archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Wat weg is moet worden teruggevonden Theo Capel

0110 Wat weg is ..Opeens is er weer een nieuwe Hellinga. Oog om oog (Cargo, € 17,50) heet het boek en Jos de Spin is weer eens de hoofdpersoon. Er is vermoedelijk geen Nederlandse misdaadauteur met zo'n onregelmatige productie als Gerben Hellinga. Misdaadauteur is eigenlijk ook geen goede aanduiding, hoewel hij in 1966 onder het pseudoniem Hellinger wel als zodanig debuteerde. De grote liefde van Hellinga is eerder het theater Je zou kunnen zeggen dat dat pech voor de lezer is, omdat Hellinga zo te weinig aan zijn sympathieke schelmenromans toekomt.

Oog om oog is een zoektocht naar een pistool in hedendaags Amsterdam, waar nog een vleugje magisch centrum omheen hangt. Een crackverslaafde tiener, een Marokkaan die in drugs doet, een Surinamer die ergens iemand heeft gezien die veel op De Heer lijkt, Joegoslaven die elkaar uitmoorden, Turken die eerwraak plegen. De hele multiculturele samenleving in al zijn mislukkingen trekt aan je voorbij. De verbindende schakel is De Spin, een scharrelaar en ex-bajesklant die op zich heeft genomen om de dochter van een oude maat te helpen een pistool terug te vinden. Ze zou het tijdelijk bewaren voor een vriend en nu is het uit haar kamer verdwenen.

Het is jammer dat de schrijver het pistool een Browning FM noemt. Dat doet af aan de geloofwaardigheid. Het pistool is afkomstig uit het nabij Luik gelegen Herstal, uit de Fabrique Nationale d'Armes de Guerre en heet dus Browning FN. Het is ook van recenter makelij dan de auteur suggereert. Nou is geloofwaardigheid toch al niet de grootste kracht van Hellinga. Zo verschijnt er uit het niets steeds een nieuwe inkeping op de loop als er wederom een moord met het wapen wordt gepleegd. Voor dingen die niet kunnen, draait de schrijver zijn hand niet om. In eerder werk kom je bijvoorbeeld een sprekende (niet in blaftaal, maar in het Nederlands) hond tegen. Het doet verder niets af aan het leesplezier.

Jos de Spin is eigenlijk een goudeerlijk mens en behalve met het pistool wordt hij door de auteur ook beloond met een stevige, geblondeerde, gebruinde, rijpe dame in een zwarte lakjas en op hooggehakte laarzen. Ze is onmiddellijk bereid die lakjas en de rest in sneltreinvaart voor hem uit te doen. Dat wil niet zeggen dat alles goed afloopt. Eerder het tegendeel. Vriendschap blijkt een illusie en de dood weet altijd zijn slachtoffers te vinden. Jos houdt er alleen niet van om over de zaken van het leven te piekeren. 'Fit zijn dat was de eerste vereiste als je wilde overleven in dit tranendal', laat de auteur hem aan het slot bedenken. Die De Spin komen we nog wel een keer tegen. Ik weet niet waar en niet wanneer, maar op een keer op een zonnige dag banjert hij vast weer door Amsterdam.

In Spiral van Joseph Geary (Pocket Books, Van Ditmar Boekimport, € 12,95) is een schilderij zoek. Eigenlijk was het eerst niet zoek, omdat er ernstige twijfel was of het zelfs maar geschilderd was. Doordat een levensgezel van een homoseksuele, sadistische, alcoholische schilder na jaren opeens opduikt, verdwijnt de twijfel en kan de jacht op het doek dat zeer veel geld zal opbrengen, beginnen. Het werk heet De Incarnatie, wat je ook De Vleeswording zou kunnen noemen oftewel de verschijning van God in de persoon van Jezus. De Incarnatie is ook de titel van de Nederlandse vertaling (Luitingh-Sijthoff, € 18,95).

Speurder naar het schilderij is de biograaf van de schilder die erg is gemodelleerd naar Francis Bacon, een Engelsman die in een abstract-figuurlijke stijl schilderde en een liederlijk leven leidde. In het boek heet hij Frank Spira, waarnaar de Engelse titel deels verwijst. Het opduiken van de intieme vriend van Spira zet de toon voor de manier waarop Geary het geheel heeft geconstrueerd. Kom je er niet meer uit, dan laat je een deus ex machina verschijnen die het verhaal op gang houdt. Zo krijgt de biograaf halverwege het boek onverwacht een telefoontje dat hem met een dood gewaande man in contact brengt.

