archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Met een speurneus naar bed Katharina Kouwenhoven

Als de griep je te pakken krijgt kan dat het beste gebeuren in de Kerstvakantie, want dan is er tenminste ’s middags iets op de TV. Zo verschafte BBC2 elke middag een blokje oude detectiveseries onder de titel Watching the detectives, een programma dat normaal alleen op zaterdagmiddag wordt uitgezonden. Miss Marple, Perry Mason, Colombo, Ironside, Sherlock Holmes, allemaal oude bekenden die dagelijks te bewonderen waren. De afleveringen van Miss Marple waren zo goed, dat ik me afvroeg of ze wel gebaseerd waren op oorspronkelijke verhalen van Agatha Christie, want zover ik me kan herinneren kon die niet echt goed schrijven. Miss Marple kwam er eigenlijk nauwelijks in voor, dronk voornamelijk thee, leverde hand- en spandiensten in de tuin, loerde door de heg en mompelde veel en vaak quite, maar het eigenlijke speurwerk werd ongehinderd van officiële zijde verricht, al had ze wel altijd eerder door wie de dader was.

Tussen al die oude series bevond zich één vreemde eend in de bijt: de speurneus Monk in de gelijknamige serie. Nooit eerder had ik daar een aflevering van gezien en dat kan wel kloppen want die serie bestaat pas sinds 2002. Die Monk is een ronduit weerzinwekkende hoofdpersoon, een meervoudige dwangneuroot! Getraumatiseerd door de moord op zijn vrouw, waarvan hij de dader nooit heeft kunnen vinden, heeft hij een onvoorstelbare hoeveelheid psychische schade opgelopen, die zich uit in hoogtevrees, smetvrees, pleinvrees, claustrofobie en allerlei tics, zoals het dwangmatig aan moeten raken van alle gepasseerde lantaarnpalen of ander straatmeubilair. Zijn sidekick is dan ook een verpleegster, die fungeert als wandelend hygiënisch doekje. Elke aflevering brengt hij een aantal bezoeken aan zijn zielknijper, waar hij eerst de kussens op de bank herschikt, maar die hem natuurlijk niet van zijn neuroses af kan helpen, want het is geen gedragstherapeut, en bovendien zou hij dan zijn identiteit als malloot verliezen, waar de serie het van moet hebben.

Zo’n dwangneuroot is natuurlijk arbeidsongeschikt en daarom is hij door de politie van San Francisco aan de dijk gezet, maar zo nu en dan wordt hij als adviseur gevraagd vanwege zijn extreem scherpzinnig waarnemingsvermogen. Geen detail ontgaat hem en net als Sherlock Holmes kan hij aan een pluisje zien dat de vermoedelijke dader uit een warm land komt en schoenmaat 42 heeft. Eén blik op de plaats van het misdrijf en het fysiek en het karakter van de moordenaar hebben voor Monk geen geheimen meer. Die Monk is dus, ondanks het aandoenlijke uiterlijk dat hij van de acteur Tony Shalhoub meekrijgt, een bron van irritatie voor zijn omgeving en voor de kijker. Hij brengt zijn gezelschapsdame regelmatig tot wanhoop, maar de toeschouwer wordt ook niet goed van hem.

Gelukkig zijn de schrijvers er niet in geslaagd een consequente dwangneuroot van hem te maken. In het heetst van de strijd wil hij nog wel eens vergeten dat de sporten van een ladder die hij op moet eerst met een papieren zakdoekje moeten worden afgeveegd of dat de plaats van het misdrijf niet betreden kan worden zonder die eerst te ontsmetten, en dus alle sporen uit te wissen. Kortom, een echte dwangneuroot kan geen speurwerk verrichten en een echte speurder kan geen volbloed dwangneuroot zijn of er ontstaat een komische serie. Waarom dan een held met zo’n vervelende karakterdeformatie, iemand die altijd zijn voet op een bepaalde tegel moet zetten en elk paar sokken in een apart plastic zakje opbergt? Iedere detective in een TV-serie schijnt een of andere gimmick te moeten hebben: ouderdom en slecht zittende mantelpakjes, een halfdebiele helper, een devote secretaresse, een cowboyhoed en een paard, een rolstoel, schijnbare stupiditeit en een verfomfaaide regenjas, een Frans accent, een perverse voorkeur voor opera’s, stiekem gedichten schrijven en noem ze verder maar op. Soms vormt dat een essentiële bijdrage aan de ontwikkeling van de plot, soms is het een overbodig gegeven dat aan het verhaal eigenlijk niks toevoegt.

Het zal wel niet meevallen om een serie te bedenken met een originele hoofdpersoon, maar een serie met een meervoudige dwangneuroot is bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Zijn ergerniswekkende gedrag leidt zo af, dat de ontwikkeling van het verhaal je helemaal ontgaat. Wie was er nu eigenlijk ook al weer vermoord en waarom is de opgesloten verdachte toch niet de dader? Quite.

