archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Zullen we er literatuur van maken? Theo Capel

0001 VG Capel
De maand van het spannende boek en De Gouden Strop zitten er weer aan te komen. Dat moet voldoende reden voor opgewektheid zijn voor het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, maar toch niet helemaal. Het zit hen dwars dat hun werk als genrefictie wordt beschouwd en niet als literatuur. Dat heeft niet alleen met ontbreken van eer te maken, maar ook gewoon met de centen. Literatoren mogen uit de subsidietrog slobberen, maar misdaadboekenschrijvers moeten maar zelf zien hoe ze aan de kost komen. Door boeken te schrijven die verkopen, zou je zeggen. Het steekt echter dat al dat gratis geld hun neus voorbij gaat. Binnenkort organiseert het GNM daarom een bijeenkomst over de status van de Nederlandstalige misdaadroman en de toegankelijkheid van het Fonds voor de Letteren voor thrillerauteurs, in aanwezigheid van onder meer de directrice van dat fonds dat tot nu toe dus de knip dichthoudt.

Een goede misdaadroman zit stilistisch goed in elkaar en weerspiegelt de strijd tussen goed en kwaad. Of zo’n boek daardoor literatuur wordt of er niet van is te onderscheiden, weet ik niet en interesseert me eigenlijk ook niet zo. Interessanter is misschien de vraag waar het boek ophoudt een thriller dan wel misdaadroman te zijn of waar het de grens van het genre overschrijdt. Branchevervaging grijpt min en meer om zich heen. Is bijvoorbeeld The Lost City van Henry Shukman (Abacus, van Ditmar Boekenimport, € 18,99) een thriller of een roman over een zoektocht van een jongeman naar zichzelf?

Shukman is reisboekenschrijver, romancier en bedenker van avonturen tegelijkertijd. En hij kan zonder aanloop lyrisch worden van de natuur, vooral de wildernis. The Lost City speelt in het achterland van Peru, op de hellingen van de Andes. Een jongeman die een korte loopbaan als Brits beroepsmilitair achter zich heeft neemt zich voor een verloren beschaving terug te vinden in het oerwoud. Hij is op het spoor gezet door zijn slapie – in meer dan de figuurlijke betekenis – die bij een gevechtshandeling is omgekomen, misschien door geweervuur van de hoofdpersoon. Behalve een zoektocht is het verhaal ook een liefdesgeschiedenis en er komt ook nog een drugsbaron in voor die van de jungle zijn koninkrijk heeft gemaakt. Vergeet ook niet het Indiaanse jongetje, en de zwerfkat die de ex-militair als een soort Vitalis uit Alleen op de wereld onder zijn hoede neemt. Mooi geschreven, meer een roman of toch een reisboek? Verdient de schrijver het om gesubsidieerd te worden? De lezer moet het zelf maar bedenken. Binnenkort verschijnt overigens de vertaling als De verloren stad.

Op zoek naar nieuwe Nederlandse misdaadromans in de Openbare Bibliotheek stuitte ik bij toeval op Landing op de zon van Michael Frayn, een voormalige Britse journalist die lang geleden als humorist een succesvolle auteursloopbaan begon. In dit boek uit 1991 dat als ‘Roman’ wordt betiteld, moet een ambtenaar de dodelijke val dan wel sprong van een collega van jaren her nog eens opnieuw in kaart brengen. Was er meer aan de hand? Speelde bijvoorbeeld landverraad een rol? Het klinkt als een thriller, maar het is meer een schitterende beschrijving van de dodelijkheid van het ambtenarenbestaan, beschreven met veel lichte, maar tegelijkertijd vlijmscherpe ironie. Frayn is op zijn oude dag inmiddels een wereldberoemd toneelschrijver en ook bijvoorbeeld de scenarist van de film Clockwise met John Cleese als een door het horloge geobsedeerde schooldirecteur. Hij lijkt me iemand die altijd zelf zijn kostje bij elkaar heeft geschreven. In Groot-Brittannië heerst, zover ik weet, ook meer een regime van prijzen dan van subsidies.

