest van de lijst was, op de topposities van de wethouders na, te zien dat veronderstelde ‘afspiegeling’ belangrijker was gevonden dan kwaliteit.

Ikzelf kwam er nog relatief genadig vanaf met een zeventiende plek. Dat was echter twee posities lager dan de vorige keer. Na vier jaar vrij succesvol zwoegen had ik toch een iets hogere plek verwacht. Gezien de vrij beroerde peilingen wist ik dat dit geen verkiesbare plek was en ik was nogal gehecht geraakt aan mijn Raadswerk. Nadat de Algemene Ledenvergadering mijn zeventiende plek – ondanks mijn indrukwekkende lijst van steunbetuigingen - had bekrachtigd ging ik tollend van ellende naar huis. Het voelde alsof de liefde van mijn leven me plotseling de bons had gegeven. Ik was er minstens een maand doodziek van.

Een aantal vrienden suggereerde me om een voorkeursactie te beginnen. Met een kwart van de kiesdeler (in Den Haag zo’n duizend stemmen) ben je al binnen. Aanvankelijk zag ik daar niets in. Ik heb geen ‘natuurlijke achterban’. Bovendien brak mijn portefeuille me op. Ik had mij vier jaar lang voornamelijk als woordvoerder ‘duurzaamheid en groen’ geprofileerd. Ondanks het feit dat ik hier vrij toonaangevend in was zijn de meeste mensen die dit echt belangrijk vinden geneigd om GroenLinks of Stadspartij te stemmen.

Steunlijst
Toen mijn liefdesverdriet enigszins geweken was nam ik me echter voor om een poging te wagen en op zijn minst strijdend ten onder te gaan. Begin februari nam ik mijn adresboek ter hand en begon al mijn contacten te vragen of ze mij een voorkeurstem wilden geven. Ik kon hier niet geheel voortbouwen op mijn steunlijst tijdens de kandidaatstelling, want daar stonden ook niet Hagenaars op en mensen die me wel hoger op de lijst wilden, maar toch op een ander wilden stemmen. Toch verliep het werven van supporters vrij voorspoedig. Binnen de kortste keren had ik zo’n honderd mensen gevonden die verklaarden dat ze op mij gingen stemmen. Zo’n zestig vonden het zelfs goed dat ik ze met hun naam in mijn weblog zette. De diversiteit van mijn aanhang gaf me hoop: man, vrouw, oud, jong, autochtoon, allochtoon in diverse smaken, Vogel- en Schilderswijk, diverse voormalige Raadsleden (waaronder Koen en Susan) en wethouders, een Tweede Kamerlid, kunstenaars en galeriehouders, een voorzitter van een volkstuinvereniging en van een bewonersvereniging, brandweer- en politiemannen, verpleegsters en stenografen, ondernemers, uitgevers en studenten, collega’s en voormalige collega’s, van PvdA-leden tot niet-stemmers en ga zo maar door. Zelfs de hoofdredacteur van De Leunstoel en – niet te vergeten – zijn echtgenote steunden mij. Als klap op de vuurpijl schaarde zelfs een lid uit die vermaledijde Kandidaatstellingscommissie zich openlijk aan mijn zijde. Ook ons oudste actieve lid, de eenennegentigjarige partijveteraan Frieda Haas, zegde me haar steun toe en begon voortvarend propaganda voor me te maken. Er begon zich een echte regenboogcoalitie te vormen. Ik dacht dat ik die honderd toch minstens met een factor drie kon vermenigvuldigen: de eerste driehonderd stemmen waren binnen! 2)

De meeste allochtonen die mij steunden zijn net zulke individualisten als ik. Er diende zich echter, tot mijn verrassing, ook een tweetal Turkse Hagenaars – een voormalig Raadslid en een Statenlid - als supporter aan dat zeer populair is binnen de Turkse gemeenschap. Ze hebben allebei al eens zonder moeite de kiesdeler gehaald. Zou hun aanhang ook op me stemmen? Een van hen voerde zeer actief actie voor me. Honderd stemmen er bij? Vierhonderd!

