archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De zeven vinkjes van Joris Arie de Jong

1909VG vinkjesBij het opslaan van de weekendbijlage van de Volkskrant stuitte ik op een lang interview met Joris Luyendijk. De inmiddels 50-jarige zzp-journalist bleek weer een boek geschreven te hebben, deze keer over de bevoorrechte positie van mensen zoals hijzelf. Was het een aanklacht? Was het wetenschap?

Nadat ik me door het interview had geworsteld, hield ik een onbevredigd gevoel over. Hoe bijzonder was de observatie van Joris? Wat kunnen we ermee aan? Want veel van de kenmerken die hij opsomde voor succes vallen buiten beïnvloeding van de betrokkene: dat je man of vrouw bent, dat je heteroseksueel georiënteerd bent, dat je bent opgegroeid in een bepaald gezin en waar je bent geboren, noem maar op. Wat moest ik hiermee?

Gelukkig was er ook nog NRC/Handelsblad op diezelfde zaterdag, en daarin had Joris de ruimte gekregen om uit te pakken met een ‘essay’ van zijn hand dat mogelijk ook bedoeld was de verkoop van het boek te stimuleren. Opnieuw de nadruk op de ‘zeven vinkjes’. Wat bleef hangen was de constatering dat van de (Nederlandse?) bevolking slechts 3% alle zeven vinkjes heeft, maar dat die wel meer dan de helft van alle begeerlijke functies vervult.

Het werd tijd zelf eens na te denken! Want ik kon het niet op mijzelf betrekken, ik miste een vinkje! Zou ik daarom nooit minister-president geworden zijn, of voorzitter van de Raad van Bestuur van een groot bedrijf, of hoogleraar op een internationaal vermaarde universiteit?

Wat mij tegenstond in de betogen van Joris, was het ontbreken van elke verwijzing naar een vracht aan wetenschappelijke en activistische literatuur over deze kwestie. Hoeveel is er niet geschreven over meritocratie? Hoezeer zijn feministen niet tekeer gegaan tegen de masculiene normen? Hoeveel cijfermateriaal is er niet verzameld? Hij deed net alsof hij hoogstpersoonlijk het ei van Columbus had ontdekt, maar dat wordt toch echt aan Columbus toegeschreven.

(Kennen jullie dat, naar ik mag aannemen, apocriefe verhaal? Ik meen dat het mij al op de lagere school werd verteld. Dat Columbus werd voorgehouden dat het een onmogelijke onderneming zou zijn om via een westelijke route terecht te komen in India, hetgeen overigens al met al een juiste tegenwerping bleek, en dat hij toen vroeg aan de omstanders of ze kans zagen een ei rechtop te zetten. Dat kon niemand, waarop Columbus met een lichte klap het ei op tafel zette, dan brak de schil wel, maar het stond rechtop!)

Het nam mij niet in voor Joris, dus keek ik nog maar eens beter naar zijn uitkomsten.

Direct viel me al op dat hij zowel een vinkje gaf aan een universitaire opleiding als aan schoolgaan op een VWO. Wellicht zullen er uitzonderingen zijn, maar volgens mij kom je niet op de universiteit zonder eerst het VWO gedaan te hebben. Een dubbeltelling dus, voor mij irritant slordig denken. Bijna even erg was dat hij het niet had over het VWO maar over VWO of gymnasium. Een fout die alleen talentloze leerlingen van het gymnasium maken, denken dat het gymnasium iets anders is dan het VWO, voor hun een andere manier om Atheneum te zeggen. Slordig. Had er niemand meegelezen met Joris, zoals de redacteur van de uitgeverij? Of was dat ook een minkukel, omhooggevallen door een verblijf op gymnasium en een weinig exacte studie?

Ik ging ook vraagtekens zetten bij andere kenmerken van succes in het afvinklijstje van Joris. Kun je in 2022 nog met droge ogen beweren (en let wel: het ging over Nederland of meer algemeen westerse landen) dat heteroseksuelen een beslissende voorsprong hebben op mensen met een homoseksuele geaardheid? Het lijkt me kletskoek. En dan: weliswaar klopt het dat je bij veel vooraanstaande functies minder vrouwen dan mannen aantreft (al wordt de achterstand ingelopen), maar wat mij opvalt is dat de vrouwen in prominente functies niet wezenlijk verschillen van de mannen in diezelfde functies. Daar valt wel meer over te zeggen (en dat is ook gebeurd, deels door feministische schrijvers, maar ondersteund door veel onderzoek).

