archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Windjammers in Delfzijl Dik Kruithof

1512VG WindjammersBij het bekijken van museumwebsites ontdekte ik dat in Boijmans in Rotterdam een video-installatie te zien was geweest van een Vietnamese kunstenaar over de Chincha eilanden voor de kust van Peru. Op die eilanden wordt guano gewonnen, vogelmest die in de negentiende eeuw voor de Amerikaanse en Europese landbouw van groot belang was.

Dat deed mij denken aan een prachtig boek, Windjammers in Delfzijl, dat ik een poos geleden kon kopen in Groningen. Het is geschreven door Aafke Steenhuis, waarover ik al eerder geschreven heb naar aanleiding van haar prachtige verhalen over Noord-Groningen en de Eems. De ondertitel van Windjammers in Delfzijl is: De route van chilisalpeter.
Ik heb altijd gedacht dat guano hetzelfde was als chilisalpeter, maar dat is dus niet zo.

Het zijn beide natuurlijke meststoffen, maar guano is vogel- of vleermuisstront en chilisalpeter is een door de natuur gevormde stof, die door klimatologische eigenaardigheden in hoogvlakten tussen de Andes en de Stille Oceaan bewaard is gebleven. Althans, totdat de Westerse mens ontdekte hoe goed dat spul hielp om de landbouwopbrengst in bijvoorbeeld Noord-Groningen te verbeteren. Daarom werd het in Chili afgegraven en met grote zeilschepen naar Delfzijl gebracht. Zeilschepen die Aafke Steenhuis als jong meisje zag liggen in de haven van Delfzijl en die op haar zo'n indruk maakten dat ze vijftig jaar later een prachtig boek schreef over alles wat met die handel te maken had.

Zo gaat ze uitgebreid in op de behoefte aan kunstmest in Europa omdat de landbouw de sterke bevolkingsgroei moest bijhouden. De landbouwonderwijzer Klaas de Vreeze (1836-1915) uit Oude Pekela schreef er boeken over en kreeg na zijn dood een monument met in marmer de tekst: ‘Hij wees den Landbouw nieuwe wegen, den boer tot heil, het land tot zegen’. Hier wordt ook het verschil tussen guano en chilisalpeter duidelijk: guano bracht wel fosfor en stikstof in de grond, maar te weinig kalium. Na de guano werd chilisalpeter de meest gebruikte stikstofkunstmest. De Vreeze schreef: 'Er wordt in de Veenkoloniën tegenwoordig meer kunstmest gebruikt dan in enig ander land ter wereld. En men heeft daar oogsten waaraan men in andere streken niet wil geloven’. Aardappelmeel op de dalgronden en suikerbieten op de zeeklei waren niet mogelijk geweest zonder chilisalpeter.   

De salpeter werd gewonnen in mijnen in het noorden van Chili. De Chileense mijningenieur Alejandro Bertrand hield zich na 1875 vooral bezig met de verkoop van salpeter in Europa. Er werd heel veel verscheept, vooral door twee bedrijven uit Liverpool en Hamburg. Zij brachten salpeter naar Rotterdam. Maar na 1900 besloot het bedrijf Van Hoorn, Luitjens en Kamminga uit Groningen rechtsreeks uit Chili kunstmest te importeren en als invoerhaven kozen ze voor Delfzijl. Vandaar de windjammers die Aafke Steenhuis zag in de haven van Delfzijl.

De Engelsen beheersten de salpeterhandel. Voor 1890 wilde de Chileense regering meer invloed en meer winst uit de handel. Dat leidde tot een politieke crisis en een burgeroorlog waarbij de aanhangers van de vrije markt wonnen en de president Balmaceda zelfmoord pleegde. (Bijna tachtig jaar later, in 1973, gebeurde iets vergelijkbaars onder invloed van de Verenigde Staten, toen Allende zelfmoord pleegde.)

Maar het ergste zou nog komen. In 1907 staakten de mijnarbeiders tegen de onmenselijke arbeidsomstandigheden en verzamelden zich in de havenstad Iquique. Het leger werd ingezet, maar de arbeiders weigerden het plein te verlaten. Het bevel tot vuren werd gegeven. Officieel waren er 140 doden, maar waarnemers spraken van wel tweeduizend doden. Het bloedbad is jaren verzwegen in de Chileense geschiedschrijving.   

Aafke Steenhuis is in 1946 geboren in Delfzijl en woonde en werkte ook enkele jaren in Chili.
Ze schreef voor De Groene Amsterdammer over cultuur, feminisme en Zuid Amerika. Ik ken haar vooral van prachtige verhalen over Groningen in Stemmen van Groninger Dijken, Verhalen van het Groninger Ommeland en natuurlijk Het Lied van de Eems.


