archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Kuifje maakt weer nieuws (2) Peter Schröder

1404VG Kuifje2Het erfrecht, het auteursrecht en de zegeningen van het Intellectueel Eigendom.
En Kuifje opnieuw in het land der Sovjets.

Vrouwen?
In H(aagse)P(ost)Magazine van 31 maart 1973 stond een interview met Hergé, de schepper van Kuifje. Aan het slot van het stuk staat onder meer: ‘Met zijn vrouw Germaine geniet hij van zijn Spaans aandoende hoeve in Ceroux Mousty, een klein dorp in het licht glooiende Waals-Brabant’. We weten nu dat Hergé vooral de weekends bij zijn wettige echtgenote Germaine Kieckens in die hoeve doorbracht. De rest van de week leefde hij in zonde met zijn maintenee Fanny Vlaminck, die in 1956 in de Studios Hergé als coloriste (ze voorzag zwart/wit tekeningen van passende kleuren) was komen werken en in datzelfde jaar een liaison met haar baas Hergé was begonnen.

In 1971 kan Hergé scheiden van Germaine en huwde hij eindelijk Fanny. Moeten we dit weten om een evenwichtig beeld (de mens achter de kunstenaar) van Hergé te kunnen vormen? Nee, maar het is wel relevant om meer te kunnen begrijpen van de eigenaardige verwikkelingen rond het beheer van het erfgoed van Hergé, sinds hij in 1983 kwam te overlijden. Hergé liet zonder nadere omschrijving al zijn bezit na aan Fanny. (Germaine was in 1995 kinderloos gestorven.) En dat bezit was geen kleinigheid, want de rechten op het werk van de kunstenaar boden perspectieven op een royaal inkomen. Het leeuwendeel van het werk van Hergé verscheen en verschijnt nog steeds postuum. Zo kwam Fanny terecht in de rol van machtige kunstenaarsweduwe. Het is oud nieuws: de kunstenaar is nog nauwelijks begraven of nabestaanden werpen zich op de erfenis. Het kan zijn dat het de overledene zelf lukt met behulp van een hecht doortimmerd testament in het beheer van zijn nalatenschap over zijn graf heen te regeren. Maar meestal zijn het nabestaanden die zich in de strijd werpen. Jawel, de familie, de vrienden en de zakenrelaties gaan dan gewapend met testament en aanvullende contracten aan de slag.

Genereus en Zorgeloos?
De Meester zelf ging misschien wat zorgeloos om met zijn rechtsbezit (de overeenkomst met zijn uitgever, zijn portefeuille met auteursrechten, merkenrechten enzovoorts). Hij had behalve de testamentaire overdracht van al zijn (niet nader omschreven) hebben en houden aan weduwe Fanny eigenlijk niets geregeld. Gemakshalve gaan we er vanuit dat de uitgever van de Kuifjealbums, Casterman, beschikte over (tenminste een deel van) de auteursrechten gemoeid met de uitgave (publicatie, heruitgaven, vertalingen etc.) van die albums. Zonder tegenspraak gaan we er ook vanuit dat de rechten op de namen van Kuifje/Tintin en zijn kameraden niet expliciet waren geregeld, noch de rechten op Kuifjegebruik via andere media (film, teevee, Internet), of van merchandising. Wat er op dit gebied liep werd voortgezet, voorlopig niet meer.

Niet zelden zorgt een uitgever voor een postume voortzetting van succesvolle reeksen publicaties van het bestaande werk. En vaak ook van nieuw werk, gemaakt door anderen dan de overledene. Soms probeert een kind van de oorspronkelijke auteur het vaderlijk erfgoed voort te zetten. Denk aan de zoon Laurent van Jean de Brunhof, de tekenaar/schrijver van de creatie Babar de Olifant, die na het overlijden van zijn vader met veel succes een serie slechte Babar follow-ups maakte; werken van minder allooi. Treurig, al gauw een vorm van bedrog. Als de overledene werkte met een gezelschap medewerkers (bv. tekenaars met ‘hun’ studio) gaat dat gezelschap soms, onder de vleugels van de uitgever, verder met nieuw vervolgwerk met dezelfde personages.