De biograaf had na een olifantsdracht eindelijk zijn manuscript ingeleverd en nu blijkt er opeens een raadsel uit de loopbaan van Spira uit de tijd dat hij in Tanger rondhing, op te lossen. Geen wonder dat hij daarin graag zijn tanden zet. Het brengt hem vooral naar Newyorkse kunstkringen die met kwaadaardig genoegen worden geportretteerd. En uiteraard moet de biograaf ook naar Tanger en moet hij nog een kwestie uitvechten met een collega-biograaf die suggereerde dat de schilder een syfilislijder zou zijn geweest die zijn vrienden besmette.

Geary kent het kunstmilieu goed en weet de strapatsen van zijn hoofdpersoon ook met vaart te beschrijven, zodat het gooi- en smijtwerk van de intrige niet echt stoort. Waarom aan het eind als in de eerste de beste keukenmeidenroman de hoofdpersoon naar een verlaten huis op het platteland moet   vertrekken, waar in de kelder iets heel engs op hem wacht, is dan weer niet echt duidelijk.

Om de lezer een beetje te helpen, krijgen we uitgelegd dat incarnatie ook een oude term voor wondweefsel is en mogen we ook weten dat de schilder graag mensen op een sadistische manier tatoeëerde. Dat helpt ook om de smoezelige sfeer van het geheel te versterken. Tot het eind blijft overigens onduidelijk of het verloren dan wel verdwenen gewaande doek echt bestaat.

The Spiral is het debuut van Geary, van wie wordt vermeld dat hij zijn tijd deels in Los Angeles en deels in Zuid-Frankrijk doorbrengt. Is hij een rijkeluiskind of volgt hij de druivenpluk? Het is eigenlijk net zoals met het verhaal zelf: veel wordt niet duidelijk, maar het klinkt wel goed. Misschien is het net als met veel kunstuitingen: probeer het maar niet te begrijpen, maar laat je gewoon meeslepen. En kijk uit voor de kunstenaar zelf.

© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Wat weg is moet worden teruggevonden Theo Capel
0110 Wat weg is ..Opeens is er weer een nieuwe Hellinga. Oog om oog (Cargo, € 17,50) heet het boek en Jos de Spin is weer eens de hoofdpersoon. Er is vermoedelijk geen Nederlandse misdaadauteur met zo'n onregelmatige productie als Gerben Hellinga. Misdaadauteur is eigenlijk ook geen goede aanduiding, hoewel hij in 1966 onder het pseudoniem Hellinger wel als zodanig debuteerde. De grote liefde van Hellinga is eerder het theater Je zou kunnen zeggen dat dat pech voor de lezer is, omdat Hellinga zo te weinig aan zijn sympathieke schelmenromans toekomt.

Oog om oog is een zoektocht naar een pistool in hedendaags Amsterdam, waar nog een vleugje magisch centrum omheen hangt. Een crackverslaafde tiener, een Marokkaan die in drugs doet, een Surinamer die ergens iemand heeft gezien die veel op De Heer lijkt, Joegoslaven die elkaar uitmoorden, Turken die eerwraak plegen. De hele multiculturele samenleving in al zijn mislukkingen trekt aan je voorbij. De verbindende schakel is De Spin, een scharrelaar en ex-bajesklant die op zich heeft genomen om de dochter van een oude maat te helpen een pistool terug te vinden. Ze zou het tijdelijk bewaren voor een vriend en nu is het uit haar kamer verdwenen.

Het is jammer dat de schrijver het pistool een Browning FM noemt. Dat doet af aan de geloofwaardigheid. Het pistool is afkomstig uit het nabij Luik gelegen Herstal, uit de Fabrique Nationale d'Armes de Guerre en heet dus Browning FN. Het is ook van recenter makelij dan de auteur suggereert. Nou is geloofwaardigheid toch al niet de grootste kracht van Hellinga. Zo verschijnt er uit het niets steeds een nieuwe inkeping op de loop als er wederom een moord met het wapen wordt gepleegd. Voor dingen die niet kunnen, draait de schrijver zijn hand niet om. In eerder werk kom je bijvoorbeeld een sprekende (niet in blaftaal, maar in het Nederlands) hond tegen. Het doet verder niets af aan het leesplezier.