Zou het zelfs kunnen dat Joris sommige relevante zaken over het hoofd had gezien? Ik denk het wel. De factor ‘relaties’ lijkt mij essentieel voor het bereiken van mooie posities. Was Joris er zelf geen voorbeeld van dat zijn onbeduidende werkje prominent gepresenteerd kon worden in Volkskrant en NRC/Handelsblad, enkel te verklaren omdat hij tot de journalistenkliek behoort die bepalen welke zaken interessant genoeg zijn om op te nemen in de kolommen?

Het is onmiskenbaar dat er een flinke groep mensen is die een gemakkelijke start hebben in het leven, door zaken waar ze zelf geen invloed op kunnen uitoefenen. Ik denk dat dit altijd al zo is geweest (maar niet altijd ging het om dezelfde factoren) en dat het altijd wel zo zal blijven ook. Iemand die het zo gemakkelijk heeft, hoeft zich van mij daar niet voor te schamen. Als hij of zij het beseft, ben ik er al tevreden mee als zo iemand bij de eigen daden (zoals het selecteren van anderen voor een positie) zich niet laten leiden door de onbewuste neiging om mensen die op jou lijken voorrang te geven.

Ik vind het ook belangrijk dat je mensen, die een minder goede startpositie hebben, steun geeft om hun kansen te vergroten. En niet alleen in de schoolgaande leeftijd, dat werkt nog wel even door. Moreel vind ik het net zo van belang dat we niet zo’n waarde hechten aan prestige en ‘wat iemand bereikt heeft in dit leven’, omdat het onvermijdelijk het neerkijken inhoudt op iedereen die het moet doen met de talenten, omstandigheden, toevalstreffers en startpositie die hem of haar hebben gebracht waar hij of zij het mee moet doen, en daarmee niet zo succesvol is geweest als anderen. Zoals ik mij telkens erger aan mensen die een mooie positie hebben en dan in een interview zich er op laten voorstaan dat ze er hard voor hebben gewerkt (de mensen die deze positie niet hebben gekregen hebben de kantjes ervan afgelopen?) of erger, beweren dat als je ‘echt wilt’ je alles kunt bereiken (voor straf op staande voet ontslaan wegens grensoverschrijdend gedrag).

Joris Luyendijk bedoelde het goed, maar het helpt niet echt om broddelwerk af te leveren en daarover luid toeterend rond te gaan om de verkoop van jouw boek te stimuleren.

----------

Linda Hulshof zet een achtste vink neer, bij wijze van illustratie.

Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com


 



© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De zeven vinkjes van Joris Arie de Jong
1909VG vinkjesBij het opslaan van de weekendbijlage van de Volkskrant stuitte ik op een lang interview met Joris Luyendijk. De inmiddels 50-jarige zzp-journalist bleek weer een boek geschreven te hebben, deze keer over de bevoorrechte positie van mensen zoals hijzelf. Was het een aanklacht? Was het wetenschap?

Nadat ik me door het interview had geworsteld, hield ik een onbevredigd gevoel over. Hoe bijzonder was de observatie van Joris? Wat kunnen we ermee aan? Want veel van de kenmerken die hij opsomde voor succes vallen buiten beïnvloeding van de betrokkene: dat je man of vrouw bent, dat je heteroseksueel georiënteerd bent, dat je bent opgegroeid in een bepaald gezin en waar je bent geboren, noem maar op. Wat moest ik hiermee?

Gelukkig was er ook nog NRC/Handelsblad op diezelfde zaterdag, en daarin had Joris de ruimte gekregen om uit te pakken met een ‘essay’ van zijn hand dat mogelijk ook bedoeld was de verkoop van het boek te stimuleren. Opnieuw de nadruk op de ‘zeven vinkjes’. Wat bleef hangen was de constatering dat van de (Nederlandse?) bevolking slechts 3% alle zeven vinkjes heeft, maar dat die wel meer dan de helft van alle begeerlijke functies vervult.

Het werd tijd zelf eens na te denken! Want ik kon het niet op mijzelf betrekken, ik miste een vinkje! Zou ik daarom nooit minister-president geworden zijn, of voorzitter van de Raad van Bestuur van een groot bedrijf, of hoogleraar op een internationaal vermaarde universiteit?

Wat mij tegenstond in de betogen van Joris, was het ontbreken van elke verwijzing naar een vracht aan wetenschappelijke en activistische literatuur over deze kwestie. Hoeveel is er niet geschreven over meritocratie? Hoezeer zijn feministen niet tekeer gegaan tegen de masculiene normen? Hoeveel cijfermateriaal is er niet verzameld? Hij deed net alsof hij hoogstpersoonlijk het ei van Columbus had ontdekt, maar dat wordt toch echt aan Columbus toegeschreven.