Denk aan Suske en Wiske. Brrr …! Hergé had herhaaldelijk te kennen gegeven dat alleen hij Kuifje kon maken (‘Tintin, c’est moi!’) en dat Kuifje na zijn dood niet door anderen gekaapt moest worden. (De studiomedewerkers hadden De Meester eens verrast met een paar pagina’s van een zelfverzonnen nieuw avontuur en daar was Hergé behoorlijk van geschrokken - en boos van geworden.) Maar formeel netjes vastgelegd werd dat niet. Het strekt weduwe Fanny tot haar eer dat ze altijd categorisch heeft verklaard dat van een Hergé-loze voortzetting van Kuifje geen sprake kon zijn.

Kunst en Marktwerking
Maar Fanny zat ook weer niet stil: geadviseerd door deze en gene werden stichtingen en vennootschappen opgericht om het erfgoed op een overzichtelijke manier te beheren. Wikipedia: ‘Studios Hergé, tussen 1986 en 2006 Fondation Hergé (Hergé Stichting) genoemd, is de organisatie die de nalatenschap beheert van de Belgische striptekenaar en scenarist van stripverhalen Hergé (1907-1983). De stichting, geleid door Hergés inmiddels hertrouwde weduwe Fanny Rodwell (geboren als Fanny Vlamynck) en haar man Nick Rodwell, voert de naam Moulinsart voor commerciële doeleinden. De naam is ontleend aan Molensloot (Frans: Moulinsart), het kasteel waar in de stripreeks kapitein Haddock woont.’ Wie waar de baas is en waarom wordt hier niet helemaal duidelijk. Maar we zien wel dat Fanny de zaken voortaan regelt samen met haar nieuwe echtgenoot, die vroeger in Londen een winkeltje beheerde met van de naam Kuifje voorziene prulletjes (poppetjes, autootjes) ed. Met deze Rodwell in Moulinsart ging het goed mis in de relatie van Kuifje met de Kuifjewetenschappers.

Kenners en liefhebbers
Onze Westerse kunstenaars zitten doorgaans ingebed in een kring van deskundige schriftgeleerden, die gemaakte kunst voorzien van achtergrondinformatie en interpretatie. Bij gecanoniseerde kunst heten deze uitleggers/verklaarders kunsthistorici. Hergé en zijn kunstwerken worden sinds jaar en dag omringd door deskundige Tintinologen, meestal werkend voor genootschappen, verenigingen en zelfgemaakte krantjes. Deze onbezoldigde en ongediplomeerde liefhebbers leveren een belangrijke bijdrage aan de kennis van het werk, de achtergronden en de geschiedenis ervan, en dragen ook bij aan de populariteit en de disseminatie van het werk. De publicaties van deze deskundigen bestaan natuurlijk voor een belangrijk deel uit illustraties/reproducties van het werk van de meester. Tijdens zijn leven kregen deskundigen en journalisten zonder problemen toestemming van Hergé om dergelijke illustraties van de kunstenaar te gebruiken. Hergé ging dood, Kuifje ging op weg naar eeuwige roem (en het Kuifje erfgoed naar ongekend commercieel succes). Wikipedia: Moulinsart kwam meermaals in het nieuws door de juridische dreigingen die zij uitte tegen vermeende inbreukmakers op het auteursrecht op de tekeningen van Hergé. Fanclubs die voorheen een overeenkomst met Moulinsart hadden, werden in 2009 plotseling geconfronteerd met hoge (financiële) claims. De meeste gedaagden stopten met publiceren of troffen een schikking, maar het Hergé Genootschap, een Nederlandse Kuifje-fanclub, protesteerde op basis van een overeenkomst die nimmer was opgezegd door Moulinsart en won de rechtszaak in 2014.

Deze miniserie begon met: Kuifje alweer vernieuwd?!  
Volgende keer meer over: David (Hergé Genootschap) tegen Goliath (Moulinsart).

Voor de aardigheid wel hier het plaatje van de nieuwe (‘teruggevonden authentieke’) omslagpagina van ‘Kuifje in het land der Sovjets’.