Social media
Als redelijk fervent Twitteraar en Faceboekanier zocht ik naar een manier om deze ‘social media’ in te zetten voor mijn campagne. Toen iemand mij samen met Heleen Weening - Raadslid voor GroenLinks - fotografeerde, vroeg ik haar of ik die foto op TwitPic mocht publiceren met de tekst: ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17.’ Dat vond ze wel goed en een rage was geboren. 3) Mijn strijdkreet werd door diverse bevriende politici van andere partijen, waaronder GroenLinks-Raadslid David Rietveld op zijn populaire weblog, overgenomen. Tijdens het landelijke NOS-debat over de Gemeenteraadsverkiezingen in Baarn vond ik zelfs Alexander Pechtold bereid om met me te poseren. 4)
Geheel onverwacht kreeg ik op een gegeven moment op Twitter ook steun van populaire partijgenoten als voormalig Leunstoelmedewerker Marcel Duyvestijn (500 volgers), Marije van den Berg (bijna duizend volgers), Robbert Baruch (meer dan duizend volgers) en Mei Li Vos (meer dan 7000 volgers).

Voorzichtige calculatie: honderd stemmer er bij. Vijfhonderd!

Politieke successen
Vlak voor de verkiezingen scoorde ik nog een aantal politieke successen. De baggerwerkzaamheden voor de historische haven aan het Zieken – het resultaat van een initiatiefvoorstel van mij - werden gestart en kregen uitgebreide persaandacht. De directeur van ‘De Ooievaart’, die de haven gaat exploiteren, schaarde zich openlijk achter mijn kandidatuur. Vijftig stemmen erbij?
De gebouwen op het binnenterrein tussen Weimarstraat en Galileïstraat werden gesloopt om plaats te maken voor ‘Emma’s Hof’, een publieke stadstuin. Hier had ik intensief voor gelobbyd. Vijftig stemmen erbij?
Vogelwijk Energiek, waar ik bestuurslid van ben, wil samen met Eneco een windmolen op Duindorp opknappen. Partijgenoot wethouder Norder lag dwars. Ik zette een succesvolle lobby op en Norder staakte zijn verzet. Flink wat persaandacht. Vijftig stemmen erbij?
Subtotaal: zeshonderdvijftig!

Cultuurpaus?
Naast mijn Raadswerk hobby ik ook nog wat in de cultuur. Tot mijn chagrijn bleven mijn medebestuursleden van De Nieuwe Slag, een stichting die geïmproviseerde muziek en avantgarde jazz programmeert, allemaal stug GroenLinks stemmen. Peter van Bergen van Studio LOOS, die ik geholpen had toen zijn subsidie dreigde te worden ingetrokken, besloot echter – in een poging de opmars van de cultuurvijandige PVV te stuiten - een stemadvies op Joris Wijsmuller van de Stadspartij en mij te geven. Hij stuurde het rond naar al zijn contacten in de muziekwereld. Zijn warme woorden aan mijn adres troffen me diep.
Vijftig stemmen er bij? Dat is dan zevenhonderd!

Koning der Koerden?
Toen een Koerdische vriend van een Koerdische vriend me vroeg om eens met de Koerdische Arbeidersvereniging te komen spreken leek het helemaal hard te gaan. Ik mocht eerst bij het bestuur op de thee komen. De bestuursleden vertelden me dat de Haagse Koerden zich niet zo goed vertegenwoordigd voelden in de Gemeenteraad. Daar kon ik me wat bij voorstellen. Ik beloofde navraag te doen naar wat lopende zaken en ik werd uitgenodigd om de jaarvergadering toe te spreken.
Tijdens die jaarvergadering was het verenigingsgebouw afgeladen met mensen. Ik sprak de zaal – vooral mannen, maar ook relatief veel vrouwen - toe. Ik legde ze uit waarom het belangrijk is om te gaan stemmen, waarom het belangrijk is links te stemmen en wat ik voor ze zou kunnen doen als ze op mij zouden stemmen. Ik legde nadrukkelijk uit dat cliëntelisme in Nederland uit den boze is en dat ik ze dus niets kon of wilde beloven. Dat zou ik toch niet waar kunnen maken. Ik verzekerde ze wel dat ik – als ik herkozen word - regelmatig contact zou onderhouden om te bezien hoe de Gemeente en hun vereniging elkaars doeleinden kunnen helpen verwezenlijken. Ik riep ze op om vooral Nederlands te leren en hun kinderen te stimuleren om goed hun best te doen op school. Uiteraard stak ik daarbij de loftrompet over ‘mijn’ Koerdische studenten op de Haagse Hogeschool, die het ook inderdaad goed doen. Een daverend applaus was mijn deel en de vriend van mijn vriend verzekerde me dat een groot deel van de Haagse Koerden nu op mij zou gaan stemmen. Hij troonde me van de een naar de ander. ‘Geef hem een hand, want hij heeft een grote familie.’ ‘Zeker vijfhonderd stemmen’, voorspelde hij me na afloop. ‘Jammer dat je niet eerder begonnen bent, want dan zouden het er zeker tweeduizend zijn geweest.’
Maar stel dat die vijfhonderd stemmen lukt? Twaalfhonderd totaal! Dan ben ik er dik! En wie zegt dat dat aantal niet nog kan verdubbelen ook? Ik heb dan wel ineens te maken met een concrete achterban van hobbyschippers, toonkunstenaars, Koerdische arbeiders enzovoort, maar dat lijkt me eigenlijk wel leuk. Yes, I can!
 