(Kennen jullie dat, naar ik mag aannemen, apocriefe verhaal? Ik meen dat het mij al op de lagere school werd verteld. Dat Columbus werd voorgehouden dat het een onmogelijke onderneming zou zijn om via een westelijke route terecht te komen in India, hetgeen overigens al met al een juiste tegenwerping bleek, en dat hij toen vroeg aan de omstanders of ze kans zagen een ei rechtop te zetten. Dat kon niemand, waarop Columbus met een lichte klap het ei op tafel zette, dan brak de schil wel, maar het stond rechtop!)

Het nam mij niet in voor Joris, dus keek ik nog maar eens beter naar zijn uitkomsten.

Direct viel me al op dat hij zowel een vinkje gaf aan een universitaire opleiding als aan schoolgaan op een VWO. Wellicht zullen er uitzonderingen zijn, maar volgens mij kom je niet op de universiteit zonder eerst het VWO gedaan te hebben. Een dubbeltelling dus, voor mij irritant slordig denken. Bijna even erg was dat hij het niet had over het VWO maar over VWO of gymnasium. Een fout die alleen talentloze leerlingen van het gymnasium maken, denken dat het gymnasium iets anders is dan het VWO, voor hun een andere manier om Atheneum te zeggen. Slordig. Had er niemand meegelezen met Joris, zoals de redacteur van de uitgeverij? Of was dat ook een minkukel, omhooggevallen door een verblijf op gymnasium en een weinig exacte studie?

Ik ging ook vraagtekens zetten bij andere kenmerken van succes in het afvinklijstje van Joris. Kun je in 2022 nog met droge ogen beweren (en let wel: het ging over Nederland of meer algemeen westerse landen) dat heteroseksuelen een beslissende voorsprong hebben op mensen met een homoseksuele geaardheid? Het lijkt me kletskoek. En dan: weliswaar klopt het dat je bij veel vooraanstaande functies minder vrouwen dan mannen aantreft (al wordt de achterstand ingelopen), maar wat mij opvalt is dat de vrouwen in prominente functies niet wezenlijk verschillen van de mannen in diezelfde functies. Daar valt wel meer over te zeggen (en dat is ook gebeurd, deels door feministische schrijvers, maar ondersteund door veel onderzoek).

Zou het zelfs kunnen dat Joris sommige relevante zaken over het hoofd had gezien? Ik denk het wel. De factor ‘relaties’ lijkt mij essentieel voor het bereiken van mooie posities. Was Joris er zelf geen voorbeeld van dat zijn onbeduidende werkje prominent gepresenteerd kon worden in Volkskrant en NRC/Handelsblad, enkel te verklaren omdat hij tot de journalistenkliek behoort die bepalen welke zaken interessant genoeg zijn om op te nemen in de kolommen?

Het is onmiskenbaar dat er een flinke groep mensen is die een gemakkelijke start hebben in het leven, door zaken waar ze zelf geen invloed op kunnen uitoefenen. Ik denk dat dit altijd al zo is geweest (maar niet altijd ging het om dezelfde factoren) en dat het altijd wel zo zal blijven ook. Iemand die het zo gemakkelijk heeft, hoeft zich van mij daar niet voor te schamen. Als hij of zij het beseft, ben ik er al tevreden mee als zo iemand bij de eigen daden (zoals het selecteren van anderen voor een positie) zich niet laten leiden door de onbewuste neiging om mensen die op jou lijken voorrang te geven.

Ik vind het ook belangrijk dat je mensen, die een minder goede startpositie hebben, steun geeft om hun kansen te vergroten. En niet alleen in de schoolgaande leeftijd, dat werkt nog wel even door. Moreel vind ik het net zo van belang dat we niet zo’n waarde hechten aan prestige en ‘wat iemand bereikt heeft in dit leven’, omdat het onvermijdelijk het neerkijken inhoudt op iedereen die het moet doen met de talenten, omstandigheden, toevalstreffers en startpositie die hem of haar hebben gebracht waar hij of zij het mee moet doen, en daarmee niet zo succesvol is geweest als anderen. Zoals ik mij telkens erger aan mensen die een mooie positie hebben en dan in een interview zich er op laten voorstaan dat ze er hard voor hebben gewerkt (de mensen die deze positie niet hebben gekregen hebben de kantjes ervan afgelopen?) of erger, beweren dat als je ‘echt wilt’ je alles kunt bereiken (voor straf op staande voet ontslaan wegens grensoverschrijdend gedrag).

Joris Luyendijk bedoelde het goed, maar het helpt niet echt om broddelwerk af te leveren en daarover luid toeterend rond te gaan om de verkoop van jouw boek te stimuleren.

----------

Linda Hulshof zet een achtste vink neer, bij wijze van illustratie.

Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com


 

© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2