© 2016 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Kuifje maakt weer nieuws (2) Peter Schröder
1404VG Kuifje2Het erfrecht, het auteursrecht en de zegeningen van het Intellectueel Eigendom.
En Kuifje opnieuw in het land der Sovjets.

Vrouwen?
In H(aagse)P(ost)Magazine van 31 maart 1973 stond een interview met Hergé, de schepper van Kuifje. Aan het slot van het stuk staat onder meer: ‘Met zijn vrouw Germaine geniet hij van zijn Spaans aandoende hoeve in Ceroux Mousty, een klein dorp in het licht glooiende Waals-Brabant’. We weten nu dat Hergé vooral de weekends bij zijn wettige echtgenote Germaine Kieckens in die hoeve doorbracht. De rest van de week leefde hij in zonde met zijn maintenee Fanny Vlaminck, die in 1956 in de Studios Hergé als coloriste (ze voorzag zwart/wit tekeningen van passende kleuren) was komen werken en in datzelfde jaar een liaison met haar baas Hergé was begonnen.

In 1971 kan Hergé scheiden van Germaine en huwde hij eindelijk Fanny. Moeten we dit weten om een evenwichtig beeld (de mens achter de kunstenaar) van Hergé te kunnen vormen? Nee, maar het is wel relevant om meer te kunnen begrijpen van de eigenaardige verwikkelingen rond het beheer van het erfgoed van Hergé, sinds hij in 1983 kwam te overlijden. Hergé liet zonder nadere omschrijving al zijn bezit na aan Fanny. (Germaine was in 1995 kinderloos gestorven.) En dat bezit was geen kleinigheid, want de rechten op het werk van de kunstenaar boden perspectieven op een royaal inkomen. Het leeuwendeel van het werk van Hergé verscheen en verschijnt nog steeds postuum. Zo kwam Fanny terecht in de rol van machtige kunstenaarsweduwe. Het is oud nieuws: de kunstenaar is nog nauwelijks begraven of nabestaanden werpen zich op de erfenis. Het kan zijn dat het de overledene zelf lukt met behulp van een hecht doortimmerd testament in het beheer van zijn nalatenschap over zijn graf heen te regeren. Maar meestal zijn het nabestaanden die zich in de strijd werpen. Jawel, de familie, de vrienden en de zakenrelaties gaan dan gewapend met testament en aanvullende contracten aan de slag.

Genereus en Zorgeloos?
De Meester zelf ging misschien wat zorgeloos om met zijn rechtsbezit (de overeenkomst met zijn uitgever, zijn portefeuille met auteursrechten, merkenrechten enzovoorts). Hij had behalve de testamentaire overdracht van al zijn (niet nader omschreven) hebben en houden aan weduwe Fanny eigenlijk niets geregeld. Gemakshalve gaan we er vanuit dat de uitgever van de Kuifjealbums, Casterman, beschikte over (tenminste een deel van) de auteursrechten gemoeid met de uitgave (publicatie, heruitgaven, vertalingen etc.) van die albums. Zonder tegenspraak gaan we er ook vanuit dat de rechten op de namen van Kuifje/Tintin en zijn kameraden niet expliciet waren geregeld, noch de rechten op Kuifjegebruik via andere media (film, teevee, Internet), of van merchandising. Wat er op dit gebied liep werd voortgezet, voorlopig niet meer.

Niet zelden zorgt een uitgever voor een postume voortzetting van succesvolle reeksen publicaties van het bestaande werk. En vaak ook van nieuw werk, gemaakt door anderen dan de overledene. Soms probeert een kind van de oorspronkelijke auteur het vaderlijk erfgoed voort te zetten. Denk aan de zoon Laurent van Jean de Brunhof, de tekenaar/schrijver van de creatie Babar de Olifant, die na het overlijden van zijn vader met veel succes een serie slechte Babar follow-ups maakte; werken van minder allooi. Treurig, al gauw een vorm van bedrog. Als de overledene werkte met een gezelschap medewerkers (bv. tekenaars met ‘hun’ studio) gaat dat gezelschap soms, onder de vleugels van de uitgever, verder met nieuw vervolgwerk met dezelfde personages.