Irritatie
Ondertussen was ik dag en nacht met de ‘gewone campagne’ bezig. Ik liep met rozen te sjouwen van Mariahoeve tot Morgenstond, propte duizenden folders door de Haagse brievenbussen en bezocht de ene bijeenkomst na de andere. Ik was ingedeeld bij de ploeg Transvaal, dus daar bracht ik de meeste tijd door. Omdat ik geen ‘topkandidaat’ was, was ik maar één keer officieel voor een debat afgevaardigd. Jammer, want dat vind ik leuk om te doen. Soms was de delegatie ‘toppolitici’ zo klein dat ik er ook bij ging zitten. Ik merkte dat mijn wat afwijkende toon – ik wees de klagende aanwezigen er regelmatig op dat ze niet alles van de politiek moeten verwachten, maar ook zelf moeten zorgen voor verbetering – aansloeg.
Via via hoorde ik dat ondanks mijn inzet voor het ‘collectief’ mijn persoonlijke campagne - vooral de serie ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17’ en het ‘misbruik’ dat ik van mijn weblog op de PvdA-site maakte – irritatie begon te wekken bij sommige kandidaten die boven mij stonden. Ik zag dat als een indicatie dat ik succes begon te krijgen en trok me er niets van aan.
Toen ik op één van de laatste campagnedagen eens een keer niet om zeven uur ’s ochtends op Station HS verscheen – ik had die morgen wat verplichtingen in de huiselijke kring – barstte de bom. Een medekandidaat beschuldigde me op de website dat ik alleen maar voor mezelf bezig was. Een openlijke ruzie vlak voor de verkiezingen leek me niet zo handig, dus ik verwijderde het bericht. Toen waren de rapen pas echt gaar. Gelukkig gaf de campagneleiding me gelijk.

Apotheose
Woensdagavond 3 maart werd de uitslag van de verkiezingen bekendgemaakt. De PvdA weet zich redelijk te handhaven. We verliezen ‘slechts’ vijf van de vijftien zetels, maar blijven de grootste partij. In Dudok is het erg gezellig. Ik kom veel voormalige collega’s van de Tweede Kamerfractie en bevriende partijgenoten van buiten de stad – van Ruud Koole tot Joyce Sylvester – tegen. Trots vertel ik ze dat het me misschien lukt om met voorkeurstemmen binnen te komen. Vrijdag zal de einduitslag aan alle twijfel een einde maken. Later wordt in Het Proeflokaal het feest voortgezet. Aan de andere kant van de straat, in Momfer de Mol, zitten onze vrienden van de VVD. Zij zijn slechts drie zetels kwijt, maar ze hadden verwacht de grootste partij te worden. De PVV is ze voorbijgestreefd. De sfeer is om te snijden. Veel over het algemeen vrolijke liberalen hebben een zeer kwade dronk over zich.

De volgende dag fiets ik toevallig een stukje op met Marjolein de Jong van D66. ‘Je zult tot maandag moeten wachten’, zegt ze,‘dan is de uitslag per kandidaat pas bekend.’
Gelukkig valt dat mee. De einduitslag is toch al vrijdag bekend. Om een uur of tien belt Koen Baart me.

“Ik zal het je maar direct vertellen’, zegt Koen.‘Je hebt het niet gehaald.’
Ik heb slechts 276 voorkeursstemmen gekregen. Ik kijk even heel erg beteuterd en barst dan in een schaterlach uit. Weg illusies!
Na een diepe zucht besluit ik me er niets van aan te trekken. Het leven gaat door!



1) Bart Tromp (2003), ‘De crisis der partijen en enkele voorstellen om deze te overwinnen’, in: Bart Tromp (2010), Geschriften van een intellectuele glazenwasser, Bert Bakker, Amsterdam.
2) Willem Minderhout logt Di 9 Feb 2010 - Wij stemmen op Willem Minderhout http://www.denhaag.pvda.nl/fractieblog_reacties/945
3) Heleen Weening (GroenLinks): ‘Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op 17!’ http://twitpic.com/10zn1w
4) Alexander Pechtold: 'Als je dan toch PvdA stemt, stem dan op nummer 17! http://twitpic.com/13jlnd
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2010 Willem Minderhout
powered by CJ2