© 2004 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Met een speurneus naar bed Katharina Kouwenhoven
Als de griep je te pakken krijgt kan dat het beste gebeuren in de Kerstvakantie, want dan is er tenminste ’s middags iets op de TV. Zo verschafte BBC2 elke middag een blokje oude detectiveseries onder de titel Watching the detectives, een programma dat normaal alleen op zaterdagmiddag wordt uitgezonden. Miss Marple, Perry Mason, Colombo, Ironside, Sherlock Holmes, allemaal oude bekenden die dagelijks te bewonderen waren. De afleveringen van Miss Marple waren zo goed, dat ik me afvroeg of ze wel gebaseerd waren op oorspronkelijke verhalen van Agatha Christie, want zover ik me kan herinneren kon die niet echt goed schrijven. Miss Marple kwam er eigenlijk nauwelijks in voor, dronk voornamelijk thee, leverde hand- en spandiensten in de tuin, loerde door de heg en mompelde veel en vaak quite, maar het eigenlijke speurwerk werd ongehinderd van officiële zijde verricht, al had ze wel altijd eerder door wie de dader was.

Tussen al die oude series bevond zich één vreemde eend in de bijt: de speurneus Monk in de gelijknamige serie. Nooit eerder had ik daar een aflevering van gezien en dat kan wel kloppen want die serie bestaat pas sinds 2002. Die Monk is een ronduit weerzinwekkende hoofdpersoon, een meervoudige dwangneuroot! Getraumatiseerd door de moord op zijn vrouw, waarvan hij de dader nooit heeft kunnen vinden, heeft hij een onvoorstelbare hoeveelheid psychische schade opgelopen, die zich uit in hoogtevrees, smetvrees, pleinvrees, claustrofobie en allerlei tics, zoals het dwangmatig aan moeten raken van alle gepasseerde lantaarnpalen of ander straatmeubilair. Zijn sidekick is dan ook een verpleegster, die fungeert als wandelend hygiënisch doekje. Elke aflevering brengt hij een aantal bezoeken aan zijn zielknijper, waar hij eerst de kussens op de bank herschikt, maar die hem natuurlijk niet van zijn neuroses af kan helpen, want het is geen gedragstherapeut, en bovendien zou hij dan zijn identiteit als malloot verliezen, waar de serie het van moet hebben.

Zo’n dwangneuroot is natuurlijk arbeidsongeschikt en daarom is hij door de politie van San Francisco aan de dijk gezet, maar zo nu en dan wordt hij als adviseur gevraagd vanwege zijn extreem scherpzinnig waarnemingsvermogen. Geen detail ontgaat hem en net als Sherlock Holmes kan hij aan een pluisje zien dat de vermoedelijke dader uit een warm land komt en schoenmaat 42 heeft. Eén blik op de plaats van het misdrijf en het fysiek en het karakter van de moordenaar hebben voor Monk geen geheimen meer. Die Monk is dus, ondanks het aandoenlijke uiterlijk dat hij van de acteur Tony Shalhoub meekrijgt, een bron van irritatie voor zijn omgeving en voor de kijker. Hij brengt zijn gezelschapsdame regelmatig tot wanhoop, maar de toeschouwer wordt ook niet goed van hem.

Gelukkig zijn de schrijvers er niet in geslaagd een consequente dwangneuroot van hem te maken. In het heetst van de strijd wil hij nog wel eens vergeten dat de sporten van een ladder die hij op moet eerst met een papieren zakdoekje moeten worden afgeveegd of dat de plaats van het misdrijf niet betreden kan worden zonder die eerst te ontsmetten, en dus alle sporen uit te wissen. Kortom, een echte dwangneuroot kan geen speurwerk verrichten en een echte speurder kan geen volbloed dwangneuroot zijn of er ontstaat een komische serie. Waarom dan een held met zo’n vervelende karakterdeformatie, iemand die altijd zijn voet op een bepaalde tegel moet zetten en elk paar sokken in een apart plastic zakje opbergt? Iedere detective in een TV-serie schijnt een of andere gimmick te moeten hebben: ouderdom en slecht zittende mantelpakjes, een halfdebiele helper, een devote secretaresse, een cowboyhoed en een paard, een rolstoel, schijnbare stupiditeit en een verfomfaaide regenjas, een Frans accent, een perverse voorkeur voor opera’s, stiekem gedichten schrijven en noem ze verder maar op. Soms vormt dat een essentiële bijdrage aan de ontwikkeling van de plot, soms is het een overbodig gegeven dat aan het verhaal eigenlijk niks toevoegt.

Het zal wel niet meevallen om een serie te bedenken met een originele hoofdpersoon, maar een serie met een meervoudige dwangneuroot is bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Zijn ergerniswekkende gedrag leidt zo af, dat de ontwikkeling van het verhaal je helemaal ontgaat. Wie was er nu eigenlijk ook al weer vermoord en waarom is de opgesloten verdachte toch niet de dader? Quite.
© 2004 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2