Denk aan Suske en Wiske. Brrr …! Hergé had herhaaldelijk te kennen gegeven dat alleen hij Kuifje kon maken (‘Tintin, c’est moi!’) en dat Kuifje na zijn dood niet door anderen gekaapt moest worden. (De studiomedewerkers hadden De Meester eens verrast met een paar pagina’s van een zelfverzonnen nieuw avontuur en daar was Hergé behoorlijk van geschrokken - en boos van geworden.) Maar formeel netjes vastgelegd werd dat niet. Het strekt weduwe Fanny tot haar eer dat ze altijd categorisch heeft verklaard dat van een Hergé-loze voortzetting van Kuifje geen sprake kon zijn.

Kunst en Marktwerking
Maar Fanny zat ook weer niet stil: geadviseerd door deze en gene werden stichtingen en vennootschappen opgericht om het erfgoed op een overzichtelijke manier te beheren. Wikipedia: ‘Studios Hergé, tussen 1986 en 2006 Fondation Hergé (Hergé Stichting) genoemd, is de organisatie die de nalatenschap beheert van de Belgische striptekenaar en scenarist van stripverhalen Hergé (1907-1983). De stichting, geleid door Hergés inmiddels hertrouwde weduwe Fanny Rodwell (geboren als Fanny Vlamynck) en haar man Nick Rodwell, voert de naam Moulinsart voor commerciële doeleinden. De naam is ontleend aan Molensloot (Frans: Moulinsart), het kasteel waar in de stripreeks kapitein Haddock woont.’ Wie waar de baas is en waarom wordt hier niet helemaal duidelijk. Maar we zien wel dat Fanny de zaken voortaan regelt samen met haar nieuwe echtgenoot, die vroeger in Londen een winkeltje beheerde met van de naam Kuifje voorziene prulletjes (poppetjes, autootjes) ed. Met deze Rodwell in Moulinsart ging het goed mis in de relatie van Kuifje met de Kuifjewetenschappers.

Kenners en liefhebbers
Onze Westerse kunstenaars zitten doorgaans ingebed in een kring van deskundige schriftgeleerden, die gemaakte kunst voorzien van achtergrondinformatie en interpretatie. Bij gecanoniseerde kunst heten deze uitleggers/verklaarders kunsthistorici. Hergé en zijn kunstwerken worden sinds jaar en dag omringd door deskundige Tintinologen, meestal werkend voor genootschappen, verenigingen en zelfgemaakte krantjes. Deze onbezoldigde en ongediplomeerde liefhebbers leveren een belangrijke bijdrage aan de kennis van het werk, de achtergronden en de geschiedenis ervan, en dragen ook bij aan de populariteit en de disseminatie van het werk. De publicaties van deze deskundigen bestaan natuurlijk voor een belangrijk deel uit illustraties/reproducties van het werk van de meester. Tijdens zijn leven kregen deskundigen en journalisten zonder problemen toestemming van Hergé om dergelijke illustraties van de kunstenaar te gebruiken. Hergé ging dood, Kuifje ging op weg naar eeuwige roem (en het Kuifje erfgoed naar ongekend commercieel succes). Wikipedia: Moulinsart kwam meermaals in het nieuws door de juridische dreigingen die zij uitte tegen vermeende inbreukmakers op het auteursrecht op de tekeningen van Hergé. Fanclubs die voorheen een overeenkomst met Moulinsart hadden, werden in 2009 plotseling geconfronteerd met hoge (financiële) claims. De meeste gedaagden stopten met publiceren of troffen een schikking, maar het Hergé Genootschap, een Nederlandse Kuifje-fanclub, protesteerde op basis van een overeenkomst die nimmer was opgezegd door Moulinsart en won de rechtszaak in 2014.

Deze miniserie begon met: Kuifje alweer vernieuwd?!  
Volgende keer meer over: David (Hergé Genootschap) tegen Goliath (Moulinsart).

Voor de aardigheid wel hier het plaatje van de nieuwe (‘teruggevonden authentieke’) omslagpagina van ‘Kuifje in het land der Sovjets’.
© 2016 Peter Schröder
powered by CJ2