© 2018 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Windjammers in Delfzijl Dik Kruithof
1512VG WindjammersBij het bekijken van museumwebsites ontdekte ik dat in Boijmans in Rotterdam een video-installatie te zien was geweest van een Vietnamese kunstenaar over de Chincha eilanden voor de kust van Peru. Op die eilanden wordt guano gewonnen, vogelmest die in de negentiende eeuw voor de Amerikaanse en Europese landbouw van groot belang was.

Dat deed mij denken aan een prachtig boek, Windjammers in Delfzijl, dat ik een poos geleden kon kopen in Groningen. Het is geschreven door Aafke Steenhuis, waarover ik al eerder geschreven heb naar aanleiding van haar prachtige verhalen over Noord-Groningen en de Eems. De ondertitel van Windjammers in Delfzijl is: De route van chilisalpeter.
Ik heb altijd gedacht dat guano hetzelfde was als chilisalpeter, maar dat is dus niet zo.

Het zijn beide natuurlijke meststoffen, maar guano is vogel- of vleermuisstront en chilisalpeter is een door de natuur gevormde stof, die door klimatologische eigenaardigheden in hoogvlakten tussen de Andes en de Stille Oceaan bewaard is gebleven. Althans, totdat de Westerse mens ontdekte hoe goed dat spul hielp om de landbouwopbrengst in bijvoorbeeld Noord-Groningen te verbeteren. Daarom werd het in Chili afgegraven en met grote zeilschepen naar Delfzijl gebracht. Zeilschepen die Aafke Steenhuis als jong meisje zag liggen in de haven van Delfzijl en die op haar zo'n indruk maakten dat ze vijftig jaar later een prachtig boek schreef over alles wat met die handel te maken had.

Zo gaat ze uitgebreid in op de behoefte aan kunstmest in Europa omdat de landbouw de sterke bevolkingsgroei moest bijhouden. De landbouwonderwijzer Klaas de Vreeze (1836-1915) uit Oude Pekela schreef er boeken over en kreeg na zijn dood een monument met in marmer de tekst: ‘Hij wees den Landbouw nieuwe wegen, den boer tot heil, het land tot zegen’. Hier wordt ook het verschil tussen guano en chilisalpeter duidelijk: guano bracht wel fosfor en stikstof in de grond, maar te weinig kalium. Na de guano werd chilisalpeter de meest gebruikte stikstofkunstmest. De Vreeze schreef: 'Er wordt in de Veenkoloniën tegenwoordig meer kunstmest gebruikt dan in enig ander land ter wereld. En men heeft daar oogsten waaraan men in andere streken niet wil geloven’. Aardappelmeel op de dalgronden en suikerbieten op de zeeklei waren niet mogelijk geweest zonder chilisalpeter.   

De salpeter werd gewonnen in mijnen in het noorden van Chili. De Chileense mijningenieur Alejandro Bertrand hield zich na 1875 vooral bezig met de verkoop van salpeter in Europa. Er werd heel veel verscheept, vooral door twee bedrijven uit Liverpool en Hamburg. Zij brachten salpeter naar Rotterdam. Maar na 1900 besloot het bedrijf Van Hoorn, Luitjens en Kamminga uit Groningen rechtsreeks uit Chili kunstmest te importeren en als invoerhaven kozen ze voor Delfzijl. Vandaar de windjammers die Aafke Steenhuis zag in de haven van Delfzijl.

De Engelsen beheersten de salpeterhandel. Voor 1890 wilde de Chileense regering meer invloed en meer winst uit de handel. Dat leidde tot een politieke crisis en een burgeroorlog waarbij de aanhangers van de vrije markt wonnen en de president Balmaceda zelfmoord pleegde. (Bijna tachtig jaar later, in 1973, gebeurde iets vergelijkbaars onder invloed van de Verenigde Staten, toen Allende zelfmoord pleegde.)

Maar het ergste zou nog komen. In 1907 staakten de mijnarbeiders tegen de onmenselijke arbeidsomstandigheden en verzamelden zich in de havenstad Iquique. Het leger werd ingezet, maar de arbeiders weigerden het plein te verlaten. Het bevel tot vuren werd gegeven. Officieel waren er 140 doden, maar waarnemers spraken van wel tweeduizend doden. Het bloedbad is jaren verzwegen in de Chileense geschiedschrijving.   

Aafke Steenhuis is in 1946 geboren in Delfzijl en woonde en werkte ook enkele jaren in Chili.
Ze schreef voor De Groene Amsterdammer over cultuur, feminisme en Zuid Amerika. Ik ken haar vooral van prachtige verhalen over Groningen in Stemmen van Groninger Dijken, Verhalen van het Groninger Ommeland en natuurlijk Het Lied van de Eems.
© 2018 Dik Kruithof
powered by CJ2