In mijn te volle boekenkast stond De Malteser erfenis van Anthony Horowitz te wachten op verbanning naar de weggeefstapel. Horowitz is een succesvolle jeugdboekenschrijver en ook auteur van tv-drama. Dit boekje uit 1987 dat deel uitmaakt van de Diamond-serie is een soort persiflage op De Maltezer valk van Dashiell Hammett. Hoofdpersoon is het slimme broertje van een privé-detective die geen knip voor de neus waard is. Horowitz werd zo populair dat zijn werk handig in een pamflet voor leraren is samengevat. ‘Waarom zou u Horowitz aan uw leerlingen willen aanbevelen?’ luidt de titel ongeveer. Het antwoord beslaat zestien punten, waaronder ‘schrijver van betekenis’, ‘humoristische stijl’, ‘parodie’, ‘het verhaal begint beknopt en komt meteen ter zake’, ‘korte hoofdstukken’, ‘aantrekkelijk voor jongens’.

Het lijken me allemaal punten om de subsidiekraan open te draaien, behalve natuurlijk het laatste. Zou Horowitz echt de meisjes vergeten zijn of misschien zelfs wel negeren? Dat zal hem bij subsidieverstrekkers niet geliefd maken. En hoe zit met het met minderheden van allerlei aard, waaronder immigranten. Het leuke van een goed boek is dat je je dat nooit afvraagt als het verhaal je pakt. Maar vertel dat maar eens aan de mensen die jou geld moeten geven om je vrij te stellen van eerlijk werk om al je aandacht aan je schrijverswerk te kunnen geven. Die zal je het dan naar de zin moeten maken. Lezers tevreden stellen is een betere opdracht die een schrijver zich kan stellen. Breng de auteur van misdaadromans niet van de wijs met subsidies is mijn advies.
 
 
Op www.trouw.nl is  'Trouw is niet te koop' te beluisteren, een journalistieke thriller die ik schreef ter gelegenheid van het afscheid van Frits van Exter als hoofdredacteur. De thriller is ook gratis als pdf te krijgen en zo eveneens te lezen (minimaal op je scherm). Stuur een e-mail aan theocapel@deleunstoel.nl met 'Frits' als onderwerp.


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Zullen we er literatuur van maken? Theo Capel
0001 VG Capel
De maand van het spannende boek en De Gouden Strop zitten er weer aan te komen. Dat moet voldoende reden voor opgewektheid zijn voor het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, maar toch niet helemaal. Het zit hen dwars dat hun werk als genrefictie wordt beschouwd en niet als literatuur. Dat heeft niet alleen met ontbreken van eer te maken, maar ook gewoon met de centen. Literatoren mogen uit de subsidietrog slobberen, maar misdaadboekenschrijvers moeten maar zelf zien hoe ze aan de kost komen. Door boeken te schrijven die verkopen, zou je zeggen. Het steekt echter dat al dat gratis geld hun neus voorbij gaat. Binnenkort organiseert het GNM daarom een bijeenkomst over de status van de Nederlandstalige misdaadroman en de toegankelijkheid van het Fonds voor de Letteren voor thrillerauteurs, in aanwezigheid van onder meer de directrice van dat fonds dat tot nu toe dus de knip dichthoudt.

Een goede misdaadroman zit stilistisch goed in elkaar en weerspiegelt de strijd tussen goed en kwaad. Of zo’n boek daardoor literatuur wordt of er niet van is te onderscheiden, weet ik niet en interesseert me eigenlijk ook niet zo. Interessanter is misschien de vraag waar het boek ophoudt een thriller dan wel misdaadroman te zijn of waar het de grens van het genre overschrijdt. Branchevervaging grijpt min en meer om zich heen. Is bijvoorbeeld The Lost City van Henry Shukman (Abacus, van Ditmar Boekenimport, € 18,99) een thriller of een roman over een zoektocht van een jongeman naar zichzelf?