Jos de Spin is eigenlijk een goudeerlijk mens en behalve met het pistool wordt hij door de auteur ook beloond met een stevige, geblondeerde, gebruinde, rijpe dame in een zwarte lakjas en op hooggehakte laarzen. Ze is onmiddellijk bereid die lakjas en de rest in sneltreinvaart voor hem uit te doen. Dat wil niet zeggen dat alles goed afloopt. Eerder het tegendeel. Vriendschap blijkt een illusie en de dood weet altijd zijn slachtoffers te vinden. Jos houdt er alleen niet van om over de zaken van het leven te piekeren. 'Fit zijn dat was de eerste vereiste als je wilde overleven in dit tranendal', laat de auteur hem aan het slot bedenken. Die De Spin komen we nog wel een keer tegen. Ik weet niet waar en niet wanneer, maar op een keer op een zonnige dag banjert hij vast weer door Amsterdam.

In Spiral van Joseph Geary (Pocket Books, Van Ditmar Boekimport, € 12,95) is een schilderij zoek. Eigenlijk was het eerst niet zoek, omdat er ernstige twijfel was of het zelfs maar geschilderd was. Doordat een levensgezel van een homoseksuele, sadistische, alcoholische schilder na jaren opeens opduikt, verdwijnt de twijfel en kan de jacht op het doek dat zeer veel geld zal opbrengen, beginnen. Het werk heet De Incarnatie, wat je ook De Vleeswording zou kunnen noemen oftewel de verschijning van God in de persoon van Jezus. De Incarnatie is ook de titel van de Nederlandse vertaling (Luitingh-Sijthoff, € 18,95).

Speurder naar het schilderij is de biograaf van de schilder die erg is gemodelleerd naar Francis Bacon, een Engelsman die in een abstract-figuurlijke stijl schilderde en een liederlijk leven leidde. In het boek heet hij Frank Spira, waarnaar de Engelse titel deels verwijst. Het opduiken van de intieme vriend van Spira zet de toon voor de manier waarop Geary het geheel heeft geconstrueerd. Kom je er niet meer uit, dan laat je een deus ex machina verschijnen die het verhaal op gang houdt. Zo krijgt de biograaf halverwege het boek onverwacht een telefoontje dat hem met een dood gewaande man in contact brengt.

De biograaf had na een olifantsdracht eindelijk zijn manuscript ingeleverd en nu blijkt er opeens een raadsel uit de loopbaan van Spira uit de tijd dat hij in Tanger rondhing, op te lossen. Geen wonder dat hij daarin graag zijn tanden zet. Het brengt hem vooral naar Newyorkse kunstkringen die met kwaadaardig genoegen worden geportretteerd. En uiteraard moet de biograaf ook naar Tanger en moet hij nog een kwestie uitvechten met een collega-biograaf die suggereerde dat de schilder een syfilislijder zou zijn geweest die zijn vrienden besmette.

Geary kent het kunstmilieu goed en weet de strapatsen van zijn hoofdpersoon ook met vaart te beschrijven, zodat het gooi- en smijtwerk van de intrige niet echt stoort. Waarom aan het eind als in de eerste de beste keukenmeidenroman de hoofdpersoon naar een verlaten huis op het platteland moet   vertrekken, waar in de kelder iets heel engs op hem wacht, is dan weer niet echt duidelijk.

Om de lezer een beetje te helpen, krijgen we uitgelegd dat incarnatie ook een oude term voor wondweefsel is en mogen we ook weten dat de schilder graag mensen op een sadistische manier tatoeëerde. Dat helpt ook om de smoezelige sfeer van het geheel te versterken. Tot het eind blijft overigens onduidelijk of het verloren dan wel verdwenen gewaande doek echt bestaat.

The Spiral is het debuut van Geary, van wie wordt vermeld dat hij zijn tijd deels in Los Angeles en deels in Zuid-Frankrijk doorbrengt. Is hij een rijkeluiskind of volgt hij de druivenpluk? Het is eigenlijk net zoals met het verhaal zelf: veel wordt niet duidelijk, maar het klinkt wel goed. Misschien is het net als met veel kunstuitingen: probeer het maar niet te begrijpen, maar laat je gewoon meeslepen. En kijk uit voor de kunstenaar zelf.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2