Shukman is reisboekenschrijver, romancier en bedenker van avonturen tegelijkertijd. En hij kan zonder aanloop lyrisch worden van de natuur, vooral de wildernis. The Lost City speelt in het achterland van Peru, op de hellingen van de Andes. Een jongeman die een korte loopbaan als Brits beroepsmilitair achter zich heeft neemt zich voor een verloren beschaving terug te vinden in het oerwoud. Hij is op het spoor gezet door zijn slapie – in meer dan de figuurlijke betekenis – die bij een gevechtshandeling is omgekomen, misschien door geweervuur van de hoofdpersoon. Behalve een zoektocht is het verhaal ook een liefdesgeschiedenis en er komt ook nog een drugsbaron in voor die van de jungle zijn koninkrijk heeft gemaakt. Vergeet ook niet het Indiaanse jongetje, en de zwerfkat die de ex-militair als een soort Vitalis uit Alleen op de wereld onder zijn hoede neemt. Mooi geschreven, meer een roman of toch een reisboek? Verdient de schrijver het om gesubsidieerd te worden? De lezer moet het zelf maar bedenken. Binnenkort verschijnt overigens de vertaling als De verloren stad.

Op zoek naar nieuwe Nederlandse misdaadromans in de Openbare Bibliotheek stuitte ik bij toeval op Landing op de zon van Michael Frayn, een voormalige Britse journalist die lang geleden als humorist een succesvolle auteursloopbaan begon. In dit boek uit 1991 dat als ‘Roman’ wordt betiteld, moet een ambtenaar de dodelijke val dan wel sprong van een collega van jaren her nog eens opnieuw in kaart brengen. Was er meer aan de hand? Speelde bijvoorbeeld landverraad een rol? Het klinkt als een thriller, maar het is meer een schitterende beschrijving van de dodelijkheid van het ambtenarenbestaan, beschreven met veel lichte, maar tegelijkertijd vlijmscherpe ironie. Frayn is op zijn oude dag inmiddels een wereldberoemd toneelschrijver en ook bijvoorbeeld de scenarist van de film Clockwise met John Cleese als een door het horloge geobsedeerde schooldirecteur. Hij lijkt me iemand die altijd zelf zijn kostje bij elkaar heeft geschreven. In Groot-Brittannië heerst, zover ik weet, ook meer een regime van prijzen dan van subsidies.

In mijn te volle boekenkast stond De Malteser erfenis van Anthony Horowitz te wachten op verbanning naar de weggeefstapel. Horowitz is een succesvolle jeugdboekenschrijver en ook auteur van tv-drama. Dit boekje uit 1987 dat deel uitmaakt van de Diamond-serie is een soort persiflage op De Maltezer valk van Dashiell Hammett. Hoofdpersoon is het slimme broertje van een privé-detective die geen knip voor de neus waard is. Horowitz werd zo populair dat zijn werk handig in een pamflet voor leraren is samengevat. ‘Waarom zou u Horowitz aan uw leerlingen willen aanbevelen?’ luidt de titel ongeveer. Het antwoord beslaat zestien punten, waaronder ‘schrijver van betekenis’, ‘humoristische stijl’, ‘parodie’, ‘het verhaal begint beknopt en komt meteen ter zake’, ‘korte hoofdstukken’, ‘aantrekkelijk voor jongens’.

Het lijken me allemaal punten om de subsidiekraan open te draaien, behalve natuurlijk het laatste. Zou Horowitz echt de meisjes vergeten zijn of misschien zelfs wel negeren? Dat zal hem bij subsidieverstrekkers niet geliefd maken. En hoe zit met het met minderheden van allerlei aard, waaronder immigranten. Het leuke van een goed boek is dat je je dat nooit afvraagt als het verhaal je pakt. Maar vertel dat maar eens aan de mensen die jou geld moeten geven om je vrij te stellen van eerlijk werk om al je aandacht aan je schrijverswerk te kunnen geven. Die zal je het dan naar de zin moeten maken. Lezers tevreden stellen is een betere opdracht die een schrijver zich kan stellen. Breng de auteur van misdaadromans niet van de wijs met subsidies is mijn advies.
 
 
Op www.trouw.nl is  'Trouw is niet te koop' te beluisteren, een journalistieke thriller die ik schreef ter gelegenheid van het afscheid van Frits van Exter als hoofdredacteur. De thriller is ook gratis als pdf te krijgen en zo eveneens te lezen (minimaal op je scherm). Stuur een e-mail aan theocapel@deleunstoel.nl met 'Frits' als onderwerp.
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2